Historisch Archief 1877-1940
ters te
G
schen de twee Spanjaarden in, aanvankelijk mak
ker, minder begaafd, in beheersching van den vorm
en in zijn kleur. Maar zoo is het niet. Er hangen
hier reeksen portretten, die, onderling vergeleken,
wel degelijk verschillen van visie en van behande
ling. Hij heeft goed toegekeken. Maar het groote
verschil met de Spanjaarden is de vergeestelijking
van zijn kunst, waardoor hij tenslotte het moderne
hart raakt. Het spiritueele van. deze portretten ligt
in de eigenaardige wijze waarop hij een gezicht als
het ware doorzichtig heeft gemaakt. Er is iets in,
dat een mensch tot zijn wezenlijkste verbintenissen
met het ongekende terugbrengt. Er schijnt iets uit,
dat een heimwee mag worden genoemd. Greco geeft
het gelaat niet als een vaststaande hevige vorm
(Velasquez) noch als een wereldsche zinnelijke ver
schijning met een merkwaardige psychologische
analyse (Goya), hij schildert zijn menschen niet
meedoogenloos, niet betooverend, deftig noch harts
tochtelijk. Hij kent aarzelingen, bevingen. Hij
ziet overgangstoestanden. Hij ziet het gelaat als een
doortocht. Er is iets in van de eerste bewustwording
der jeugd en iets van dat vermoeide heimwee van
zieken.
HET gaat niet aan, deze selectie uitvoerig te
behandelen. Het belang is niet alleen elke
figuur apart te zien, maar bepaald opwindend zijn
de vergelijkingen, die hier voortdurend mogelijk
zijn en het oog van een beschouwer als het ware
herboren doen worden met zijn ware geestelijke
natuur.
In n zaal b.v. zal hij Jeroen Bosch vinden, met
Patinir, Bouts, Breugel, Memling, Cranach. Hij
zal dan Jeroen Bosch als een zeer groot schilder
zien tusschen grooten. Bosch is er niet in zijn latere
volle, strenge en pure waarde. Memling heeft het
hier uiterst moeilijk. Maar Patinir is de verrassing.
Het groote doek van de Verzoekingen van den Heili
gen Antonius, waarin Quinten Matsys de figuren
schilderde, is een grootsch, donker landschap, rijk
van bewogenheid en waarin de zwier der vrouwen
is opgenomen als een aardsche pracht, die Antonius
tot onpasselijkheid toe doet verbleeken.
Jeroen Bosch blijft echter in elk opzicht de zaal
beheerschen met het drielui van de Aanbidding der
Koningen. De hooiwagen", kennelijk vroeger
(zie het bruiloftspaneel in Boymans en de Weensche
kruisdraging), heeft bedenkelijk slechte deelen.
Onvergelijkelijk geschilderd is echter de aanbidding.
Een rustige Bosch, met den Koninklijken neger in
zijn witte kleed en een rijkdom aan details, die den
speelschen, duivelschen Bosch verraden, in de
koppen, die door kieren kijken en het sacrale ge
beuren niet ernstig nemen of op het dak zitten en
stilletjes waarnemen en het hunne er van denken.
Maar telkens treft zijn wonderlijke kleur. Het ijle,
teedere blauw, het onzegbare rose, het zachte
overheerschende groen van het groote landschap.
En zoo zou men er toe komen de Italianen bijna
te vergeten, Tiziano, Tintoretto, Raphael en de
Vlamingen en de gobelins. Doch ook het bestek van
dit artikel dwingt tot een beperking, die doet be
sluiten met het ne kleine paneel vanMantegna,
oudere tijdgenoot van Bosch. De dood van Maria.
Curieus, het gelaat van de stervende is slechts enkele
vierkante centimeters van dit oppervlak. Alles om
haar heen is grooter. Het landschap met de breede
lichte stroom en de maanlichtwolkjes in de grijs
blauwe lucht. De drie zachtjes zingende heiligen,
elk met een kaars en heel die groep van stille ge
tuigen, die de overgang afwachten. Alles om haar
heen is grooter en kleuriger, als door een graveur
geschilderd, zoo vast en gespierd en dun van lijn,
zoo precies van indeeling en koel-welluidend van
kleuren. Maar dat kleine gegroefde gelaat en het
wonder van het landschap met de wolkjes, het
eigenaardige verband tusschen die twee, dat is toch
de hoofdzaak hier. De rest is entourage. Het land
schap is het herboren landschap, het is het
stroomende water en het is de stad en het is de hemel,
maar het is boven alles het licht op de wolkjes, die
daar drijven en het kleine stille gezicht van de
Maagd, dat niet meer is en even ver als een wolkje
tusschen het volume en de grootheid der omstanders.
OUDE EN NIEUWE KUNST
(Adv.)
Tl KOT l N
DEN HAAG - NASSAUPLEIN 6
EASTERN ART
£? Greco: Portret van een onbekende
Montegna; De dood van Maria