Historisch Archief 1877-1940
Het .verhaal van De Groene
De terugkeer der drie Koningen
Michael Komroff
DE betoovering was voorbij. Er waren geen
woorden gesproken. Alle drie sloegen hun
zijden mantels om en vertrokken. Maar
nauwelijks hadden ze tien stappen gedaan, toen ze
plotseling stil stonden en elkaar aankeken. Ja, het
was waar. Meer dan waar. De ster had hun den weg
gewezen. Het doel was hier in Bethlehem geweest.
Het Kind had de gaven aangenomen en in ruil
had Hij hun een steentje gegeven, waarvan ze niet
begrepen wat ze er mee aan moesten. Betoovering
en huivering lagen over het tafereel en thans,
slechts een tien stappen verder, waren ze weer aan
den zoom van dien woestijn, kaal, brandend, ver
anderend van aangezicht, wreed, 'verlaten; in deze
wereld waren ze geboren en in deze wereld zouden
ze eens sterven.
Een x>ogenblik hadden ze de dingen die gewoon
lijk hun levens vulden, volkomen vergeten. Vergeten
hadden ze het aantal dadelpalmen dat elk bezat,
het aantal versch-water-bronnen, de kudden vee,
de namen der stammen die hun schatting betaalden,
de grenzen van hun gebied en zelfs het aantal hun
ner kinderen, de zieken en hun vrouwen. Dit alles
hadden ze een kort oogenblik vergeten. En zelfs de
rijke karavaan, die spoedig uit Perziëzou komen,
geladen met kostbare schatten: goud, juweelen,
zijden borduursels, koninklijke gewaden, tapijten,
ivoor, zilveren dolken van Indië; onyx, peper uit
het verre Oosten en andere kostbare specerijen. En
niet slechts de rijke karavaan, ze hadden dat eene
korte oogenblik zelfs den grooten, machtigen Hero
des vergeten.
En eerst nu, toen ze tegen over elkander stonden,
tien schreden verder, herhaalden ze in hun geest de
woorden van Herodes: Gaat zorgvuldig zoeken
naar het jonge kind; en wanneer gij hem gevonden
hebt, boodschapt het mij, opdat ik kome en hem
aanbidde". Zij herinnerden zich een felle vonk in
Herodes' blikken, een stekende schittering van zijn
naijverige donkere oogen.
,,We hebben hem gezocht en we hebben hem ge
vonden", zei Kaspar.
Hij had het goud gebracht en thans hield hij in
zijn hand het steentje.
En nu?" vroeg Melchior, die de kostbare en
geurige wierook gebracht had.
Nu hebben we gezien. We hebben met onze
eigen, oogen gezien", antwoordde Balthazar, die
vele verlaten mijlen gereisd had met zijn mandje
met heelende myrrhe.
Met eigen oogen", herhaalde Kaspar.
blijft
óók onder de thans
heerschende omstandigheden, haar
prima kwaliteiten en modellen
handhaven. - Haar bekende
Wollen Blouses, Slipovers,
Trainingpakken
Sportkleeding, enz.
blijven zooals zij waren.
Vastgestelde verkoopsprijzen
Toen ze door de straatjes van het stadje liepen,
keken de donkere, nieuwsgierige oogen der vrouwen
naar hen. Van achter getraliede ramen keken zij
naar hen en ze konden aan de kleur en den snit
van hun kleederen zien, dat deze drie van heel ver
uit het Oosten gekomen waren.
De dienaren en de kameelen van de Wijzen ston
den te wachten bij de bronnen. Jongens en meisjes
stonden te kijken naar de vreemde zadelkleeden en
de Oostersche teugelversieringen van de geknielde
kameelen.
De drie verloren geen tijd, maar ze stegen op en
gaven snel het sein voor het vertrek. De kameel
drijvers, gidsen en dienaren stegen ook op en de
lange lijn van meer dan twintig in een enkele rij
stapten over de lage heuvels aan den rand van de
groote open woestijn.
Hier is de plaats, meester", zei een, die aan den
kop reed en thans zijn kameel stil deed staan.
Wat voor plaats?" vroeg Melchior.
Hier, aan den rand van den woestijn stonden
wij stil en gij trokt de grove gewaden, die u op reis
droeg uit, en kleedde u in de rijke tulband en vorste
lijke gewaden."
Juist. Hier was het. Maar nu gaan we door zooals
we zijn".
Maar de woestijn vol roovers en als ze drie tege
lijk in vorstelijke gewaden zien.... Ze zouden
gelooven, dat we een groote schat meedragen en we
zijn niet opgewassen tegen groote rooverbenden".
