Historisch Archief 1877-1940
UITHUIZIGHEDEN
Stadsinventaris
Radio
RADIO op zich zelf heeft niets te
maken met stadsinventaris".
Dit gaat dan ook over de radio van
de buren l"
In den tijd van de opkomst der steden
heeft men last gehad van verschrikke
lijke branden, die een halve stad in as
gelegd hebben. Er was de pest en de
cholera. Er was geen goed drinkwater,
de varkens liepen in de straten. In 't don
ker zwierven bc e/en en moordenaars
door de stegen. Het was niet veilig en
alles was pikdonker. Maar er was nog
geen radio en daarom schijnt mij de
stad van het verleden verre te verkiezen
boven die van het heden. Als men
woont in een der Amsterdamsche stra
ten, met, zooals dat hoort, links,
rechts, boven, onder, achter en tegen
over: buren, dan is dat een voorproefje
van de hel of van den lawaaïgt n dag
des oordeels.
Mijn rust is heen, mijn hart is zwaar,
mijn ooren barsten van het lawaai.
Door elkaar heen dringen door de
dunne muren van mijn tagetje, een
lezing over kookkunst uit Hilversum
neutraal, een slijmerige walsmuzi k
uit Nederlandsche C iristelijke Radio
bron, een Katholieke fox-trott, een
Arbeiders Radio Amat ;urs-tango. Waar
is de sereene rust van deze droomende
stad. Waar is de stilte van den nacht ?
Hemel l Uit U dalen deze klanken
neer in mijn vroeger zoo gezellige
binnenkamer. Vroeger.... \óó: den
radioplaag, in gelukkiger tijden, woon
de ik in mijn woning. Er stond een oud
kastje, een blanc de Chine, er hirg een
stil schilderij. Maar voor ons is er
thans geen plaats meer. Strooperige,
quasi-flinke, zoetige, weeïge, burger
lijke klanken zijn mijn woning binnen
gedrongen. Zij leggen zich op de stoe
len, zij kronkelen zich over mijn
bureau, zij zeurjn kleverig door mijn
schrijfmachine. Het dreunt, het klinkt,
het zeurt en de.idert. De stemmen
fezelen en brommen; de muziek trekt
en schrilt. Door elkaar, met elkaar,
samen en los van elkaar tegen mij
Men kan een straat ingaan met de
eerste maten van d. n,, Voetbal-marsch''
of hoe al die dingen heeten mogen en
zich, de heele straat door, door dien
afschuwelijken marsch laten begeleiden,
om uit het laatste huis te hooren: ,,En
dit, dames en heeren was de
Voetbalmarsch" van Piet Teip". Overlast is
het, honderduizendvoudige overlast.
Hier helpt geen verzoek, hier helpt
geen protest, hier helpt geen dreige
ment en geen tegenactie. Hier helpt
slechts n ding: verhuizen naar de
Zuidpool of de Sahara. En dan klinkt
daar, plotseling uit een igloo of rieten
hut: Goeden middag, dames en hee
ren, hier volgt onze speciale uitzending
voor landgenooten in den vreemde. Wij
openen met den ouden en vertrouwdi n
Voetbal-marsch !"
Neen, er is geen re-nedie tegen. Want
radio za. er zelf - nog in den hemel zijn!
Film
De vrouw, die hij begeerde
ALS in een filmtitel het woord
begeeren" voorkomt, weest U
dan maar overtuigd, dat in de film iets
onoirbaars voorkomt en dat óf de
begeerde vrouw óf de begeerende man
wettelijk niet meer vrij" zijn. In deze
film daet zich de laatste omstandigheid
voor, want Cary Grant is getrouwd met
Kay Francis en begeert Carole Lom
bard, wat iedereen zal kunnen begrij
pen die de booze natuur van Kay kent.
Kay is met Cary getrouwd om zijn geld
en om dat van zijn vader, i ts wat de
buitenwereld niet, maar haar man,
de eenige, die het niet had mogen weten
wél weet. Kay wil dientengevolge geen
scheiding, wat de gelieven in moeilijke,
vaak blameerende situaties brengt,
maar uiteindelijk verraadt zij haar
ware natuur ook voor de buitenwereld,
althans voor haar schoonouders,
zoodat niets een scheiding meer in den
weg staat.
In deze nieuwe behandeling van een
oud driehoek ;geval is de vroegere
vamp" Carole Lombard een liefheb
bende weduwe-met-kind, terwijl de
lijdende Kay Francis omgebouwd werd
tot een demonische vrouw-zonder-hart,
wat in de filmwereld zoowat neerkomt
op een Umwertung aller Werte".
Niettemin een boeiend en ge/ar.ë;rd
drama.
Cabaret
De Nelsons in La Gait
ER zijn in Amsterdam weer de
aangenaamste uren te passeeren in
,,La Giité". Er schijnt bij < nke'.en een
zekere schroom te bespeuren te zijn,
dit iet of wat wereldsche lokaal te be
treden. Deze schroom is echter vol
strekt niet te verdedigen als de Nelsons
er optreden. Want daarin schuilt niet
meer wereldschheid, dan met alle
eischen van paedagogie en moraal in
overeenstemming te brengen is. Daar
leeft een verfijnde cabaretkunst, licht
van toets, fijnzinnig van geest, be
schaafd van toon, liefelijk van kleur en
van de hoogere orde, die wij gezellig"
noemen. Er leeft daar een wereldje
van cabaret-cultuur, met de zeer melo
dieuze muziek van Nelson-père en de
zinvolle en luchtige teksten van
Nelsonfils, voorgedragen door het heele
geztlschapje van elegante, geestige vrou
wen en geestige, vroolijke mannen.
