Historisch Archief 1877-1940
KLEINE
PERIKELEN
WIJ hadden bezoek van een
vriend die bij OenO" werk
zaam is, hetgeen ontwikkeling en
ontspanning beduidt niet als
deze vriend bij ons op bezoek is,
want dat is een veelmeer inspan
nende bezigheid. Doch O en O"
is de belangrijke afdeeling die zich
in het leger bezig houdt met de
soldaten bezig te houden en
beteekent niet: Onder water en
Onder den grond", zooals een boos
aardig man dat uitdrukte. Enfin,
tijdens de vorige mobilisatie noemde
men den chef dezer afdeeling
generaal Ganzebord" in deze
mobilisatie is de taak iets gewich
tiger geworden nog. Want de oorlog
voering is steeds ingewikkelder
geworden.
Vroeger voerde men de misleide
landszonen zonder blikken of blozen
over de grens en zei: pak ze!
Daarbij was het onnoodig de ge
ringste reden op te geven waarom
men ze pakken zou. De een of
andere aartshertog was gestorven
en toevallig behoorde uw vaderland
tot de erfenis. Een ander lid van
de familie, dat toevallig een sterk
leger tot zijn beschikking had,
legde het testament op zijn manier
uit en maakte aanspraken op uw
vaderland. Hij ging en veroverde
het. Op zekeren dag lag dan uw
koekbakkerswinkel in diggels en
in de achterkamer lagen uw vrouw
en kinderen, min of meer overleden.
Als je er zelf met het leven af
kwam, hertrouwde je en je begon
een anderen winkel en een andere
nationaliteit, tot er weer iemand
in hoogerekringen den laatstenzucht
gaf en het zuchten opnieuw begon
in de erflanden.
Voor de soldaten bleef dat het
zelfde. Ze werden bezig gehouden
met het krijgsbedrijf dat was
hun ontspanning. En om hun ont
wikkeling bekommerde niemand
zich, want dat was te gevaarlijk.
Eerst in de Fransche R;volutie
werd het noodig den soldaten eenige
ontwikkeling bij te brengen, opdat
zij ontspanning vonden in het
neerslaan van alle volken die niet
aan de eerste principes der ravolutie
wilden gelooven. Van dat oogenbliik
af moest men soldaten een behoor
lijke reden opgeven om een
onbehoorlijken oorlog te beginnen en de
consequentie vindt men nog in de
propaganda-ministeries van de oor
logvoerende landen.
De soldaten van landen die in
oorlog zijn, bevinden zich in een
eenvoudige positie. Ook als zij niets
uitvoeren, doen zij den vijand de
das om, bloot vanwege hun bestaan.
Zij leven, hetgeen beteekent dat
zij iemand kunnen dooden. Hit is
hun plicht zoo lang mogelijk te
leven een aangename plicht.
Want wat heeft het vaderland aan
een dooden soldaat? Heel anders
is het gesteld met de neutrale lan
den, waar eveneens soldaten zijn,
doch met andere opgave dan neu
traal te blijven, dus niet te vechten.
Daar zij echter opgeleid zijn om te
vechten, is in hun werkloosheid iets
onlogisch gelegen. Natuurlijk vecht
niemand graag, vooral niet als hij
overtuigd is dat in het niet-vechten
zijn toekomst is gelegen. Doch in
zijn dualistisch bestaan heeft hij
meer dan welke andere soldaat ook,
de behoefte zich te verstrooien en
te ontspannen. Daarin te voorzien
is de taak van O en O". En
daarbij te helpen is de taak van
ieder goed vaderlander.
Dit betoogde onze vriend die bij
O en O" is. En wij gaven hem
gelijk, wat wij anders niet graag
geven aan onze vrienden.
J. VAN HOORN
Brieven uit Loenen (iv)
Loenen, 21 Januari 1940
Beste vriend,
WEER is het Zondag en nog steeds
koud. De sneeuwlaag wordt met
het uur dikker en van een omvang, als
we hier in tijden niet hebben gezien.
De treinen, die zoo lang kloek hebben
stand gehouden, zijn de laatste dagen
aan het slabakken. Het is dus aller
minst gunstig weer om met zijn beiden
een excursie te maken, maar belofte
maakt schuld en dus: daar gaan we.
Ik voer je naar de sleutelstad en
wel naar het groote huis, waar Prof.
van der Vlugt zoo menig jaar heeft
gewoond. Te luisteren naar een ver
haal van den geleerde, die daar woonde,
was steeds een verfijnd genoegen. Dat
voorrecht heb ik meer dan eens ge
noten, ook buiten de langzamerhand
in Leiden als laatste overblijfsel van
een algemeen gebruik uit vroeger
dagen, befaamd geworden thee's.
