Historisch Archief 1877-1940
KANTTEEKENINGEN
Ir ?
WDe Geallieerden zetten door
De Duitsche pers heeft in de afgeloopen maanden
menigmaal den indruk pogen te wekken, als zou
Frankrijk den strijd niet van ganscher harte voeren,
sterker: als zou in Frankrijk zelf het gevoel bestaan
dat het land door Engeland op sleeptouw wordt
genomen. Van andere zijden is den laatsten tijd
menigmaal de verzuchting geslaakt dat het beter
ware dat Europa den broederstrijd" opgaf om
in stee daarvan tezamen en in vereeniging tegen
de Sowj ;t-Unie op te trekken. In Amerika hebben
reeds velen, w. o. de heeren Hoover en Lindbergh
dat denkbeeld bepleit.
Ook in Nederland gaan dergelijke stemmen op.
De noodzakelijkheid van overleg en samenwerking
dringt zich op, meer dan ooit, nu een gemeen
schappelijk gevaar, het bolsjewisme, zijn waren
aard opnieuw toont, nu het meent in een uitgeput
Europa weldra een grijpbaren prooi te zullen vinden.
Voor een vrede, gebouwd op billijkheid en verstand,
zou de bodem thans inderdaad vruchtbaarder
kunnen blijken dan tevoren." Aldus lazen wij in het
Algemeen Handelsblad" van vorige week Donder
dagavond.
Het hierbij aangesneden onderwerp draagt vele
aspecten. Slechts een enkele kantteekening kunnen
wij er hieraan wijden. De vraag waarop 't aankomt,
is (naar het ons voorkomt) deze: zal Duitschland,
wanneer thans de oorlog beëindigd zou worden,
afzien van zijn voornemen, anderen staten in Europa
een levensvorm op te leggen die niet de hunne is?
Geen twijfel dat men het in Berlijn als een over
winning van de eerste grootte zou beschouwen,
wanneer thans Parijs en Londen het bijltje er bij
neer legden. Het is al heel weinig waarschijnlijk
dat dan plotseling vrede en vertrouwen zouden
terugkeeren.
Aan de zijde der Geallieerden is dan ook niets
te bemerken van angst of aarzeling. Oorlogshande
lingen van eenig gewicht bleven ook in de afge
loopen week uit. De winter is weinig geschikt
voor groote operaties, althans: in lente, zomer en
herfst gaat het gemakkelijker. Het eenige wat de
Geallieerden dan kunnen doen, is: er op hameren
dat zij den oorlog tot het einde zullen voortzetten.
Chamberlain heeft dat deze week wederom gedaan
in zijn jaarlijksche rede in Mansi n House".
Merkwaardig was dat hij zeide dat, wanneer de
oorlog tot een goed einde was gebracht, de reeds
bestaande economische samenwerking tusschen
Frankrijk en Engeland wellicht tot andere naties in
Europa, wellicht ook tot de geheele wereld uitge
breid zou kunnen worden. Een dergelijke uiting is
intusschen wel uitermate vaag. Wat er met
Duitschlaad moest gebeuren, stipte Chamberlain nauwelijks
aan. Hatias echter meldde dat Frankrijk het eens
was met Chamberlain's woorden (die niet in den
Nederlandschen tekst stonden....) dat er slechts
vrede gesloten zou worden wanneer Duitschland
werkelijke waarborgen" zou geven.
Men mag hopen dat zulks niet beteekent dat men
Duitschland in stukken wil hakk;n. Dit dwaze
en misdadige plan vindt in reactionaire Fransche
kringen nogal wat aanhangers, de laatste maanden.
Intusschen gaat de oorlog verder.
Het aftreden van Hore Belisha
Geheel onverwacht voor het Engelsche publiek is,
einde vorige week, Leslie Hore Belisha, de minister
van oorlog, afgetreden tezamen met den minister
voor inlichtingen, lord Macmillan. Deze is door
den vroegeren directeur van de B.B.C., Sir John
Reith, gene door Oliver Stanley, daarvóór minister
van handel, vervangen.
Het ontslag van Hore Belisha heeft ontsteltenis
gewekt. Waarom moest een minister verdwijnen
die bewezen had, groote organisatorische capaci
teiten te bezitten? Het publiek haakte naar inlich
tingen. Vele bladen uitten groote ongerustheid. De
inlichtingen echter, zijn niet gekomen. Men tast
omtrent dit ontslag in het duister.
Het waarschijnlijkste is dat er conflicten zijn
ontstaan tusschen den minister en de hoogere leger
leiding. De hoogere legerleiding kon, naar het scheen,
minder goed met Hore Belisha opschieten. Deze
had veel gedaan voor de democratiseering van het
leger. De generaals hebben hem dat wellicht nooit
vergeven, en nu hun macht door den oorlog is
gestegen,zagen zij hun kans schoon. Het is mogelijk
dat er ook zuiver technische geschilpunten tusschen
den minister en zijn medewerkers zijn ontstaan.
