Historisch Archief 1877-1940
SPIONNAGE!
Op zoek naar
ondergrondsche activiteit
in Nederland.
UNIFORMSMOKKELARIJ, lichtsignalen op
de Veluwe; gearresteerde journalisten"; in
beslag genomen koffers met teekeningen....
Dat is spionnage" zegt men. En inderdaad, de
veelheid van deze en dergelijke feiten en berichten
is eenigsztns beangstigend. Nu is spionnage, uit den
aard der zaak, een tamelijk geheim bedrijf. En het
is niet eenvoudig, er iets van te weten te komen. En
als men, om deze ongerustheid aan de feiten te con
troleeren, daartoe wil overgaan, doen zich zeer groote
moeilijkheden voor. Er openen zich twee wegen:
een onderzoek bij de spionnen" en een onderzoek
bij de autoriteiten, die, uit hoofde van hun ambt,
met spionnage" te doen hebben.
Beiden zijn uit den aard van hun beroep, zwijg
zaam. De autoriteiten wellicht nog meer dan de
spionnen". Maar omdat de eersten in ieder geval
geen onwaarheid zullen vertellen, is het dan toch
nog maar veiliger, bij hen te rade te gaan.
Nu is spionnage" een leekenwoord, dat velerlei
activiteit ten nadeele van ons land bedekt. Er is de
economische spionnage, het verklappen van ge
heimen uit bedrijven, werkzaam voor de lands
verdediging of andere zeer belangrijke
onderne* mingen; of het verklappen van het uitvaren of
binnenkomen van bepaalde schepen met ladingen
voor bepaalde landen, wat voor een der
belligerenten van belang kan zijn en ons land schade kan
berokkenen, omdat dan tot aanh'ouding of torpe
deering order gegeven kan worden. Spionnage"
? dekt het verklappen van militaire geheimen, op
stellingen van troepen etc., van ons land aan een
andere mogenheid, maar eronder begrepen is ook
de tegen derden gerichte activiteit van buitenlan
ders of Nederlanders op ons grondgebied; dat is een
activiteit, die onze landsverdediging dus niet zou
schaden, maar die onze neutraliteitspositie in ge
vaar zou kunnen brengen. En tenslotte is er de
acti/iteit van onzen eigen Inlichtingendienst, die tot
taak heeft, de legerleiding van alles in kennis te
stellen, wat voor haar van belang kan zijn.
ER leven in Nederland velen, vaderlanders en bui
tenlanders, die, nu de oorlog is begonnen, iets
willen verdienen met spionnage". Zulke personen,
vaak in het grensgebied woonachtig, komen door
bevriende relaties over de grens vaak dingen te
weten, die zij van waarde achten. Bijvoorbeeld, dat
er over dit en dat riviertje een brug geslagen is of dat
dat en dat regiment daar en daar aangekomen is.
Nu haasten zij zich naar Den Haag, een centrum
van deze berichtenhandel en gaan er mee, laat ons
zeggen, naar den Nederlandschen Inlichtingendienst.
Maar die kennen dezen informant reeds; zij zeggen
hem: het spijt ons wel. Wij hebben geen interesse !"
Maar de trouwe vaderlander houdt aan: Meneer,
U zult er spijt van hebben. Het is een prachtig be
richt." Als hij goed weet te praten, zal hij er daar
wellicht vijf gulden mee verdienen, maar in de
meeste gevallen, zal men zich er energiek tegen ver
weren, er iets van te hooren. Dan gaat de spion"
naar de militaire attachés der buitenlandsche lega
ties, die daarvoor in aanmerking komen. En die
blijken dan wel bereid,- om de, mogelijk nog eens
waardevolle, relatie niet te verbreken, den agent"
een tientje te geven. En met een buit van veertig,
vijftig gulden gaat de gelukkige grensbewoner weer
huistoe.
Nu kan de Nederlandsche regeering een derge
lijke activiteit niet toestaan. Het is strijdig met de
neutraliteit, dat op Nederlandsch gebied tegen derde
landen gespionneerd wordt. Maar bovendien zijn deze
op uitsluitend financieele gronden spionneerende
Nederlanders in vele gevallen bereid, evenzeer ten
nadeele van ons land berichten door te geven. Het
is dus zaak, dat daaraan een eind gemaakt wordt.
Er zijn verschillende maatregelen, die er tegen
genomen kunnen worden. Allereerst is in be
paalde belangrijke gebieden den staat van beleg af
gekondigd, die het onder meer mogelijk maakt, dat
bepaalde personen uit die gebieden verwijderd
worKRUC BRUT
LE CHAMPAGNE PARFAIT
den. En verder kan die personen ook verboden wor
den, zich op te houden in de bewakingsgebieden",
bij K.B. aan te wijzen grensstrooken,
HOE worden dergelijke boosdoeners nu ontdekt?
