Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie : Keizersgracht 355, Amsterdam-C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G
1000
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
29 JULI
1939
Het nieuwe Kabinet
OM met de deur in huis te vallen: het nieuwe
kabinet dat de heer Colijn na een ministerieele
crisis van ruim drie weken heeft gevormd, bestaat
uit tninistrabele personen. De formateur heeft een
ploeg harde werkers en krachtige figuren uit het
vorig kabinet overgenomen en haar aangevuld met
een aantal persoonlijkheden die hun sporen op
administratief en economisch gebied ten volle ver
diend hebben. Drie bekwame ingenieurs?dr. ir
M. H. Damme, jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude
en prof. ir. Is. P. de Vooys zijn geplaatst aan het
hoofd van departementen welks werkzaamheden
zij stellig beheerschen in technischen zin. De
heer Bodenhausen is een onzer eerste deskundigenv
op het gebied van financiën en belastingwetgevfffg""
in technischen zin. Prof. dr. B. J. O. Schrieke
heeft reeds elders blijk gegeven van groote
bekwaamhewttojr onderwijs-gebied in technischen zin.
Mr. J. A. de Visser is een voortreffelijk jurist en de
^heer Van den Bussche (ten aanzien van wien^jde
'Indische pers weinig enthousiast was) kent onze
overzeesche gebiedsdeelen als weinig anderen.
Ergo: wat de personen betreft, een aanvaardbaar
kabinet. Velen van hen, die zitting genomen hebben
toen een andere oplossing geen werkelijkheid werd,
verdienen erkentelijkheid voor het feit dat zij zich
beschikbaar stelden voor een zware taak.
De persoonlijke zijde lijkt ons echter n van het
kabinet n van zijn formatie de minst belangrijke.
Er is een politieke kant die des te meer aandacht
verdient, omdat men in zekere kringen, ook in het
democratische kamp, geneigd is deze politieke zijde
ten voordeele van de persoonlijke geheel te
verwaarloozen. Nietwaar, een kabinet van sterke man
nen", krachtige figuren", van kerels", dat is
juist wat Nederland noodig heeft!
Het zij ons daarom vergund, speciaal op den ver
waarloosden politieken kant de aandacht te vestigen.
Aandacht verdient in de eerste plaats de formatie
van het ministerie, in de tweede plaats zijn program,
in de derde plaats het perspectief dat het biedt.
DE formatie is beheerscht door de angst voor een
vooruitstrevend Roomsch-Rood-kabinet, aan
gevuld met enkele vrijzinnig-democratische en wel
licht ook christelijk-historische figuren. Aanstonds
dient te worden opgemerkt dat deze angst niet
slechts bestond bij het in politieken zin liberaal
denkende deel der natie (dat de grenzen van de
Liberale Staatspartij ver te buiten gaat), maar ook
binnen de rijen van de Roomsen-Katholieke Staats
partij zelf. De rechtervleugel van deze partij heeft
het van den sit venia verbo ! linker vleugel
gewonnen. Van de bedoelde beduchtheid waren,
naar het ons voorkomt, ook de oudere, oudste en
aller-oudste raadgevers van de Kroon niet geheel vrij.
-Het gevolg was, dat, toen het vorige
kabinetColijn aftrad omdat de Katholieken het met de
nieuwe" werkloosheid-politiek niet eens waren,
de opdracht tot formatie niet werd verleend aan een
vertegenwoordiger van de oppositie die er recht op
had, haar kans te krijgen, maar aan den heer Colijn
zélf. De overwonnene werd overwinnaar. Intusschen
slaagde hij niet in de kabinets-formatie.
Tweede bedrijf: een Katholiek krijgt de nieuwe
opdracht, niet bijvoorbeeld mr. Van Schaik, maar
staatsraad Kooien, die van zijn voorganger in politiek
opzicht even weinig verschilde als in phonetisch.
Het leek wel alsof het de taak van staatsraad
Kooien was, aan te toonen dat de Katholieken
het ministerie niet konden vormen. Subsidiair
moest hij pogen, den breuk tusschen Colijn en
de Katholieken te heelen. Het eerste slaagde, het
tweede mislukte.
