Historisch Archief 1877-1940
NEDERLANDS POSITIE
Van onzen militairen medewerker,
EENE ultra-moderne wijze van strijd voeren,
welke reeds vóór het eigenlijke uitbreken van
den oorlog gedurende geruimen tijd werd toegepast,
wordt algemeen aangeduid met het Duitsche woord
Nerven-Krieg". Wie dit strijdmiddel toepast, be
oogt blijkbaar het tot overspanning brengen van
de zenuwen der bevolking in het vijandelijk kamp,
in de hoop daardoor het weerstandsvermogen te
verminderen of wellicht te vernietigen. Reeds nu is
echter gebleken, dat de Nerven-Krieg" niet alleen
de zenuwen van den tegenstander aantast, maar
dat hij ook in meerdere of mindere mate invloed
heeft op het moreel der eigen bevolking en in be
paalde omstandigheden evenzeer op dat der neu
trale groepen. In Nederland althans heeft men ge
durende de laatste weken de uitwerking van den
zenuwsloopenden oorlog geducht kunnen waar
nemen en daarbij ook kunnen constateeren, hoe
ontzaglijk moeilijk het voor iedereen is, om bij het
woeden van dezen eigenaardigen strijd het hoofd
koel te houden.
Zeker, het land was volstrekt niet reddeloos",
de Regeering allerminst radeloos", maar de bevol
king in vele opzichten wel redeloos". Men koes
terde vrees voor niets minder dan een
onverhoedschen, verrassenden aanval, doch kon daarvoor
slechte n motief aanhalen, en dat was niet meer
dan de dooddoender: iedereen zegt het". Tot die
iedereen" behoorden ook de schrijvers in
buitenlandsche bladen en hun invloed op de meeningen
hier te lande schijnt groot te zijn geweest, niettegen
staande de pers in het eigen land dat moet men
haar ter eere nageven volstrekt niet mede deed
aan de bangmakerij.
DE onverhoedsche aanval zou uit het Oosten
komen en kon naar de stellige meening in
de buitenlandsche pers elk oogenblik worden
verwacht. Weinigen -hebben er zich daarbij echter
rekenschap van gegeven, dat zulk een aanval dan
voor het eerst in dezen oorlog zou zijn voorgekomen.
Een verrassende aanval heeft zich noch. van Duit
sche, noch van andere zijde sedert het begin van
den oorlog voorgedaan. Voordien gebeurden er wel
min of meer verrassende dingen, maar ook die had
men eigenlijk lang van te voren kunnen zien aan
komen. In dezen oorlog echter is nog maar n
aanval door Duitschland geschied, n.l. de onder
neming tegen Polen en men kan toch niet zeggen,
dat deze bij verrassing is uitgevoerd. Het is niet
noodig, om er nog eens aan te herinneren, wat er
al niet aan den veldtocht tegen Polen is voorafge
gaan als voorbereiding voor die campagne. Maan
denlang is daaraan gewerkt door den Duitschen
Generalen Staf en in niet mindere mate door de
Duitsche pers, op haar gebied. Van eene perscam
pagne, gericht tegen Nederland was in Duitschland
geen sprake, doch de, overigens alleszins verklaar
bare, aanwezigheid van Duitsche troepen tegenover
de Nederlandsche grens en vooral de overweging,
dat het algemeen werd gezegd", waren blijkbaar
voldoende, om den verrassenden aanval te doen
verwachten.
De veldtocht tegen Polen heeft getoond, dat zulk
eene onderneming eene enorme voorbereiding noo
dig maakt. De troepen moeten naar de juiste plaat
sen worden gedirigeerd, munitie en voorraden ter
bestemder plaatse worden gebracht, de verbinding
tusschen de samenwerkende deelen van de krijgs
macht moet worden georganiseerd. De bestaande
plannen behooren verder te worden uitgewerkt en
de troepen moeten de noodige orders krijgen in ver
band met de door hen te bereiken doeleinden. Voor
dit alles is eene groote hoeveelheid arbeid en ge
ruime tijd noodig.
Nu is echter een veldtocht, zooals die door Duit
sche legers tegen Polen is gevoerd eene onderneming,
welke qua belangrijkheid en voorbereiding zeer
veel minder te beteekenen heeft dan een aanval
in Westelijke richting, waarbij Nederland b.v. direct
betrokken zou worden. In Oost-Europa hadden de
Duitschers aanvankelijk slechts met Polen te ma
ken, de eenige andere mogendheid, die bij deze
onderneming kon zijn geïnteresseerd en er ten slotte
ook bij betrokken is geworden, was het neutrale en
bevriende Rusland; doch bij elke actie in
WestelijkUW FAMILIEWAPEN opgespoord en prachtig ge
schilderd in maat naar keus f 13.50. Beschikken
nu over meer dan een half millioen gegevens.
