Historisch Archief 1877-1940
HET KATHOLICISME
JVlr
l In
. Dr. L. J. C. Beaufort O.F.M,
In aansluiting oj> het artikel Het Protesten
t/sme in dezen tijd" van Dr. W. A. P. Smit, dat
kort geleden door ons werd geplubliceerd, plaatsen
wij hierbij een overeenkomstige beschouwing over
het Katholicisme van de hand van het bekende
R.K. Tweede-Kamerlid pater Beaufort.
CHESTERTON'S paradox, dat tegenover het katho
licisme objectiviteit onbestaanbaar is, zal bij
velen wellicht op tegenspraak stuiten, maar slechts
weinigen zullen betwisten, dat het alom groote be
langstelling wekt, vooral in onzen tijd. Wel zal deze
vaak op het uiterlijke en bijkomstige gericht zijn: op
het aantal zijner aanhangeis, op een verrassende
terugkeer tot de Moederkerk, op de spanning rondom
een Pauskeuze, op den invloed, dien het uitoefent ook
buiten de sfeer van het kerkelijke en geestelijke.
Zonder beteekenis is dat alles niet, maar het staat
verre achter bij de vraag, of het katholicisme als zoo
vele cultuurverschijnselen reeds ten ondergang neigt.
Steunt het alleen nog op zekere tradities, houden slechts
machtsmiddelen het voorloopig in stand? Of is het
nog altoos een levend organisme, vol innerlijke
groeikracht en zal het wellicht tot nog rijker en voller ont
plooiing komen?
Zoo ligt het terrein van dit artikel afgebakend:
meer dan de positie van het katholicisme in dezen
tijd verdient zijn beteekenis voor dezen tijd aller
aandacht.
ie dezen til
genomen, is katholicisme een m
r-omJ vattend begrip dan katholieke kerk, maar hun
innigen samenhang zal niemand loochenen. Als
godsdienstig-zedelijk stelsel, als levens- en wereldbe
schouwing doet het katholicisme in alle levensver
houdingen direct of indirect zijn invloed gelden, doch
steeds op den grondslag van Christus' leer, zooals die
bewaard en bindend verklaard wordt in de door
Christus gestichte wereldgemeenschap, de Katholieke
Kerk.
Wie nu in rotsvast gelooven Petrus' getuigenis over
den Christus als Gods Zoon mag aanvaarden, aan
vaardt tevens het Goddelijk karakter van Christus'
Kerk en Christus' leer. En daarmede ook hun onver
anderlijke, hun absolute waarde en beteekenis. Voor
alle phasen der wereldhistorie, voor onzen tijd zoo
goed als voor verleden en toekomst. Ook voor alle
geslachten, alle rassen, alle volken.
Naar haar meest innerlijke kern, naar haar wezens
trekken heeft dus de katholieke kerk en met haar het
katholicisme, een absolute en onveranderlijke waarde
en beteekenis. Voor eiken, ook voor dezen tijd. Maar
daarmede wordt organische groei en ontwikkeling niet
ontkend. Het tot wasdom gerijpte katholicisme is niet
in alle opzichten te identificeeren met het pas ont
loken Christendom der eerste eeuwen, zooals ook het
katholicisme der toekomst nog veel rijker zich ont
plooien zal in leer en gewoonten, in recht en eeredienst.
Anderzijds draagt iedere phase der historie een eigen
karakter, kent iedere tijd, ook de onze, eigen nooden
en behoeften. Daardoor kunnen bepaalde tendenzen in
het katholicisme, zekere trekken van zijn karakter in
een bepaald tijdperk meer in het bijzonder de aandacht
trekken.
