Historisch Archief 1877-1940
rouwen en vrouwenleven
Het
Waarom hechten wij in deze spannende
dagen zoo spoedig geloof aan geruchten?
IN deze vreemde dagen van uitbun
dige, bijna losbandige zomer, late
zomer al, waarin het overrijpe de na
derende herfst aankondigt en waarin
blauwe vezels en de geur van paddestoe
len een dampkring over de aarde leggen
van vochtige ontbinding en dreigend
vergaan, in deze dagen was de wereld
vol van 't naderende onheil. En wij
menschen droegen in onze gedachten
't weten van vergaan, van rampen, van
de dreiging van dood en verderf, die
alle maatstaven van ons bestaan, die
voor- en achtergrond van onze existen
tie nu al doet veranderen. Die nu al
de dag van morgen voor ons verkerft
en die alle zekerheid van continuïteit,
die voor onze ontplooiing voorwaarde
is, doet afbreken en ons doet toeven
voor onbekende grenzen, die geen
muren zijn, waartegen wij botsen
zooals wij dat allen in ons leven
kennen en waartegen wij in zekeren
zin gewapend zijn , maar die bestaan
uit moerassen en afgronden, uit ont
zaglijke holten.
In deze vreemde dagen, waarin de
tijd zijn voortgezette gang schijnt af
te breken leeft de mensch anders dan
anders: hij leeft in het moment. In
het moment, waarin de tijd schijnt stil
te staan, zoekt hij de zekerheid van
zijn bestaan, nu de voortgang der
dingen waarin zijn eigen levenspers
pectief was afgeteekend, verbroken is.
Zoo heeft de constellatie van de
wereld, voor ons als voor alle anderen,
reeds nu een diep-inwerkenden invloed
op ons eigen leven gekregen. Het heeft
het aspect van de wereld en de groot
heden van tijd en ruimte waarin onze
bestaansvorm is uitgedrukt, sterk aan
gegrepen. Want wanneer de mensch
leeft in het moment, dan leeft hij in
het statische, en overheerscht het
ruimtelijke aspect van de wereld. En
daarin is de onrust van onzekere
krachtsverhoudingen, daarin is de
wereld geworden tot momentane ont
hulling van het machtelooze ik, tot
dreiging.
Wanneer de zekerheid van de eigen
voortgang ontbreekt en het tijdselement
als het ware vervlogen is, dan wordt
de wereld, in plaats van mogelijkheid
om het eigen leven vorm te geven, tot
ruimtelijke dreiging.
IN deze dagen is de mensch meer
dan anders op den ander aange
wezen. Wij zien, hoe de menschen tot
groepen samenklonteren, hoe zij elkaar
zoeken, eikaars nabijheid behoeven,
hoe zij contact zoeken om met elkaar
stil te staan en het nieuwe moment
verwachten: de uitzendingen, de krant,
het nieuwtje. Onder deze voorwaarden
tiert welig het onkruid van het gerucht.
Wij kennen het allen even goed,
dit wonderlijke verschijnsel: het onge
controleerde, oncontroleerbare praatje,
waarvan wij weten dat het een gerucht
is, en wat ons toch even aangrijpt.
omdat het de ban breekt van onze
afsluiting, van onze benauwenis, omdat
het de wereld weer toegankelijk zou
kunnen maken. Maar het is schijn, en
wij weten, dat het schijn is.
Het gerucht heeft altijd n ken
merk : het draagt een wenschkarakter,
zooals de droom een wenschkarakter
heeft. En zooals de droom alleen voor
komt, wanneer het zelf-bewuste ik
zijn heerschappij in het zieleleven heeft
prijsgegeven in de slaap , zoo
komt het gerucht alleen voor, wanneer
een andere levenssituatie is ingetreden,
wanneer in het overheerschen van het
ruimtelijke levensaspect, de zelfwerk
zaamheid van het ik is verlamd. Het
gerucht is het kind, of misschien beter
via de angstige verachting het klein
kind van de paniek, en dan het manne
lijke klein-kind, zooals de vlucht of
het zich verstoppen het vrouwelijke
klein-kind genoemd zou kunnen wor
den. Het gerucht dringt onder de
menschen als een loopend vuurtje,
het wordt als een zelfstandige groot
heid. Zeggen wij niet: het gerucht
wil, dat....", en bedoelen wij dan
niet dat wij met het expansieve en het
opgeblazene van het gerucht zelf niets
te maken willen hebben? Dat is het
merkwaardige van het gerucht: het
is onpersoonlijk, het is het on
dit".
