Historisch Archief 1877-1940
Nederland
en het luchtgevaar
WEDEROM de kans dat morgen of overmorgen
de wereldbrand een feit is.
Wederom richt het oog zich op de positie van
Nederland temidden van de strijdende mogend
heden, en ook zij die van meening zijn dat, indien
er oorlog zou uitbreken, deze zich niet aanstonds
mede op Nederlandsch grondgebied zou afspelen,
erkennen dat in de huidige situatie gevaren voor
ons land aanwezig zijn. Gevaren waarop wij voor
bereid dienen te zijn. Men stelt zich de vraag: is
ons leger sterk genoeg ? zijn onze voedselvoorraden
groot genoeg? is de bescherming van de burgerij
effectief gewaarborgd?
Vragen, welker volledige beantwoording zoo goed
als ondoenlijk is, maar die in het huidige tijds
gewricht aan de orde gesteld moeten worden.
MEN weet van de militaire voorbereidingen zeer
weinig af. Terecht. De berichten zouden ook
den mogelijken tegenstander kunnen bereiken. Het
eenige wat men weet is, dat ook deze week groote
troepencontingenten zijn opgeroepen en naar de
grenzen gedirigeerd.
Dat alles maakt den indruk dat de militaire
paraatheid van ons land op het oogenblik aanzien
lijk grooter is dan vorig jaar tijdens de
Septembercrisis het geval was.
Slechts spijt het ons dat er n belangrijk gebied
is, waarop, zeer zeker, reeds belangrijk en loffelijk
werk is verricht, maar waarop toch voor de overheid
nog veel werk te doen is: de bescherming van de
burgerij tegen luchtaanvallen.
Bijna een jaar geleden hebben wij in dit blad
geschreven dat de doorsnee-burger niet weet wat
hij doen moet, indien vijandelijke bommenwerpers
boven zijn woonplaats verschijnen. Hij weet zulks
nog niet. Men zal hier bij opmerken dat men het
hem toch heeft verteld, dat er toch lichamen en
organen zijn waar hij de noodzakelijke kennis kan
opdoen. Dat is zoo. Maar indien het algemeene
publiek nog onvoldoende onderricht is over het
luchtgevaar, dan dient de overheid dit als een
gegeven feit te aanvaarden en niet af te wachten
tot het algemeen publiek zijn lauwheid belieft af
te leggen, maar de voorlichting op een betere wijze
te organiseeren. De overheid had door middel van
wettelijke maatregelen kunnen bevorderen dat
een aantal minimum-maatregelen door elkeen
genomen waren. Wanneer blijkt dat de burgerij
zelf bij voorbeeld niet voor een deugdelijke afscher
ming van het licht wil zorgen, dan is het de taak
der overheid, er voor te zorgen dat deze afscherming
desondanks tot stand komt. Was het zoo onredelijk
geweest, ten behoeve van deze en dergelijke mini
mum-maatregelen een sterk progressieve heffing
ineens aan te vragen?
En wanneer men zich afvraagt, wat er in de
verschillende gemeenten gedaan is voor bescherming
tegen gasgevaar en zware explosie-bommen, dan
is slechts n antwoord mogelijk: bedroevend wei
nig. Er zijn enkele uitzonderingen. Amsterdam gaat
houten schuurtjes oprichten tegen de strijdgassen
en de bomsplinters, en in Den Haag hebben B. en W.
het voorstel ingediend, een groot aantal schuil
kelders (elk voor 50 personen) te bouwen. Ook
deze verleenen echter geen bescherming tegen in
slaande bommen.
DE huidige regeering zal zich, verondersteld dat
het vrede blijft, wel niet aan de illusie over
geven dat een aëra van pais en vree aanbreekt. Voor
optimisme a la München is minder reden dan ooit.
