Historisch Archief 1877-1940
w-York als normale stad
n
re
WAAROM, als men van
NewYork spreekt, hoort men
bijna alleen van de steenen
stad"; de sky-scrapers, de enorme
hitte in den zomer; de barre kou in
den winter; van Wallstreet", het
'stadsdeel, waar de up's and down's"
der beurswereld worden opgeteekend?
Van 5th Avenue", Park Avenue",
als de buurt waar de rijke Amerikanen
wonen. Van Madison Avenue", waar
, de mooiste winkels zijn; van het
, .jWsldorf-Astoria", het mondaine hotel
waar alle groote ontvangsten en
banquetten plaats vinden en van al de buiten.
sporige Amerikaansche humbug, waar
mee de vreemdeling ontvangen wordt I
Een d»r Duitsche doctoren, die, om
zich te kunnen vestigen, het
Engelsche taaiexamen moest doen, kreeg
als n der hoofdvragen op: what
strikes you first when you come to
New-York?" (wat valt u het meeste
op?) Zijn antwoord waarvoor hij als
inhoud onvoldoende" kreeg, luidde:
Welnu, als ik door de straten van
New-York ga, dan vind ik het gek,
<füt ik . om t« ontbijten, naar een
j,Drugstore" (soort
apotheek-drogismoet gaan; dat ik om mijn
te laten oppersen, in een schoen
winkel moet wezen; dat ik mijn
schoenen echter op straat moet laten
poetsen. Dat een coffeeshop" een
lokaal is, waar ik middag- of avond
eten krijg. Dat ik, als ik mijn hos
tess" naar een kast vraag, naar een
closet" moet informeeren en dat ik,
als ik een zekere gelegenheid op wil
zoeken, bescheiden naar de
restingroom" moet vragen. Dat ik, als ik sla
wil hebben, die met dressing"
wordt aangeboden, (kleur en soort
zelf te bepalen),?en dat ik overal, voor
ik nog maar iets te eten heb besteld,
met een glas ijswater" word over
stelpt. Dat was kritiek en dat willen de
Amerikanen niet hooren.
Mijn antwoord zou hél anders
hebben geluid l Niet om hen te vleien,
doch uit echte overtuiging I Ik zou als
allereerste opmerking hebben gezegd:
mij valt het op, dat, niettegenstaande
het reuzenverkeer in de stad, er een
ongelooflijke orde heerscht.
IK was er getuige van hoe twee
auto's met een geduchten knal,
met de stootstangen tegen elkaar
bonsden. Ach, stootstangen zijn er
toch voor l De beide chauffeurs en
van alle kanten helpende handen,
probeerden uit alle macht, onder
schertswoorden, die twee auto's van
elkaar los te krijgen. Welke Fransche,
Duitsche, ik durf zelfs zeggen: welke
Hollandsche chauffeur zou niet met
schimp en scheldwoorden zijn opge
treden, inplaats van nuttig en rustig
elkaar te helpen? Mij is het over
komen, dat in een volkrijke buurt, bij
het oversteken van een straat, een
schooljongen mij bijna omverrende,
waardoor mijn handtasch een buite
ling maakte en nog net gegrepen
werd. Ik hoor in gedachte al de
Berliner Schnauze" van een
Hollandschen jongen bij zoo'n aanran
ding I am sorry, did I hurt you?"
Reeds de morgengroet, onzichtbaar
aan de operator" (welteverstaan de
telefoon), you are welcome", klinkt
als muziek in de ooren. De afscheids
groet in winkel of restaurant, al heeft
men maar een nickel" verteerd
come back," is opwekkend. En dat
is geen uitzondering. Ik heb in al die
weken in New-York en verder 't land
in, nergens een maaltijd gehad, of de
bedienende geest, (die bijna overal uit
keurig net gekleede meisjesbediening
bestaat), kwam met een ,*ever smiling
feature" en vroeg: are you
comfortable, hebt u alles wat u noodig hebt,
kan ik iets voor u doen? 't Mag een
aangeleerde formule zijn, een
gewoontegroet, 't doet toch goed na de
barschheid die men veelal in Europa vindt.
