Historisch Archief 1877-1940
rkunst
H
et zien van se
LiU
ernen
A. M. Hammacher
DE overvloed der laatste vijftig jaren aan op
voedende publicaties ter bevordering van het
zien van kunst is in staat ons afkeerig te maken
van dit onderwerp. Het is een vervelend en smake
loos onderwerp geworden. Men kan met meer voor
deel langs de zee wandelen of muziek maken dan
te trachten kunst te zien met behulp .der moderne
leermiddelen. Indien de jongste poging der over
heid de supertentoonstelling van hedendaagsche
kunst te Amsterdam gezien mag worden als het
monsterachtig uiterste van hetgeen op tentoonstel
lingsgebied mogelijk is, als het ziekelijk gezwel
waarin het tentoonstellingswezen z'n verregaande
ongezondheid openbaart, dan is daarmee tevens
veroordeeld de nu ook door de overheid' met grove
middelen ter hand genomen opvoeding van het volk
in het zien van kunst.
Er is op dit gebied zooveel valsche schijn te be
strijden, zooveel onzuiverheid en sentimenteel ge
kweel over aesthetische opvoeding ten beste gege
ven, dat een negatief betoog allereerst noodig is ter
opruiming van kunst-onkruid. Hetgeen bereikt wordt
nut het in hef openbaar opeenhoopen van groote aan
tallen kunstwerken is in voor den kunstenaar n
voor den beschouwer een zeer geringe bijdrage van
twijfelachtig gehalte voor het kunstleven. De kunst
ervaring die men in dergelijke etablissementen op
doet, valt geheel in het niet bij de kunstervaring,
die men verkrijgt door zich te beperken tot n
enkel of een klein aantal werken in een omgeving
waar het werk voor geschapen is.
Zien-van kunst ontwaakt het beste in den mensch
als hij alleen en langdurig alleen kan zijn met het
geliefde. Het is een liefdedaad van het
aanschouwingsleven. De tijd van nu vergist zich als zij de
prostitutie van het zien van kunst aanprijst ter
bevordering van het kunstleven. Ook de kunst, die
zich richt tot deze vormen van zien miskent en
krenkt in den mensch de drang naar de liefdedaad
van het aanschouwingsleven.
Zoomin als er ooit een handleiding geschreven
werd voor de ars amandi, die verder ging dan eenige
technische aanwijzingen, zoomin is het mogelijk de
kunst van het zien van kunst te onderwijzen, an
ders dan door enkele raadgevingen, bestemd om
niet te worden opgevolgd. Het zien van kunst is
immers een der vormen van het liefde-leven,
waarin de wereld het verrassende motief is en de
geest de schikkende, ordenende kracht.
En zoo is het ook voor het kunstwerk. Het heeft
de wereld als motief en dat motief is veelvuldig. Er
is niets ter wereld of hét kan het motief worden
voor een kunstwerk. De beschouwer, die dit erkent
en zoover is, dat hij die erkenning in praktijk kan
brengen, is op weg kunst te zien. Maar in den regel
blijft men reeds steken in een eigen voorkeur voor
de motieven der wereld. Ge houdt niet van bokkingen
en met Floris Verster valt ge de dame bij, die zijn
schilderij van bokkingen misprees omdat zij niet
hield van bokkingen. Ge hebt gelijk Mevrouw", .zei
de wijze Floris, ,,ze gaan stinken."
Het is verkeerd, iemand motieven" op te drin
gen waar hij een tegenzin voor heeft. Men moet de
motieven opzoeken waar men van houdt en dat vuur
r zoo aanwakkeren, dat er een kans ontstaat op ver
heviging van het vuur, op uitbreiding van de ar
moede aan motieven. De liefde voor het ne kind
heeft de kiemen in zich voor vele kinderen. Wie
schilderijen wil koopen doet beter een croüte te
koopen waar hij om een of andere reden waarlijk
van houdt, dan op advies van een kenner echte
kunst" te koopen.
WANT wat is echte kunst? En wie weet'kunst
van niet-kunst te onderscheiden? Het zou
gemakkelijk zijn als de kunst enkelvoudig was en als
DE KEUS IS AAN U!
Gedurende November en December bie
den wij U aan een uitgezochte samenstelling
Apérltif-, Tafel- en Dessertwijnen
6 flesschen voor f 9.60
12 18.75
II H
Franco huis, excl. glas en emballage.
Stelt OM op di hoogte van Uw
p» r s oo n l ij k o voorkeur
er slechts n doel was. Maar de drie voorbeelden
van kunstwerken, hierbij afgebeeld, waarin de
beeltenis van vrouwen het uitsluitend motief is,
doen ook bij oppervlakkig kijken wel beseffen, dat
kunst niet n doel en n bestemming heeft en dat
het zien van kunst alleen maar bestaat in het kijken
met oogen.
De kunstenaar, die (zie afb. rechts onderaan) de
opdracht had in een kerk de mozaiek te maken,
waarin die beeltenissen voorkwamen, had een
andere taak, een andere techniek, een andere be
zieling noodig, dan de igde eeuwsche schilder die
zelf uit zijn omgeving kon kiezen wat Hij zou schil
deren. De i Qde eeuwsche kunstenaar volgt eenvou
dig de keuze van zijn hart en uit de schoone intimi
teit van zijn besloten kamerleven ontstaat (zie afb.
in het midden) het beeld van een warme zedige
vrouwelijkheid, de innige aristocratie der verrukking.
En diezelfde igde eeuwsche mogelijkheid, zijn
eigen gang te gaan en driften te volgen, brengt (zie
afb. boven) een ander er toe, zijn bitter en wrang
gevoel', zijn meedoogenloos observeerende geest uit
te vieren in een beeltenis, die ook vrouw heet. De
kunstenaar van het mozaiek te Ravenna had litur
gische doeleinden. Compositorisch werd meer van
hem gevraagd en zijn bezieling was van monumen
tale orde.
Het motief is bij alle drie de vrouw. Doch het ver
band waarin het motief is opgenomen en op-gehe
ven, is zoo verschillend van plan en van orde, dat
woorden nauwelijks nog duidelijk behoeven te
maken, hoe verscheiden de uitwerking op den be
schouwer moet zijn en welke andere krachten in
hem los gemaakt kunnen worden, als hij begint te
zien.
Zien eischt volle overgave allereerst, zonder voor
behoud. Het eischt den mensch op, niet alleen zijn
min of meer geoefende oogen. Het vraagt daarna
zelf-beziening, critisch zich rekenschap geven van
het geziene. Zoo kan het zien verrijken en de gees
telijke werkzaamheid verhoogen. Ook in de lichtste
vormen is dat zoo, want het motief der kunst is
altijd verknocht aan de wereld. En de wereld is
groot en rijk, aan warmte en koude, aan goed en
kwaad, aan liefde en misdaad, aan mest en aan
bloemen, aan schelpen en bergen, aan kristal en
wolken. Het hangt van den kunstenaar en het
hangt van het zien van den beschouwer af hoever
de tocht zal gaan. Maar als de reis niet tot de orde
der reisvereenigingen behoort, dan behoort tot haar
techniek ook niet de supertentoonstelling noch de
aesthetische gids van den leermeester.
BI] DE AFBEELDINGEN
Rechts boven: Toulouse Lautrec: Jonge vrouw.
Midden: Fantin Latour: Charlotte Dubourg
Onder: Mozaïek (6e eeuw n. Chr.) uit Ravenna
HUNGARIA" WIJNIMPORT
HEERENGRACHT 3381
TcUfoon 31040
PAG. II DE GROENE No. 3260