Zoo wordt verklaarbaar, dat veler blik thans aller
eerst geboeid wordt door het imposante gebouw van
zijn uiterlijke grootheid en onverwoestbare levens
kracht temidden van een wereld, die sterke staten zag
ineenstorten en eeuwenoude dynastieën verdwijnen;
de blik wendt zich als gefascineerd naar die wereld
omspannende gemeenschap, die, hoe fel ook aange
vallen, torenhoog zich blijft verheffen, vast en
ongeschokt; die, hoe ook bloedend uit tal van wonden,
haar zegenrijke zending blijft vervullen, steunend op
het woord van haar stichter: Zie, Ik ben met u tot
het einde der eeuwen.
Maar meer dan deze uiterlijke grootheid en onver
woestbaarheid boeit in het katholicisme zijn innerlijke
eenheid en geslotenheid. In den tragischen ontwikke
lingsgang, die een algemeene historische lijn aangeeft,
maar ook veler persoonlijk leven typeert: los van de
kerk los van Christus los van God, werd tevens
de band met het absolute verbroken, verloor het leven
zijn dieperen zin en beteekenis, moest lijden en dood
en eigenlijk heel het wereldgebeuren den mensch onbe
grijpelijk schijnen, troosteloos en waardeloos. Stel
daartegenover de levensbeschouwing van het katho
licisme: naar God, Schepper en Einddoel van al het
geschapene, ook alles zich heenbewegend,
natuurgedwongen als bij het redelooze, in vrijwilligheid, zij
het gestuwd door de genade, bij den mensch. En in
dat wereldbeeld als centrale figuur der gansche historie,
de God-mensch, Jezus Christus, met zijn stichting, de
Kerk, als bewaarster zijner leer, als uitdeelster van
zijn genadegaven. Die leer staat niet somber-vijandig
tegenover het tijdelijke en aardsche; in subordinatie
aan het hoogere en geestelijke aanvaardt ze blij en
dankbaar ook het stoffelijke, als onmisbaar in het
streven naar 's menschen levensdoel.
Zoo verkrijgt alles eeuwigheidswaarde, zoo loopt
een gouden band van het tijdelijke naar het eeuwige,
zoo vormt heel het wereldgebeuren een gesloten en
zinvol geheel.
MAAR de beteekenis van het katholicisme reikt
verder dan het zuiver persoonlijke en
individueele. Op alle levensverhoudingen doet het direct of
indirect zijn invloed gelden. Laat mij slechts de
sociaaleconomische noemen. Het terrein van aller dagelijksch
streven en werken, helaas ook van afgunst en bitteren
klassenstrijd. Maar evenzoo van den sterken en
algemeenen drang naar radicale omvorming. Men berust
niet langer in krom- en scheefgegroeide maatschap
pelijke verhoudingen, waarin, wie om de eenheid van
taak en functie natuurlijkerwijze bijeenhooren, als
vijandelijke groepen tegenover elkaar staan.
Aan de oude oplossingen werd reeds lang de rug
gekeerd. Wie gelooft nog ernstig aan de harmonie, die
uit het vrije spel der economische krachten zou ge
boren worden l En het dogma van den klassenstrijd
als noodzakelijk element in den ontwikkelingsgang
van het menschdom verliest steeds meer aanhang. In
alle kringen dringt het bewustzijn door van onderlinge
verbondenheid.
Welnu, als n gedachte sterk leeft in het katholi
cisme, dan deze. Een hoogeschool van
gemeenschapsgeest heeft men de Kerk genoemd, die immers in haar
leerstuk van de Gemeenschap der Heiligen zelfs een
brug slaat tusschen heden en hiernamaals, en levenden
en afgestorvenen in n groot verband vereenigd ziet;
die niet ophoudt de gerechtigheid en de liefde aan te
wijzen als onmisbaar fundament juist voor een ge
ordend gemeenschapsleven; wier groote sociale Ency
clieken op slechts n doel gericht zijn: aan de samen
leving, haar organische eenheid hergeven, de maat
schappelijke orde herstellen in waren christelijken
gemeenschapsgeest.
