Historisch Archief 1877-1940
spiegelingen over net Tooneel
'n Familie in Nazareth"
Jeanne van Schaik-Willing
Centraal Tooneel
Familie in Nazareth" zou men kunnen
noemen een wederopstanding van de bekers
drank, de bordjes pap, de beddelakens, bakerpraat
en burenruzies, die we in den loop van tweeduizend
jaar gelukkig uit het evangelie waren kwijt geraakt.
Terwijl het in het algemeen-het streven des kunste
naars is de verschijnselen te ontdoen van de
bijkomstigheden, ging het Amerikaansche schrijvende
echtpaar Leonore Coffee en William Joyce Cowen
op zoek naar verloren wissewasjes om de eeuwige
legende een frissche, huiselijke kleur te verleenen
en haar daardoor dichter naar ons toe te halen. In
plaats van dankbaar te zijn voor het feit dat er nog
verhalen bestaan, waarvan het slib des dagelijkschen
levens verpulverde, togen zij er met stoffer en blik
op uit om het stuifsel te verzamelen en over het
bekende verhaal heen te strooien. Zij bereikten
ermee dat het bijbelverhaal gebanaliseerd werd.
Wat overbleef, was het lief en leed van een groot,
roerig gezin, (volgens de opvatting van Marcus
6: i?4) waarin botsingen niet te vermijden zijn
omdat er een zoon uit voortkwam, die door zijn
revolutionaire gedachten uit het kader valt, terwijl
er nog een tweede zoon aanwezig is met denzelfden
radicalen inslag, missend echter de genialiteit van
den oudsten. En aan het hoofd van dit gezin schaltet
und waltet Maria, bedisselend, redderend, sussend
waar ruzies te beslechten zijn, vergoelijkend, koes
terend, met in haar hart een nooit gebluschte liefde
voor den oudste die het nest verliet om zijn roe
ping te volgen, een nooit aflatend vertrouwen in de
waarde van dien weldra door volk en overheid ver
guisden Jezus.
Voorzoover de natuurlijke moederliefde zelf niet
verheven is, mist deze Maria eiken goddelijken
glans. Ze is moedig en lief en sympathiek en heeft
het moeilijk, zooals elke moeder van een bijzonder
zoon, het zij van een verguisden dichter, een mis
kend uitvinder, een politiek strijder die in het con
centratiekamp raakt. Ze is niet te onderscheiden
van de vele vrouwen, die we dagelijks ontmoeten,
over wie we lezen. Maar de bijzondere zielskwali
teiten die we Maria toedichten, deze gedurende
tweeduizend jaar verzadigde droom van zuiverheid,
daarvan bezit ze niets, zoomin als deze Jezusfiguur,
die niet ten tooneele verschijnt, maar waar
van voortdurend sprake is, iets van de grootte
was kenteekenend. Professor", vroeg hij mij,
wat dunkt U van de naaste politieke toekomst,
die Europa te wachten staat?" Minder niet!
Mijn antwoord nochtans kwam even prompt als
de vraag verbijsterend was geweest. Daarop",
zoo luidde het, ,,heb ik geen kijk, hoegenaamd."
En trouwens", dus liet ik daarna volgen, als
morgen, bij zijn wakker worden, Lloyd George zich
de vraag stelt, hoe het, bij zijn naar bed gaan er in
?Europa zal uitzien ? kan hij dan op zijne eigene
vraag bescheid doen met meer redenen van weten
schap, dan ik op de Uwe?" Mijn nieuwe bekende
bleek het daarmede aandoenlijk ns. Althans zijn
wederwoord klonk verrassend. Hier hebt Ge het:
Daar kondt Ge wel eens gelijk in hebben", zei hij,
want een paar dagen geleden werd mij in juist
denzelfden geest bescheid gedaan op juist dezelfde
vraag door niemand minder dan Lloyd George in
persoon."
Ik heb een ander noodig gehad om je voor te
redeneeren, waarom ik je maar vergeef. Kort en
goed: zeker in dezen tijd heb ik liever vrienden
dan vijanden. Wees dus van mijn hernieuwde
oprechte vriendschap overtuigd.
