Historisch Archief 1877-1940
Vrouwen en Vrouwenleven
Het Echtscheidings-probleem
Een pleidooi voor de instelling
van een Huwelijksraad
Mr. G. T. J. de Jongh
IEDER die met echtscheidingen in
aanraking komt, maakt dagelijks
de opmerking, dat er veel aandacht
wordt gewijd aan de echtscheidings
procedure, doch dat aan vele huwe
lijken een vitium originis kleeft,
waarvan te weinig notitie wordt ge
nomen.
Het is ongetwijfeld een zeer moeilijk
vraagstuk, doch dit mag geen afdoende
reden zijn, om het niet onder de
oogen te zien.
Indien de waarborgen bij het sluiten
van een echtverbintenis werden ver
meerderd, dan zal dit op het verloop
er van ongetwijfeld een gunstige in
vloed hebben.
Bij het stellen van die waarborgen
wordt veelal van een verkeerd stand
punt uitgegaan. Van oudsher speelt
,.het recht" der ouders of het recht der
familie" een eerste viool, doch als wij
het belang" van het kind als uit
gangspunt nemen, het belang bij een
goed huwelijk, dat verder gaat dan
de belangen van het kind zelf want
het welzijn van het geheele gezin is
hierin betrokken, dan komen wij
dikwijls tot een geheel andere beoor
deeling.
Er zijn gegevens, die niet verwaar
loosd mogen worden en er zijn waar
schuwingsborden, die niemand onge
straft mag passeeren. Een objectieve
Wiarnemer, die het leven kent en
het karakter en de levensopvatting van
beide partijen kan beoordeelen, zal
in zeer vele gevallen zijn vinger op
steken of het stopbord omdraaien en
op die wijze een groot onheil voor
komen.
Waar halen wij nu deze objectieve
waarnemer vandaan en welke ouders
moeten wij op zij duwen, omdat zij niet
berekend zijn voor hun taak of deze
schromelijk verwaarloozen ? Ziedaar
eenige vragen, waarop wij uwe aan
dacht wildjn vestigen, zonder dadelijk
de oplossing aan de hand te doen.
Deze beschouwingen pretendeeren
dan ook niets meer te zijn dan een
richtingswijzer. En de wetgever heeft
gelukkig reeds voor een deel deze aan
wijzing begrepen.
LAAT ik niet een voorbeeld uwe
aandacht trachten te verscherpen.
Neeltje is het gewone product van
huiselijken misère en van de onhebbe
lijkheden harer ouders. Vader is een
stoere, brute bootwerker, die vrij ge
regeld drinkt en als moeder bevallen
moet, het huis verlaat en gedurende
maanden elders zijn heil zoekt, terwijl
moeder en het talrijke kroost maar
moeten zien rond te komen met het
geen de organen van armenzorg haar
toeschuiven. De man is nu reeds tien
jaren geheel weggebleven.
Indien ik mij niet bedrieg, dan is
moeder nimmer een sterke persoonlijk
heid geweest, doch door vaders wan
gedrag en de zorg voor een negental
kinderen is zij een ruïne geworden,
zoodat de i8-jarige Neeltje in het best
een brutale, ongezeggelijke meid is
geworden, die 's avonds net zoo laat
thuis komt als zij zelf verkiest, het
nagenoeg in geen betrekking kan uit
houden en hoe langer hoe meer naar
den staat van verwildering afzakt. Van
haar 146 jaar af staat zij onder ge
zinsvoogdij, heeft zonder veel resultaat
een paar internaten bezocht en is ten
slotte terecht gekomen in een instel
ling met beperkte vrijheid. Overdag
gaat zij op een fabriek en 's avpnds is
zij dan in de inrichting. Dit staat de
PAG. 12 DE GROENE No. 3269
jonge dame niet aan, en moeder geeft
er ook de voorkeur aan, dat zij haar
dochter thuis heeft.
Met al hun domhedeh en onverstand
wisten zij echter heel goed een kunstje
om dit doel te bereiken. Een vriend van
een ouderen broeder die haar wel eens
gezien had, verklaart zich bereid een
huwelijk met haar aan te gaan, en
daar een i8-jarig meisje, dat getrouwd
is, als meerderjarig wordt beschouwd,
werd Neel meteen van de gezinsvoogdij
ontslagen en kon niemand haar be
letten de half-gesloten inrichting te
verlaten en naar huis terug te keeren.
Vader was de laatste zes jaren spoor
loos en kon dus geen toestemming
geven, doch de ambtenaar van den
Burgerlijken Stand slikt dit hiaat en
stapt over dit bezwaar heen, daar moe
der en dochter hem vermurwd hadden
met het aandoenlijk verhaal, dat
Neeltje een kindje verwachtte (na 9
maanden is dit kind er nog niet) en het
een eeuwige schande zou zijn, als dit
schaap geen vader had.
Aldus geschiedde en het geheele
geval zou een blij verloop hebben
gehad, indien de jeugdige echtgenoot
geen vreemdeling was geweest, die bij
de justitie niet te best stond aange
schreven en na het ondergaan van
een gevangenisstraf, over de grens zou
worden geleid, waarbij zijn vrouw,
die meteen de titel kreeg van
ongewenschte vreemdelinge" hem moest
vergezellen.
Ik deel dit mee, omdat in dit tijds
gewricht de spoorlooze vader als deus
ex machina ten tooneele verscheen en
aanspraak maakte op zijn ouderrecht,
volgens hetwelk het minderjarig kind
niet zonder zijn toestemming had mo
gen trouwen, zoodat dat huwelijk als
nietig of nul verklaard moest worden
en Naeltje geen vreemdelinge zou zijn,
met de gevolgen van dien.