Op het huidige keerpunt der wereldhistorie wijst
juist het katholicisme uit de versplintering van het
individualisme den weg naar de gebondenheid in de
nieuwe gemeenschap, zonder daarbij ook maar in het
minst de rechten van het individu te miskennen, die
immers juist door de kerk ten allen tijde geëerbiedigd
en verdedigd werden. Leerde zij niet de onmetelijke
waarde van iedere menschenziel ? Voerde zij geen
taaien strijd voor de eindelijke erkenning in staat en
maatschappij van de menschelijke waardigheid en
persoonlijkheid? Het is de ironie der historie, dat zij,
die altijd als belaagster der vrijheid is voorgesteld,
tegen de huidige stroomingen van staatsvergoding het
sterkste bolwerk zich toont voor de bedreigde rechten
der individuen.
In deze bemoeienis met het groote sociale probleem
ligt stellig geen machtsstreven, geen vermenging van
het geestelijke met de politiek. Principieel blijft het
katholicisme, ook in dezen tijd, het eigen gebied en
de eigen bevoegdheid van de twee volmaakte maat
schappijen, Kerk en Staat, erkennen en verdedigen.
Beider gezag, beider zelfstandigheid weet het van God
afkomstig en daarin ligt de grond voor den eerbied,
dien het den Staat, als onmisbaar in de natuurlijke
orde, betuigt. Langs verschillende wegen is het staats
deel bereikbaar; daarom onthoudt het zich ook van
een principieel stelling nemen vóór of tegen bepaalde
regeerings- of staatsvormen, mits de gerechtigheid
worde in acht genomen en het algemeen welzijn
gediend.
Want als de maatschappij zich ontwikkelt in strijd
met de zedenwet, dan zou de kerk haar zending
slecht begrijpen, haar taak en plicht verwaarloozen,
als zij, die toch de hoedster is dier zedenwet, het
kwaad niet aanwees.
wie zelf tot het Katholicisme behooren,
O kunnen zijn waarde en beteekenis, ook voor
dezen tijd, ten volle begrijpen. Zóó diep is zijn greep
op het persoonlijk leven, zoo sterk zijn invloed op alle
levensverhoudingen. Alleen eigen persoonlijke ervaring
laat begrijpen en doorvoelen, wat in het katholicisme
aan de wereld is geschonken. Men zie hierin geen
eigengerechtigheid, geen geestelijke hoogmoed, noch
veel minder gebrek aan waardeering voor anderer
overtuiging. Waar van Godsdienst sprake is, past
slechts deemoed, eerbied, dankbaarheid en de eerlijke
erkenning, dat een ideale belevenis slechts zelden en
door weinigen wordt bereikt. Maar wie den rijkdom en
den zegen van het katholicisme in eigen leven mocht
ervaren, voelt in dankbaarheid voor wat hem onver
diend ten deel viel, de bede naar de lippen stijgen:
ut omnes unum sint.
Gr ensbe wapenin g
Onzegrensverdediging een illusie?
Onze militaire medewerker schrijft ons:
MEER dan ooit te voren concentreert de be
langstelling voor onze defensie zich op de
beveiliging der grenzen.
Het verschijnsel staat niet op zichzelf: de grens
verdediging is overal in de mode". Dit verschijnsel
is des te merkwaardiger, omdat het samenvalt met
een ontwikkeling van het luchtwapen, die veeleer
tot geringschatting van de grenzen en van de ver
sterkingen op den bodem zou kunnen leiden.
Vóór den grooten oorlog gold bovendien de klas
sieke leer, volgens welke de uitslag van een oorlog
zelfs onafhankelijk was van de grensverdediging,
en allén beheerscht werd door het verloop van den
strijd tusschen de wederzijdsche legers en vloten. De
vestingen en forten, die in 1914 aanwezig waren,
hebben daarenboven over het algemeen slechts
teleurstelling opgeleverd.
Hoe is dan de opleving van het verlangen naar
grensVirsterkingen na den grooten oorlog te verklaren ?