Maar niet daarvan stammen mijn
herinneringen aan den Nederlander,
die in Finland zoo bijzonder vereerd
wordt. Ik had voor een meer dan be
minnelijke ontvangst de dubbele in
troductie van de herinnering aan
mijn vader en de persoon van diens
besten vriend, Oom Jan, met welke
beiden Prof. van der Vlugt in zijn
studentenjaren (de eerste helft der
zeventiger jaren uit de vorige eeuw)
door intieme vriendschap was ver
bonden. Toen ik in 1920 met den
hoogleeraar kennis maakte, werd ik on
middellijk vergast op een verrukkelijk
verhaal van wat zich dien zomer had
afgespeeld. De Juristïnvereeniging had
dat jaar in Maastricht vergaderd en
de leiding was toevertrouwd aan Prof.
van der Vlugt. Deze jaarlijksche ver
gadering wordt veelal door den Minis
ter van Justitie in persoon bijgewoond.
Aldus geschiedde ook in dat jaar.
Minister van Justitie was toen niemand
anders dan de bovengenoemde Oom
Jan. Een commissie van ontvangst
was op het station aanwezig om Zijne
Excellentie naar de vergadering te
geleiden. Nauwelijks was men goed
en wel in het rijtuig gezeten, of de
Minister, die zich wel eens niet zorg
vuldig prepareerde op hetgeen hem
te wachten stond, doch terecht be
faamd is geworden door de genialiteit,
waarmede hij zich steeds uit een daar
door ontstaan, moeilijk parket wist te
redden, vroeg (ik zie het allerliefste
gezicht, waarmede hij zoo iets placht
te doen, voor me) aan de ontstelde
commissie, of zij hem misschien kon
inlichten, wie wel de voorzitter der
vergadering was, hetgeen te weten,
hem met het oog op een passende be
groeting toch wel wenschelijk voor
kwam. Als antwoord kreeg hij den
naam van dengeen, met wien hij zijn'
studietijd in Leiden had samenge
woond. Deze, Prof. van der Vlugt,
stond op zijn beurt voor een moeilijk
heid. Hij moest iemand toespreken,
die eenerzijds een goed vriend, ander
zijds een Minister was. Alleen iemand
van den stijl van Prof. van der Vlugt
is het gegeven zulk een probleem op
eigen wijze op te lossen.
Zoo is in de annalen van de
Juristenvereeniging een redevoering te vin
den, die met den niet alledaagschen
aanhef: Waarde Excellentie" begint.
ZULK een eigen stijl is iemand aan
geboren. Al in den studententijd
had de latere hoogleeraar blijk
gegegeven, een uitzonderlijk woord op het
juiste moment ter dispositie te hebben.
In het beroemde feestjaar 1875 was de
student van der Vlugt praeses van de
Lustrumcommissiëen als zoodanig
fungeerde hij als hoofdfiguur. Als
Willem de Zwijger reed hij door de
straten van Leiden en zelfs Konin
gin Sophie toonde hare belangstelling
en gaf den wensch te kennen, dat de
Prins van der Vlugt aan haar zou
worden voorgesteld. Vol gratie kwam
de ruim twintigjarige op Hare Majes
teit toerijden, boog en begon zijn toe
spraak met: Geëerde nazaat!"
Vrij lang duurde de studie van den
toekomstigen hoogleeraar teneinde het
bekende proefschrift over den Rechts
staat voor te bereiden. In 1879 volgde
de promotie en na gelukkig den arbeid
met succes te hebben voltooid, ver
trok de jonge doctor voor een
pleizierreis Europa in. Zoo heel ver zou hij
het niet brengen. In Weenen bereikte
hem het bericht, dat hij tot hoogleer
aar was benoemd aan de universiteit,
waar hij zoo juist was afgestudeerd.
Tegenover zijn studenten is hij ver
maard gebleven door de wijze, waarop
hij het debat in een
studentengezelschap wist te leiden. Op zekeren keer
hield hij een inleiding en een student,
bekend om zijn ruwheid, verstoutte
zich de rede van den inleider te
kraken in enkele volzinnen, met de
slotsom, dat het onzin was, wat Prof.
van der Vlugt beweerd had. Haastig
schreef de hoogleeraar het gesprokene
zin voor zin op, als ware het een bij
uitstek belangwekkend betoog en toen
hij na de pauze voor repliek aan het
woord kwam, had het gerucht van
den plompen aanval zich van de boven
zaal der Sociëteit, waar de vergadering
werd gehouden, naar beneden verspreid
en was men in drommen naar boven
gekomen, om het wederwoord te
hooren. Na minutieus te hebben aan
gehaald, wat zijn belager had opge
merkt, was slechts n volzin het
antwoord: De stoutheid dezer be
weringen wordt slechts overtroffen
door het gebrek harer argumentatie".