Melchior en Balthazar waren er bij gekomen.
Wij hoeven ons niet te vermommen", zeiden ze.
Laten we verder rijden", zei de ander. En met
deze woorden verlieten ze de lage heuvels en kwa
men in de groote verlaten woestijn.
Op den avond van den derden dag keerde de gids,
die voorop reed, zich plotseling om en schreeuwde:
Ze wachten op ons. Wel honderd !"
De lijn stond stil, terwijl de drie Wijzen hun tul
band afzetten en den langen doek afwikkelden. Ver
borgen in elke tulband zat een gouden kroon. Ter
wijl ze dien op hun hoofd zetten en den langen doek
over den nek van hun kameel legden, reden ze on
verschrokken verder.
De drie koningen reden nu naast elkander en de
anderen volgden hen. Hun kronen schitterden in
het avondlicht.
Maar de rooverhoofdlieden reden vooruit om hen
te ontmoeten.
Halt!" riepen de roovers.
De drie reden verder zonder op dit bevel te letten.
Halt!" riepen ze weer.
De havelooze mannen rondom hun leiders legden
de hand op hun dolk. Hun oogen staarden naar de
drie stralende kronen en het volgende moment
scheen een gevecht onvermijdelijk. Maar plotseling
omstraalde een verblindend licht de drie kronen
en de ontdane roovers stegen af en bogen laag ter
aarde.
Salaam aleikum", riepen ze in de taal van den
woestijn. Vrede zij met U".
Wij zouden uw woorden van vrede beantwoor
den", riep Kaspar luide, als gij mannen van goeden
wille zoudt zijn."
Een plotselinge vrees had de woestijnroovers aan
gegrepen. Alle honderd beefden op den grond, toen
de kleine karavaan met aan het hoofd de drie ge
kroonde leiders, voorbijging.
Drie dagen reisden zij voort. Toen ontmoetten
zij een schitterende karavaan met goederen uit
Indiëen Perzië, kostbare tapijten, onyx en
andere specerijen. De kostbaarheden werden hun,
den koningen, aangeboden, als schatting voor den
veiligen tocht over hun gebieden. Maar zij zeiden:
Wij hebben een grootere kostbaarheid gezien dan
gij bezit. Rijdt ongehinderd verder." En zij spraken
hun van het Kindeke dat geboren was in de vrucht
bare vallei van Bethlehem.
DE drie Wijzen reden dagen lang verder. Ze
reden door de woestijnduinen, door de zand
vlakten totdat ze de lange rij der roodgranieten
rotsen bereikten. Toen kwamen ze in zachte, gra
zige landen, waar stroompjes met frisch water in
het zonlicht schitterden. Toen ze boven op het
plateau kwamen, werden ze begroet door de koele
lucht, die hun schreden scheen te verhaasten.
Nadat vier koele nachten voorbij waren, kwamen
ze tenslotte bij het dorpje vanwaar ze, nog slechts
een maand geleden, op hun geheimzinnige reis
vertrokken waren; de honden in de modderige stra
ten hadden toen tegen hen geblaft. Maar nu, nu ze
na de lange reis terugkeerden, sliepen de honden
rustig. Naast een riviertje met een rij cypressen,
dadelpalmpjes en laurierboschjes, hier tusschen
de bijen en de bloemen, hier voor een opening in
de rotsen zat Simon, de ziener. Zijn huid was bruin
als Indisch leer en zijn oogen waren klein door
het tellen der sterren.
Ze groetten den ziener met het Salaam alei
kum".
En hij antwoordde: Met u zij vrede".
We hebben de ster in den hemel gevolgd", zei
Kaspar, en zij heeft ons naar het huis geleid. We
zijn er heengegaan en we hebben het Kind aan
beden en we schonken Hem het goud, de wierook
en de myrrhe."
En de slechte Koning Herodes kwam ons te
gemoet aan de poorten van zijn stad", zei Balthazar,
en we vertelden hem van het jonge Kind dat wij
zochten. Hij vroeg ons, dat wij hem zouden bood
schappen als het Kind gevonden was. Maar wij
keerden terug zonder Herodes te zien."
De ziener hief het hoofd op. Zijn stem was diep
en ver. Van de lippen van zijn soldaten heeft Hero
des de plaats vernomen, waar het Kind geboren is
en hij heeft reeds ieder jonggeboren kind in Bethle
hem vermoord."
Dan is Hij, het kleintje, dat ons den steen gaf...."
sprak een.
Neen !" De ziener schudde het hoofd, Ze zijn
gevlucht. Hij is met hen. Ze reizen nacht en dag en
PAG. 16 DE GROENfi No. 3266