Hopen wij daarom dat de regeering-De Geer den
ernst van den achterstand beseft en zoo spoedig
mogelijk met een reeks voorstellen komt die Neder
land, gegeven zijn slappen bodem, het maximum
aan bescherming kunnen bieden. Dat zal groote
bedragen vergen, daaraan twijfelen wij niet. Wij
twijfelen er echter ook niet aan dat het geld er voor
gevonden kan worden. De regeering make daartoe
in ruime mate van haar bevoegdheden gebruik,
temeer nu gebleken is dat particuliere bemoeiing
op het gebied der luchtbescherming, hoe loffelijk
ook, toch nooit dat effect kan hebben dat noodig is
om het gestelde doel te bereiken: de optimale bescher
ming van het leven van Nederland's ge/jee/e burgerij.
UW FAMILIEWAPEN opgespoord en prachtig ge
schilderd in maat naar keus f 13.50. Beschikken
nu over meer dan een half millioen gegevens.
Vraagt eens vrijblijvend aan. Zegelringen,
stamboomen etc. Heraldisch Genealogisch Bureau De Banier,
Zeer billijk. Oranje Nassaulaan 87, Overveen.
De strijd in ch
Düitschlands pogingen om zich van d
Zweedsche ijzerertsen meester te make
Strijd om een eilandengroep
Op Dinsdag 27 September van het jaar 1938
besloot de Londensche admiraliteit als voorzorgs
maatregel" de geheele Britsche vloot te mobiliseeren.
Binnen enkele uren deinden reusachtige slagkruisers
waarvan de Union Jack wapperde, op de rustelooze
golven van de Noordzee op en neer. Maar de Noord
zee was niet de eenige waarover plots van verschil
lende kanten slagschepen en kruisers, torpedojagers
en onderzeeërs schoven op weg naar de punten
waar zij zich luidens geheime orders zoo spoedig
mogelijk moesten concentreeren. Ook in de Oostzee
werd het onrustig. Terwijl de Duitsche, Noorsche,
Engelsche vrachtschepen, beladen met ijzererts,
hout en granen, zich naar de vaderlandsche havens
spoedden, gewaarschuwd door radio-telegrammen
der reederijen, verzamelde zich een Russisch eskader
ten Zuidoosten van Finland. Bij de Zweedsche kust
werd een Duitsch eskader, waarvan verschillende
eenheden uit Konigsbergen afkomstig waren, samen
getrokken. Tegelijk werden in de Finsche
havenplaats Abötransportschepen onder stoom gebracht;
vier bataljons stonden gereed om zich op het eerste
teeken in te schepen met bestemming Mariehamn.
Mariehamn ligt op de Aalands-eilanden, en de
Aalands-eilanden, gelegen tusschen Zweden en
Finland, scheiden de Oostzee van de Botnische Golf.
En zoowel het Duitsche als het Russische eskader
(die beide enkele dagen later, dank zij München",
naar hun havens mochten terugkeeren) hadden het
op deze Aalands-eilanden gemunt.
Waarom ?
Zijn deze eilanden zoo belangrijk?
De geograaf zal U vertellen dat de 6500
eilandjes waaruit de Aalands-groep bestaat, slechts
bewoond zijn met evenveel menschen als er in
een plaats als Alkmaar of Venlo wonen; de historicus
kan U mededeelen dat de Aalands-eilanden, door
Zweden bevolkt, van ouds tot Finland behoorden,
in de negentiende eeuw mét Finland aan den Tsaar
aller Russen gehoorzaamheid verschuldigd waren
en na den wereldoorlog bij de restauratie van Finland
aan dien staat toegewezen werden. De militaire
deskundige kan U verhalen dat deze
Aalandseilanden, wanneer zij gefortificeerd zijn, practisch
het verkeer in de Oostzee kunnen beheerschen: de
geulen aan de Zweedsche en de Finsche kust zijn
slechts eenige tientallen km. breed en kunnen ge
makkelijk door enkele zware batterijen bestreken
worden. Een enkele krantenlezer tenslotte, zal zich
herinneren dat in Januari van dit jaar na langdurige
onderhandelingen een overeenkomst tusschen de
Zweedsche en Finsche regeering tot stand kwam
betreffende de versterking der Aalands-eilanden;
dit plan was echter onderworpen aan de goedkeuring
van den Volkenbondsraad, maar toen deze in Mei
van dit jaar bijeenkwam, bleek de Sowjet-Unie
ernstige bezwaren tegen de voorgenomen versterking
te koesteren; de quaestie werd tot September uit
gesteld. Of de besprekingen dan tot een positief
resultaat zullen leiden, is onzeker. Want achter den
schijnbaar onschuldigen strijd om de versterking
der Aalands-Eilanden gaat een andere, veel belang
rijker strijd schuil: de strijd van Duitschland dat
voor het volhouden van een oorlog mede aange
wezen is op den ongestoorden toevoer van Zweedsche
ijzerertsen en pogen zal dat vitale transport, het
het koste wat het kost, te handhaven.