Vraagt eens vrijblijvend aan. Zegelringen,
stam' boomen etc. Heraldisch Genealogisch Bureau De Banier,
Zeer billijk. Oranje Naisaulaan 87, Overveen.
Europa tegen een der daar aanwezige neutrale
staten, hetzij Nederland, Belgiëof Zwitserland
moet er geducht rekening mee worden gehouden,
dat het conflict zich zal uitbreiden tot een strijd, in
welken de daar aanwezige machtige vijanden zich
mengen. Zeer uitgebreide en veel tijd vorderende
voorbereidingen en het gereedstellen van geduchte
massa's troepen in geheel Westelijk Duitschland
zouden moeten plaats, hebben en hoezeer het voor
een buitenstaander uiteraard niet mogelijk is, om
aangaande de groepeering van de Duitsche
strijdmacht ten Oosten van Nederland, Belgiëen Frank
rijk ook maar eenigszins betrouwbare, laat staan
volledige, gegevens te bezitten, zoo kan men toch
ten naastenbij wel vaststellen, dat van eene voor
bereiding als hier bedoeld niet is gebleken.
HET verloop van den oorlog, die zooals steeds
het geval is weer een geheel ander beeld
vertoont dan men verwacht heeft, werkt echter
animeerend op de fantasie van iedereen. Er zijn in
de jaren tusschen 1918 en 1939 een groote hoeveel
heid boeken geschreven en studies gepubliceerd, die
alle het onderwerp van den toekomstigen oorlog"
hebben behandeld. Veelal waren die werken het
resultaat van diep nadenken door knappe koppen
en de geleverde beschouwingen waren alleszins aan
nemelijk.
Men was het er in het algemeen over eens, dat
het gebruik van allerlei middelen, welke tevoren
niet of slechts in min of meer beperkte mate werden
gebruikt, zooals luchtvloot, tanks, geheel gemoto
riseerde groote afdeelingen, ultra-zwaar geschut,
parachute-troepen, verschrikkelijk krachtige explo
sieven, uiterst gevaarlijk gas enz. een radicale revo
lutie in het oorlogvoeren zou teweegbrengen en
inderdaad zullen deze wapens, mits hetgeen mo
gelijk is zij met volle kracht aan beide zijden
worden gehanteerd, het karakter van de oorlog
voering een geheel nieuw aspect geven; doch het
door niemand verwachte feit doet zich voor, dat
de machtige tegenstanders in dezen ultra-modernen
oorlog, die wapens wel in groote quantiteit en zeer
goede qualiteit bezitten, maar er tot nu toe slechts
op zeer beperkte schaal van gebruik maken.
NIEMAND is in staat, om ten aanzien van het
verdere verloop van den oorlog, noch omtrent
den duur daarvan ook maar iets met zekerheid te
zeggen. Geen van beide partijen heeft tot nu toe
gemeend, door het ontketenen van wat thans
heet dynamische actie aan de periode van stil
stand een einde te moeten maken. Daarvoor zijn
natuurlijk aan beide zijden goede redenen aanwezig
en het is zeer aannemelijk, dat een doorslaggevend
motief gelegen moet zijn in het besef, dat het ont
ketenen van het beschikbare geweld eene verschrik
kelijke en wellicht ten slotte toch nuttelooze ver
woesting zoowel bij den vijand als aan eigen zijde
zou tengevolge hebben.
Desondanks kan van dag tot dag de verwoesting
in een van de voornaamste deelen van de aarde,
in Westelijk Europa, een aanvang nemen. Wat
daarvan de gevolgen zouden zijn, is eigenlijk niet te
begroeten, doch zeker is, dat deze
allerverschrikkelijkst zouden zijn. Het is echter niet in te zien, hoe
een van de strijdende pratijen daar ook maar eenig
voordeel uit zou kunnen trekken.
VOOR den neutralen toeschouwer is deze toe
stand van voortdurende spanning in hooge
mate afmattend en het is alleszins begrijpelijk en
ook zeer verstandig, dat hij nauwkeurig acht geeft
op mogelijke gevaren, welke voor hem uit de situatie
zouden kunnen voortvloeien. In zulke omstandig
heden is het echter voor alles noodig, om de zenuwen
in bedwang te houden en het gezond verstand de
gelegenheid te geven, om te blijven functionneeren.
Men moet een open oog blijven houden voor de
realiteit en niet gaan verwachten, dat iemand dwaze
of onlogische handelingen zal gaan verrichten, als
bijv. onverhoedsche en niet terdege voorbereide
aanvallen op neutrale staten, terwijl juist de aan
wezigheid van het onzijdig gebied van die landen
voor beide partijen belangrijke voordeelen mee
brengt.
