Historisch Archief 1877-1940
Het geval Rauschning
Welke beteekenis hebben
De nihilistische Revolutie"
en Hitler s eigen woorden ?
HET behoort langzamerhand tot den goeden
toon, het boek van Rauschning Die
Revolution des Nihilismus" (in het Nederlandsch vertaald
onder den titel De nihilistische revolutie") gelezen
te hebben. Meer en meer wordt dit boek als hét
standaardwerk over het nationaal-socialisme be
schouwd, hetgeen te verwonderlijker is omdat het
geschreven is in den quasi-diepzinnigen,
vermoeienden stijl waarvan de Duitschers, zelfs in de emigratie
het geheim bezitten. Men moet zich door
Rauschning's boek als door een rijstebrij-berg met luttele
krenten heen-eten, en het lijdt voor schrijver dezes
dan ook geen twijfel of het aantal aandachtige lezers
van De nihilistische Revolutie" is aanzienlijk
kleiner dan'het aantal koopers. Daarvoor is het
nu eenmaal een modeboek.
Dat het een modeboek is geworden, ligt ten deele
aan het feit dat Hermann Rauschning er het samen
gaan van Duitschland en de Sowjet-Unie in heeft
voorspeld. Zulks is echter geschied uit abstracte over
wegingen die door de werkelijkheid overhoop zijn
gestoken: dezelfde Rauschning wien men thans
den profetenmantel om de schouders hangt, was
(blijkens de latere drukken van Die Revolution des
Nihilismus") er in April en Mei van het vorige jaar
van overtuigd dat de onderhandelingen tusschen
Frankrijk, Engeland en de Sowjet-Unie tot het
ontstaan van een hesht Vredesfront zouden leiden.
Het is anders geloopen.... En ook zijn verwachting
dat het eventueel afsluiten van een
DuitschRussisch verbond onmiddellijk een proletarische
revolutie in het Derde Rijk zou doen ontstaan, is
niet bewaarheid.
Desondanks is hij voor velen de gezaghebbende
auteur over het nationaal-socialistische Duitsch
land. Hoe komt dat? Ziedaar de vraag die door dat
merkwaardige feit wordt gesteld. En het is meer dan
alleen maar een litteraire quaestie. Reeds in den
herfst van het vorig iaar deed het gerucht de ronde
dat de Geallieerden het instellen van een Duitsche
emigranten-regeering (analoog aan de reeds be
staande Poolsche) in den zin hadden, die onder
leiding zou staan van Hermann Rauschning. Latei
heette het dat hij elders opgeroepen zou worden als
getuige in spionnageprocessen, waarbij vertegen
woordigers van het Derde Rijk betrokken waren.
Dat alles stempelt hem tot een politieke figuur.
HERMANN Rauschning is Junk^r" in hart
en nieren. In 1887 enkele biografische
aanteekeningen laten zich niet vermijden is hij als
zoon van een officier-grootgrondbezitter geboren.
Na zelf tot officier te zijn opgeleid en in München
en Berlijn gestudeerd te hebben, nam hij aan den
wereldoorlog deel waarin hij gewond werd. Versailles
kwam; hij trok zich op zijn landgoed terug. Agrarische
problemen brachten hem in 1931 (een iaar na
Hitler's intrede in de wereldpolitiek) tot aansluiting
bij het nationaal-socialisme. Spoedig nam hij in deze
beweging een vooraanstaande plaats in. In 1933
werd hij tot president van den Danzigschen Senaat
gekozen. Deze functie bracht hem verschillende
malen in contact met Hitler zelf, die mij waardig
achtte, ingewijd te worden in zijn geheimste ge
dachten" aldus Rauschning. Het contact wilde
echter niet vlotten. Rauschning was te eerlijk, om
de onscrupuleuze methoden van zijn partijgenooten
te kunnen billijken. Hij had gehoopt, dat het
nationaal-socialisme zijn revolutionair karakter
zou afleggen. Toen zulks niet geschiedde en ook
de z.g. revolutie van Von Papen in Juni 1934
gesmoord werd in het bloed van den Duitschen
Bartholomei's-nacht (31 Juni), besefte Rauschning
dat zijn positie te Danzig onhoudbaar werd. Hij
begaf zich naar Berlijn. Terwijl hij daar ziek lag, inde
hoop binnenkort tot Hitler toegelaten te worden,
sloeg hij den Bijbel op. Het eerste wat hij las, was:
fanden,
VORÖIL
DOOS 20CT. TUBE 40 EN 60 CT.
met
Zij zullen niet altijd heerschen, want hun waanzin
springt een ieder in het oog."
Hun waanzin was hè.n althans in het oog ge
sprongen. In IQ3<C verliet hij Duitschland. En in
datzelfde jaat begon hij met het schrijven van zijn
studie over het stelsel dat hem zoo diep had teleur
gesteld. Eerst drie iaar later verscheen deze studie
in boekvorm.
