Historisch Archief 1877-1940
UITHUIZ1GHEDEN
Stadsinventaris
Kerstpotten
OP pleinen en hoeken van straten
staan elk jaar de kerstpotten van
het Leger des Heils. Aan hooge
driepooten simpel versierd met wat
dennetakken of hulst hangen de ijzeren
potten, waarin het geld rinkelend
neervalt; neervalt als. ... het niet te
koud is en de egoïste mensch het over
zich verkrijgt zijn gehandschoende
handen uit de zak te voorschijn te
halen om een enkel muntstuk te
schenken.
De kou spreekt een woord mee bij
de liefdadigheid. En we denken niet
aan de brave soldaten van het
vredesleger, noch aan de roodwangige
zusterkens, die zoo trouw en zoo waarlijk
menschlievend stampvoetend den wacht
hielden bij hun potten.
Hier en daar in de stad staan ver
lichte kerstboomen. Zoo daalt de ware
stemming over ons land, elk jaar weer.
Ook zingt het Leger des Heils, met
begeleiding van een orkestje, kerst
liederen waarvan de klank tusschen de
regenachtige, koude straten blijft han
gen. Het is droevig en ook wel blijde.
Maar de blijdschap ligt zoo ver achter
de droeve dingen.
De lucht hangt laag en dreigend
over de stad; de wind is koud en guur.
Maar de liederen klinken zuiver en de
lichtjes branden helder. En dus is het
toch een vertroosting.
Film
Stanley en Livingstone (Corso)
TOEN de journalist Stanley den
zendeling Livingstone ontmoette,
diep in Afrika, maakte hij geschiedenis.
Het was een journalistieke stunt van
de eerste grootte, een menschlievende
daad, een bevordering der aardrijks-.
kundige wetenschap en het werkte mee,
Afrika voor de blanken te ontsluiten.
Het was een daad van stille heroiek,
maar niet zoo stil, of de honderd
duizenden lezers van de New York
Herald en van alle kranten die de
story" overnamen, konden er van a
. tot z' van genieten.
Die daad had iets grootsch; zoodat
wij nu, bij de verfilming, den moedigen
tocht van den moedigen journalist
Stanley op zoek naar den moedigen
zendeling Livingstone met beklemming
volgen. Is de jungle atelier" of is het
echt"? Wilde dieren, flamingos, gi
raffen, negerstammen, de kleine ex
peditie trekt voorbij, verloren in de
wildernis.
Dr Livingstone wordt gevonden:
Dr Livingstone.... I presume", zegt
Spencer Tracey aarzelend en wat
ontroerd. En de twee groote mannen
reiken elkaar de hand.
De geschiedenis biedt vele kanten
van belang: de film gebruikte ze. De
natuur en de gevaren van de wildernis,
de edele figuur van Livingstone en de
sterke en ontroerende rol voor Spencer
Tracey, die het beeld van een journa
list teekent, zooals die in zijn beste
exemplaren kan zijn.
Als je de bioscoop verlaat, zegt je:
Zie je wel, de mensch is nog niet zoo
slecht." En dat is een buitengewoon
prettige sensatie omstreeks Kerstmis.
Bel-Ami (City))
MEN kan gaan strijden over de
vraag of de Duitsche Tobis den
roman van Guy de Maupassant ter
verfilming gekozen heeft om Willi
Forst de gelegenheid te geven een
Casanova uit het fin de siècle" te
verbeelden dan wel om een indirecte
aanval t; wagen op het democratische
regeeringsstelsel, dat zij, althans voor
dien tijd, als verrot en corrupt voor
stellen. Met groot gemak beweegt Willi
Forst zich via de boudoirs van invloed
rijke dames naar een belangrijke mi
nisterzetel en het gelijknamige liedje
in de film zingt zeer terecht Du hast
Glück bei den Frauen, Bel ami". Zoo
de film met deze galante wijze van
carrière-maken de Fransche demo
cratie uit de vorige eeuw wilde
ridiculiseeren dan treft zij daar all-arminst
het huidige democratische stelsel mee
en bewijst zij slechts de onpractischheid
van den maker, die veel eenvoudiger
i.i eigen omgeving had kunnen rond
kijken om voorbeelden van snelle
Baby huilt. Papa slaat op een trommel,
blaast op een trompetje, gaat om de
kinderstoel heenloopen. Baby huilt
harder. Papa wordt wanhopig, maakt
promotie te ontdekken. Laten wij dus
geen tenderz zoeken en de film accep
teeren zooals zij ons wordt voorgezet,
een vluchtig en niet zonder geest
geteekend tijdsbeeld, waarin Willi Forst
als regisseur en acteur een onduitsche
frivoliteit aan den dag legt.
