Historisch Archief 1877-1940
?J.V
tand in het Verre Oosten?
'Japan streeft naar consolideering
"veroveringen
' de Jangtse tusschen Sjanghai en Nanking wellicht
spoedig heropend zou worden voor de
buitenlandsche vrachtvaart. Duidelijk lokaas voor de
komende onderhandelingen!
Immers, 26 Januari a.s. loopt het
JapanschAmerikaansche handelsverdrag af.
Wat dan?
Japan importeert uit de Vereenigde Staten meer
dan twee maal zooveel als het er heen exporteert.
Gematigdheid, althans in schijn, is geboden !
In den greep van den economischen nood
Aanvankelijk heeft Japan in de Vereenigde Staten
een aanzienlijk deel gekocht van het wapentuig
waarmee het de Chineesche boeren van huis en
hof verjoeg. Daarin is echter sinds anderhalf jaar
een radicale wijziging gekomen. Van Juli 1938 af
zijn geen licenties meer gegeven ten behoeve van
den export van Amerikaansche vliegtuigen en
vliegtuig-onderdeelen naar Japan. Het nieuwe
China echter, kreeg een leening van 25 millioen
ten behoeve van den aankoop van vrachtauto's.
Het nieuwe China heeft aan wapenen in engeren
zin tusschen Juli 1937 en Juli 1939 anderhalf maal
zooveel uit de Vereenigde Staten ontvangen dan
Japan. Sinds begin 1939 is geen Amerikaansche
bommenwerper, machinegeweer, granaat of pantser
plaat naar Japan verkocht.
Dat wil niet zeggen dat de Vereenigde Staten
alles gedaan hebben wat zij konden doen om
Japans agressie te remmen. Immers zij hebben
?Japan wél grondstoffen en machines geleverd die
bij de productie-in-eigen-land van wapsntuig be
trokken waren.
En dat is Japan's groote angst: dat Washington
den Japanschen invoer uit de Vereenigde Staten
nog verder bemoeilijken zal. Een complete boycott
is onwaarschijnlijk. Maar, zooals de bekende publi
cist over het Verre Oosten, Kurt Bloch, kort ge
leden nog in Pacific Affairs opmerkte: de V.S.
kunnen Japan'de meest-begunstiging onthouden;
e zij kunnen de verkapte Japansche dumping (dum
ping door middel van export-premies) tegengaan;
zij kunnen bij voorbeeld de ruwe zijde die Japan
in ontzaglijke hoeveelheden naar kousendragend
Amerika exporteert, zwaar belasten. >*4
En deze maatregelen waartoe Washington bij
de straks wellicht geopende onderhandelingen over
het nieuwe handelsverdrag kan besluiten, zouden
Japan des te zwaarder treffen omdat het, mér nog
dan vroeger, op economische samenwerking {met
het grondstoffen-rijke Amerika is aangewezen.
De Europeesche oorlog heeft Japan's economi
sche nooden verscherpt. .T"
p Duitschland leverde in 1939 n-zestiende van
den Japanschen import, in hoofdzaak bestaande
uit machine's, metaalproducten en chemicaliën.
De Britsche blokkade belemmert dezen export in
hooge mate (transport via Siberiëis echter moge- '
lijk). De loodertsen uit Canada, Britsch-Indiëen
Australië, het tin uit Malakka, de aluminium-ertsen
uit Canada, de zinkertsen uit Canada en Australië,
Australische wol grondstoffen die Japan
broodnoodig had, zij worden thans door Londen
opgekocht. Tokio moet naar andere markten omzien.
Dat beteekent niet dat Japan in economisch op
zicht reddeloos verloren is. Het produceert vol
doende levensmiddelen; een zware industrie is sinds
1929 opgebouwd, veelal met buitenlandsche hulp
: (er is een geval bekend waarin een Amerikaansche
werktuigenfabriek met machines, arbeiders en al
>" naar Japan is overgeplaatst). Japan vervaardigt
zijn eigen schepen en vliegtuigen, voor negen-tiende
zijn eigen machines en instrumenten. Desondanks
nijpt de economische nood, met name het tekort
.- aan zekere grondstoffen. In 1942 zal Japan inclusief
China en Mandsjoekwo autark zijn wat betreft de
voorziening in ijzer en staal, steenkool, lichte
meta. . len, zink, soda, hout, spoorwegmateriaal, auto's en
. k schepen. Echter: op papier ! Het kan wel eens 1952
worden voor het zoover is....
Tot dan is Japan op het buitenland aangewezen,
i i.c. op het Britsche Rijk en de Vereenigde Staten.
Dat legt de regeering de plicht op, zich in de politiek
voorloopig van roekeloosheden te onthouden, temeer
; omdat de stemming onder de Japansche bevolking
minder berustend is dan weleer. De oorlog in China
'. moet zoo mogelijk opgeschort worden. Hij was te
vraatzuchtig: Japan kon de laatste jaren zijn vloot
f ' niet e«n» uitbreiden l
, . Ook daarom worden thans uit Tokio gematigder
. PAG. S DE GROENE No. 3»7
klanken vernomen. Japan moet zich eenige rust
gunnen. Of het een blijvende rust zal zijn, staat
echter te bezien. De imperialistische gezindheid blijft
immers bestaan.