BIJ een critische bespreking mag op den voor
grond worden gesteld dat Die Revolution des
Nihilismus" een werk is waaraan niemand die zich
voor Duitschland interesseert, achteloos kan voor
bijgaan. Het bevat meesterlijke analyses van ver
schillende onderdeelen van de nationaal-sociali
stische leer en werkelijkheid. De wijze waarop
Rauschning de nationaal-socialistische ideologie
ontmaskert, is onovertrefbaar. Hij schetst haar als
een stelsel dat eiken dieperen achtergrond ontbeert,
kortom: dat nihilistisch" of doktrinlos" is. De
partijleiding doet wat haar goed duikt. Metschoone
phrases weet zij haar politiek den schijn eener
werkelijke fundeering te geven. In werkelijkheid
is het haar slechts te doen om de macht: de macht
over de geheele wereld. Deze macht eischt de
nationaal-socialistische elite voor zich op.
Naast dit, in eindelooze variaties uitgewerkt
hoofdthema, schetst Rauschning nog tal van andere
verschijnselen waar hij van een scherp, critisch
inzicht blijk geeft. Men kan in het algemeen zeggen
dat zijn oordeel raker wordt, naarmate de groep
waartegen hij zich keert, in scherper tegenstelling
staat tot de Junk rs" waartoe hij zelf behoort.
Bourgeoisie middenstand proletariaat, zij
waren, zooals Rauschning ze in deze studie teekent,
alle in wezen voos, krachteloos en zonder fut.
Het gevaar van een linksche revolutie was in 1932
'33 volslagen denkbeeldig, aldus Rauschning. Op
de basis van de algemeene thf oretische en practische
slapheid konden de Nazi's de staatsmacht veroveren.
Daarmee begon de revolutie haar loopbaan die hem
tsnslotte buiten Duitschland heeft geworpen.
Gelijk gezegd deze analyse is op vele plaatsen
voortreffelijk. Een sociologische analyse, gelijk
Rauschning zelf wil, is zij echter niet. Daarvoor
ontbreekt er in de eerste plaats het vergelijkings
materiaal in. Rauschning verklaart niet, hij
critiseert. De vraag of het vroegere Fransche en
Engelsche imperialisme niet even doktrinlos"
was als het huidige Duitsche is, wordt door hem
niet gesteld. Hij kent slechts Hitler, geen Cecil
Rhodes. Daardoor zal dit boek wel elk van de
oprechtheid van Rauschnings persoon, maar menig
een niet van de juistheid van zijn visie overtuigen.
Men kan de feitelijke gegevens die in deze 500
bladzijden voorkomen, aan de vingers van twee
handen aftellen. De rest is beschouwing. Be
schouwing, die bewijst dat Rauschning een oprecht
man is, die diep gegrepen werd door het probleem
Duitschland dat hem in feite nog in zijn ban
houdt.
RAUSCHNING'S wereld is vernietigd.
Hij is een man van Pruisische hardheid,
wien de Romeinsche toga niet zou misstaan. Dat
hij zich daartoe aangetrokken voelt, bewijst, behalve
het overvloedig gebruik van Latijnsche zegswijzen,
het feit dat hij Hitler bij voorkeur met Catilina
vergelijkt. Inderdaad in Rauschning zélf leeft
iets van den tijd van Cicero, en vooral van Cato,
dien vermoeienden en onvruchtbaren zedepreker.
Als een waardig leerling van Spengler (wiens geest
door dit geheele werk rondwaart) wil hij vóór alles
Stoïcijn zijn, zij het ook een Lutheraansch Stoïcijn.
De luidruchtigheid, het gebrek aan distance, het
pöbelhafte" van den modernen tijd ergert hem.
Hij kan er niet in leven. Deze eeuw is de zijne niet.
Zijn tijd was, toen zijn voorvaderen als patriarchale
grootgrondbezitters God en Koning dienden op hun
landgoederen. De orde die hem in het bloed zit, is
de feodale.
Wij gelooven niet dat de West-Europeesche lezers
van Die R;volution des Nihilismus" zich tot deze
feodale sfeer aangetrokken zullen voelen. Eén ding
echter is een feit: een feodaal-monarchaal Duitsch
land ware een veel geringer gevaar voor de rust der
West-Europtërs dan het nationaal-socialistische.
Hier en daar erkent Rauschning dat dat
nationaalsocialisme rechtstreeks uit de Duitsche werkelijk
heid is voortgekomen. De grondtendenz echter van
zijn boek is: dat is Duitschland niet, het
nationaalsocialisme is een vergissing. Rauschning's boek pleit
West-Europa in wezen vrij van schuld.
