Historisch Archief 1877-1940
Letterkundig leven
-Logica en m
Albert Heiman
ER is n massa-moordenaar wiens listen nog
door geen detective achterhaald konden wor
den, en die dag aan dag voortgaat met zijn snood
bedrijf. Ook S.S. van Dine, een der schranderste
schrijvers van detective-romans, is als zijn slacht
offer gevallen, want geen dialectische kunst is
tegen Thanatos opgewassen. Bij Van Dine hebben
wij, net als vroeger met den spiritistischen Conan
Doyle of met Wallace, die al zijn geweldige ver
diensten bij de paardenwedrennen verspeelde, met
een eigenaardig en toch uitermate typeerend geval
te doen. Achter dit pseudoniem verschool zich
namelijk een man, die onder de naam van Willard
H. Wright als professor in de filosofie aan de univer
siteit van Chicago werkzaam was.
Het mag een eigenaardige bezigheid voor een
beroeps-wijsgeer schijnen, zijn tijd aan ingenieuze
misdadigers-geschiedenissen en detective-stories te
besteden, al is het van iemand in een gangster-stad
als Chicago misschien begrijpelijker dan van een
eerzamen prof elders. Doch het geval van Mr.Wright
brengt ons er weer toe te denken aan de oorspron
gen van het detective-verhaal" en van de thriller",
van datgene wat E. du Perron in de titel van een
recent boekje ten onrechte Het sprookje van de
misdaad" heeft genoemd, en wat veeleer zou moeten
heten: de misdaad van de logica.
Want psychologisch is datgene wat bij den lezer
de spanning van een detectiveverhaal opwekt, niets
anders dan het conflict tussen zijn eigen denken
en eens anders logica; tussen zijn instinctief respect
voor eens anders zie je wel" en zijn eigen neiging
om te rebelleren tegen elke autoriteit. Zin voor
vergelding of straf, voor het achterhalen van de"
waarheid, speelt bij dit alles hoegenaamd geen rol.
Ook nieuwsgierigheid doet dit minder dan men opper
vlakkig zou menen. Er gaat een zekere aantrekking
uit van de morbide atmosfeer rondom een misdaad,
en meer nog van het binnenleven van den misda
diger, die de detective, verrader, wreker en straffer
van zichzelf wordt, zoals in Raskolnikow" of De
gebroeders Karamazow", die beiden bij al hun
uitgesponnenheid tenslotte toch van een spanning
geladen zijn, welke door weinig echte
detectiveboeken geëvenaard wordt.Want de meesten verwaar
lozen juist dit introspectieve element, terwijl zij
zich tot uiterlijkheden beperken. In de psycholo
gische thriller van de misdaad kan de
detectiveheld wel achterwege blijven; zijn functie wordt
geheel, en meestal met een compleet succes,
overgenomen door die instanties welke men, in
alledaagse taal zeer onvolledig het geweten", en
in allerlelijkste vaktaal het Ueber-Ich" pleegt te
noemen. Een van de beste geschiedenissen die ik
ken, waarin de moordzaak tot ontdekking wordt
gevoerd door den dader zelf, zijns ondanks en toch
ten gevolge van het persoonlijkheidsconflict waarin
hij leeft, is het recente On the night of the fire"
van Green; en al jaren van tevoren heeft Reik de
passende theoretische comentaar daarop ge
leverd.
MAAR dit alles betreft de geschiedenissen zelf;
niet de verhouding waarin de lezer ertoe staat.
En toch is de lezer daarbij de gewichtigste persoon,
want zonder hem zouden deze verhalen nooit
geSïhreven en nog minder listig bedacht worden. Mijn
oplossing voor deze raadselachtige belangstelling is,
dat er bij ieder van ons een instinctief verzet be
staat tegen de wetmatige afloop van zogenaamd
,,logische" constructies. Dat er een ingeboren wan
trouwen bestaat tegen alle causaliteitsreeksen; en
dat ieder een heimelijke hoop voedt, dat boontje
niet om zijn loontje komt, maar dat ons leven het
starre mechanisme van mathematisch formuleer
bare functies verstoort. Want met een duister
atavisme weet ook ieder wel in zijn onbewuste, dat alle
logica slechts op een fictie berust, en al onze syl
logismen niets anders zijn dan het loterijtje-spelen
met een vicieus rad-van-avontuur. Wij opereren
met een volkomen abstracte logistiek, die elke
greep op het leven mist, en wij generaliseren met
functies" waarvan wij spoedig bemerken zouden
Architectuur
isoaaa
Restaurant DORRIUS
N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam
PLATS DU JOUR EN A LA CARTE
dat zij in hun tegendeel omslaan, als wij maar de
moeite namen ze ook voor de grensgevallen" te
berekenen.
