Historisch Archief 1877-1940
Wetenschap
Het ioneti'caroussel
Waarom prof. Ernst O. Lawrence dit jaar den
Nobelprijs voor Natuurkunde heeft gekregen
DANK zij de merkwaardige ont
dekkingen der natuurkunde is
er in de laatste jaren in dagbladen en
algemeene tijdschriften zooveel ge
schreven over de wereld van het aller
kleinste: de deeltjes waaruit de atomen
zijn opgebouwd, dat ook zij, wier be
langstelling niet speciaal naar dit
onderwerp uitgaat, er zeer goed van
op de hoogte zijn, dat een atoom,
hetwelk reeds zoo klein is, dat er 100
millioen maal millioen op n vier
kanten millimeter plaats vinden, nog
een heele machinerie is. In het midden
staat, of, liever gezegd, draait om haar
as, de kern, die wel is waar nóg weer
10.000 maal kleiner is dan het atoom,
maar toch bijna het geheele gewicht
daarvan in zich concentreert. Die
soortelijk ongelooflijk zware kern, zelf
weer een samenballing van deeltjes,
welker naam bijna even groote bekend
heid geniet als die van de populairste
filmster: protonen en neutronen, wordt
omzwermd door zeer lichte partikeltjes:
electronen. Deze bewegen zich op een
wijze, die een oppervlakkige gelijkenis
vertoont met het wentelen van planeten
om de zon, in banen rondom de kern.
Er is evenwel een groote sociale
ongelijkheid tusschen de kernen: er
zijn arme kernen, die er maar een
enkel electron op na kunnen houden,
schatrijke, die er zich een paar hon
derd veroorloven en alle
tusschenvormen. In dergelijke groote
atoomhuishoudens moeten natuurlijk strenge
orderegels gehandhaafd worden, wil
de boel niet in de war loopen: men
heeft deftige electronen, die met een
aantal ranggenooten vlak bij de kern
mogen verkeeren en plebs, dat
heelemaal aan den buitenkant van het
atoom moet meehollen. In den regel
gaat alles van een leien dakje, maar
er zijn ook atomen, waar revolutie
heerscht; daar verlaten electronen
kwaad hun plaats, stukken van de
kern volgen veelal en zoowel in de
atomen zelf als in die van een andere
stof, waardoor de wegsnellende par
tikels zich een pad zoeken, ontstaat
de grootste agitatie. Stoffen met zulke
revolutionnaire atomen noemt men
in het dagelijksch leven radioac
tief.
Nu is het het grootste genoegen der
moderne natuurkundigen, revolutie
te stichten in anders rustige atomen,
Op die manier zijn zij er namelijk
achter gekomen, hoe een atoom
feitelijk in elkaar zit, welke geheimen
het in zijn inwendige verbergt en welke
wetten er in die wereld van het aller
kleinste heersenen. Over die wetten
vooral is nogal wat te doen geweest,
omdat zij niet klopten met de ge
wone" natuurwetten, waarmee de
geleerden nu al eenige eeuwen hemel
en aarde plachten na te rekenen.
Intusschen maakt het, wat betreft de
toe te passen middelen, een groot ver
schil, hoever men den opstand in het
atoom wil drijven.
Een paar volt, op de juiste wijze ge
bruikt, zijn in bepaalde gevallen al
voldoende om een electron, dat zich ver
van den controleerenden kern bevindt,
onrustig te maken: het kiest zich een
andere baan, dan waarop het thuis be
hoort, doch na afloop keert het, onder
uitzending van licht, naar zijn recht
matige plaats terug. Het atoom is dan
aangeslagen" geweest, zooals de vak
term luidt. Nog een paar volt meer
echter, en zulk een buitenelectron is
omgekocht om ongewisse avonturen
tegemoet te gaan. De ramp voor het al
dus geioniseerde atoom is evenwel over
komelijk, gewoonlijk zijn er wel
werklooze electronen in de buurt, die graag
de vacant gekomen plaats willen inne
men en de zaak kan op den ouden vc et
worden voortgezet.
Wil de physicus echter ver naar bin
nen gelegen electronen te lijf, dan moet
hij over andere middelen beschikken;
10.000 tot 100.000 volt zijn noodig om
deze deeltjes van de kern vandaan te
lokken. Dergelijke atoomrevoluties
worden bewerkt tot het opwekken
van Röntgenstralen. En de grootste
inspanningen moet de onderzoeker
zich getroosten, wil hij iets tegen de
kern beginnen, die zware, van een
krachtig afstootend veld voorziene en
door de omgevende electronen goed
beschermde kern. Dan moeten stukken
van andere atomen, weggeschoten met
een paar millioen volt, als projectielen
worden gebruikt. Juist in het opwek
ken en hanteeren van die
millioenenspanningen school de moeilijkheid;
huizenhooge installaties zijn voor de
vorming noodig en de omvangrijkste
maatregelen om die bliksemstralen
juist daar te krijgen, waar men ze heb
ben wil.