Derde bedrijf: De heer Colijn keert terug, alles
is vergeven en vergeten, en nu den volke is aange
toond dat het onmogelijk is, een parlementair mi
nisterie te vormen, legt hij zich toe op de formatie
van een neutraal program-kabinet. Hetgeen hem
gelukt is.
Conclusie: het boven-bedoelde parlementaire
kabinet heeft eenvoudig zijn kans niet gekregen.
Hetgeen beteekent dat door de democraten-zélf
de democratie buiten werking is gesteld. De ver
antwoordelijkheid daarvoor verdeelen wij gaarne
gelijkelijk over de behoudende elementen in den
lande die iedere afwijking van het meest conser
vatieve financiëele beleid als halsmisdrijf beschou
wen, en de Katholieken die op de formatie van een
parlementair kabinet onvoldoende aangedrongen
hebben. Zij hebben de kans die men hun niet
gaf, en die Colijn, ware hij een waarachtig
democraat, hun had moeten laten ook niet
geforceerd. Zij hebben niet verklaard: Wij zijn
bereid, een "-nieuw parlementair ministerie te
vormen. Zij- durfden de consequenties uit hun
houding niet te trekken. Zij hebben gepoogd, door
hun aftreden Colijn te intimideeren, en zijn zélf
? gevalleneneden-kuil dien zij voor hem gegraven
hebben. Als overwinnaar treedt hij te voorschijn
uit een- ~politieken Nervenkrieg", waarvan de
defliöcrdftfcche' gedachte en het parlementaire
stelsel de twee voornaamste slachtoffers zijn.
IN deze omstandigheden dunkt ons het program
van hét kabinet dat trouwens duidelijk tot taak
heeft, tot en met de volgende verkiezingen God's
water over God's akker te laten loopen in politiek
opzicht van geringe beteekenis. Het budgetaire
evenwicht bij den gewonen dienst zal zoo dicht
mogelijk benaderd, de kapitaalsuitgaven gematigd
worden; de zelfstandigheid van die gemeenten die
het Rijk geld kosten, zal men bevorderen. De
werkloosheidsbestrijding wordt voortaan beheerscht
door de hoop dat het bedrijfsleven zoo vriendelijk
zal zijn, de honderdduizenden die het heeft
uitgestooten, weer op te nemen. (Waar lazen wij on
langs ook weer van een rapport inzake de blijvende
werkloosheid, dat de Hooge Raad van Arbeid
had laten samenstellen? Of bestaat deze Raad
uit volslagen ondeskundigen?) De administratieve
uitgaven bij de werkloosheids-bestrijding zullen
besnoeid, de kapitaalsinvestaties van
oneconomischen" aard voorkomen worden. De maritieme
verdediging van Nederlandsch-Indiëzal verbeterd
worden: in September a.s. komt de regeering
met uitgebreide voorstellen. De mogelijkheid van
uitbreiding van de zorg voor de ouden van dagen
en het schenken" van aandacht" aan een gedeelte
lijke verbetering der leerlingenschaal c. q. ver
betering van de regeling voor de kweekelingen met
acte dat zijn de schaarsche krenten in het
EinTopf-Gericht" dat het Nederlandsche volk wordt
voorgezet.
Naar zijn socialen inhoud zal dit
regeeringsprogram (aangenomen, dat het uitgevoerd wordt)
beteekenen dat de werkloosheids-bestrijding opge
offerd wordt aan 's lands defensie, en wel geheel
onnoodig. Er is geen sprake van dat de defensie
plannen dergelijke eisenen aan de kapitaalsmarkt
zullen stellen, dat voor een energieke werkloos
heidsbestrijding geen geld gevonden zal worden.
Er heerscht in den lande en bij de regeering !
een volslagen ongefundeerde angst voor inflatie,
een in economisch opzicht benepen mentaliteit,
die op het oogenblik in geheel Europa haar weerga
niet heeft, niet in Frankrijk en nog minder in Enge
land. Paul Reynaud, de Fransche minister van
financiën, en Sir John Simon, kanselier van de
Engelsche schatkist, moeten wel ware bolsjewieken
zijn in de oogen van de heeren Colijn en Trip.
TENSLOTTE dan het politiek perspectief dat
het nieuwe ministerie biedt.
