Historisch Archief 1877-1940
Brieven uit Loenen <vio
Loenen.
Mijn beste vriend,
Met geweldig veel belangstelling
heb ik in de kranten de becijferingen
gelezen omtrent de plaats, welke onze
winter in gestrengheid in de
weerannalen zal innemen. Je zoudt werke
lijk niet gedacht hebben, dat de winter
bij ons ik reken me onder de Bilt
te behooren No. 5 in hevigheid is
geweest en elders No. 4 en nog weer
op een andere plaats No. 5 of zelfs
6. Dat dat in verschillende streken
van een klein landje als het onze
zoo verschillen kan !
Inmiddels: de balans is wat vroeg
opgemaakt, want na slechts enkele
dagen van dooi heeft de winter alweer
de overwinning behaald en het is dit
maal zelfs druk voor mijn deur ge
worden. Merkwaardig, dat de menschen
nu vooral zin schijnen te hebben om
de Vecht te berijden. Het is overigens
fantastisch, zooals het ijs hier opduikt
en daar weer verdwijnt. In het
Merwedekanaal b.v. was het ijs in een
ommezien geheel verdwenen, naar
men zegt, is het door het kolossale
verschil in waterstand weggevaagd.
In mijn tuin daarentegen heeft de
sneeuw voor ijs plaats gemaakt,
doordat de sneeuw tot water smolt en
toen bevroor. Je vraagt je wel af,
waar het heen moet. Krijgen we soms
de dubbele eeuwviering van den winter
van 1740 mede te maken? Toen moet
het immers zoo beestachtig koud
geweest zijn, dat er om zoo te zeggen
dien zomer geen gras meer wilde
groeien. Het zou wat moois zijn,
juist in dezen tijd.
ZOO zitten we weer in de kou
en dat niet alleen in den letter
lijken zin van het woord. Wat je in
de krant leest, is ook al om er iets
van te krijgen. Ik doel daarbij niet
op gevaren van buitenaf. Daar is
een rechtgeaarde Hollander nu een
maal niet zoo ontvankelijk voor.
Maar wat anders zijn de finantiën.
Ik vrees, dat er heel wat oude kousen
in plaats van als bergplaats vóór edel
metaal dienst te doen, weer hun oude
beroep van beenbekleeding zullen op
vatten. Het is bepaald onaardig, dat
nieuwe verlanglijstje van Vadertje
Staat! Het ergste is, dat je kommetje
koffie zoo overbelast wordt. Jullie
stadsmenschen drinken, geloof ik,
veel thee, maar wij moeten het den
heelen dag nu eenmaal met koffie
stellen. Dat is typisch Hollandsch en
zelfs de Hollander, die naar den
vreemde getrokken is, verbaast er
zich altijd weer over, dat we tegen
ii uur, half twaalf in den morgen
zonder koffie eenvoudig geen mensch
zijn. Daar wordt me ineens 8 millioen
gulden belasting op onze koffie gezet
en de suiker, die we er in moeten doen
om het geurige vocht drinkbaar te
maken ....
Maar wat me meer dan dit alles
de schrik op het lijf deed slaan, dat is,
dat de successiebelasting met 15
opcenten naar boven gaat. Ons
erfenisstelsel wordt langzamerhand een
buitengewone halfslachtigheid.
IK herinner me nog, dat ik eens
op een hevig zwoelen zomer
avond in 1921 op weg was van Abazzia
naar Holland. Ik was aan het beroerd
worden van Italiaansche koude dran
ken en watermeloenen. Mijn koffer
had ik bij gebrek aan geld moeten
achterlaten als onderpand en dien
middag had ik na veel omzwervingen
in Triest nog een chèque-je opgediept,
dat me den weg huiswaarts open
stelde. Zoo zat ik in het begin van
den nacht op een steiger voor het
station aan het Canal Grande van de
Dogestad te wachten op het bootje,
dat me naar het echte Lido moest
voeren, want ik was op de onzalige
idee gekomen om voor een enkele
nacht den volgenden morgen ging
ik door naar Milaan heelemaal
naar Lido te trekken. In die
naoorlogsche, vóórfascistische dagen was nu
letterlijk alles in Italiëbelast. Ik
begon daarover een debat met den
eersten, den besten Italiaan, die bij
het lange wachten op het bootje, nog
voor een gesprek vatbaar was. Hij
vertelde van de brug der
belastingzuchten, die elke Italiaan had over
te gaan. Ik heb toen dit lijden doel
treffend kunnen lenigen door melding
te maken van onze successiebelasting.
Daar had hij nog nooit van gehoord,
dat je het erven zoo lastig maakte.
Je zou, als er geen kinderen waren,
het kapitaal in een paar generaties
op die manier vrijwel doen verdwijnen.
Maar 1921 is nu alweer in vele opzich
ten die goeie ouwe tijd geworden.
Laat ik nu maar ophouden, waarde
vriend, anders ga je nog boven
deze epistelen Tristia ex Lona zetten
en dat is de bedoeling niet. Nicht diese
Töne: een volgend maal, naar ik
hoop, freudenvollere l
je NICOLAAS C.
OMDAT ik mijn vacanties rustig
wil kunnen doorbrengen, heb ik
het plan opgevat om in een uithoek van
mijn landgoed een jachtslot te laten
bouwen. Dat jachtslot heeft echter
heel wat voeten in de aarde gehad.
Om te beginnen was er de moeilijkheid
van het ontwerp. Ik moest een archi
tect zoeken. Ik vond er eenige dozijnen,
die allen hun ontwerpen inzonden.
Deze waren echter onbevredigend. Al
deze architecten waren meer persoon
lijkheid dan architect, en ik zocht juist
het omgekeerde. Toen besloot ik een
groote prijsvraag uit te schrijven met
een hoofdprijs van 10.000 gulden. Deze
prijsvraag werd een waar succes.