Het wordt kritiekloos aanvaard,
omdat het ontspanning brengt, waar
naar de mensch hongert, omdat het
de vrucht is van het wenschleven
waarin het collectieve sterker naar
voren komt naarmate de bedreiging
meer gezamenlijk wordt ondergaan
maar vooral wordt het kritiekloos
aanvaard omdat de mensch in de mo
mentane levenssituatie niet tot zelf
bewuste kritiek in staat is, zooals in
Bont
Over bont zijn lijvige boekdeelen vol
geschreven. Niet zonder reden, als men
bedenkt dat de alleroudste
kleedingstukken, en de allernieuwste, van den
mensch van bont gemaakt waren, zijn
en zullen zijn. In den winter natuur
lijk; uit den term zomerbont" en
bontgarneering" kan men alleen maar op
maken, hoe gecompliceerd het leven
geworden is, daar wij ons er niet meer
mee tevreden stellen, dit materiaal uit
sluitend ter verwarming te gebruiken,
maar het ook tot onze (echte of ver
meende) verfraaiing aanwenden. Ik
stel me trouwens toch wel voor, dat
lieve jonge holbewoners-meisjes elkaar
óók al beconcurreerd hebben met de
bentvellen, die haar aanbidders voor
haar meebrachten, en dat bij voorbeeld
een wolfsvel op een graadje minder
liefde wees dan een panterhuidje !
Hoe dit ook zij, het helpt weinig of
wij ons al verdiepen in de onbedorven
heid onzer vroegste voorouders; wij
zijn niet meer zoo, en wij zetten reepen
bont op gedeelten van onze kleeding,
waaraan zij nooit gedacht zouden heb
ben. Best mogelijk, dat deze dame
(foto) het verrukkelijk warm heeft met
haar gilet" van nutria, dat de sluiting
vormt van de beige wollen mantel, door
middel van een rij lange houten knoopen
Andere menschen zoeken het in enkele
bontmouwen, weer anderen nemen een
rus van bont, en een derde soort
een kraag en zakken. De logica speelt
er maar een ondergeschikte rol bij, en
dat alleen al geeft een rechtgeaarde
vrouw een heimelijke voldoening. En
u zult moeten toegeven dat, voor onze
on-primitieve 2oste eeuwsche oogen
het effect allercharmantst is !
UIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
Aan onze lezeressen
Naar men elders op onze
pagina's ,, Vrouwen en Vrouwen
leven" zal kunnen constateeren,
begint De Groene" weer met de
publicatie van zijn befaamde
recepten.
Ter geruststelling der lezeressen
wenscht de redactie er op te
wijzen, dat alle recepten met de
uiterste zorg beproefd zijn, en
met weinig moeite kunnen worden
nagemaakt.
Het is aanbevelenswaardig, ze
uit te knippen en op te plakken.
U kunt er dan jarenlang plezier
van hebben.
En nu: smakelijk eten!
iïllllllmlIllllllllmlIIIM IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IHIIIIHHHK
den droom, en zichzelve vrijspreekt
omdat het gerucht onpersoonlijk is.
Het is gehoord, van een ander ver
nomen, het is de zelfstandige grootheid
geworden, waarvan wij zeggen: als
dat eens waar was".
ZOO is het gerucht een ontlading,
die even een uitzicht opent, zooals
een bliksemstraal dat kan doen bij een
nachtelijk onweer, waarin óók de
wereld een statisch aspect heeft. Wij
geven het gerucht door, met onze eigen
woorden en even aangezet in eigen
kleur en wij genieten even van het
effect bij den ander, een steriele
speling van ons machtsverlangen.
En wij hebben het gevoel even ons
aandeel in den loop der historie naar
voren te hebben kunnen brengen: wij
hebben ons even boven de historie
zelve gesteld, zooals een jongen aan
het stuur van een stilstaande auto zit
te draaien, en zich daarbij de koning
van de weg voelt.
Zoo spelen wij met de realiteit, die
meer dan ooit in deze dagen voor ons
onvatbaar en onindenkbaar is, wij
voelen ons er machteloos buiten staan,
en plegen het gerucht.
Recept van De Groene'
X X >? X
c
<
o
U ' d
Meloen in ham
'T'ER afwisseling voor de herfstdagen
?L is een nieuwe hors-d'oeuvre voor
uw dinertje heusch wel eens iets om te
probeeren....
Zoek daarvoor een zoet meloentje uit
en laat uw slager nette plakjes ham be
zorgen (erg vette randen daarvan af
halen) .
Snijd uit de stukken meloen het
meloen-vleesch en wikkel ieder stuk in
een plakje ham.
Neem gemakshalve voor iedere gast
een bordje, waarop dit omwikkelde
stukje meloen op een bescheiden blaadje
sla neergevleid wordt (uit
kleur-overwegingen doet een schijfje tomaat boven
op het goed).
Deze meloen-hors d'oeuvre dient wel
op het laatste uur voor het opdienen
gemaakt te worden, anders verliezen
meloen plus sla hun eerste frischheid.
Het geheel is vlug en eenvoudig in
elkaar te zetten en tusschen de
traditioneele vischgerechten een frissche oase l
PAG. \l DE GROENE No. 3252