EEN van de meest enthousiaste dier
atoombeschieters is prof. E. O.
Lawrence, de Amerikaan, die zoo juist
den Nobelprijs heeft gewonnen, vooral
dank zij het buitengewoon listige stuk
atoomgeschut, dat hij heeft uitgevonden
Hij ging er daarbij van uit, dat het
op hetzelfde neerkomt, of men een weg
te schieten deeltje n keer een stoot
geeft met 5 millioen volt, dan wel 100
maal achtereen een stoot met 50.000
volt. Uit den aard der zaak moet men
zulk een deeltje in de rondte laten loo
pen, want anders heeft men een toestel
noodig van hier tot Keulen. Nu is het
inderdaad niet moeilijk, deeltjes uit den
treure in cirkelbanen rond te laten
hollen: zij doen dat spontaan, in een
magnetisch veld en wel loodrecht op
Schematische afbeelding van het-cyclotron van prof. Lawrence j
de krachtlijnen. Bleef dus over het pro
bleem, de deeltjes een steeds grootere
snelheid te verleenen. Daartoe nam
Lawrence een groote, platte metalen
trommel, dwars doorgesneden, in het
schema gemerkt I en II. Natuurlijk
mogen de deeltjes op hun weg niet
afgeremd worden door botsingen met
luchtmoleculen; de trommelhelften
worden daarom in een luchtdicht ge
sloten huis geborgen, waarin het gas
tot hoogvacuum wordt verdund. Zorgt
men nu, dat in het midden van de
trommel de te versnellen deeltjes ge
vormd worden, bijv. door het aanbren
gen van een gloeispiraal en schuift men
het huis met de trommelhelften plat
tusschen de schoenen van e«n sterken
electromagneet, dan zal een deeltje
cirkelbanen gaan beschrijven om de
ionenbron, in de afb. met B aange
geven. Wanneer echter, nadat een
deeltje den halven cirkel i?2 heeft
afgelegd, op trommelhelft II een nega
tieve spanning staat, terwijl I positief
is geladen, dan zal het deeltje de baan
2?'3 met grootere snelheid en ook
grooteren straal, echter in den zelfden
tijd afleggen. Wordt op het moment,
dat het deeltje in 3 is, I negatief ge
maakt en II positief, dan krijgt het,
weer afgestooten door de eene trommel
helft en aangetrokken door de andere
opnieuw een grootere snelheid.
Dit nu geschiedt in Lawrence's cy
clotron eenige honderden malen, waar
na het partikel, wanneer het een snel
heid heeft verkregen, als ware het
eenmaal aan een stoot van verschei
dene millioenen volt bloot gesteld
geweest door een magnetisch veld
(M) uit de trommel getrokken
wordt.
Pakken wij even een stukje klad
papier om na te rekenen, hoeveel keer
de wisselstroom, die aan de trommel
helften aangelegd wordt, van richting
moet veranderen in verband met de
snelheid der deeltjes, dan vinden wij
een bedrag van 20 ooo ooo maal per
econde. Prof. Lawrence behoefde zich
echter niet de moeite te getroosten, ook
dit probleem nog op te lossen. Een appa
ratuur, die een wisselstroom levert,
welke per seconde 20 ooo ooo keer van
teeken verandert, heet in het
dagelijksche leven korte-golf radiozender met
een golflengte van 15 meter" en zooiets
is kant en klaar in den handel ver
krijgbaar.
HOE onwaarschijnlijk het moge
klinken, prof. Lawrence is er,
na jarenlang experimenteeren, ge
steund door bekwame medewerkers,
inderdaad in geslaagd, een cyclotron
te doen functioneeren en wel met
deutonen, protonen en alpha-deeltjes.
Electronen kunnen met het cyclotron
niet versneld worden, zooals spoedig
blijkt, wanneer men narekent, tot
welke waarden de relativiteitscorrectie
voor deze deeltjes voert.
Het ware te wenschen, dat de
menschen er pleizier in kregen, inplaats
van hun naasten, slechts atomen
te bombardeeren. Voor een ton, een
bedrag, waarvoor men bij Bofors
slechts een schamel stukje geschut
koopt, heeft men een keurig cyclotron,
waarvan de electromagneet alleen
reeds 60 ton weegt, dus wat een geld
belegging!
IR. B. SWANENBURG
\ Een \
l Sint Nicolaasgeschenk i
; :
l Zie den bon op pagina 23 [
L
Meneer Adelbert is verliefd....
s?/k f al vanavond eens langs haar huis
wandelen
.Misschien kijkt zé~uit het raam . ..."
.... Nog'steeds onweerstaanbaar!"
Verduisteringsoefening!!"
PAG. l» DE GROENE No. 3259