Daar kan iedereen aan meehelpen. Men kan
ze, om zoo te zeggen, toevallig tegenkomen. Al
thans wij kregen onlangs bezoek van een Neder
lander, sprekend in het kernachtig accent van een
onzer grensstreken, die ons voor journalistiek ge
bruik inlichtingen aanbood van militaire en andere
situaties in een aangrenzend land. Dit had al een
verdacht tintje. Hij gaf ons zijn adres, dat niet was
in de plaats waar hij tot voor kort gewoond had en
waar zijn gezin nog huisde, maar dat in een der
Haagsche hotels was. Ook dit had een verdacht tintje.
De inlichtingen" van dezen gemoedelijken provin
ciaal boezemden ons geen belang in. Hij zelf des te
meer. En bij informatie ter bevoegder plaatse bleek
hij een bekende te zijn van militaire en burgerlijke
autoriteiten. Hij woonde te Den Haag, omdat hem
het verblijf in het grensgebied, het bewakings
gebied" ontzegd was. Maar hij handelde toch in on
belangrijke, zoo niet vaak verzonnen of half-ware
berichten tegen uiterst lage tarieven.
Van zulke agenten" zijn er vele. Zij leven van
de bedragen die vreemde inlichtingendiensten voor
hun taak beschikbaar stellen. Zij zijn niet belang
rijk en waarschijnlijk ook niet overmatig schade
lijk; naar geen richting. Alleen maar lastig en....
ontoelaatbaar. Het zijn caféhouders, zij zijn smok
kelaars of stroopers, kleine handelaartjes met fami
lie over de grens of wat ook. En, naar men mij meldde,
zij zijn in hoofdzaak bij justitie bekend. Sedert
eenige jaren is aan het departement van justitie
namelijk een centralisatie tot stand gekomen van
het materiaal dat met dergelijke zaken verband
houdt. Toen was daar een andere reden voor: de
binnenstroomende vluchtelingen uit Duitschland
maakten het wenschelijk, dat de inlichtingen over
deze binnenkomende vreemdelingen gecentrali
seerd zouden zijn. En dus werd er van al'en die op
de een of andere min-gunstige wijze met de justitie
in aanraking kwamen, een kaartsysteem aange
legd met dacty!oscopische signa'ementen.
En van hier uit worden alle zaken die met
spionnage" te doen hebben, ook geleid. Weliswaar
worden zij in de meeste gevallen begonnen door de
plaatselijke politie of rijksveldwacht, maar de
grootere lijnen van het onderzoek worden aan
gegeven door de procureurs-generaal en via hen
door het departement van justitie; of een der
5 rijksrechercheurs belast zich ermee. De huidige
omstandigheden hebben de waakzaamheid van
politie, militairen en ook van het publiek vergroot.
WORDT er nu veel gespionneerd ? Het is altijd
moeilijk van de bevoegde autoriteiten op een
dergelijke vraag antwoord te krijgen. Maar de
slotPaindeluxe-brood
,,In dat stuk wordt beweerd dat
de dominees, vóórdat zij zich opgeven
als candidaat, eerst overleg moeten
plegen met den kerkeraad." (R.)
Hij heeft ten aanhooren van zijn
dochters nadrukkelijk verklaard dat
hij weer hertrouwen wil." (ff.)
indruk hieromtrent is toch: neen ! Ten eerste, als
men den vorigen oorlog als vergelijkingsobject
neemt, zijn wij niet de eenige niet-belligerente
mogendheid in het Westen. De uiteinden der ge
allieerde en Duitsche inlichtingendiensten kunnen
zich dichter bij den vijand nog op ander neutraal
gebied uitstrekken. En verder heeft men te Den
Haag door de vreemdelingenregistratie een veel
beter overzicht dan in 1914, toen niets van dien
aard bestond. Bij visumaanvragen, pi. m. 400
per dag, kan binnen weinige minuten nagezien
worden, of er tegen het verleenen van het visum be
zwaren bestaan. Bij een gerapporteerde activiteit van
vreemdelingen in ons land kunnen eventueel zijn
crimineele antecedenten onmiddellijk nagezien worden.
En wat blijft er dan over van de
uniformensmokkelarij en dergelijke verhalen ? Volgens degenen
wier opvatting in dezen de handelwijze van de
hoogste burgerlijke en militaire autoriteiten be
paalt, zou men in Duitschland of waar ook niet
afhankelijk zijn van een paar gesmokkelde unifor
men, maar zou men daar, gesteld dat men dat zou
wenschen, binnen weinige dagen een geheele
divisie in prachtige Nederlandsche uniformen
kunnen steken, zóó uit de fabriek. Wanneer er
ergens 25 gulden geboden wordt voor een oude
militaire kepi, heeft dat een heel andere reden: dan
is de bedoeling daarmee onrust te stoken en die
bange vermoedens op te wekken, die er ook inder
daad mee opgewekt zijn. Een vliegtuig dat boven
Den Haag foto's maakt", zooals het gerucht
onlangs zei is in deze opvatting evenmin gevaarlijk.
