Historisch Archief 1877-1940
DE VLEK OP BLADZIJ 21
Een verhaal van De Groene
door Ossip Kalenter
DE Hollander" en de Spaansche" hadden
eenige Franschen hen geestig gedoopt,
terwijl de Duitschers uit het hotel zich er mee
tevreden stelden hen als onharmonisch geheel"
te registreeren. De Engelschen hadden hen in het
geheel niet opgemerkt. Zij hadden trouwens ook
niets opvallends; zij kwamen stipt op tijd bij de
maaltijden, namen vlijtig aan alle pleiziertjes deel
en pasten zich in alle opzichten aan de stijl van
het hotel aan. Onharmonisch" waren zij zonder
twijfel; hij: breed, kerngezond, een man in de
jaren, die men de beste pleegt te noemen omdat
het de goede niet meer zijn. Zij: klein, slank,
donker, haar huid wasachtig en doorschijnend
ondanks een bruin vernisje. Een paar" was het
ten eenen male niet, tenminste wettelijk niet, en
Hollander" was hij net zoo min als zij Spaansche".
Veeleer had men in hem te zien Mijnheer Lukas
Grüter uit Hamburg, die ten allen tijde meubelen,
.koffie of cacao onderweg had en wiens voorouders
na te gaan waren tot de vijftiende eeuw (naar mijn
heer Grüter althans beweerde). Zij daarentegen
was een zekere Mad. Saint?Alban, Margot, Go
genaamd, geboren in Perpignan: een steeds naar
de laatste mode gekleed, teer persoontje van nau
welijks twintig jaar, die na haar echtscheiding
een onbekommerd leventje leidde en op het
oogenblik een zekere mevrouw Grüter was. Zij schenen
samen volmaakt gelukkig en geen mensch kon
ook maar het minste ten hunnen nadeele zeggen.
Totdat op zekeren avond Madame alleen aan tafel
verscheen. Mijnheer Grüters plaats bleef leeg en
de Franschen vermoedden een echtelijke scène.
Mevrouw Saint?Alban was een nuance
wasachtiger dan gewoonlijk. Wat mankeerde die
mijnheer Grüter wel, om zich zoo maar in zijn
kamer op te sluiten en voor geen geld de deur te
openen, nietszeggende opmerkingen naar buiten
te roepen en op gemelijken toon te verzoeken hem
met rust te laten? Volgens mevr. Saint?Alban
was zijn optreden niet te kwalificeeren. Met een
bewonderenswaardige gratie en een
raadselachtighoogmoedig gezicht ontleedde zij haar visch, toen
een kellner haar kwam melden, dat mijnheer haar
verzocht, bij hem te komen. Zij was te veel
Franfaise om den man en zijn ellendigen opdrachtgever
een antwoord waardig te keuren, en te nieuws
gierig om zich niet desondanks voor te nemen,
naar hem toe te gaan. Op perfecte wijze beëindigde
zij haar diner, met eindelooze traagheid gebruikte
zij in de hall nog haar koffie, rookte een sigaret
en besteeg ten slotte met een droomerigen blik
de trappen die naar Grüter's vertrekken leidden.
ZIJN gewone blozende, frissche gelaatskleur
had plaats gemaakt voor een op nervositeit
wijzende bleekheid. Hij ontving haar met een
plechtigheid, die weinig goeds beloofde. Ernstig
en afgemeten nam hij een boek uit een koffer
(?Herfstrozen" luidde de titel), toonde het haar
en vroeg zonder het los te laten: Heb jij dit boek
soms in handen gehad" ?
Mevrouw Saint?Alban verstond de Duitsche
taal prima; stellig beter dan zij zijn school-Fransch
verstond, dat hij aanvankelijk haar ter eere ten
beste gegeven had. Voor alle zekerheid antwoordde
zij: Neen!"
Werkelijk niet?"
Mijnheer Grüter hield er een manier van nadruk
kelijk ondervragen op na, die haar ondragelijk was.
Werkelijk niet", antwoordde zij op kouden,
zakel ijken toon.
Maar daarmee was Mijnheer Grüter nog lang
niet tevreden.