Het Derde Rijk op zoek naar ijzer
De staat die den langsten adem heeft, wint den
oorlog. De langste adem, wil zeggen: de beste grond
stoffen, de beste machines, de beste arbeidskrachten.
Het Derde Rijk dat zich van meet af aan koortsachtig
op den oorlog voorbereidt, heeft aan machines geen
tekort. Arbeidskrachten zijn er echter te weinig, en
de grondstoffen moeten voor een groot gedeelte
geïmporteerd worden.
Dat ijzer een van de belangrijkste grondstoffen is,
behoeft niet nader uiteengezet te worden. Het is
bekend dat het succes van Duitschland in de eerste
jaren van den wereldoorlog voor een niet gering
deel te danken was aan het feit dat het over de
rijke ijzererts-lagen in Elzas-Lotharingen beschikte
en het Fransche bekken Longwy-Briey aanstonds
veroverde, waarmee het Frankrijk twee-derde
van zijn staalproductie ontnam.
Versailles wees het Elzas-Lotharingsche bekken
aan Frankrijk toe, het Silezische aan Polen. En het
Derde Rijk moest maar zien waar het de ijzerertsen
voor den mogelijken oorlog vandaan kon halen.
De nationaal-socialistische regeering heeft in de
eerste plaats de inheemsche productie sterk gesti
muleerd. Honderden millioenen zijn uitgegeven
aan de Hermann-Göring-Werke". Daar de Duitsche
ertsen slechts in geringe mate ijzer-houdend zijn,
waren de kapitaalskosten van dit gigantisch bedrijf
even gigantisch groot. Had Duitschland niet meer
ijzer noodig gehad dan in 1933, dan ware het nu een
flink stuk op weg naar de autarkie. Het Duitsche
bewapeningsprogram heeft echter tot resultaat gehad
dat nog steeds vier-vijfde van het Duitsche ijzer en
staal uit buitenlandsche ertsen wordt gesmolten.
Vorig jaar heeft dat bijna een kwart milliard Rm.
aan deviezen gekost.
Met het oog op een oorlog wordt in het huidige
Duitschland gewoekerd met de voorraad : er
zijn parken waarvan de hekken zijn omgesmolten
tot kanonnen; vele particulieren hebben het kunst
smeedwerk van hun huizen moeten afstaan; en on
danks het tekort aan ar
beiders worden met veel
moeite in alle plaatsen
de rails waar geen trams
meer over loopen, haastig
opgebroken.
Ten tweede heeft het
nationaal-socialistische
bewind eengroote voorraad
ijzererts opgeslagen, als
reserve voor oorlogstijd.
Op grond van recente
gegevens mag men deze
voorraad (waarschijnlijk
20 millioen ton) groot
genoeg achten om
wanneer alle aanvulling
ontbreekt Duitschland
in staat te stellen, een
klein jaar oorlog te
voeren.
Maar de oorlog kan
langer duren dan een jaar !
En daarom moet de natio
naal-socialistische
regeeKAARTJE VAN HET OOSTZEE
GEBIED WAAROP DE BE
LANGRIJKSTE STRATEGISCHE
LIJNEN EN PUNTEN STAAN
AANGEGEVEN.
PAG. 4 DE GROENE No. 3247