Historisch Archief 1877-1940
acine zon
Film
der theater
Albert Heiman
DE eigenaardige gewoonte der jubilea heeft
gemaakt, dat nu het juist driehonderd jaar
geleden is dat Jean Racine geboren werd, iedereen
die er officieel of officieus toe geroepen is, het zijne
heeft gezegd van de betekenis en het werk van deze
prominente figuur, voor wie de algemeene belang
stelling na een paar jaartjes wel weer tanen zal,
gelijk ze ook eerder getaand is; totdat er weer een
nieuw jubileum in aantocht is, en men zijn eerbied
waardige buste opnieuw voor het voetlicht sleept.
Het is nu eenmaal het lot der Onsterfelijken, dat
ook wanneer hun roem onaangetast blijft door de
tand des tijds, hun cultus de practijk des roems
aan de periodiciteit onderhevig is, die alle menselijk
bestaan kenmerkt. Ook de schitterendste sterren
.gaan op en onder; ook de zon wordt soms
seizoenenlang verduisterd door de meest voze wolken. Het
doet noch aan hun glorie, noch aan hun eeuwigheid
iets af. Integendeel, het feit dat zij na de vergetelheid
van enkele geslachten tóch weer terugkeren voor het
aanschijn der volkeren, is het beste bewijs van hun
grootheid. Het past niemand daaraan te t.ornen.
Maar verering en bewondering hebben ook hun
gevaarlijke kanten; ieder begin van vergoddelijking
is tevens een begin van ontmenselijking. En zo
komt het, dat men juist op die tijdstippen dat een
grote figuur wederom in het zenith verschijnt, on
willekeurig geneigd is hun menselijke, individuele
kanten uit het oog te verliezen, verblind als men wordt
door de zeldzame eigenschappen die zij verpersoon
lijken. De complementaire wijsheid van La critique
c'ést un monsieur", is die welke, ik geloof Cocteau,
eens formuleerde met: Baudelaire est un bourge
ois." En indien men van geval tot geval zoekt naar
- een nadere omschrijving van wat die meneer"
of die burgerman" precies geweest is, dan komt
men soms ook beter nog dan langs de koninklijke
weg der tekstcritiek achter de verborgenste geheimen
van het werk waar tenslotte alles om begonnen is.
Ik wil niet zeggen 'altijd; maar toch vaak genoeg, en
dat is dan ook het enige excuus dat er bestaat voor
het wroeten in de levens-intimiteiten van grote
gestorven kunstenaars. Die van de levenden en de
kleine gecanoniseerden kan men beter altijd met
de mantel der liefde bedekken. Juist het geprodu
ceerde werk geeft hun daar recht op.
Het is in deze gedachtengang dat men zich onder
het bewonderen van Racine's melodieuse verzen,
in de ban der dramatische kracht van sommige
personnages, bekoord door de milde en toch
mannelijk-tedere levensvisie die aan heel zijn
theater' oeuvre ten grondslag ligt, toch telkens weer afvraagt
wie dan eigenlijk de man was, die dit alles gemaakt
heeft. Hoedanig de innerlijke gesteltenis van de
gestalte was, die zozeer doorzongen werd van
deze dichtkunst, dat zij voor ons een per-sona",
de literaire persoonlijkheid van Jean Racine werd.
Nu ik den dichter enigermate ken, wilde ik dat ik
ook den burger kon kennen, terwille van een die
per doordringen in het dichtwerk, juist daar waar
het werkelijk, als een geheimzinnige deur, dicht" is.
BURGER Racine bezat niets burgeiijks; daarvoor
was hij teveel hoveling aan een hof dat het
pralendste en meest autocratische van vele eeuwen
en landen geweest is; daartoe maakte ook zijn op
voeding te Port-Royal hem ongeschikt. Jansenisme
is anti-burgerlijk, het kent enerzijds het individuele
een grote zelfstandigheid toe ten opzichte van God,
anderzijds staat het zo absolutistisch tegenover de
menselijke eigenschappen en hartstochten, dat er
geen levensgebied te vinden is, dat het niet met zeer
scherpe noties van goed en kwaad doordrenkt. Wij
zien het drie eeuwen na Racine nogmaals in de
romankunst van Mauriac ten duidelijkste gedemon
streerd. Dit bewustzijn van goed en kwaad, gebaseerd
op een meedogenloze, maar steeds innig-menselijke
analyse der passies, wordt in het oeuvre van Racine
van werk tot werk sterker. Een analyse stelt voorop:
het bestaan van tweestrijd, ambivalentie, het er
kennen van tegengestelde, gelijktijdige strevingen.