Ik verzoek je met den meesten nadruk", zei
hij plotseling en zag er angstaanjagend uit, ik
bid en smeek je, lieve Go zeg mij, of je dit boek in
handen hebt gehad!"
Wat voor belang kan dat hebben?"
Een oneindig groot belang.... alles.... Mijn
geheele verdere leven hangt er van af.. .."
Van het feit, of ik al of niet een bepaald boek
in handen gehad heb?"
Kun je er een eed op doen?" vroeg Mijnheer
Grüter op duisteren toon.
Hij is gek geworden, dacht zij, en op de vrien
delijke, onschuldigen toon, waarop men met idioten
pleegt te praten, zei zij: Wat mankeert je eigenlijk ?
Ben je niet heelemaal lekker, mon chéri?"
Dof antwoordde Mijnheer Grüter: Wat er ge
beurd is en nog te gebeuren staat, kan ik ie nu
niet uitleggen. Later misschien. Wanneer ik weer
wat overzicht over de dingen zal hebben. Op het
oogenblik voel ik mij alsof ik een geweldigen slag
op mijn hoofd gekregen heb. Ik geloof" en hij
drukte de vuisten tegen zijn slapen ik geloof,
dat ik mijn verstand verlies."
Net zoomin als zij zich illusies maakte over
Mijnheer Grüters geestesgesteldheid, zullen wij
ons illusies maken over dit, volgens steeds de laatste
mode gekleede Mevrouwtje Saint?Alban en haar
karakter. Vandaar dat wij in het minst niet zullen
schrikken, wanneer zij op hetzelfde oogenblik
en geenszins onlogisch uitroept:
Mon chéri, ik heb hard geld noodig...."
Met een omfloersden blik op haar
langgewimperde blauwe oogen, zag zij Mijnheer Grüter als
in een film oogenblikkelijk zijn cheque-boek trekken.
Baar geld.. . ." lispelt Go uit Perpignan.
In dat geval heb ik helaas niet meer dan dit.. "
Het waren duizend Zwitsersche francs.
Arme kerel, dacht Go ontroerd. Hij heeft wer
kelijk zijn verstand verloren.
OOK het hotelpersoneel hield hem den volgenden
dag voor krankzinnig. Ook aan hen, had hij,
n voor n den roman getoond en hun op eer
en geweten gevraagd of zij het bewuste boek ook
in handen gehad hadden.
Tegen den avond, even voor het eten, klopte
Mevr. Saint?Alban op de deur van Mijnheer
Grüter's appartement. Zij was nog steeds op slot.
Doodstil was het binnen.
Den volgenden morgen bleek Mijnheer Grüter
te zijn afgereisd. Waarheen ?Mevrouw Saint?Alban,
die om zich ook verder volkomen aan de stijl van
het hotel aan te passen, voortaan voor Mijnheer
Grüter's vrouw wilde blijven doorgaan, besloot
zich daaromtrent te ori°nteeren. Mijnheer was
vertrokken, na een ontzettende zenuw-crisis. Naar
Hamburg was hij gereisd kwam Mevr. Saint
Alban te weten, en hij had welk een toonbeeld
van zorgzaam echtgenoot! haar appartement
voor vier weken gehuurd en vooruit betaald.
De vier weken waren voorbij en Madame's
cofjUette koffers waren naar Montreux getrans
porteerd tezamen met twee koffers van een Britsen
officier, toen er voor Mevr. Grüter uit Hamburg
een brief arriveerde. Daar de Zwitsersche post met
haar onbestelbaar" nogal zuinig is, ging de brief
voor alle zekerheid p.a. Mr. Algenon McBride naar
Montreux, waar hij de geadresseerde, die weer Mad.
Saint?Alban, heette, door Mr. MacBride over
handigd werd.
Lieve Go", stond er, je zult je wel afvragen... "
Mevr. Saint?Alban zocht naar het einde van
de alinea en begon aan de volgende, die met En
nu wil ik je alles verklaren" aanving.