Het is begrijpelijk, dat vooral de volken, die de
ellende van een oorlog op eigen bodem hebben
ondergaan, alles wilden doen om een herhaling
daarvan te voorkomen. Voorts heeft de z.g. stelling
oorlog geleerd, dat ondanks het falen van vele ves
tingen de eigenlijke wederzijdsche fronten jaren
lang konden stand houden. Toen dan ook Von
Seeckt tijdens de periode der z.g. ontwapening van
Duitschland met genialen bluf de leer propageerde,
dat het kleine maar uitmuntend geoefende beroeps
leger zoo bijzonder geschikt was om er de logge
millioenen-massa's der buren mee te overvallen en
uit elkaar te ranselen, ontwaakte in Frankrijk een
onweerstaanbaar verlangen naar een deugdelijke
grensafsluiting tegenover Duitschland. Dit heeft
geleid tot den bouw van de machtige Maginot-linie.
Daarmede was de mode" der grensversterkingen
geïntroduceerd, en de navolging is niet uitgebleven,
zij het op zeer uiteenloopende schaal.
In hoever is de landsverdediging met dergelijke
versterkingen gebaat?
Inderdaad hebben in den wereldoorlog de fronten
jarenlang stand kunnen houden. Dit was mogelijk,
omdat zij aaneengesloten, niet-te-omtrekken liniën
vormden, waarin door onafgebroken verbinding
met het achterland een buitengewoon hoog peil van
afwerende kracht voortdurend gehandhaafd kon
worden. Afzonderlijke werken daarentegen gingen
over het algemeen spoedig verloren, o.a. omdat hun
krachten niet aangevuld konden worden.
Met deze voorbeelden voor oogen is het duidelijk,
dat een grensversterking alleen dan in staat zal
zijn den vijand buiten de deur te houden, als zij
ingericht, bezet en uitgerust kan worden als een
front in den stelling-oorlog. Zulk een prestatie is
voor een leger op voet van vrede alleen maar
mogelijk onder buitengewoon gunstige voorwaarden,
zooals bij de afsluiting van een betrekkelijk klein
deel der grenzen van een groote militaire mogend
heid. Voor Frankrijk en Duitschland hebben de
Maginot- resp. Siegfried-linie groote waarde, omdat
zij inderdaad aaneengesloten stellingen vormen en
zér krachtig bezet en bewapend kunnen worden,
Voor kleine landen met betrekkelijk lange
grenzen daarentegen zijn dergelijke systemen vol
komen onbereikbaar. Ons geheele oorlogsleger is in
een stelling-oorlog slechts voor eenige tientallen
kilometers groot genoeg: hoe zou men dan met de
zooveel kleinere sterkte in vredestijd een linie van
honderden kilometers kunnen bezetten?
Het is daarom noodig in ons land alle illusies van
een reëele grensverdediging te laten varen. Zij zijn
even ijdel als b.v. de verwachting zou zijn om met
een handkar te kunnen deelnemen aan een auto
race. Bovendien zijn zij gevaarlijk omdat ze leiden
tot versnippering van kracht en tot achterstelling
van de hoofdzaak.
Dat wil niet zeggen, dat alle maatregelen aan
de grens overbodig of nadeelig zouden zijn.
Integendeel, het was hoog noodig en zeer nuttig dat
voorzieningen werden getroffen om te voorkomen,
dat een aanvaller onverwachts en overrompelend
ons gebied kan binnendringen, hetzij om dit in
bezit te hemen, hetzij om via ons land tegen een
andere mogendheid op te rukken. In beide gevallen
N.v. ARNHEMSCHE HYPOTHEEKBANK
HYP. KAPITAAL
BESCHIKBAAR
TEGEN UITERST BILLIJKE VOORWAARDEN
De Directie:
Ut J. F. VERSTEEVEN?Mr. H. 6. VAN EVERDINGEN
PAG. ?» DE GROENE NO. 32-'