Hoe het ook zij, ondanks het vele dat reeds van dit
ontslag is gezegd: wat er werkelijk achter steekt, weet
men niet. Voor het zoover is, moet de oorlog
eerst afgeloopen zijn.
Italiaansche belangstelling
Het wordt van dag tot dag duidelijker dat
Mussolini zich onbehagelijk gaat voelen door de mogelijk
heid van een Russische actie op den Balkan, een mo
gelijkheid, die volgens bevoegde beoordeelaars ter
plaatse reeds een waarschijnlijkheid genoemd moet
worden. De Duce is vooral bevreesd voor Roemenië.
Koning Carol heeft weliswaar in een redevoering,
af geste k'n te Kisjinew, gewezen op het
Roemeensche karakter van Bessarabiëhet landsdeel
dat de Sowjet-Unie begeert , maar of men te
Moskou v e! respect zal hebben voor deze opvatting,
staat nog te bezien.
Ware de Sowjet-Unie de eenig mogelijke vijand
van Roemenië, dan zou de zaak eenvoudiger zijn.
In feite echter zit Boelgarijëte stoken in den rug
van Boekarest, en eischt Hongarije Zevenburgen
terug. Zuid-Slaviëgedraagt zich opmerkelijk
kalm, den laatsten tijd. De bedoeling van Itali
is nu, een verzoening tusschen Roemeniëen althans
Hongarije, wellicht ook Boelgarijëtot stand te
brengen. Daartoe hebben Ciano en Csaky, de
Hongaarsche minister van buitenlandsche zaken,
uitvoerig te Venetiëgeconfereerd in het afgeloopen
weekend. Welk resultaat deze besprekingen hebben
gehad, is op het oogenblik nog onbekend. Nieuw
overleg zou nog volgen. Velen veronderstellen echter
reeds dat Rome op Roemeniëaandrang zou uit
oefenen om Boelgarijëen Hongarije te geven wat
zij begeeren. De moeilijkheid is echter, dat Zeven
burgen waarop Hongarije aanspraak maakt, een
in hoofdzaak door Roemenen bewoond gebied is,
die door een ring van Hongaren van de rest van
Roemeniëzijn afgesneden. Een staatkundige orde
ning op ethnografischen grondslag is in
Zuid-OostEuropa volslagen onmogelijk.
Zou Roemeniëde Roemenen van Zevenburgen
willen laten schieten? Dat is weinig waarschijnlijk.
Trouwens, zou de Sowjet-Unie een beter bewijs
kunnen verlangen van Roemenië's angst dan een
regeling waarbij Hongarije, wellicht ook Boelgarij
krijgen wat zij wenschen? Zou niet juist dan
het Roode Leger doorzetten?
De situatie wordt dus wel heel gecompliceerd,
langzamerhand. Want hier is ook nog n factor
buiten beschouwing gelaten: Turkije. Ook Turkije
vreest Rusland's oprukken op den Balkan, en het
schijnt dat de Boelgaren, zouden zij Roemeni
aanvallen, op hun beurt in den rug aangevallen
zouden worden door Turkije. Brandstof genoeg
op den Balkan ! Intusschen weet men niet of de
Turksche militaire kracht niet sterk geleden heeft
onder de verwoestende aardbeving die reeds veertig
duizend slachtoffers heeft geëischt en die de regee
ring noopt, voorloopig alle aandacht te wijden aan
den heropbouw van de verwoeste districten.
De rest van het jaar zal ons leeren wat er in den
heksenketel van Zuid-Oost-Europa gebrouwen
wordt. Weinigen slechts, verwachten dat het er
rustig zal blijven.
Finsche successen
De Finnen hebben in de afgeloopeji week weer
eenige groote successen behaald. Wederom is een
Russische divisie, die zich na onvoldoende voor
bereiding te ver vooruit had gewaagd, omsingeld
en in de pan gehakt. De Finsche troepen ver
plaatsen zich snel en effectief en zij bezetten de
Russische verbindingslijnen, en dan doet de koude
in vele gevallen de rest. Van leeftcchtversteken,
komen de soldaten van het Roode leger om.
In het uiterste Noorden konden de Finnen eenige
tegenaanvallen ondernemen. De Russen hebben
echter nog steeds Petsamo in hun bezit. In het
Zuiden schoten de Russen niet verder op. Ten
Noorden van het Ladoga-meer konden zij geen
vorderingen meer maken.
