Historisch Archief 1877-1940
r
Vrouwen en Vrouwenleven
Potlood en Taal
WAT een mensch zooal uit kan
richten met papier en schrijfstift
is niet gering. Er wordt niet veel in
een menschenbrein geboren wat niet
in cijfers, teekens, woorden en schetsen
kan worden vastgelegd.
Berekeningen en begrootingen, ge
dachten en emotie's, belevingen en
inspiratie dat alles kan door middel
van potlood en papier in vaster vorm
gegoten worden.
Onze spraak en ons potlood het
zijn voor de meesten van ons nood
zakelijke voorwaarden tot leven en
levensbestaan.
Het vlot hanteeren van spraak en
schrijfstift- dat zijn
volwassenen-volkomenheden, waar het kind chronisch
over verwonderd is en waarvoor het
eveneens diepe bewondering koestert.
Ik herinner me twee dingen die me
als kind stil en sprakeloos konden
maken: een huiskamer waarin door
groote menschen over politiek werd
gepraat waarschijnlijk noemde ik
alles waarbij stemmen werden ver
heven en met gefronste voorhoofden
voorspellingen werden gedaan poli
tiek" en een kantoorlokaal waar
pennen geruischloos over het papier
vlogen en lange rijen cijfers of dicht
beschreven regels het smettelooze wit
gestadig vulden.
Hoe is het mogelijk dat iemand zoo
lang en zoo moeilijk" praten, kan
welke diepzinnigheden schuilen er
achter die inktfiguren, die zoo maar"
uit de pen vloeien ?
Dat zijn levensproblemen voor het
kind waarmee het zich geleidelijk
moet leeren verstaan.
AAN belangstelling van de kant
van het kind ontbreekt het niet:
als het zes maanden is, begint het al
te experimenteeren met z'n eigen
brabbeltjes en keelgeluidjes; niet lang
daarna, in het grijpstadium, is zijn
voorkeur voor een potlood opvallend.
Over dat potlood wilde ik deze keer
wat verder praten.
Er zijn namelijk vaders en moeders,
die niet veel heil zien in de papier- en
potlood-ontladingen van hun kleuters.
Ze flodderen maar wat meer naast
het papier dan er op al die krabbels
en spinnewebben hebben geen zin
wacht daar maar mee totdat ze naar
school gaan".
ledere krabbel, ieder rondje en ieder
krassen-ensemble heeft echter zin,
en daarom beperkt u de ontwikk'
lingsmogelijkheden van uw kind, als u hem
de gelegenheid tot wat u knoeien"
noemt, ontneemt.
Het teekenen heeft gewichtige
beteekenis voor de ontwikkeling van het
kind, speciaal in den tijd, dat zijn taal
nog ontoereikend is voor het gebruik.
Dat eischt nadere toelichting.
Psychologisch gezien ligt in het
wezen van de taal zelf haar drie
voudige functie besloten.
De taal is het middel om uit te
drukken wat er binnen in ons omgaat;
tegelijkertijd kan ze op een ander
inwerken, zoodat den ander duidelijk
wordt wat de spreker beleeft, en ver
volgens is daar de functie die de taal
bij uitstek tot een menschelijk ver
mogen stempelt: we kunnen door mid
del van de taal dingen meedeelen, die
zich buiten ons afspelen, die dus niet
aan het moment van doorleving ge
bonden zijn.
Voor ons volwassenen zitten deze
drie componenten doorgaans te zeer
verweven dan dat ze ieder afzonderlijk
op zouden vallen. Een voorbeeld ter
verduidelijking: als u uw
verjaardagscadeaux uitpakt en daar ligt de ring,
waarvan u nooit gedacht had, dat hij
nog eens aan uw vinger zou schitteren,
dan bedient zich uw blijde verwonde
ring van de taal: Ooo .. .."
In deze uitroep is de eerste functie
duidelijk gegeven: U drukt uit, wat er
in u omgaat, niet om op een ander in
te werken, want ook als u alleen bent,
uit u uw bewondering en blijdschap
op deze manier.
Als 'n expert in griezelverhalen u
vergast op z'n laatste succesnummer,
kan het u halverwege te machtig
worden. U roept dan de taal te hulp:
houd toch op.. ..". Hier is de eerste
en de tweede functie gegeven. U geeft
uitdrukking aan uw onprettig gevoel
en wil tegelijk inwerken op den ander.
De nadruk valt hier op de tweede
sociale functie die hetgeen u beleeft,
kenbaar maakt aan den ander.
Het meedeelende, objectieve moment
komt het sterkst naar voren als u al
wandelende tegen uw begeleider zegt:
Ze beginnen aardig op te schieten
met den nieuwen weg". Beweert u daar
entegen: Wat een zeldzaam mooie
lucht vanavond", dan zit daar behalve
de meedeeling ook de uitdrukking van
'n beleving en de inwerking daarvan
op het gezelschap in besloten.
MET de kindertaal is dat anders.
Het duurt wel haast tot het
derde jaar voor de kleuter z'n taal in
de derde, objectieve, meedeelende
functie gebruiken kan. Hij praat
meerendeels met n woord tegelijk
en tracht daarmee zijn heele inventaris
van gevoelens, verlangens, vreugde en
verdriet te uiten; z'n losse woordjes
hebben geenszins een constateerende,
meedeelende beteekenis, ze moeten
opgevat worden als juich-, klaag- en
wenschwoordjes.
Dan komt het potlood, dat in
deze behoefte kan voorzien !
Als het kind zoover is dat het het
causaal verband tusschen zijn schrijf
bewegingen en het graphisch effect
heeft ontdekt, krijgt het enorm veel
plezier in zijn krabbels.