Natuurlijk is men nimmer gerechtigd, om ook
maar de geringste mogelijkheid te verwaarloozen
er is in de geschiedenis van de wereld veel gebeurd,
dat ieder voor onmogelijk had gehouden en men is
daarom verplicht, om op alles voorbereid te zijn en
tegen elk denkbaar gevaar de meest doeltreffende
maatregelen te nemen. Heeft men zulks gedaan
en in Nederland is dit inderdaad geschied dan
kan men met een gerust geweten wachten op het
geen de onzekere toekomst kan brengen.
ONZE
Een luchtige
EEN - en - dertig - honderd - drie - en- zestig werken
van kunst herbergt het Rijksmuseum te
Amsterdam op dit oogenblik, waarop de
vaste bewoners van het groote museum onder den
grond en in verspreide uithoeken van ons land
opgeborgen moesten worden.
Een-en-dertig-honderd-drie-en-zestig kunstwerken.
Meer dan 70 zalen, volgehangen met olieverf
schilderijen, volgezet met plastieken'en beeldhouw
werken, met vitrines met aquarellen en teekeningen.
Stel, dat men voor elk kunstwerk gemiddeld 3 minu
ten tijd neemt; dat is toch niet veel en elke inzender
zou beleedigd zijn, indien gij aan zijn inzending
minder tijd dan 180 seconden zoudt besteden. Dan
zoudt gij voor deze tentoonstelling noodig hebben
(en gij had alles nog slechts vluchtig gezien) 156 uur
en n kwartier. In arithmetisch verband met de
openingsuren der expositie op weekdagen en op
Zondag blijkt hieruit, dat men voor deze expositie
noodig heeft: 27 dagen zonder koffiedrinkpauze en
drie uur plus vijftien minuten. Meer dan drie weken.
Doch ge zoudt U gedurende die weken niet vervelen.
Het museum is goed verwarmd, met de sup
poosten is het gezellig een praatje te maken. En het
dagelijks wandelen door. de zalen is een gezonde
lichaamsoefening.
In dien tijd zoudt ge belangwekkende studies
kunnen maken. Ge zoudt kunnen uitrekenen, dat
er ongeveer voor i millioen gulden aan schilderijen
hangt. Dat is tenminste de prijs die men na een
slordige optelling der catalogusprijzen verkrijgt.
Dat is gemiddeld ongeveer 316 gulden per kunst
werk. Misschien is dat een hoog gemiddelde. Uit
den mond van een suppoost teekenden wij op: D'r
zijn er, die in den catalogus voor vier honderd
gulden staan. Maar ik zou er nog geen vier gulden
voor geven."
Voor de suppoosten is het trouwens een heel
aardige afwisseling. De oude schilderijen kenden
ze zoo langzamerhand uit hun hoofd. En dit is
weer eens wat heel nieuws. Doch ook dat stelt
teleur; want een vriendelijke zaalwachter zeide mij:
,,Na een paar weken ben je er toch weer aan ge
wend".
GIJ betreedt het Rijksmuseum door den rechter
ingang. Hier stalt gij jas en paraplu, benevens
tasch, opdat gij niet in woede zult ontsteken en met
uw regenscherm U onwelvallige doeken zult
doorpriemen, noch, wat wellicht erger en minder makke
lijk te achterhalen is, u welgevallige doeken in uw
tasch mee naar huis nemen. Gij moogt dit eerst na
bij de fotoafdeeling omtrent den verkoop om in
lichtingen gevraagd te hebben. Blijkens briefjes met
verkocht" of i x verkocht" als het etsen of
gravures zijn, komt dit voor. Nadat gij u ontdaan
hebt van storende attributen, komt gij voor het
tourniquet, waar gij in een verlicht geldbusje, als
van de eenmanstramwagens, een dubbeltje betaalt.
Dat is niet veel. Dat is 0.003161 cent per kunstwerk.
Gij beklimt de trappen en ge zijt temidden der
kunst. Zalen, galerijen, wanden, kamers vol kunst.
NU zou het voorgaande misleidend kunnen zijn,
als er hier niet duidelijk uitgesproken werd,
dat dit toch een boeiende expositie is. Alleen is
rustige beschouwing bij dit aantal niet wal moge
lijk. Want de bezoeker loopt, na de derde zaal,
reeds in een gemoedelijk wandeltempo, waarbij,
in een bliksemsnel onderzoek, de wanden getoetst
worden op punten van contact. De
tentoonstellingsganger staat midden in een zaal, laat zij n blikken in
een behoorlijk tempo rondweiden, waarbij soms niets
niei Bew.d.Dr.W.B.Huddleston-Slater
DOKTOREN ALS NOBELPRIJSWINNAARS
Met illustraties
Ing. f 2.90 Geb. f 3.90
In zeer boeiende en be
grijpelijke vorm weet een bekend
arts den lezer een beeld te
geven van het leven en het
schitterende zegenrijke werk van
al die groote figuren die de Nobelprijs voor
Geneeskunde hebben verworven.
VERKRIJGBAAR BIJ DEN BOEKHANDEL
PAG. 4 DE GROENE No. 3261