Historisch Archief 1877-1940
;, heel spoedig komen ze in het land van
t «e hoorden dat Hij in veiligheid was,
knielf neer en dankten den Heer.
i~4k moet iets biechten" zei Kaspar. Toen we voor
: naar u toekwamen, kwamen we over een
: kwestie. Zooals ge weet, regeer ik over het
van Tftrksjis en over de eilanden. Melchior
over Sjo Sjeb en Balthazar is koning over
, vaders en mijn vader waren bittere vijanden.
«tkeraties lang is er bloed tusschen ons gevloeid.
l£de conflicten groeiden in heftigheid. Toen
onttte ik, toevallig, Melchior. Was het mogelijk,
?hij mijn vijand /was? Ik sprak met hem en hij
Mroordde openhartig en eerlijk. Bereidde hij een
>0ïfog voor? Ja, dat gaf hij toe. En hoe was het
den koning van Sjeba, bereidde die ook een
Mtjog voor? Dit wisten we niet, maar dien nacht
wij een boodschapper te zenden aan
Bali hem te vragen naar ons toe te komen om
ejMtmenlijk te jagen. Toen hij zekerheid had, dat
M& geen valstrik was, kwam hij naar onze tenten
br-het woud. Wij lachten hem toe en hij gaf ons
t^n glimlach terug. En toen besloten we, dat, daar
$}JbHjkbaar alle drie een oorlog voorbereidden, wij
lier een dag konden bepalen, wanneer de furie
breken. En zoo kwamen wij naar u toe, om
;en dien te bepalen.
zoodra we in uw tegenwoordigheid kwamen,
u ons den hemel gewezen en ons verteld van
wonderlijke ster die dien nacht zoo helder scheen
sftOC^deze ster ons naar de wonderlijkste plaats ter
qgfeld zou leiden. En de eerste die hem zouden
aanzouden een nieuwen Koning zien, die
groo(ir zou zijn, dan alle anderen; en zij zouden geze
gend worden.
l vergaten waarom wij gekomen waren. Wij
volgden de ster. En thans zijn we terug."
'toen sprak de tweede Wijze. Toen we de reis
" aanvaardden, waren we gewapend met zwaarden.
We vreesden de roofdieren, de slangen tusschen de
roeven en de schorpioenen in het zand. We ver
momden ons als nederige reizigers en verborgen
, «HOe koninklijke gewaden. We vreesden roovers en
bouwden des nachts wachtvuren. Doch toen wij
/wederkeerden, was alles heel anders !"
Er is een spreekwoord" zei de Ziener, dat zegt,
dat de waarheid ongewapend door de wereld kan
Alles wat mijn broeders spraken", aldus de
d*rde Wijze, is waar. We vertrokken als vijanden
en thans zijn we wedergekeerd als broeders. We
;-waren koningen van wereldsche zaken en nu letten
we daar niet meer op. Maar n ding kunnen we
,-flfet verklaren. Ons heele leven hebben we in vrees
? geleefd. We vreesden den donder' in den hemel en
ÓK schorpioenen in het zand. We vreesden onze
f naburen en onze vijanden. We vreesden ziekte van
het vieesch en ook de dieren van de wildernis.
? Maar plotseling, zelfs zonder dat we wisten hoe,
: is deze zware last van ons gevallen. Deze groote
' vijand van den mensch is plotseling vernietigd. We
keerden weer zonder vrees. En we ontmoetten een
bende van honderd roovers maar ze zagen ons
, onbevreesd gaan zonder te beven en ze knielden
liter voor ons. Vertel ons, wijze Simon, hoe komt
,'jjflft, dat wij niet langer bevreesd zijn?"
De wijze man schudde zijn hoofd en antwoordde
Ik weet het niet."
Maar dien nacht beschouwde hij den wijden
? zwarten hemel en hij verkondigde den drie Wijzen,
:':':-d*t de lange vlucht voorbij was. Ze zijn in Egypte
iiangekomen."
'" Met tiit nieuws vertrokken de drie Wijzen gelukkig
''eH elk reisde naar zijn vaderland. Ze gingen zonder
vrees, en overal waar zij kwamen ging vrede voor
hen uit.
AL jaren lang heb ik het gevoel dat
een mensch nergens op den we
reldbol meer veilig is. De onveiligheid
in alle landen is zelfs in die mate toe
genomen, dat men op geen stukken na
meer weet waar tegen men zich moet
wapenen. De vroegere oorlogen die in
de geschiedenisboekjes beschreven zijn,
waren ondubbelzinnige uitroepteekens;
de huidige oorlog komt mij voor als
een zesdubbelzinnig vraagteeken. Daar
om voelde ik mij op mijn landgoed niet
meer veilig en besloot dit te verplaatsen
naar de maan. Met mijn verdragend
luchtafweergeschut liet ik tal van pro
jectielen, gevuld met vloeibare lucht,
op de maan afvuren, om de zekerheid
te hebben dat ik daar niet zou omko
men wegens benauwdheden bij gebrek
aan frissche lucht. Bij wijze van gene
rale repetitie zou ik eerst het landgoed
van mijn neef Baron Goudknots naar
de maan opblazen; bij gunstig resultaat
zou ik mijn eigen landgoed laten volgen.
Daartoe liet ik onder de fundamenten
van mijn neef's kasteel hyperexplosieve
dynarnietpatronen aanbrengen, en ook
onder de bijgebouwen en de
platanenallee. Door de intensiteit van de ont
ploffing zouden de brokstukken buiten
de aantrekkingssfeer van de aarde gera
ken, en dus op de maan terecht komen
waar alles gesorteerd en weer
opgeuouwd zou kunnen worden door de
werklieden die wij per raket naar bo
ven zouden schieten. De groote gebeur
tenis had ik voor mijn neef geheim ge
houden, opdat het een verrassing voor
hem zou zijn op dien avond, wanneer
hij ten mijnent zou kegelen.