Summa summarum: het schijnt een slechte week
voor het Roode leger te zijn geweest. Zekerheid
daaromtrent hebben wij echter niet. Want de be
richtgeving over den Finschen oorlog is menigmaal
uiterst onbetrouwbaar. Havas meldt den eenen dag
dat het Russische oorlogsmateriaal niets waard is,
en den volgenden dat de Finnen de overwinning
hebben behaald dank zij de wapenen die zij op de
Russen hebben buitgemaakt.
Het valt echter niet te ontkennen dat treffende
Russische successen uitgebleven zijn. De oorzaak
daarvan is, naar het ons voorkomt, het gebrek aan
goede verbindingslijnen achter het Russische front.
Daardoor kunnen de Russen van hun numerieke
overmacht geen gebruik maken. Slechts door betere
verbindingslijnen kan dit veranderen, maar die aan
te leggen is geen werk van dagen. Trouwens, daar
voor moet eerst de koude zijn geweken. Houden
de Finnen het tot zoolang uit, dan zullen zij het in
den zomer kwaad te verduren krijgen. Dan is
wellicht ook hun leger oververmoeid. Hulp is dan
ook dringend noodzakelijk, zoowel in manschappen
als in materiaal. De V.S. hebben steun toegezegd.
Chamberlain verklaarde in zijn bovengenoemde
redevoering dat ook de Geallië;rden Finland hulp
zouden bieden. Men moet afwachten wat van deze
beloften terecht komt.
LIT DE GROEXE GRABBELTOX
UN VIN EXCELLENT
kruq brul
DE heer P. C. Labrijn, redacteur van Allen
Weerbaar, het maandelijksche bijvoegsel van
de Vereeniging Volksweerbaarheid" bij het tijd
schrift Ons Leger", uit in het jongste nummer
zijn verontwaardiging over enkele uitingen van
Nederlanders, die van merkbare sympathie voor
de Geallieerden getuigen. Daaronder valt o.a. een
redevoering van mr. G. H. Slotemaker de Bruine,
die tijdens een N.C.S.V.-conferentie zeide dat
Frankrijk en Engeland strijden voor datgene wat
de kerk van de samenleving vraagt". De heer
Labrijn:
\Va?rlijk, wij staan even verbijsterd over
zóóverl blirdheid voor de nK.terieële motieven, welke
Groot-Brittanniëten oorlog drijven, gespeend als zij
blijven van recht en ideaal. Of was hit recht d .t
het verdrag van Versailles uit het Duitsche lichaam
Danzig en den Corridor losscheurde?
Enkele vragen die de heer Labrijn, voorzoover
wij weten, nog nimmer heeft gesteld: was het
recht dat Tsjechoslowakije overweldigd is? Was
het recht dat Polen werd vertrapt?
De heer Labrijn is overigens de eenige niet die
door het herinneren aan het aan Duitschland
toegevoegde onrecht (waartegen uit deze rechtscbe
kringen in het algemeen indertijd slechts zwak
is geprotesteerd!) het huidige optreden van het
Derde Rijk in wezen niet slechts verklaren" wil
maar ook rechtvaardigen.
Op grond van zijn verwijzing naar de materieele
motieven, welke Groot- Brittanniëten oorlog drij
ven" zij de heer Labrijn tenslotte gaarne bij de
gesmade school der historisch-materialisten in
gedeeld.
ALS het waar is, dat een goed begin het halve
werk is, dan zullen de opvolgers van het ter
ziele gegane maandblad Werk" nog heel wat te
stellen hebben, na het begin dat zij maakten om
deze mislukking te vervangen door Criterium",
een nieuw maandblad voor kunst. Het komt te
staan onder redactie van de heeren Ed. Hoornik,
Cola Debrot en Han Hoekstra, dewelken de ver
klaring hebben afgelegd, dat zij er zich voor zullen
hoeden slaaf te worden van de Verlichting, ander
zijds zich niet willen laten overheerschen door een
averechtsche romantiek." Dit ietwat raadsel
achtig voornemen schijnt intusschen niet in strijd
te willen komen met het gewone menschenverstand,
want de verklaring vervolgt meteen: Het gezonde
verstand waarvan zij gaarne gebruik maken, zal
voor hen middel, en nimmer doel zijn."
Toch prettig dat men zichzelf zooveel gaarne"
gebruikt gezond verstand" toekent!
HET jongste nummer van ,,De Sowjet-Unie".,
maandblad gewijd aan de ontwikkeling van
de politiek, de economie en de cultuur der U. d.
S.S.R.", bevat een artikel over het Finsch-Russisch
conflict inclusief voorgeschiedenis. Het spreekt
vanzelf dat bij deze voorgeschiedenis breedvoerig
Restaurant DORRIUS
N.Z. Voorburgwal b.h. Spui, Amsterdam
PLATS DU JOUR EN A LA C ART E
PAG. 6 DE GROENE No. 3U7