Want nu nog tenslotte wat anders ! Vond je het
niet merkwaardig, een Nederlandsch geleerde te
hooren spreken over ervaringen in Finland opge
daan? Het zijn werkelijk niet zoo velen der
onzen, die dat land hebben bereisd. Toch was dat
reizen in dat geval zeker niet zonder grond. Want
wie zich hier te lande niet alleen afvraagt: Wat
kan er voor de Finnen gedaan worden", maar
misschien ook eens het antwoord wil weten op
die andere vraag: Heeft Nederland wel eens wat
voor Finland gedaan?", dien kan een kort, maar
bondig antwoord gegeven worden, luidende: van
der Vlugt". En dat was nu juist de naam van
dengene, dien ik hierboven aan het woord liet.
Waarom dit antwoord juist is, zal ik een ander
maal trachten te motiveeren. Inmiddels blijf ik
je
NICOLAAS C.
en verhevenheid bezit, die wij er van eischen.
Dat de opvattingen van Leonore Coffee en William
Cowen wel bijzonder ver de vrijzinnige kant uitgaan,
soit, het is het goed recht der schrijvers, hun
eigen opvatting te vertolken. Maar indien we er in
béVusten de verbeelding van de Christusgestalte
en van Maria in mystieken zin en met goddelijke
glorie te moeten missen, dan mogen we toch, nu
het deze materie geldt, als minste eisch stellen, dat
Jezus en Maria interessant zijn en ook dat zijn deze
figuren in geen enkel opzicht. Deze Jezus en Maria,
voortdurend onzichtbaar en zichtbaar ten tooneele
aanwezig, hebben kinderbijbelproporties. Ze zijn
niet kinderlijk zooals sommige oude Marialiedjes
kinderlijk vroom en daardoor ontroerend kunnen
zijn, maar ze zijn wat kinderachtig door opper
vlakkigheid. Het is het bijbelverhaal, zooals een
wat simplistische geest, die nochtans de intuïtie
van het kind verloor, het heeft begrepen.
Men vertelde mij, dat dit stuk in Amerika een
ongehoord succes heeft gehad, wat niet zoo verwon
derlijk is. Den gemiddelden Amerikaan ligt deze
huiselijke omgang met zijn bijbelsche geschiedenis
wel en bovendien mag niet worden verheeld, dat
het stuk, afgescheiden van de bezwaren die we tegen
het niveau koesteren, aardig geschreven is. Vergeet
welke gestalten hier worden verbeeld, geef den
personen andere, willekeurige namen en wat we
overhouden is een niet onverdienstelijke
famtl.'ehistorie, die een titel als de moeder" met eere
zou dragen. Werden we niet tijdens de voorstelling
telkens geschokt door namen als Judas Iskarioth",
door kreten als: Kruisig hem", door een
mise-enscène ontleend aan het Laatste Avondmaal" van
Da Vinci, allemaal beelden, die we niet gaarne langs
den personeelsingang toegang wenschen te ver
leenen tot ons gemoed, dan zouden we met mate
geboeid zijn door deze zeer verzorgde, goed ge
speelde en geregisseerde voorstelling van het Cen
traal Tooneel.
VOORAL werden we gegrepen door Tilly Lus als
Maria. In mijn herinnering had deze actrice vroe
ger iets limpides, iets van een parel. Een zacht glan
zende fijne sfeer hing om haar figuurtje, dat zweefde
tusschen droom en innigheid. Deze parelmoerige
lieftalligheid der jeugd is nu verdonkerd. Het ijle
der gestalte heeft zich geconsolideerd tot een be
zorgde en tegelijk zorgelijke moederlijkheid. Deze
moeder van Tilly Lus is een vrouw, die vroeger vaak
het woord: Waarom?" moet gepreveld hebben.
De Nazareensche familie rond den disch
Dit is een moeder, die veel: stil nu maar, stil nu
maar" zal zeggen en dan iemand krampachtig in
de armen sluit. Het is niet de fiere, de gelukkige, de
triomfante moeder, maar de door een groote
teederheid gebroken vrouw, die deze pijn voor haar naas
ten verbergt en daardoor een goede troosteres is
geworden. Deze lijdende moeder, die het masker
van het leed ook in de momenten van geluk be
houdt, was een zeer schoone creatie van Tilly Lus,
hoewel, tengevolge van de armoede van den tekst
deze gevoelens te weinig genuanceerd zijn om ons
een heelen avond te boeien.
En per slot mag niet worden vergeten, dat de
moederfiguur in het algemeen zoo passief van struc
tuur is, dat zij weinig geëigend is als dramatische
hoofdfiguur te fungeeren.
Tilly Lus als Maria
?1