Historisch Archief 1877-1940
Stefan Zwelg:
J_n memoriam Oigmund Treuo
Op 26 September j.l. heeft de schrijver Stefan Zweig bij de crematie van
professor Sigmund Freud eenige woorden van warme vereering en diepe dank
baarheid gesproken. ,,De Groene" rekent het zich tot eer, zijn simpele redevoering
in Nederlandsche vertaling te doen verschijnen. Deze publicatie, die getuigenis
aflegt van het onovertroffen meesterschap van den Oostenrijkschen romancier,
zij eerbiedig opgedragen aan de nagedachtenis van den grooten doode.
\'
?J
HET zij mij vergund uit naam van zijn vrienden
uit Weenen, uit Oostenrijk en uit de geheele
wereld, hier aan dit roemrijke graf enkele woorden
van ontroerden dank te spreken, in die taal welke
Sigmund Freud door zijn oeuvre zoo verrijkt en
veredeld heeft. Laten wij er in de eerste plaats van
doordrongen zijn dat wij, hier samengekomen in
gemeenschappelijken rouw, een historisch oogenblik
beleven, een oogenblik zooals ons wellicht geen
tweede geschonken zal worden. Wij weten wat
sterven beteekent, wij weten dat meestal het be
staan van den overledene in de weinige minuten
waarin het lichaam afkoelt, onherroepelijk
eindigt, dat hij niet meer een der onzen is. Bij hem
echter aan wiens baar wij staan, bij dezen
uitzonderlijken mensch in den troosteloozen tijd dien wij
beleven) heeft de dood slechts een vluchtige en bijna
onwezenlijke gedaante. Hier is het afscheid van ons
geen einde, het is geen onverhoedsche afsluiting,
maar zachte overgang van sterfelijkheid tot on
sterfelijkheid. Het vergankelijke lichaam moaten
wij vandaag met smart verliezen; de onverganke
lijkheid van zijn werk en zijn wezen is gered; wij
allen die hier bij elkaar zijn, die nog ademen en
leven, spreken en luisteren kunnen, wij allen be
zitten, in geestelijk opzicht, nog niet een duizendste
van het leven dat deze groote doode op zijn kleine
aardsche baar behouden heeft.
Gij zult niet van mij verwachten dat ik hier leven
en werk van Sigmund Freud ga verhalen. Gij weet
wat hij gewrocht heeft, en wie weet dat niet ? Is er
iemand van onze generatie die niet innerlijk door
hem gevormd en veranderd is ? Zijn grootsche ont
dekking der menschelijke ziel leeft als een onver
gankelijke sproke voort in alle talen, en dat in let
terlijken zin. Want waar is de taal die de begrippen
en de woorden die hij aan de schemering van het
half-bewuste ontworsteld heeft, nu weer zou kunnen
missen en ontberen? Moraal, opvoeding, philosophie
en dichtkunst, schilderkunst en psychologie, alle
bestaande vormen van geestelijk arbeiden en schep
pen en van geestelijk contact zijn sinds twee, drie
generaties als door geen tweede in onzen tijd door
hem verrijkt en gerevolutioneerd. Zelfs zij die van
zijn werk niets afweten of zich verzetten tegen zijn
ontdekkingen, zelfs zij die zijn naam nooit hebben
i fe
gehoord, zijn hem onbewust dank ver
schuldigd en aan zijn geestelijken wil
onderworpen. Ieder van ons, menschen
van de twintigste eeuw, zou zonder hem
anders zijn geweest in denken en begrijpen;
ieder van ons zou bekrompener, onvrijer,
en onrechtvaardiger oordeelen en gevoe
len, als hij niet voor ons vooruit-gedacht
had, als hij ons niet den drang naar ons
diepste innerlijk had gegeven. En waar wij
ook pogen, in het labyrinth van het
menschelijk hart door te dringen, steeds zal
zijn geestelijk licht op onzen weg schijnen.
ALLES wat Sigmund Freud als leeraar
en leider tot stand gebracht en voor
speld heeft, zal in de toekomst met ons
zijn; n enkel iets heeft ons verlaten
de man zelf, de kostbare en niet te
vervangen vriend. Ik geloof, dat wij allen
zonder onderscheid, hoe verschillend we
ook mogen zijn, in onze jeugd naar niets
zoo gesmacht hebben als n maal in de
gestalte van vleesch en bloed datgene voor
ons te zien wat Schopenhauer de hoogste
bestaansvorm noemde , een moreele
figuur, een heroïsche levensloop. Wij
hebben allen in onze jongelingsjaren
gedroomd dat wij zoo een geestelijken
held zouden ontmoeten, die ons innerlijk
zou vormen en verrijken, een man die
onaantastbaar was voor de verlokkingen
van roem en ijdelheid, iemand die zich
uit de volheid van hart en verantwoor
delijkheidsgevoel slechts aan zijn taak
gaf, een taak waarmee hij niet zichzelf
maar de geheele menschheid tot nut was.