Kouwe Drukte (Tuschinski).
ER bestaat een serie plaatjes van
een Engelschen humorist over
een vader, die zijn jongste spruit zoet
moet houden. Op de eerste afbeelding
maakt Papa het stereotiepe gebaar
met den rammelaar en als dat niet
helpt gaat hij leelijke gezichten trekken.
en hoogstandje op zijn handen, klap
pert met de beenen, kruipt onder tafel
door en zegt boe". Baby huilt met
hysterische snikken. Papa is ten einde
raad, hij gaat op tafel staan, hangt aan
de kroonluchter, zet dan een paar
stoelen in wankelbaar evenwicht op
elkaar en balanceert met doodsgevaar
bovenop. Baby krijscht. Dan verliest
papa zijn evenwicht, valt eenige stoelen
diep, stoot zijn hoofd tegen de tafelpoot
en kijkt tegelijk verschrikt en woedend
op, als hij de heldere schaterlach van
zijn jongste spruit boven het lawaai der
vallende stoelen uithoort. .. .
En hoe het nu komt weet ik niet,
maar als ik den Engelschen komiek
George Formby zie spelen, moet ik
telkens denken aan dien zwoegenden
vader, die zoo graag zijn jongste
lieveling aan het lachen wilde brengen.
Tentoonstellingen
De Hollanders in Oost-Azië"
In het Scheepvaart-Museum wordt
een tentoonstelling gehouden, die een
duidelijk beeld geeft van hetgeen de
Hollanders in vroeger tijden in
OostAziëtot stand gebracht hebben.
Ik stapte uit een wereld van
overstapjes en korte ritten in een wereld
van driemasters, scheepsjournalen, log
boeken en romantiek. De stille ge
tuigen van een voorbijgegane tijd ver
plaatsen ons in de geschiedenis.
Kleine scheepjes^ bijna bedolven
onder de hooge zeeën, kromme
ouderwetsche Japansche zwaarden en andere
overblijfselen uit den tijd der romantiek
doen ons valutakoersen en interna
tionale spanningen vergeten, hetgeen
in deze troebele tijden uiterst aange
naam aandoet.
MIJN VRIEND, DE THUISZITTER
over: DE MAAG
DE maag", aldus mijn vriend, de Thuiszitter, en hij sneed een groot
stuk af van een verrukkelijken kerstkrans, de maag is voor een
groot deel verantwoordelijk voor de ziel. Niet voor niets worden de meeste
feesten gevierd met eten en niet voor niets worden de meeste revoluties
geboren uit honger. Daarom vind ik het zoo zielig als menschen een leegen
maag hebben. Ik kan het dan ook niet zien."
Ik zei mijn vriend, dat ik dit zeer hoogstaand van hem vond en legde
hem uit, dat op het oogenblik mijn maag rammelde naar een stukje van
dien overheerlijken kerstkrans.
Dat is lekkere honger", zei mijn vriend met vollen mond, dat heeft
niets met de ziel te maken. Schaam je wat. Nee, op die manier bedoel ik
het zeker niet. Natuurlijk is het wel waar, dat het eten van bepaalde
dingen de ziel in een stadium van verrukking brengt dat haar prestaties
verhoogt. Waarom drinkt men op kantoor 's ochtends een kopje koffie?
Omdat op die wijze bezielder gewerkt wordt en zoo haalt men er de
kosten van het kopje koffie weer uit. Hoe viert men huwelijken ? Met eten !
Hoe geslaagde examens ? Met drinken ! Hoe viert men seizoens- of familie
feesten ? Met eten en drinken ! Het versterkt de ziel en maakt haar weer
bestand tegen de moeiten des dagelijkschen levens.
En daarom", aldus mijn vrhnd en hij veegde de laatste krummeltjes van
den krans bijeen en stak ze in zijn mond, en daarom moeten wij er ons op
toeleggen, dat alle menschen steeds hun maag kunnen vullen."