Van Dine heeft het eens in een van zijn mooiste
boeken: The bishop murder case", heel goed ge
zegd; in het hoofdstuk met de omineuze titel
Mathematics and murder". Sleutel van het
moordgeval werd de grote ontdekking van zijn detective
Philo Vance dat de mathematicus bij al zijn over
wegingen de neiging heeft de nadruk te leggen op
de betrekkelijke onbeduidendheid van deze planeet
en de onbelangrijkheid van het menselijke leven.
Immers enerzijds tracht hij de oneindige ruimte
te meten in termen van parsecs en lichtjaren, en
anderzijds het electron te meten, dat zo oneindig
klein is.... een millioenste millicron". Hij ontwerpt
dan een kosmisch beeld dat leidt tot de oratorische
vraag: Is het wonder dat zij die met zulke ont
zettende grootheden werken, somtijds alle zin voor
aardse proporties verliezen?"
HET is de logica, de dwang van het door onszelf
ontworpen systeem, die ons buiten de ver
trouwde gebieden van instinct en gevoel voert. De
hogere mathematicus, zegt van Dine's detective,
en iedere logicus is een hogere wiskundige, leeft
in een wereld waar tijd en ruimte zinloos worden,
wijl er een oneindig aantal kortste wegen tussen
twee gegeven punten zijn, en waarin de taal van
oorzaak en gevolg enkel een gemakkelijke
stenografie wordt". De goede Philo Vance spreekt dan
van curven zonder tangenten, en citeert Einstein's
gezegde, dat deze mathematische wereld de meest
gedegenereerde verbeeldingsvorm is. Pathologisch
individualisme noemt hij het.
Slechts een goed getrainde en toch onbevangen
filosoof kan tot zulke opmerkingen komen in een
overigens pretentieloze detective-story. Van Dine zelf
is dan al lang niet meer geïnteresseerd in zijn
moordgeval, maar enkel in de algemene kentheoretische
kwestie die aan de ontdekking der ware toedracht
van zaken ten grondslag ligt. En in werkelijkheid
gaat dat met iedere intelligente lezer zo, en zelfs
onbewust met degenen die alleen maar spanning"
zoeken en griezelen willen gelijk de jongen uit het
sprookje. Want waar komt deze spanning anders
vandaan dan uit het conflict tussen ons aangeleerd
respect voor gezag en methode, of voor de logica
die met ons vader- en autoriteits-complex verbonden
is, en de honende spot waarmee het instinctieve
deel van onze persoonlijkheid de willekeur des
levens en de brute biologische doorzettingskracht
der impulsen tegen dat gezag uitspeelt? De onder
toon van deze spanning is een verre echo van het
homerische gelach waarmee ons instinctieve leven
de brave constructies van opvoeding en ik-idealen
begroet, de ietwat medelijdende verachting van den
kleinen snuggeren jongen, (hetzelfde dat griezelen
wilde), voor zijn waanwijzen, naïeven vader, den
logicus....
Anderzijds laat Van Dine zijn held vaststellen,
dat de mathematische controversen geen paradoxen
der logica zijn, maar slechts paradoxen van het
gevoel, en.... zelfs de filosofie tenslotte alle betekenis
verliest. Maar de verachting voor het menselijke
leven die daaruit zou kunnen ontstaan, wordt tel
kens weer gecorrigeerd door het instinct dat
waarvoor-zijn-geld, genot voor zijn lijden en dulden op
deze aarde wil hebben, tengevolge van de meest
elementaire biologische compensatie-wet.
AL wat zich tegen dit
waar-voor-zijn-geldkrijgen van onze diepste natuur verzet, wordt
door het leven zelf aangerekend als misdaad en
zonde tegen de heilige geest van het Bestaan. De
zin van het detective-verhaal, zijn spanning en
pep" is het uitpuzzelen van deze misdaad; het
moord- of diefstal-verhaaltje blijkt slechts de
parabel daarvoor, en de lezer laat zich ook niet licht
bedriegen. De dolste fantasterijen zeggen hem niets,
wanneer zij niet het probleem van de misdaad der
logica op de een of andere wijze raken. En dat Van
Dine met zoveel knapheid en succes inplaats van
filosofische handboeken zijn thrillers heeft kunnen
schrijven, danken wij boven alles aan het feit dat
Mr. Wright uit Chicago maar al te goed wist waar
het om ging in die werkelijkheid, die buiten elke
politie-contröle ligt, in de realiteit waarin Bios en
Thanatos de eeuwige, worgende strijd met elkander
uitvechten, meteen raadselachtigheid welke nog door
geen Philo Vance der meest subtiele wijsbegeerte
achterhaald is.