Uitzicht van den toren van het Empire State Building
IK heb in New-York een goed ge
dirigeerd orkestconcert gehoord,
's avonds, kosteloos, in het groote
Metropolitan Museum. Op de trappen
en gangen van .het Museum, waar
overal door luidsprekers het concert
te hooren was, zaten dicht op elkaar,
(daar er maar weinig stoelen in de
gangen waren) de menschen aan
dachtig luisterend, stil ingetogen ge
nietend van Beethoven, Mozart,
Wagner en Strauss. Na het concert was er
gelegenheid voor niets de kunst
schatten in het geheele museum te
bezichtigen. Ik heb naast een
werklooze en een naaistertje gezeten, die
mij in de tusschenpauzen vertelden
van hun moeizaam leven. De man
was des namiddags reeds in een
kosteloos concert in Brooklyn" (het
andere stadsdeel van New-York ge
weest. Voor een nickel" was hij den
langen weg naar het Oosten der stad
gekomen. Het Metropolitan Museum
ligt aan de beroemde 5th Avenue. Hij
kon kunst genieten voor een nickel;
hij deed het, hij had de pluck"
daartoe. Ik vermeld dit, als een bewijs,
dat deze stad, die zoo den naam heeft,
van oppervlakkig, geesteloos, vol hum
bug te zijn, een gewoon sterveling de
gelegenheid geeft goede muziek en
kunst te genieten voor luttel of geen
geld. Welke stad in Europa staat
daaraan gelijk? Ten eerste, dat men
dit genieten kan, gelijk voor arm en
rijk; ten tweede, dat in zulk een stad
de arme, arbeidslooze nog de energie
en levenslust bezit deze gelegenheden
ten volle te genieten. Dat is het, wat
mij in New-York opvalt. Dat
sprudelnde", opwekkende, wat ik in gén
stad ter wereld ooit heb gevonden.
Geloof niet, Europeëer, dat ik alleen
de lichtzijden van deze groote wereld
stad zie en gezien heb. Nee, het
pulseerende, werkende leven heb ik ge
zien. In de minder gegoede straten, in
de negerbuurten, in het zoogenaamde
ghetto. Ik heb verkeerd in de kringen
der Europeesche geëmigreerden. Ik heb
den dobber om het bestaan, den hart
slag van het dagelijks leven met al
z'n zorgen van nabij leeren kennen.
Ik weet, hoe hél, hél moeilijk en
zwaar dat leven is, temidden van al
dien rijkdom, die grootschheid. Doch
ik weet ook, hoe zich die menschen,
die niet tot de upper ten" behooren,
die niet de Park Avenue, de first rate
hotels, de groote theaters enz., be
zoeken kunnen, den warmen,
oplevenden polsslag voelen, van dit
steeds meer opkomende" New-York.
Men kan in New-York leven zooals
men wil, men kan er sterven zooals men
wil. Grootsch en machtig gaat het brui
sende, werkende leven verder. A. J. M.
Ter gelegenheid van de
BOEKENWEEK 1939
Van 25 Februari tot en met 4 Maart in de Bijenkorf Amsterdam.
van het werk van
JAN POORTENAAR
(boeken, illustraties, etsen en schilderwer
ken), in het expositie-zaaltje op de derde
verdieping van de Bijenkorf.
Op deze tentoonstelling zal men een
etsdrukmachine van de firma Joh. Ensched
& Zn. in werking kunnen zien.
De toegang is vrij.
Iedere kooper van Nederlandsche boe
ken voor een waarde van Fl. 2.50,
ontvangt gedurende de Boekenweek
3 Novellen (van Anton Gooien, Augusta
de Wit, Johan v. d. Woude) in n fraaie
band gebonden TEN GESCHENKE!
Boekenafdeeling
2e verdieping
Bijenkorf
Amsterdam
PAG. IS DE GROENE No.3221
l
i