Ik wensch u hier niet verder met
al deze juridische verwikkelingen te
vermoeien, doch u voor te stellen ons
te beperken tot twee naar voren sprin
gende dingen. Wij hebben hier een
minderjarig kind, dat door haar vader
verlaten en door moeder -verwaarloosd
is, met zedelijken ondergang wordt be
dreigd en aan de hoede van den kinder
rechter is toevertrouwd. Is het nu niet
meer dan bespottelijk, dat deze beide
menschen ten aanzien van de toekomst
van hun wankel en moeilijk kind, een
beslissende stem in het kapittel hebben ?
Ligt het er niet vingerdik op, dat de
gezinsvoogd en de kinderrechter- de
aangewezen personen zijn om den
Ambtenaar van den Burgerlijken Stand
voor te lichten omtrent de vraag, of
dit huwelijk in het belang is van dit
minderjarig kind en of het niet beter
is, de toegepaste opvoedingsmaatregel
nog eenigen tijd te verlengen?
Het antwoord ligt zoo voor de hand,
dat het eigenlijk geen vraag meer is
en tot ons genoegen gaat het ontwerp
tot wijziging onzer kinderwetten van
10 April 1937 dan ook een heel eind
in die richting, doch het is opmerkelijk
hoe schroomvallig en aarzelend zulks
geschiedt en de wetgever halverwege
blijft staan, uit vrees, dat hij te ver
zou gaan. Alsof daarmede, ik weet
niet wat voor oude rechtskasteelen
omver worden gehaald.
Gelukkig geeft dit ontwerp ook
nieuwe bepalingen, indien de ouders
of familieleden een weigerend ant
woord geven, zonder dat dit door de
omstandigheden wordt gemotiveerd.
IN bovenstaand geval zagen wij, dat
de vader, die tien jaar lang zich niet
met het gezin had bemoeid, dit huwe
lijk wilde tegengaan, daar het de uit
zetting uit ons land ten gevolge zou
hebben. Voor zooverre had de vader het
nu bij het rechte eind, maar in de
practijk is het meestal andersom en trach
ten deze ouders, die gescheiden of
niet het gezin hebben verlaten, in
den regel de plannen van hun kinderen
te dwarsboomen en bezwaren op te
werpen, die slechts in hun verbeelding
bestaan.
Volgens dit wetsontwerp zal de
kantonrechter in die gevallen, dat de
ouders of de familie het oneens zijn,
de knoop moeten doorhakken, doch
met alle eerbied voor het gezag en in
zicht dezer magistraten, achten wij
deze oplossing niet voldoende en niet
doelmatig, om de eenvoudige reden,
dat wij hier te doen hebben met zeer
subtiele en delicate problemen, en
vooral een kantonrechter in een groote
stad niet de tijd en de gelegenheid heeft,
zich volledig op de hoogte te stellen
zoodat hij met de hand op het hart
mag zeggen, dat hij het probleem op de
beste wijze heeft opgelost.
Op den duur moet een Familieraad
of Huwelijksraad van rustige, onpar
tijdige en bekwame burgers-(ressen) in
het leven worden geroepen, op de wijze
als een Voogdijraad, die a tête reposée,
deze gevallen onderzoekt en uitwijst.
In sommige gevallen zou hare
tusschenkomst dwingend moeten zijn, in andere
facultatief, zoodat partijen of ouders
zelf haar bemoeienis al of niet kun
nen inroepen. Op een bepaald terrein
beginnende, kan dit systeem zich hoe
langer hoe meer uitbreiden. Want de
fout van ons huwelijksrecht ligt niet
zoozeer in de wijze, waarop de echt
ontbonden wordt, als wel in de wijze,
waarop zij tot stand komt.
DE GROENE
juist uitverkocht
toen U er naar vroeg?
EEN GOEDE RAAD
neem EEN ABONNEMENT l
WINTER
EN
SPORT
Winter en sport hooren eigenlijk bij
elkaar: vandaar de populariteit van
de wintersport. We hebben het in de
afgeloopen koude weken aan den lijve
ondervonden, dat het resultaat van
kouwelijk bij de kachel hokken nihil
is, vergeleken bij de energie die ons
doorstroomt bij de.een of andere krachts
inspanning al is het maar een
wandeling in de sneeuw. We hebben
tevens gebroken met enkele ingeroeste
begrippen betreffende onze schoonheid,
en toegegeven dat er omstandigheden
zijn waarin je het minimale laagje
onderkleeding, de onzichtbare verzame
ling zijden draadjes die we kousen"
noerrnn, door iets soliders moet ver
vangen en wie op de Amsterdamsche
grachten de jonge meisjes met haar
zwierende rokken en stevige kousen
op de schaats heeft gezien,, die zal
moeten erkennen dat we er niet eens
leelijker van zijn geworden!
Dat de ^sportieve mode haar eigen
aardige bekoring heeft, kan men ook
al constateeren aan het ensemble van
de foto: een ,,jupe-culotte" van
geraffineerden snit: een vest waarvan de
beide voorpanden met bont zijn bezet:
een wijde sportjas en een bontmuts.
Het is niet iets om ~elf te maken, maar
wie het betalen kan, is met een dergelijk
pak voor jaren chic ook als er mis
schien nog eens een dag komt dat we
weer naar de wintersport gaan.