Deze enthousiast; droom uit onzen j
ongenstijd, deze steeds strengere norm uit onze
mannenjaren, daaraan heeft deze doode met zijn
leven op onvergetelijke wijze beantwoord. Hij heeft
ons daarmee een weergaloos geestelijk geluk ge
schonken. Hier leefde hij in een ijdelen en
vergeetachtigen tijd: de onverstoorbare, de zuivere
waarheidszoeker wien slechts het absolute en bestendige
ter harte ging. Hier leefde hij voor onze oogen,
voor ons eerbiedig hart, de edele, de
volmaakte onderzoeker met zijn
eeuwige tweespalt aan den eenen
kant uitermate voorzichtig, zorgvuldig
onderzoekend, telkens opnieuw over
leggend, en twijfelend aan zich ze!f
zoolang hij niet zeker van een inzicht
was, maar dan ook, zoodra hij een
overtuiging had veroverd, zich ver
dedigend tegen den weerstand van de
geheele wereld. Zijn voorbeeld heeft
ons en onzen tijd geleerd dat er geen
heerlijker moed op aarde bestaat dan
die van den vrijen, onafhankelijken,
denkenden mensch. Onvergankelijk zal
in onze herinnering blijven zijn moed
om inzichten te vinden die voor anderen
verborgen bleven omdat ze deze niet
durfden vinden, laat staan uitspreken
en verkondigen. Hij echter heeft het
gedurfd en gedurfd, en hij is steeds
opnieuw, eenzaam, met allen tegen
zich, onbekende paden opgegaan tot
aan den laatsten dag van zijn leven.
Welk een voorbeeld heeft hij ons ge
geven met zijn geestelijke dapperheid
in den strijd om kennis dien de mensch
heid voert!
Maar wij, die hem gekend hebben,
weten ook dat hij niet alleen moedig
was, maar ook ontroerend bescheiden,
en dat hij, de geestelijke reus, meer
begrip had dan wie ook, voor de gees
telijke zwakheden van anderen. Dit
samengaan van geestelijke strengheid
en goedheid des harten, gaf hem aan
het einde van zijn leven de volmaakste
harmonie die in de geesteswereld
?»t-#v^x*^$^
.."" V «? ., *? A v =.»T,->*.?$% »i
Sigmund Freud
Stefan Zweig
verworven kan worden: een heldere, klare en
herfstachtige wijsheid. Wie hem in zijn laatste
jaren gekend heeft, vond bij hem troost in een
vertrouwelijk gesprek over den weerzinwekkenden
waanzin van onze wereld, en vaak koesterde ik
in zulke uren de wensen dat ook jonge opgroeiende
menschen ze zouden mogen beleven opdat zij in
een tijd waarin wij niet meer van de geestelijke
grootheid van dezen man getuigenis kunnen af
leggen, trots zouden kunnen zeggen: ,,Ik heb een
waarachtig wijs man gezien, ik heb Sigmund
Freud gekend."
LAAT ons op dit oogenblik dit tot troost zijn: hij
heeft zijn werk en zichzelf innerlijk voltooid;
hij overwon den aartsvijand van het leven, de
physieke pijn, omdat zijn geest onwrikbaar en zijn
ziel lijdzaam was. Hij overwon in den strijd tegen
het eigen lijden zooals hij tijdens zijn leven over
winnaar was in den strijd tegen het lijden der
menschheid. Daarom was hij tot het laatste bittere
oogenblik een voorbeeldig arts en wijsgeer.
Heb dank voor zulk een voorbeeld, geliefde, ver
eerde vriend. Heb dank voor uw grootsch scheppend
leven. Heb dank voor wat ge geweest zijt en wat
ge ons geschonken hebt. Heb dank voor de wereld
die ge voor ons ontsloten hebt en waarin wij nu
alleen, zonder leidsman, ronddwalen, wij die u
steeds trouw blijven en immer rnet eerbied zullen
gedenken, gij kostbare vriend, geliefde meester,
Sigmund Freud!
Als U geregeld losse nummers koopt
hebt U kans dat juist het nummer
dat U speciaal interesseert U door
een of andere oorzaak ontgaat
Neem liever . 'n abonnement