De mildheid van Racine, die ook materieel" in
zijn soepele, zangerige versificatie tot uitdrukking
komt, groeide uit een zich steeds dieper ingravend
besef van 's mensen uiteindelijke onmacht, zijn van
oerbegin af gedetermineerd-zijn. Dit besef van een
christelijk-gekleurde, maar even onverbiddelijke
als de heidense Anankéverbond zijn geest zo hecht
aan die van het antieke drama, dat hij het klaar
speelde om in een tijd en omgeving van zoveel ver
vlakte conventie de heldengestalten der Griekse
tragici een nieuw, eigen leven in te blazen, dat wij
ook vandaag nog in zijn volle, warme realiteit blijven
erkennen. Dat is in het bizonder met zijn vrouwen
figuren het geval, en in zijn tekening van de reeds
van de primitiefste zinnelijkheid gelouterde liefde
tussen de sexen.
De vrouw in Racine's theater.... Er is een hoofd
stuk in zijn levensgeschiedenis, dat daar een heel
merkwaardig licht op werpt. Al vóór zijn veertigste
levensjaar, na meerdere aan het hof van Louis XIV
wel onvermijdelijke affaires" tot vrome inkeer
teruggekomen, en nog slechts dramaticus met tegen
zin, huwt hij nog in hetzelfde jaar dat Phèdre"
ontstond op raad van zijn biechtvader een vrouw
die hem gelukkig" wist te maken, die hem in ieder
geval zeven kinderen schonk, maar.... die nog
nooit een stuk van hem gelezen had! Ook hijzelf
bezat de ambivalentie om zich in zijn persoonlijk,
huiselijk leven niet te willen lastig vallen met de
analytische problemen, die hem in zijn theater bezig
gehouden hadden en hem ook later nog in Athalie"
even zouden verontrusten. En effet, Phèdre n'est
ni tout a fait coupable, ni tout a fait innocente,"
vertelt hij zelf. Elle est engagée par sa destinée"
En toen dat lot Racine zelf in de sfeer van een anders
gerichte, meer confuse vrouwelijkheid bracht, was
hij de eerste om de weg der zorgeloze zachtmoedig
heid te gaan.
Die weg is overigens al in de voorafgaande periode
van bezorgdheid aangegeven; hij wendde heel zijn
talent aan, om vooral de vrouwenfiguren minder
hatelijk, minder hoekig te maken dan ze bij zijn
klassieke voorbeelden waren. Hij interpreteert ze
naar zijn eigen karakter, en hun aantrekkelijkheid
is die van de persoon des dichters zelf. En ook de
latere, in vroomheid gevluchte zorgeloosheid
hij was de wereld abhanden gekommen" mag
men niet zien als een verlies aan karakter. Het is
onbezorgdheid, omdat het gepredestinecrd-zijn hem
niet meer kan schelen; hij weet zich in de hand van
God, en dat is hem genoeg. Terwijl hij zich in
Phèdre" nog druk maakt om de titelheldin van
karakter-smetten uit Euripides te zuiveren, aange
zien hij meent dat een prinses zich niet van laster
bedient, maar een voedster dat wel zou kunnen
doen omdat zij toch eenmaal serviele neigingen heeft,
durft hij zich gerust de ongenade van zijn broodheer
en de parasiterende hofkliek op de hals te halen,
door het maken van een geschrift over de ellende
van het met belastingen uitgemergelde volk. Daar
hebt ge tijdens Racine's leven de aandoenlijke
anticlimax van wat bij de jubilea pleegt te geschieden:
de gevierde dichter werd weer geheel mens en offerde
de aureool om zijn statiepruik op tegen de kaalheid
der alledaagse werkelijkheid.
IN dit licht moet men ook de prestatie zien, welke
de literatuurgeschiedenis bij voorkeur op het
tegoed van Racine schrijft: de gestalcen tussen de
coulissen weer vermenselijkt te hebben, terwille
van de'waarachtigheid van hun innerlijk; ze be
vrijd te hebben van de schematisering van Corneille,
zonder al te veel rekening te houden met ds (voor
een determinist als Racine futiele") invloed der
circonstances", die bij Molière zulk een overheer
sende geldigheid bezitten. Met voordacht toont hij
de schaduwzijden van de deugd, het aanlokkelijke
schamplicht dat ook op het kwaad valt; geen held
gaat meer geheel vrij uit, elk heeft ook zijn zwak
heden, en hun sterke kanten winnen door dit
contrast. Om tot deze overtuiging te komen en
zo-iets te kunnen verwerkelijken moet men in
zichzelf zowel de lieflijke verstilling der goedheid
als-ook alle stormen der hartstochten hebben
doorleefd. Onder de gladde, tot het uiterste verzorgde
opperhuid van Racine's drama's stroomt bloed van
elke bestaanbare consistentie onder de hoogste druk.
Naarmate deze druk voelbaarder werd, konden de
hovelingen met hun primitieve amours" het ver
wijt van zulke voldragen menselijkheid minder
verdragen. De ware dichter is een geweten dat óf
gelukkig maakt, óf tot waanzinnig-wordens toe
tergt. En voor eiken Orpheus staan er duizenden
bacchanten klaar om hem te verscheuren. Gelijk
ook met den schepper van de Phèdre" geschied is.