De volwassenen komen, en geven
z'n product een naam.
Dat verbijstert hem.... maar het
verhoogt z'n genot, want z'n krabbels
krijgen zin! Daarom maakt hij
tallooze soortgelijke krabbels en geeft
dezelfde benaming.
Hij gaat constateeren, objectief mee
deelen met z'n krabbels in een tijd
dat hij met z'n taal alleen maar ge
voelens en wenschen uit kan drukken.
Op deze manier opgevat, betcekenen
zijn eerste zinvolle teekeningen pro
cessen, waardoor het kind zich de
MODE IN OORLOGSTIJD
PARIJS ontkent met groote na
drukkelijkheid, dat er sprake zou
zijn van zooiets als een oorlogsmode".
Daar wordt dan mee bedoeld: japonnen
of mantels of hoeden met een militair
cachet. Na den schrik der eerste oor
logsweken, waarin het modebedrijf
even geheel stil lag, en enkele der
beroemde mode-koningen naar Ame
rika zijn overgestoken hetgeen door
de achterblijvers als een weinig natio
nale daad beschouwd werd gaat men
in kalm tempo verder, mode te ont
werpen en te export eren, en hoe meer
die mode haar natuurlijken
ontwikkelirgsgang gaat, des te beter is het.
Dat zeggen de scheppers der mode;
maar deze dames en heeren staan van
ouds bekend om hun voortreffelijk
inzicht in de psychologie van hun
publiek; en zoo zal het hun dan ook
wel niet ontgaan zijn, dat de vrouwen
w liswaar niet om een bepaald mili
taire mode, maar toch wel om speciale
kleeding vragen, waarin zij haar
diensten ten bate van het vaderland
kunnen uitoefenen. De aardigheid van
veel, en geraffineerde japonnen gaat
er wel een beetje af, als de mannen
naar het front zijn; en bovendien zijn
de tijden dan toch ernstig genoeg, en
hebben wij nu heusch wel iets anders
aan 't hoofd. En dus ziet men, alle
verzekeringen ten spijt, zoo hier en
daar dan toch een enkel militair
modelletje opduiken, als dat van de
foto, van khak'-kleurige wollen stof,
dat ondanks zijn streng cachet toch
voldoende charme heeft overgehouden
ja, misschien steekt een deel der
charme juist in die strengheid!
inhoud van begrippen die betrekking
hebben op de dingen uit zijn omgeving,
langs motorischen weg eigen maakt.
Bekijken we de zinvolle
kleuterteekeningen, dan valt het ons op, dat
z'n menschen, boomen en beesten,
planten, huizen en treinen uiterst
schematisch gegeven zijn. Hij teekent
niet wat hij ziet of wat hij zich voor
stelt, hij teekent kennelijk alleen, wat
hij van het ding weet. Als hij z'n
poppetjes alleen maar een hoofd en
een paar beenen geeft, dan komt dat,
omdat in zijn kindergeest de definitie
van mensch nog niet uitgebreider is:
hij staat recht op, hij is lang en heeft
een hoofd en beenen.
Geleidelijk aan zien we de schema's
n de definitie's vollediger worden.
Was een paard eerst alleen maar een
buik met twee pooten, na verloop van
tijd completeert de kop, de staart en
nog twee pooten het geval.
Dit is zér belangrijk, omdat de in
de teekenhandeling besloten motoriek
niet alleen uitdrukkingsmiddel van
bijkomstige beteekenis is, maar als
scheppend moment optreedt, in zoover
ze de inhoud der begripswereld van
het kind vermeerdert, ordent en ver
heldert.
Het zou waarschijnlijk al voldoende
aansporing zijn om uw kleuters hun
papier en hun potlood te laten, als u
duidelijk was dat het kind teekent,
omdat en wat hij weet.
Een veel krachtiger motief echter
ligt in de overtuiging, dat het weet,
omdat hij teekent, d.w.z. dat hij, al
teekenende, de begrippen en definities
ontdekt dat zijn onhandige, dikwijls
zinloos-knoeierige manoeuvres in
dienst staan van het aanschouwelijke
en abstracte denken dat hij tegelijk
met z'n potlood begrippen hanteert !
U mag natuurlijk eischen dat hij
allén op het daarvoor bedoelde mate
riaal teekent maar aan de behoefte
daaraan moet u ook rijkelijk voldoen.
Sis HEYSTER
,,Cnochi"
GNOCHI" KAN ZICH IN
ons land helaas niet in algemeene
bekendheid verheugen. Voor een
Hollandsche keuken met een oven
is dit Italiaansche gerecht, als
vervanging van vleesch, echter nog
lang zoo kwaad niet.
2 kopjes griesmeel plus 3/4 liter
half melk half water samen koken,
flink roeren en zorgen dat het niet
aanbrandt. 2 Theelepeltjes zout
bijvoegen.
Van 't vuur nemen en er 3
eetlepels geraspte Parmezaansche kaas
doorheen roeren (de heele hoeveel
heid noodig voor deze schotel is
i1/» ons).
Uw (liefst platte) vuurvaste
schotel ongeveer voor de helft met
deze warme pap vullen. De rest van
de pap wordt op een schaal uitge
spreid en wanneer deze rest
goed afgekoeld is, in reepjes ge
sneden.
Deze koude reepen worden nu
schuin of kruiselings over Uw half
gevulde vuurvaste schotel gelegd.
Strooi de rest van de geraspte
kaas hierover en leg een paar
kluitjes boter er op.
Tot slot: een flinke warme oven
gedurende 1/i uur totdat de schotel
van boven er iets bruin uitziet. Als
er gevraagd wordt: ,,wat eten we?",
dan is het antwoord: njokkie".
PAG. 11 DE GROENE No 3268