Reculer pour mieux sauter"?
In deze omstandigheden is de vraag gerechtvaar
digd of de terughoudendheid die de Japansche poli
tiek zich thans oplegt, niet de beste zoo niet de
eenige tactiek is die zij kan volgen. Met name in
Amerika vreezen velen dat in beginsel aan het
Japansche expansiestreven niets verandert. Het is
een bestand dat gesloten wordt, geen vrede. Japan
spaart zijn krachten: reculer pour mieux sauter.
Het definitieve antwoord op de genoemde vraag
kan slechts de toekomst geven. Intusschen lijkt het
schrijver dezes voorshands weinig waarschijnlijk
dat de mogendheden die belangen hebben in en bij
den Stillen Oceaan, oprecht vertrouwen i n Japans
bedoelingen kunnen koesteren zoolang generaals
en admiraals in Tokio de lakens uitdeelen. Trouwens,
Londen en Parijs bewaren een gepaste reserve. Zij
schijnen niet van zins te zijn, voetstoots van hun
invloed in het Pacific-gebied afstand te doen. Om
die reden blijft ook het grootste gedeelte van de
militaire krachten waarover met name Engeland
rond den Indischen Oceaan beschikt, aldaar gesta
tioneerd. Japan wordt bewaakt. De Vereenigde Sta
ten breiden met datzelfde doel vloot- en luchtmacht
gestadig uit.
Aan den anderen kant prikkelen de Geallieerden
Japan zoo weinig mogelijk. Engeland steunt de
Chineesche valuta niet langer, en de censuur heeft
reeds op 8 October een mededeeling doorgelaten uit
Londen.die behelsde dat de Fransche regeering Tsjang
kai-Tsjek zou hebben aangeraden, vrede te sluiten
op de voordeeligste voorwaarden die hij kon
krijgen. Eveneens heeft de Britsche gezant in
China dezer dagen nog eens de verre en gevaarlijke
reis naar Tsjoengking ondernomen teneinde met
Tsjang-kai-Tsjek te confereeren. Algemeen heeft
men aangenomen, dat ook hij heeft aangeraden, de
politieke ontwikkeling niet op de spits te drijven.
Of de maarschalk deze en dergelijke vriendelijke
raadgevingen zal accepteeren, is nog niet geheel
zeker. Men hoort niet veel uit Tsjceigking. Zooveel
is echter wel bekend, dat ook hij met groote moeilijk
heden van economischen en politieken aard te
kampen heeft- De opbouw van een nieuwe industrie
in de aan grondstoffen rijke maar aan communica
tie-lijnen arme Westelijke Chineesche provincies,
vergt zijn volle aandacht. Op het terrein der politiek
voelt hij zich onzeker. Moskou heeft hem steun ver.
leend omdat zij beiden een gemeenschappelijken
vijand hebben: Japan. Maar wat, als Moskou het
met het oog op de verwikkelingen in Europa raad
zaam oordeelt, een niet-aanvalsverdrag met Japan
te sluiten ? Dan is het mogelijk dat Tsjang-kai-Tsjek
den haast onontbeerlijken Russischen steun verliest.
Sterker: dan is het mogelijk dat de communisten
die met hem nog een uit 1927 dateerende rekening
te vereffenen hebben, hem moeilijkheden gaan be
reiden, door bij voorbeeld de belangrijke Chineesche
randgebieden die door hun legers zijn bezet, aan zijn
machtsbereik te onttrekken. De verstandhouding
tusschen Moskou en Tsjcengking wordt er niet beter
op, den laatsten tijd. Weliswaar heeft de Chineesche
vertegenwoordiger te Genève zich onthouden van
stemming toen de Sowjet-Unie uit den Volkenbond
werd gestooten, maar de Central China Daily
TVêH's, het orgaan van de Kwomintang, en de .Sao
Tang Pao, het orgaan van het Chineesche leger
hebben de Russische houding tegenover Finland
ronduit als agressie betiteld.
En zoo zijn op het oogenblik in het Verre Oosten
vele politieke bindingen verzwakt of verdwenen.
Er heerscht politieke onzekerheid. De volgende
jaren zullen aantoonen wat van Japans eerzuchtige
plannen terecht komt. Maar ter verhoeding van
ongegrond optimisme kan het goed zijn er op te
wijzen dat op 9 November j.l. een nieuw-opgericht
Japansch Zuidzee-Instituut een campagne is be
gonnen ten bate van de uitbreiding van Japans
macht in Zuidelijke richting.
Daarbij werden met name genoemd: Birma,
IndoChina en Nederlandsch-Oost-Indië. L. DE JONG
f |Blj DE FOTO'S ^
;: Wat Japan van China's fabrieken over/oot.... l
: Als de aanvaller'^verdwenen is...'. 1 !
l Rechts:
' Onder