Bah", zei ik, Wat een afgezaagde waarheid. Dat is nu juist een der
voornaamste vraagstukken van deze samenleving ! Maar het brengt me
op een idee: waarom heb je mij dan niets van den krans gegeven. Nu ben
ik woedend en ik zou je kunnen vermoorden!"
Zie je wel dat ik gelijk heb !" zei mijn vriend. Dat is het bewijs van
mijn idee. En al is die dan blijkbaar niet nieuw, ze moest toch maar weer
van mij komen".
KLEINE
PERIKELEN
MET eenig genoegen zal men
vernomen hebben Havas
vernam het merkwaardigerwijze'
het eerst dat in Duitschland de
chaperone hersteld is of liever
officies! ingevoerd. Duitsche meisjes
onder de zestien en Duitsche jon
gens onder de achttien jaar kunnen
in het vervolg bestraft worden met
mo mark boete of gevangenisstraf
tot zes weken, indien zij dancings
bezoeken zonder gechaperonneerd
te zijn. En om elf uur moeten zij
het danslokaal verlaten.
Ik mag wel vaststellen dat dit
het eerste teeken is dat een groot,
in oorlog verkeerend land, dat
tamelijk tegen een wereld van
vijanden vecht en althans zich niet
in de onverbloemde sympathie van
vele volken mag verheugen, des
niettemin nog andere zorgen aan
hst hoofd heeft dan boter en (of)
kanonnen. Dat het vooral de on
zedelijkheid wenscht tegen te gaan,
die zooals bekend is, schier uit
sluitend in dancings tieren kan.
Men zou zeggen dat het wellicht
beter ware om deze geheel te sluiten
of voor de jeugd te verbieden, doch
wij hebben gezien dat men niet van
zulke verstrekkende maatregelen
houdt en vermoedelijk wil men den
ouderen, die zich al zooveel moeten
ontzeggen in het belang van het
vaderland, het weinigje onzedelijk
heid niet ontnemen dat zij misschien
bij wijze van apérit f wel noodig
hebben af en toe. Het is alles goed
en wel om prettige dingen zich te
moeten ontzeggen, niet naar ge
noegen boter en vet te krijgen en
zelfs de buitenlandsche modes te
zien afgeschaft, waardoor de vrouw
in het algemeen niet aantrekke
lijker wordt, doch het vaderland
vraagt daar niet naar en wenscht
zonen.
Die zonen ziet men dan ook
gaarne opgroeien in
jeugdorganisaties, waar idealen gehuldigd wor
den en geen moderne dansen, die ik,
onder ons gezegd, eveneens dwaas
en ondansbaar vindt. Wanneer zij
na hun achttiende jaar de onzede
lijkheid van de dancing willen
leeren kennen, dat is dat in zeker
opzicht hun eigen zaak zij waren
gewaarschuwd en hebben gelegen
heid gehad (tot elf uur) en in gezel
schap van ouderen, met de ver
derfelijkheid van deze instellingen
kennis te maken. Verder kan de
Staat moeielijk gaan, zonder nu
letterlijk te zorgen voor het zedelijk
en lichamelijk welzijn zijner onder
danen, van de wieg tot het graf.
Ten slotte moet men het individu
ook eenige vrijheid laten, mits
gepaste vrijheid, wat dan ook moge
lijk is, omdat men het hem in
andere dingen niet moeielijk maakt,
zooals dat geschiedt in weer andere
Staten, waar men den mensch finaal
aan zijn lot overlaat en het liefst
zijn eigen levensbeschouwing laat
uitknobbelen, als ik dat woord ge
bruiken mag voor een keer. Nu
moet ik eerlijk zeggen dat ik meisjes
beneden de 16 en jongelui beneden
de 18 niet gaarne in dancings zie
en als wij dat eveneens konden
invoeren, zou het me onverschillig
zijn welk voorbeeld wij daar bij
navolgden. En om elf uur naar
bed ik wou dat er een wet op
gemaakt werd die ons allen den
plicht oplegde deze te volgen. Als je
dan eens wat later op wilt blijven,
kan je het nog altijd den minister
raad vragen.
J. VAN HOORN
PAG. 17 DE GROENE No. 32*4