Het betreffende land heeft heusch reeds in vredes
tijd alle luchtfoto's, die het van een Nederlandsche
stad meent noodig te kunnen hebben, keurig in
albums verzameld! Met hetzelfde wantrouwen
worden in genoemde kringen eveneens de berichten
aangezien van betrouwbare agenten", of van
menschen, die het in diep geheim" van een
Duitschen zakenman hoorden, of van iemand die
vijandig tegenover het regime staat", of in grens
streken van een deserteur", berichten, die zeggen,
dat er dan en dan iets gebeuren gaat daar en daar,
of die opzienbarende bijzonderheden geven over
een nieuw opgericht onderdeel of een nieuw ge
vaarlijk wapen. Dergelijke berichten zijn met
kennelijke bedoeling uitgestrooid en worden verder
verbreid door zulke vijanden van het regime" of
door die spionnen die aan de Duitsche autoriteiten
evengoed bekend zijn als aan de Hollandsche.
Zooals men mij zei: Over Duitschland kan je alles
te weten komen, alles wat je maar wilt. Het eenige
bezwaar is, dat de berichten témooi zijn !"
En dat is ook het gevaar. Er is een net van be
richten rondgestrooid, die tegelijk een prachtige
camouflage vormen. En verder is een nadeel, ver
geleken bij 1914, dat het thans zeer moeilijk schijnt,
het geraamte" van de verschillende diensten op
ons gebied te reconstrueeren. Wellicht wordt er
veel achterhaald. Maar natuurlijk is er nog veel
onder water". Het is als met een ijsberg. Maar er
is al veel gewonnen, als men tenminste het topje
ziet. Wat er dan nog onder water zit, is van later
zorg. F.
iniiiiiiiimiiiiiiiiiiiMiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiMiiniiiiiiiii mum niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimm u;
i
Deze artistieke begnuing heeft
hem niet belet zich een honkvast
journalist te toonen." (Volksbl.)
Zij abembe verruimd op." (T.)
Het juiste woord op de
juiste plaats
Hij had een ernstigen val ge
maakt." (R.)
De onvrede bedreigt het land in
wendig welig." (T.)
Huisbakken journalistiek
,,ln heel veel plaatsen had de detail
handel niets geen voorraad." (Msb.)
Het convooi-systeem werkt
heelernaal niet zoo zeker als Churchill be
weert." (R.)
Een actrice van dit kaliber zal
dit minder makkelijk lukken." (G.)
Uit de hoogeschool
Waar niet vermeld wonen df
leerlingen te Zwolle."
iTrn:-. O. tii 7,v ('.,
CHARIVARIA
De hoofdzakelijkste oorzaak van
Broers afkeer van de juffrouw school
aanvankelijk in de omstandigheid
dat zij geen man was." (G.)
Onze inrichters
Prof. J. van Kan, inrichter en
oud-rector van de rechtsgeleerde
faculteit te Batavia. Soldaten richten
een feest in. Men is van plan een op
tocht in te richten op Mardi Gras.
Rusland is bereid zijn betrekkingen
met Roemeniëop de basis van goede
buurschap in te richten." (H.)
Lezers, he'pt mij deze nieuwe
rubriek in te richtei,
Ketens, stempels en stuipen
De lectuur van dit boek is voor
ons, geketende en bestempelde
cultuurmenschen van een stuiptrekkend
Europa een niet genoeg te waardeeren
geschenk." (Adv. Xbl. ;>. d. Hock/i.)
Geslachtelijke moeilijkheden
De pluimveehouders klagen dat
zelfs jonge hanen door den barren
winter slecht of in het geheel niet
leggen." f.V. ,'. d. D.)
Gevraagd Jongste Bed»
en vr.)." (H.)
De vrije wil
Het wil ons voorkomen dat dit
weinig verschil maakt." (R.)
Hiermee wil niet gezegd zijn dat
zijn houding onjuist was." (Vrijh.)
Geruchten in het buitenland willen
weten van fouten in de
Siegiriedlinie." (Tel.)
liet wil wel zoo lijken of hij er
zich niet veel van heeft aangetrokken."
(H. D.)
,,Het valt te verstaan dat de
Franschen geschokt zijn." (H.)
Het is zelfs te begrijpen.
Een lezer schrijft: Het modewoord
is nu: cui'lijh. Het nieuwe stadhuis
in Amsterdam zon een eerlijk gebouw
moeten worden." (H.)
Willen mijn lezers mij eerlijke
knipsels zenden?
Er
neerde
heerschto
stemming."
(ml
Dat woord wordt gewoonlijk
eenigszins gecompressioneerd.
Diensijver
Hij klemde zijn beide handen om
diens keel en zette zijn knieën in
diens rug." (R.}
,,De vijand verloor 500 dooden,"
zegt de Telegraaf, maar vertelt er
niet bij hoeveel hij er overhield.
PAG. 15 DE GROENE No. 3172