Naar het oordeel van dit blad, dat het als zij n taak
beschouwt de democratische gedachte te verster
ken en de democratische krachten in den lande te
concentreeren, komt het hierbij aan op deze vraag:
in hoeverre zal dit kabinet er in slagen, de demo
cratie in Nederland te versterken en tot een levend,
tot een waardevol iets te maken? In hoeverre zal
het er in slagen, voor het parlementaire stelsel
nieuwe waardeering te scheppen? In hoeverre
zal het er in slagen, de politieke apathie in den
lande op te heffen?
De formatie van het kabinet was a , dus anti
democratisch.
Zijn program miskent de nooden van groote
groepen in de bevolking (met uitzondering van
de kweekelingen met acte en de ouden van dagen).
Zijn karakter is: extra-parlementair. Wie draagt
van de daden van dit kabinet de verantwoordelijk
heid, de politieke verantwoordelijkheid, wel te
verstaan? Welke richting ? Wanneer straks, uiterlijk
over twee jaar iferïtiezingen gehouden worden,
waar zal dan de strijd om gaan? Om welke groote
politieke beginselen? Voor of tegen de aanpassing?
De massa des volks, die den politieken strijd thans
reeds beu is, zal dan nog vermoeider, nóg
afgestompter zijn. Want het moge waar zijn dat het
vijfde kabinet-Colijn de onderlinge posities der
partijen verheldert, zoolang er geen uitzicht is
dan op een zesde kabinet-Colijn, zal van de ver
heldering geen gunstige werking uitgaan. De par
tijen zijn scherper tegenover elkander komen te
staan, maar de strijd verflauwt meer en meer.
De Katholieke Staatspartij hoopt wellicht, dat
zij zich, teruggetrokken in het relatieve duister
van de oppositie, veilig herstellen kan van
haar inwendige verdeeldheid. Het is mogelijk dat
de ontwikkeling aldus zal verloopen.
Maar het is ook mogelijk, dat zij een geheel andere
richting in zal slaan. Immers, als de Katholieken
het vijfde ministerie-Colijn doen vallen, wie zullen
daar dan de schuld van krijgen? De Katholieken.
En als zij het niet laten vallen, wien zal men dan
politieke halfheid verwijten? Den Katholieken.
Zij hebben geen keus dan tusschen de epitheta
terroristen" of slappelingen".
Hier ligt, het zij openlijk gezegd, Mussert's
eenige kans. Het anti-semitisme, hoewel het zich
gestadig uitbreidt, wil er toch niet echt in" bij
het Nederlandsche Volk. Vergissen wij ons niet,
dan is de neiging tot het anti-papisme sterker.
Men schijnt dat op het Utrechtsche hoofdkwartier
langzamerhand in te zien. De tactiek wordt ge
wijzigd. Het accent dat eerst op de Joden viel, valt
thans op de papen". Recente redevoeringen op
N.S.B.-vergaderingen waren in dit opzicht bijzonder
instructief. De uitroep van mr. Rost,van Tonningen,
Woensdag j.l. in de Kamer, dat het Nederlandsche
Volk nog niet vergeten had dat een voorvader
van Koningin Wilhelmina door een Katholiek was
vermoord, spreekt boekdeelen, niet alleen voor
's mans persoonlijke onbeschaamdheid.
De uiterste waakzaamheid is hier geboden.
GOED", zal men zeggen, maar had een
Roomsch-Roode combinatie niet eerst recht
het fascisme in de hand gewerkt?"
Ons antwoord is, dat zulks uitsluitend afgehan
gen zou hebben van de energie waarmee deze
combinatie zijn zou opgetreden, van de activiteit
waarmee zij de nooden des tijds zou hebben aan
gepakt. Dat deze combinatie strijd, feilen strijd
zelfs, zou hebben veroorzaakt, het ware dwaas
heid, dat te loochenen. Maar het is een fout, dezen
strijd te vreezen. Er zou tenminste weer een kamp
van beginselen zijn ontstaan, er ware frischheid,
politiek leven, beweging gekomen in ons land
(hetgeen iets anders is dan politiek rumoer).
Thans heerscht er rust, lauwheid, onverschillig
heid. De democratie doet den burger slechts gapen.
Hij voelt haar niet meer als een realiteit, hetgeen te
gevaarlijker is omdat een andere, een
anti-democratische realiteit, op den loer ligt.
liheneii
op don
«rebboberg
PAG. 3 DE GROENE No. 3243