Historisch Archief 1877-1940
Oostzee
ring pogen.den import van ijzerertsen te garandeeren.
Welnu: het grootste (en het beste!) deel der in
Duischland ingevoerde ertsen komt uit het land dat
de grootste ijzer-exporteur ter wereld is : Zweden.
Zweden tusschen twee vuren
In Noord-Zweden, bij de Laplandsche grens,
liggen de Kiirunavaara en Luossavaarra-mijnen
met een erts-voorraad van bijna drie-kwart milliard
ton. Niet ver daar vandaan liggen de
Gaelivaeremijnen, waarvan een deel thans reeds onder Duit
sche controle staat : dat is namelijk eigendom van
de Freja-Mijnbouw-Maatschappij, zelf gecontroleerd
door de Witkowitser Hoogovens, een Tsjechische
thans Duitsche firma waarvan de Joodsche
commissarissen kort geleden vervangen zijn door
een Engelschman en den Hollander E. D. van Walree.
Het vervoer van deze onmetelijk rijke Zweedsche
ertsen (in Centraal-Zweden is ook nog een voorraad
van over de honderd millioen ton) geschiedt slechts
voor een gering gedeelte over de Oostzee. Immers,
de haven Lulea, in het Noorden van de Botnische
Golf, is van December tot Maart dichtgevroren. De
Noorsche haven Narvik ligt dichter bij en is boven
dien het geheele jaar door open. Daarover straks
meer.
Reeds enkele jaren lang voeren nu Duitschland
en Engeland een verbitterden strijd om de Zweedsche
ertsen. Zij hebben ze beide noodig. Tot dusver heeft
Duitschland het leeuwendeel naar zich toe weten te
halen: de Zweedsche productie schommelt om de
14 millioen ton en daarvan wordt bijna twee-derde
naar Duitsche havens verscheept. Daarmee weet
Duitschland bijna de helft van zijn behoefte aan
ijzererts te dekken.
Gegeven de voorraad waarover Duitschland reeds
beschikt, gegeven de mogelijkheid dat het van
elders ijzerertsen kan ontvangen (uit Polen en, via
Italië, uit Spanje), is het duidelijk dat het Derde Rijk,
wanneer het tevens van de Zweedsche voorraden
zeker kan zijn, een oorlog jarenlang kan volhouden,
althans wat het ijzer betreft. En zonder de Zweed
sche voorraden kan de geschiedenis van den Wereld
oorlog zich herhalen dien Duitschland vermoedelijk
twee jaar eerder had moeten opgeven als zijn vloot
niet heer en meester was geweest in de Oostzee en
de vrachtschepen vrijwel ongestoord van Lulea naar
Koningsbergen. Danzig, Stettin en Kiel konden
Roode ster contra hakenkruis
Sinds den wereldoorlog is echter veel veranderd
in de Oostzee, en een van de voornaamste verande
ringen is dat thans de Sowjet-Unie over een vloot
beschikt die haar in staat zal stellen, er een groote,
zoo niet een beslissende rol te spelen.
Voorloopig is de oorlog tusschen Duitschland
en de Sowjet-Unie uitgesteld. Maar de veronder
stelling dat van dit uitstel op den langen duur
geen afstel zal komen, lijkt ons niet te gewaagd.
In geval van oorlog zullen Duitsche ijzererts
transporten via Narvik onmogelijk zijn: daarvoor
zal de Engelsche vloot zorgen. Aangenomen dat de
productie van de Laplandsche mijnen ongestoord
voortgang kan vinden, zal het de taak van de
Sowjet-Unie zijn, transporten naar Duitschland te
verhinderen. Het heet dat aan de Finsch-Russische
grens duizend Russische bommenwerpers gereed
staan. Vandaar naar de
Kiirunavaara-Luossavaarramijnen is slechts twee uur vliegen....
Daarnaast ligt in de Finsche Golf een sterke
Russische vloot gereed, thans reeds bestaande uit
twee of drie slagschepen (drie met een tonnage
tusschen de 35.000 en 40.000 ton staan op stapel),
vijf of zes groote kruisers en een twaalftal kleine
kruisers, vijftien torpedo-bootjagers en een aantal
duikbooten dat door Engelsche autoriteiten op meer
dan zestig, door Duitsche op meer dan zeventig
wordt geschat. Voorts bezit de Sowjet-Unie in de
Oostzee ruim honderd snelle motor-torpedobooten.