En wat wil hij in de plaats stellen van het natio
naal-socialisme ? De Volksdemokratie einer
konservativen Monarchie." Hij wil de Wiederchristlichung
unseres Staats- und Kulturlebens." Hij wil de
transzendenïe Ordnungen" herstellen. Hij wil de
Hohenzollerns terug hebben, niet als Spitze" maar
als echte Autoritat". Hij wil de generaals-revolutie.
En wat willen de Engelsche conservatieven
anders op het oogenblik? Rauschning is vleesch
van hun vleesch, bloed van hun bloed.
HOEZEER Rauschning, zij het onbewust, in
wezen en dit dankt ons d? oorzaak van
zijn succes tegemoet komt aan de wenschen van
den gezeten West-Europeeschen burger, blijkt
sterker nog dan uit Die Revolution des Nihilismus"
uit zijn nieuwe werk, Hitler m'a dit", dat onder
den titel Hitler'i eigen woorden" dezer dagen in
ons land zal verschijnen.
In dit boek doet Rauschning verslag van de
gesprekken die hij in '32 en '33 met Hitler c.s. heeft
gevoerd. Deze gesprekken zijn volgens den
Franschen inleider van een phonografische ge
trouwheid." Rauschning-zelf drukt zich gereser
veerder uit. Schrijver dezes moet als zijn indruk
weergeven dat de letterlijke authenticiteit van deze
gesprekken uiterst twijfelachtig is. Geen enkel
gesprek is bij voorbeeld gedateerd.
Wat geeft dit boek? In de eerste plaats veel wat
reeds in zijn voorganger stond. Daarnaast slechts
een chronique scandaleuse" van Hitler, aangepast
aan de wenschen en behoeften der Geallieerden.
Hitler is een maniak. Hij lijdt aan
achtervolgingswaanzin. Midden in den nacht wordt hij als verlamd
wakker, en schreeuwt om hulp. Hij is een medium,
bezocht door machten die uit een andere wereld
komen." Hij heeft gehuild toen zijn kanarie stierf.
Hij heeft pornografische bladen in zijn werktafel;
in een van zijn kamers bevinden zich pornografische
schilderijen. Zijn bed moet altijd op dezelfde manier
worden opgemaakt. Niemand mag ooit zijn slaap
kamer betreden, sinds Himmler hem gewaarschuwd
heeft tegen een poeder dat cp zijn kussen gestrooid
zou worden en dat hij zou inademen om onder de
vreeselijkste pijnen te sterven." Zijn horoscoop
toont eerst een reeks van overwinningen, dan
onzekerheid, veroorzaakt door een Birkenfeld."
Welnu in Westfalen ligt n, in het Saargebied
een tweede Birkenfeld". Is het wonder dat hij zich
steeds onzekerder gaat voelen? Twijfel en angst
nijpen hem de keel dicht. Hij is ziek. Hij betast zijn
pols. Vrees bekruipt hem. Het net sluit zich rondom
hem. Ik wil niet doodgaan !" Angstzweet beekt hem
uit. Hij b ;eft. De voorspelling ! De laatste horo
scoop l Hij heeft de waarschuwing in den wind
geslagen. . .."
Met dezen Wunschtraum" eindigt Rauschning's
nieuwe boek.
Laat ons billijk zijn: er staan ook reëlere dingen
in. Maar daarop zal zijn succes niet berusten. Dat
succes berust op den kittel van het z.g. kijkje
achter de schermen" dat het geeft, op het speculeeren
op de valet-de-chambre"-belustheid dermenschen,
op het schenken van de aantrekkelijke illusie dat
Hitler een halve waanzinnige en het meerendeel
van zijn volgelingen niet veel beter is.
Waarna men de deken over de ooren kan trekken
om in te slapen in de zalige rust dat het spooksel
over de grenzen zich wellicht reeds morgen, maar
anders toch zeker in den loop van dit jaar in niets
heeft opgelost.
Dat Rauschning zich geleend heeft tot het wekken
van dergelijke spotgoedkoope en gevaarlijke illusies,
stelt teleur.
EN zoo staan wij voor het raadsel Duitschland,
even onzeker als te voren.
In positieven zin weet ook Rauschning ons niet
te helpen, integendeel. En op dat positieve komt
het aan. Historische analogie .i schijnen te falen.
Is Hitler een Napoleon III? Hun aan de macht
komen geschiedde onder vergelijkbare omstandig
heden. Zal de Parijsche Commune zich na een
Duitsche nederlaag herhalen? Zullen de
SowjetUnie en Duitschland versmelten? Zal ooit nog een
einde komen aan de nachtmerrie der concentratie
kampen? En wat dan? Revolutie van rechts of
van links? Burgerlijke democratie of proletarische
dicta'uur?
Zooveel vragen, zooveel vraagteekens.
Geen tweede Versailles dat is het eenige vaste
punt waarop zich in de huidige onzekerheid een
democratische politiek kan, neen: wet richten.
L. DE JONG
PAG. S DE GROENE No. 3269