AMSTERDAM
B. Merkeibacfi
HET is een goede gewoonte van het Nederlandsen
Instituut voor Volkshuisvesting en Stedebouw
om jaarlijksch een of meer excursies te houden naar
verschillende steden in ons land. Een dergelijk
bezoek stelt de deelnemers in staat zich in korten
tijd te realiseeren wat in de betrokken plaats op het
gebied van volkshuisvesting tot stand is gebracht.
Naast het andere vele en vaak gewichtiger werk dat
het Instituut verricht, vormen deze excursies een
belangrijk element in het contact tusschen degenen
die werkzaam zijn op het gebied der volkshuisvesting
in Nederland. De hoofden der betrokken diensten
houden een inleiding over het onderwerp dat op die
excursie de speciale aandacht heeft, en vervolgens
brengt men een bezoek aan de verschillende woning
complexen. Er ontstaat op die wijze een ongedwon
gen contact tusschen de verschillende categorieën
personen die bij de volkshuisvesting betrokken zijn.
Het Instituut telt namelijk onder haar leden zoowel
bestuurders van woningbouwverenigingen als
ambtenaren die toezicht op de volkshuisvesting
hebben te houden, woning-opzichteressen, aange
steld door Gemeente- of Woningbouwvereenigingen
alsmede architecten die volkswoningen bouwen, en
zelfs ook vertegenwoordigers van de particuliere
bouwnijverheid.
De uitwisseling van gedachten die op deze excur
sies plaats heeft, werkt ongetwijfeld bevruchtend op
allen die hieraan deelnemen en vele inzichten op het
gebied van volkshuisvesting en stedebouw zijn
gerijpt en ontwikkeld door de arbeid van dit In
stituut.
Persoonlijk schroom ik niet, te verklaren dat mijn
inzicht als architect in de Volkshuisvesting voor een
belangrijk deel mede gevormd is door het contact
dat ik met het Nederlandsch Instituut voor Volks
huisvesting en Stedebouw vele jaren geleden mocht
krijgen. Zooals het mij persoonlijk gegaan is, zal
het ongetwijfeld velen anderen gegaan zijn, en het
is te wenschen dat dit Instituut in de toekomst ook
nog zijn activiteit zal kunnen blijven ontplooien.
Dit mogen wel eens alle autoriteiten van Rijk en
Gemeente bedenken die over het voortbestaan van
het Instituut te beslissen hebben. Indien namelijk
in de komende jaren de aanvankelijk verleende
subsidies nog achterwege zullen blijven, zal men
ongetwijfeld tot liquidatie moeten overgaan.
DE excursie van dit jaar voerde naar Amsterdam.
Dit was voor mij als Amsterdammer aanlei
ding, mij nog eens duidelijk te realiseeren wat er in
de laatste tien jaar te Amsterdam tot stand is ge
bracht, en welke lessen hieruit voor de toekomst
zijn te trekken. Het Hoofd der afdeeling Stedebouw
van de Dienst van Publieke Werken te Amsterdam,
Ir. L. S. P. Scheffer, hield een inleiding over de
stedebouwkundige vraagstukken welke thans in
behandeling zijn, en de heer C. van Eesteren,
architect aan deze afdeeling, deelde een en ander
mede over het in uitvoering zijnde boschplan, terwijl
de Heer J. L. Flipse, Directeur der Gemeentelijke
Woningdienst, een overzicht gaf van hetgeen sinds het
vorige bezoek van het Instituut, ongeveer tien jaar
geleden, tot stand is gebracht. Het was vooral de
uiteenzetting van den Heer Flipse, die mij in haar
compactheid trof doordat zij als het ware in
teleOUDE EN NIEUWE KUNST
(Adv.)
Tl KOT l N
DEN HAA<5 - NASSAUPLEIN 6
EASTERN ART
D. A. Hoogendijk & Co.
Keizersgracht 640
b ij de Vijzelstraat
AMSTERDAM
OUDE SCHILDERIJEN
PAG. 10 DE GROENE No. 3235