Op den dag, voorafgaande aan dien
waarop de wereldschokkende gebeur
tenis zou plaats hebben, was ik door
mijn neef Baron Goudknots ten eten
uitgenoodigd. Wij Heten ons den maal
tijd, zooals gewoonlijk, goed smaken,
en zaten na het diner met een
afterdinnersigaar na te mijmeren aan het
haardvuur. Geheel onverwacht hoor
den wij een ontzaggelijken knal, en wij
voelden ons, gezeten in de zware
clubfauteuils, in het luchtruim geslingerd.
Ik moet bekennen dat ik mij gedurende
de eerste seconde niet geheel op mijn
gemak voelde, maar toen begreep ik
terstond dat de dynamietpatronen
blijkbaar een dag te vroeg ontstoken
waren. Baron Goudknots zweefde naast
mij in de ledige ruimte, ik kon hem
zien bij het licht van de gloeiende hout
blokken van het haardvuur dat ons
vergezelde. Mijn neef knipperde met
zijn oogen, tikte de asch van zijn si
gaar en vroeg mij wat er aan de hand
was, waarop ik hem uitleg gaf. Nauwe
lijks had ik hem het geval met enkele
woorden uiteengezet, of wij landden
op de maan met een lichten schok
Helaas was er van het landgoed weinig
intact gebleven, de onderdeelen lagen
over vele vierkante kilometers ver
spreid. Wij hadden echter geen tijd ons
daar rekenschap van te geven, want
wij werden bestormd door journalisten.
Dank zij mijn aangeboren taalgevoel
kon ik hen direct verstaan; zij wilden
weten waar wij vandaan kwamen. Ik
wees naar de smalle aardsikkel, waar
op zij het hoofd schudden en zeiden
dat dit onmogelijk was omdat de
aarde onbewoond was; de wetenschap
had dit uitgemaakt. En zij gaven ver
dere uitleg: de aarde was beschimmeld
en beschimmelde hoe langer hoe mér,
het kon zijn dat wij daarvoor het woord
leven" bezigden. Ik vertelde hen dat
wij daar niet alleen leefden, maar ook
beschaving hadden, en oorlog. En zij
antwoordden: Beschaving en oorlog,
het is maar hoe je het wilt noemen.
Wij noemen het schimmel." En ze
klappertandden van het lachen, dat
klonk zeer hol en naargeestig op de
maan. Een krioelende massa
maanbewoners kwam opdagen, ons be
schuldigend van de projectielen met
bedorven lucht die we direct terug
moesten nemen. Ze verwenschten ons:
Loop naar de aarde". Ik ontstak in
een hevige woede en gaf den grootsten
branietrapper zulk een verpletterende
oorveeg, dat ik het luchtruim in zweef
de. Gelukkig had ik nog juist tijd om
Baron Goudknots aan zijn das te pak
ken, zoodat ik hem mee kon sleuren.
Ik had het geluk dat mijn bretel was
blijven haken aan een reclamebord
voor quartsext accoorden, zoodat wij
zacht op en neer deinend behouden
naast mijn boschwachterswoning neer
kwamen.
Uitslag van de prijsvraag
De kaart van de
Vereenigde Staten van
Europa in kleuren
HET kleuren van de kaart bleek voor velen moei
lijkheden op te leveren. Tal van inzenders meenen
dat het minimum aantal benoodigde kleuren vijf be
draagt, en toch is dit niet het geval. Op de hierbij af
gebeelde kaart is het te zien, dat het met vier kleuren
kan. Omdat de kaartenteekenaar er n kleur bij kocht
had hij oorspronkelijk drie kleuren tot zijn beschikking.
Opmerkelijk is, dat iedere willekeurige kaart met vier
kleuren geschilderd kan worden. Dit is de z.g.
vierkleurenstelling waarop nog nooit een uitzondering is gevon
den. Gedurende de laatste halve eeuw hebben duizenden
knappe koppen tevergeefs getracht deze stelling mathe
matisch te bewijzen.
Het verhaal gaat dat een rijk Italiaansch koopman
die een groot deel van zijn leven tevergeefs besteed had
om dit probleem op te lossen, een prijs van 1000 lire
uitloofde aan dengene die de stelling bewijzen kon. Hij
compenseerde zijn teleurstelling met leedvermaak,
want hij was er van overtuigd dat niemand het bewijs
zou kunnen leveren. De man heeft zijn 1000 lire dan
ook kunnen houden.
Een van de oplossers, die beweert dat er vijf kleuren
voor de kaart noodig zijn en het dus bij het verkeerde
eind heeft, komt tot de conclusie dat de teekenaar feite
lijk met slechts drie kleuren kan volstaan en dat hij er
dus oorspronkelijk twee tot zijn beschikking had. Im
mers, met de drie hoofdkleuren kan hij door menging
de kleuren oranje, groen en paars verkrijgen. Hij had
dus oorspronkelijk bijvoorbeeld rood en geel, en kocht
er blauw bij.
De eerste prijs kenden wij toe aan mevrouw E.
BeerSieburgh te Arnhem. De tweede en derde prijs werden
gewonnen door Dr. M. Russchen, Oranjewoud (Fr.)
en mejuffrouw M. A. Lindenburg te Delft.
Meneer Adelbert richt een schuilkelder in
fr. '
PAG. 17. DE GROENE; Ho. M