Krachtige handen vulden dit antwoord
doeltreffend aan, zoodat des hoog
leeraars aanvaller in no time zaal en
sociëteit in heilige verontwaardiging
was uitgewerkt.
Zoo was de man, die het vuur zijner
overtuiging voor Finland in vollen
gloed ontstak. Hoe hij dit deed, moet
ik alweer voor een volgend maal be
waren. Alles op zijn tijd.
^ je Nicolaas C.
Holland
op z'n malst
Eindelijk zal Jaap, mijn verloofde,
dan met verlof komen. Het is de eer
ste keer en ik heb hem in weken niet
gezien. Popelend van ongeduld sta ik
temidden van de vele wachtenden bij
den uitgang van het station. Maar bij
het zien van den onafgebroken stroom
veldgrijs, die naar buiten komt, slaat
de schrik mij om het hart. Hoe zal ik,
wanneer straks zijn trein aankomt,
hem tusschen al die honderden gelijke
uniformen kunnen herkennen ?
(Haagsche Post).
BUSSUM. Woensdagavond ver
gaderde de Aquariumvereeniging
,,Argus". Wat de petroleumdistributie be
trof, kon de voorzitter mededeelen dat
door den Directeur van het distributie
bedrijf is medegedeeld dat na onder
zoek gebleken is dat de aquarium
houders veel petroleum gebruiken en
de leden zeker in aanmerking komen
voor extra-petroleum, daar de aqua
riumhouders beschouwd worden als
gebruikers voor industrieele doel
einden.
(Naarder Courant).
Arm en eerlijk" is een verheven
levensdevies, waarop gemakkelijk
Shakespeare's uitspraak in Othello geënt
kan worden: ,,Poor and content is
rich, and rich enough."
(De Tijd).
Hij was gemobiliseerd soldaat, 20
jaar, ergens aan de kust en vond dienst
kloppen niet prettig. Hij zocht een
paar vlotte jongens-collega's in wa
penrok, oefende hen in het vertellen
van grappen en het opvoeren van
stukjes. Nu hebben ze geen dienst,
veel pret en maken overal nieuwe
vrienden omdat hij toegreep.
(Adv. van een ,,Succes-Instituut" in
,, Vrije Geluiden").
Voor de beste inzending voor deze
rubriek stelt ,,De Groene" elke
?week een bedrag van f2.50 beschik
baar. Ook u i et-a bo n il e's mogen
mededingen. De knipsels moeten
afkomstig zijn uit een in Nederland
verschijnend dag-, week-, maand
blad of ander periodiek. Men ge
lieve ze toe te zenden in het ver
band waarin ze staan.
Op de enveloppe, te sturen aan
de redactie De Groene" Keizers
gracht 355 te Amsterdam, vermelde
men: ,,Holland op z'n malst.'
De prijs voor de beste inzending is
deze week toegekend aan Mevr. P .
A. Dijkman-Lindijer te IJmnidcn.
IIIIIIIIIIUIIIIItlllllllllllllllUIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIIMMIIIIIIIIIIIIIIIIIHUIinilUHUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIM Illlllllllll
Tijdverdrijf
Vliegen op het raam
DE GROENE"
Nederland'» Origineelste
WEEKBLAD
Oplossing
De aangerichte ravage is op de
teekening te zien. En de vliegen
zitten inderdaad in vijf rijen van
vier. Of ziet u maar vier rijen?
De vijfde rij loopt van de mid
delste vlieg onderaan tot de
vlieg links boven in den hoek.
De zeven schijven
Nieuwe opgave
Voor deze puzzles is eindeloos
geduld noodig, of een
wiskundeknobbel. Op een plankje staan drie
pennen. Op n der pennen liggen
7 schijven van verschillende grootte.
De zeven schijven moeten in de
zelfde volgorde op een andere pen
worden gebracht, maar er mag
nooit meer dan n schijf tegelijk
verplaatst worden. Bovendien is
het ten strengste verboden dat een
grootere schijf op een kleinere komt
te liggen.
U kunt ook het probleem
bestudeeren met kartonnen schijfjes op
drie stapeltjes.
Oplossing de volgende week
PAG. 18 DE GROENE NO.J3269