Entree betaalt ge niet, het is verwerkt
in den prijs van uw glaasje bier of
kopje koffie. Dansen kunt ge er, doch
behoeft ge niet. En als ge er om half
tien zijt, staat ge om twaalf uur, nog
nalachend en tevreden, weer op het
stoepje van de Reguliers Breestraat.
Dus een uithuizigheid par excellence.
VRIEND, DE THUISZITTER
over: EIGENWIJSHEID
De meeste menschen", aldus mijn vriend, de Thuiszitter, en hij nam
een bonbon van een porceleinen schaaltje, ,,de meeste menschen zijn eigen
wijs. Maar eigenlijk moest het heeten: eigenc'ó.n. Want met wijsheid heeft
het niets te maken. Dat is het soort menschen, dat net doet, alsof het van
alles afweet. Dat zijn bijvoorbeeld vleeschhouwers, die meespreken over
schilderkunst, muziek, film, tooneel, politiek en je kunt het zoo gek niet
noemen, of ze weten het beter dan alle anderen; of het zijn huisschilders
die van alle gebieden van het menschelijke denken en doen verstand
hebben. En ga zoo maar door. En merken zulke menschen eens een keer,
dat ze het mis hebben gehad, dan ligt dat niet aan hen, maar aan de
omstandigheden, die onbekwaam blijken te zijn. De groote fout van deze
wereld", aldus mijn vriend, en het zesde bonbonnetie verdween, is, dat
zulke menschen te veel te zeggen hebben. Want omdat ze het in wezen
niet weten, moeten ze hard schreeuwen en brutaal zijn om toch nog aan
gehoord te worden. En omdat de brutalen nog altijd gelijk hebben, geven
zij den toon aan."
Dat is zoo", zei ik, terwijl mijn vriend nieuwe bonbons op het schaaltje
deed. Maar wat zouden we er aan kunnen doen?"
Dat is het juist", zei mijn vriend. Er is niets aan te doen. Het eenige
is, dat de anderen ook gaan schreeuwen en ook brutaal worden. Maar dan
is er geen verschil meer tusschen de verstandigen en de eigenwijzen en
zijn we nog even ver. Nee, het eenige is, dat men niemand moet gelooven
en naar niemand moet luisteren, Dan krijgen de schreeuwers tenminste
ook geen kans."
Goed", zei ik uitstekend. Maar dan luister ik in het vervolg ook niet
meer naar jou l"
,,Hè, hè!" zei mijn vriend, dat had je allang niet meer moeten doen.
Het is de eerste verstandige idee van je sinds jaren. Jammer alleen, dat
die nu weer van mij moest komen ! Want naar mij wou ,e immers niet
meer luisteren?"
?
Tentoonstellingen
Kees van Dongen bij Buffa
VROEGER, lang voor Kees van
Dongen nog niet de groote Kees
Van Dongen was, maar nog, los van
elkaar, Kees Van Dongen, heeft hij
reeds geteekend en geschilderd; Buffa
heeft nu die vroege en vroegste
teekeningen, samen met eenige laatste
werken, in zijn Kunstzalen opgehan
gen. En als je eenige moeite hebt gehad
met den grooten, beroemden Van
Dongen in contact te komen, dan is er
nu een goede gelegenheid met den
onbekenden jeugdigen Van Dongen,
kennis te maken. Mij viel dat veel
makkelijker. Het is nog zoo veel
dichter bij huis. Een schilder die door
het duister van burgerbuurten van
Rotterdam dwaalt en daar geniet
van een kleurig vlaggetje door een
caferuit of van de schetterende vrolijk
heid van een pierement.
De ellende van sombere Parijsche
straten, een verkommerde vrouw bij
de Hallen zijn toch nog eenvoudiger
en begrijpelijker van sentiment, dan
het hoofsche portret van Burgemeester
de Vlugt en de vluchtige teekeningen
van vrouwenkoppen die hier ook
hangen.
Als je begint te kijken bij Buffa
zie je twee Van Dongens; en als je
weggaat en het is je bevallen is het er
n geworden. En hij is je er te liever
om.
Wintersport
A MSTERDAM met zijn vele
grach/"\ ten is in zijn hartje, in het hartje
van den winter, een centrum van
schaatsenrijdersvermaak geworden. Op
de bruggen staan, voor zoover de
koude het toelaat, de haastige voorbij
gangers even stil om te genieten van
de krabbelende, krassende, schuiven
de, zwaaiend zwierende menigte: ach
ter stoelen stuntelende kinderen, blo
zende meisjes en ernstige zakenlieden
op de schaats. Tusschen de wal en
het ijs zijn overal loopplanken gelegd
op het ijs staankisten en niet meer zoo
nieuwe stoelen, belangeloos beschik
baar gesteld door buurtbewoners. In
de wakken staan als waarschuwing
signalen afgedankte kerstboomen. De
baanvegers oefenen hun
geimproviseerd beroep uit met het principe
dat n cent het begin van het millioen
is. Om millionair te worden vriest het
echter nooit lang genoeg.
Hier en daar rijdt men onder de
bruggen door; als de vorst mooi aan
houdt zal men, zonder Bergman, rond
ritten door de stad kunnen maken en
de straten en pleinen links laten liggen.
Was DE GROENE
juist uitverkocht
toen U er naar vroeg?
EEN GOEDE RAAD
neem EEN ABONNEMENT !
Meneer Adelbert treft voorbereidingen voor zijn zeereis
PAG. H DE GROENE No. 32*7