Voortaan, in de twee bijbelse stukken die pas
twaalf en veertien jaar later volgen, was het niet
meer de autonome mens die Racine interesseerde,
maar zijn plaats in het goddelijk wereldbestel, zijn
verhouding tot het Opperwezen. Dat hij daarbij
expansiever werkt, zijn theater een pompeuzer
effect maakt, doch minder aangrijpt, is dat
toeval ? Of deed hij zijn ware aard zoveel geweld aan,
dat hij toen al versteende, een ere-buste van zichzelf
werd ? Wie zal het zeggen....
FILMBALANS
C. Boost
VAN de vele interessante aspecten, die zich
voordoen bij het opmaken van de jaarlijksche
filmbalans, wanneer men de films van het af geloopen
jaar in een lange rij voor zich ziet, is wel het meest
opvallende, dat de film zich volkomen los van
actueele tijdsomstandigheden ontwikkelt. Van alle
problemen, dramatische spanningen en
wereldschokkende gebeurtenissen, waaraan het thans
afgeloopen, maar ook reeds het daaraan vooraf
gaande jaar zoo rijk was, zal men niets terugvinden
in een der vele films, die dit jaar in première kwamen.
Het gaat er minder om of het een fout dan wel
een verdienste van de filmindustrie is, dat zij zich
buiten de vraagstukken van dezen tijd plaatst en
den veiligen weg van het tijdlooze amusement kiest,
maar het feit blijft opvallend, dat een uitingsvorm,
die krachtens haar potenties voorbestemd scheen
de realiteit te dienen, zich geheel buiten de werke
lijkheid weet te plaatsen, zonder daardoor aan
vruchtbaarheid in te boeten. Want de vroeger
vernv.lde anti-Nazi films moeten meer als conjunc
tuur-verschijnselen gezien worden, gestimuleerd
door het verloren gaan van enkele belangrijke
afzetgebieden (het steeds grooter-wordende
Duitschland plus Italië) en niet als een der vele reacties
op bepaalde tijdsomstandigheden.
ZOOALS de film zich dit jaar aan ons heeft voor
gedaan ontbreekt dus het aspect van de
actualiteit volledig en hebben wij weer te maken
gehad met de talrijke variaties op het thema enter
tainment", waardoor de vele mogelijkheden van het
instrument film wel gesuggereerd, maar in de
meeste gevallen niet bewezen werden. Ik moet
hierbij direct een uitzondering voor de Fransche
productie maken, die, als geen jaar tevoren, haar
geestelijke superioriteit op de internationale
filmmarkt bewees, al inspireerde zij zich niet op onzen tijd.
In deze productie ontbrak bijna geheel de note
gaie" en niet zonder reden heeft men hier en daar
de spot gedreven met de moordzuchtigheid der
Fransche filmproducenten. Een medewerker aan
Cinémonde" maakte dezen zomer een balans op
van 18 maanden Fransche film en kwam tot het
verrassende resultaat, dat in 58 van de 150 films
niet minder dan 85 gevallen van gewelddadigen
dood voorkwamen, waaronder 35 moorden en 19
zelfmoorden. Maar veel minder dan bij de Ameri
kanen wordt de moord in de Fransche film als een
sensatie-element ingelascht, zij vormt een der
ingrediënten, waarmee de sfeer of een bepaald
milieu geteekend wordt. En juist aan deze
sfeerteekening besteedt de Fransche regisseur veel zorg,
hij neemt hiervoor zijn tijd en een deel van de film
en hij is lang niet zoo gehaast om met de handeling
te beginnen als zijn Amerikaansche collega.
Hierdoor blijft de Fransche film in een ander
geheugenbeeld achter dan de Amerikaansche; bij
de eerste herinnert men zich allereerst de sfeer,
waarin het drama zich afspeelde, de sfeer van het
Parijsche conservatoire in Ouverture", de sfeer
van het Hotel du Nord" of van het pompstation in
Le dernier Tournant" en bij de Amerikaansche
film blijven vooral de opeenvolgende feiten, grappig
of dramatisch, in het geheugen.
In tegenstelling tot andere jaren zijn het ditmaal
niet de buitenlanders geweest, die groote successen
op hun naam kregen, integendeel: noch Pabst met
zijn Drame de Shanghai", noch Robert Wiene
met Ultimatum" of Fedor Ozep met Gibraltar"
of Princesse Tarakanova" konden zich in hun
prestaties meten met de producten van de jongere
garde, van Carné, Allégret, Grémillon of Chenal.
Alleen Ludwig Berger maakte een luchtige, geestige
uitzondering met Trois Valses", een film, die met
Rue Michel 8" van Yves Mirande de eenige ondra
matische verstrooiing in deze veelbelovende en
dramatisch aan haar einde gekomen Fransche
productie.
l gispen
i | woninginrichting
/ meubelen lampen
amsterdam den haag rotterdam
PAG. 11 DE GROENE No. 3265