MIJNHEER Grüter kon op een ideaal huwelijks
leven bogen. Minnie, zijn vrouw kon heerlijke
Hamburger worstjjs klaarmaken, waar hij een
zwak voor had. En hij had voor haar spiritistische
seances gezorgd, die haar zwak waren. Op een mooi
oogenblik hadden zij gezworen, dat daar zij
in een leven na den dood geloofden degeen, die
het eerst stierf den ander een teeken zou zenden,
ten einde na te gaan of een dergelijk leven werke
lijk bestond. Nu had de hemel haar uitverkoren
om heen te gaan, hem om te blijven. Hij was niet
te troosten. Aanvankelijk nam hij zich voor in
het geheel geen teeken at te wachten, maar haar
oogenblikkelijk te volgen, ongeacht waarheen. Hij
werd echter geruimen tijd opgehouden. Zijn dagen
sleten in het zakenleven. Zijn avonden bracht hij
thuis door, moe en overspannen. En zoo wachtte
hij op antwoord.. . Met de ;aren sleet zijn smart
en langzamerhand keerde hij in de wereld terug.
Evenwel zonder te vergeten, zonder het wachten
op te geven. Er kwam weer een tijd van uitgaan,
vrienden enz. Er kwam weer een tijd van kleine
vacantiereisj ss, bij voorbeeld naar St.-Moritz,
waar hij Madame Saint?Alban leerde kennen,
waarmee hij naar het Berner Oberland verhuisde,
naar Gstaad. Daar, toen zijn zinnen verder dan ooit
van de dierbare doode verwijderd waren, kwam
het teeken tot hem.
In een boek, dat sedert Minnie's dood niet meer
van mijn zijde geweest is", aldus Mijnheer Grüter,
in haar lievelingsboek, vond ik op zekeren dag
een geheimzinnige, onverklaarbare vlek: zwart
pikzwart, als van een aardachtige olie, met een
bruinige in geel overgaande kring er omheen.
En wel door verscheidene bladzijden heen, zoodat
de vlek, waarvan het centrum op bladzijde 21 lag,
nog op de bladzijden 19 en 26 zichtbaar was. Nog
nooit in mijn leven heb ik een dergelijke vlek gezien.
Geen twijfel mogelijk: De hand van een geest was
er debet aan! Ik heb occultisten van naam geraad
pleegd en de vlek laten onderzoeken."
Mevrouw Saint?Alban sloeg nogmaals een
alinea over, aangezien zij in groote spanning was.
Nu kan ik het niet meer met mijn levensopvat
tingen rijmen het leven weg te gooien", verklaarde
Mijnheer Grüter verder, en Mevrouw Saint?Alban
haalde verlicht adem. Ik blijf. En het valt mij
licht te blijven. Hoe na of hoe ver het ook zijn mag:
er bestaat een weerzien. Ik breng mijn avonden
weer alleen thuis door. Ik spreek dan met Minnie
en zij geeft mij antwoord. Ik heb gebiecht en zij
heeft mij vergeven. Voor het eerst in mijn leven
voel ik de ware beteekenis van de eeuwige liefde."
NA het lezen van deze brief, die haar meer
interesseerde dan zij aanvankelijk gedacht
had, verviel Mevr. Saint?Alban in gepeins.
Op een goeden avond in Gstaad Mijnheer
Grüter zat, zooals gewoonlijk, reeds in smoking
in de hall was haar te binnen geschoten, dat
hij in zijn koffer een uiterst geheimzinnig boek had.
Zij had het heimelijk te voorschijn gehaald en het
mee naar haar toilettafel genomen. Zij las een
stuk van het einde, een stuk uit het midden en ten
slotte ook een stuk uit het begin. Zij kon het noch
begrijpen noch bijster amusant vinden. Intusschen
voltooide zij haar toilet. Het fleschje met de verf
voor haar wimpers stond open naast het boek en
zoo ontstond de vlek: zij stootte het om.
Mevrouw Saint?Alban wikte en woog. Lang
zaam en speelsch verscheurde zij tenslotte Mijnheer
Grüters brief en wierp de snippers in het meer.
De eerste fijne nevels begonnen op te stijgen.
Was de GROENE juist uitverkocht?
NEEM EEN ABONNEMENT!
PAG. l« DE GROENE No. 3272