Van zijn kant heeft ook Duitschland zich de
laatste jaren niet onbetuigd gelaten: het aantal
Duitsche oorlogsschepen van de eerste grootte
t.e.m. onderzeeërs) dat in het vorig jaar is
klaargekomen, is bijna even groot als dat van Engeland.
Hoogstwaarschijnlijk zal een oorlog waarbij
Duitschland en de Sowjet-Unie tegenover elkaar
staan, in de eerste weken leiden tot een formidabelen
zeeslag in de Oostzee, geaccompagneerd door
landgevechten op grooten schaal aan de Baltische Kust. Het
is niet onwaarschijnlijk dat de afloop daarvan
tevens over de duur van den Wereldoorlog zal be
slissen: wint Duitschland dezen strijd, dan wordt
het een langdurige oorlog; verliest Duitschland, dan
zal het aanzienlijk eerder het onderspit delven. De
Boven : Wootschouw van de Duitsche vloot in de Kieler Bocht
Onder: Een van de Engelsche onderzeeërs, welker taak het is, het Duitsche ijzertransport te verhinderen
Duitsche vloot zal, naar men vermoedt, aanstonds
Pogen, de Russische in de Finsche Golf op te sluiten.
Dat Riga en Tallinn dan als basis voor de Duitsche
vloot dienst doen, is voor Berlijn stellig gewenscht.
Of deze blokkade succes zal hebben, is echter de
vraag, want het staat vast dat de Russische vloot
tot het offensief zal overgaan. Dat einde Juni 1938
de geheele vlootstaf van de Sowjet-Unie doodge
schoten is, heeft men o.m. toegeschreven aan het
feit dat deze staf in geval van oorlog zich tot
defensief optreden wilde beperken. De nieuwe staf
die over een sterkere vloot beschikt, is bereid tot
den aanval.
Een aanval die door de gebeurtenissen van
deze week wellicht voor jaren opgeschoven is,
maar in den lijn der ontwikkeling blijft liggen.
Finsche leeuw naast Duitschen adelaar
Tegen den hier geschetsten achtergrond moet
men het neutraliteits-streven der Scandinavische
staten zien. Zweden wil buiten den strijd blijven:het
wil gaarne n aan Engeland n aan Duitschland
ertsen leveren evenals in den Wereldoorlog het
geval was. Maar het is mogelijk dat de Sowjet-Unie
verhinderen zal dat Duitschland de onmisbare
ertsen ontvangt, en daarbij inbreuk maakt op de
Zweedsche souvereiniteit, bijv. door de Laplandsche
mijnen te bezetten. Wat moet Zweden dan doen?
Zich aan de zijde scharen van het
nationaalsocialistische Duitschland?
In Finland ligt de zaak niet anders. Met dat ver
schil dat Duitschland daar meer rechtstreekschen
invloed bezit. Finland heeft immers in 1918 met
Duitsche hulp zijn onafhankelijkheid bevochten.
Nog steeds geldt er het communisme als de grootste
vijand (dezen zomer is de grens met de Sowjet-Unie
duchtig versterkt); nog steeds is een deel van het
leger sterk pro-Duitsch. De bevolking is dat niet:
bij de jongste verkiezingen verloor de fascistische
beweging meer dan een tiende van haar stemmen
aantal (zij is met ruim honderdduizend kiezers de
vijfde partij des lands), maar op critieke momenten
kunnen de stemmen wel eens gewogen inplaats van
geteld worden. Er schuilt groot gevaar in het feit
dat vele jongere officieren fascistisch-gezind zijn:
tot voor kort waren er onder hen die hun soldaten
bij voorkeur het Horst-Wessel-lied en Giovinezza"
lieten zingen. Nog in Mei van dit jaar hebben
Finsche oud-strijders met Duitsche collega's Br
derschaft" gedronken en hun een zijden miniatuur
overhandigd van hun corpsvaandel waarop de
Finsche leeuw broederlijk naast den Duitschen
adelaar is afgebeeld.
In dit verband is het tenslotte van belang de
geruchten te vermelden dat aan de Finsche Zuid
kust vele kleine eilanden door Duitsche stroomannen
zijn opgekocht: zij zouden in geval van oorlog
dienst doen als basis voor de kleine Duitsche onder
zeeërs.
Hoe dit ook zij men kan er zeker van zijn dat
de Oostzee, mocht ooit oorlog uitbreken, een van de
brandpunten van den strijd zal worden. J.
PAG. 5 DE GROENE No. 3247