Gedurende een half jaar was het ge
kras van trekpennen en teekenstiften
niet van de lucht. Bijna alle architecten
van de heele wereld dongen mee. Mijn
opgaaf was geen gemakkelijke, er werd
door de teekenaars dermate gegumd
dat de rubberprijzen omhoog gingen,
zoodat mijn onderstalmeesters met de
laatste Kerstmis geen nieuwe over
schoenen van mij hebben gekregen.
Hoewel het mij duidelijk voor den
geest stond dat er ten hoogste n uit
verkoren architect zou zijn om den
hoofdprijs weg te slepen, gaf het mij
toch een zeldzame voldoening te weten
dat er zoo vele duizenden min of meer
bekwame lieden voor mij aan het werk
waren, dat er zoo vele duizenden de
hoop van hun leven op mij gevestigd
hielden. Immers: hoop doet leven, en
zoo leven er een heele hoop.
MHCHHAUSEMjr.
De ontwerpen werden mij op
grootscheepsche wijze toegezonden. Dage
lijks kwamen lange files vrachtauto's
voorgereden, en groote ploegen ver
huizers wisselden elkaar weken lang
dag en nacht af om de ontwerpen uit
te laden en mijn schilderijengalerij
binnen te brengen. Met het oog op het
oorlogsgevaar had ik deze ontruimd,
waarbij ik, niet voor de eerste maal,
tot de conclusie kwam dat de oorlog
toch ook zijn zegeningen heeft. Met
mijn neef Baron Goudknots heb ik
gedurende vier weken de ontwerpen
bezichtigd. Daartoe had ik een spoor
baan doen aanleggen in de galerij, en
van de Mitropa een spijswagen ge
charterd. Ik en mijn neef Baron Goud
knots hebben in den wagen, die zeer
langzaam voortreed, aan n stuk
door gedineerd en champagne ge
dronken. Zoodoende kwamen we in
een zeer goede stemming. Des nachts
sliepen we in den slaapwagen. Op een
ochtend toen ik in mijn compartiment
lag uit te slapen en mij mijn. bouillon
met ei werd gebracht, bedacht ik hoe
geslaagd de tentoonstelling in het
Rijksmuseum: Onze Kunst van
Heden", zou zijn geweest, indien men
deze gecombineerd had met de Spoor
wegtentoonstelling, opdat het gerecon
strueerde historische treintje, volge
propt met kijklustigen, door de bijna
eindelooze hoeveelheid zalen had kun
nen stoomen. Af en toe schreven wij
het nummer op van een ontwerp dat
ons beviel, en als wij de ontwerpen
met elkaar vergelijken wilden, gaven
wij den machinist via den conducteur
het bevel, met groote snelheid naar
het een of andere ontwerp toe te rijden.
Helaas liep niet alles zonder ongelukken
af; onze trein derailleerde op een
Zondagmiddag over een groote autobus
vol architecten, waarbij n hunner
juist tegenover zijn meesterwerk zijn
enkel verstuikte.
Na rijp beraad bleken wij tenslotte
geen bepaalde voorkeur te hebben.
Omdat er een beslissing genomen
moest worden, noodigde ik den ge
meenteraad van de dichtstbijzijnde stad
uit om de ontwerpen te komen zien
en er een uit te kiezen. Ik en Baron
Goudknots hadden namelijk inmiddels
ingezien dat we geen bevoegdheid
hadden tot oordeelen, omdat we daar
voor te veel van architectuur af wisten.
En wat is er objectiever dan een ge
meenteraad? Na een schier eindeloos
aantal zittingen die tot gevolg hadden
dat de gemeentebegrooting in de eerst
komende tien jaren ondanks d» be
lasting die ik betaal slechts uit tekorten
zou kunnen bestaan, bleek de Raad
met twintig architecten te
sympathiseeren. Ik liet deze twintig architecten
allen een nieuw ontwerp maken. Toen
ik na nog eenige herhaalde opgaven
een ontwerp naar mijn zin gekregen
had, bemerkte ik dat ik in mijn opgave
niet volledig was geweest, ik had het
zoutwaterzwembad vergeten. Daarom
kon ik mij ontslagen voelen van de
verplichting het ontwerp te accep
teeren, en ik schreef een herhaalde
herhaalde prijsvraag uit. Omdat ik nu
zeker wilde zijn eenig resultaat te heb
ben, nam ik zelf deel aan de prijsvraag,
onder een schuilnaam.
Tenslotte heeft deze schuilnaam den
eersten prijs gewonnen, en terecht.
Het ontwerp was een mengeling van
mijn kasteel, een schuilkelder en een
Mitropa-wagen zonder wielen.
Mijn relaas moet ik afbreken, want
mijn Hispano staat voor; in aanwezig
heid van 99.999 architecten zal ik den
eersten steen leggen. De afwezige
eigenaar van den schuilnaam zal ik
tactvol excuseeren, wat mij niet veel
moeite zal kosten. Want is het niet
plausibel dat een waarachtig groot
kunstenaar zichzelf verloochent en
zich niet op den voorgrond dringt?
Holland
op z'n malst
Toor de beste Inzending; voor \
deze rubriek stelt ,,I>e Groene" j
elke week een bedrag; van f 9.50 ?
beschikbaar. Ook n i e t-a b o n» '"
n e's mogen mededingen. JDe
knipsels moeten afkomstig zijn
uit een In Nederland verschij
nend dag-, week-, maandblad
of ander periodiek. Men gelieve
ze toe te zenden In het verband
waarin ze staan.
Op de enveloppe, te stnren
aan de redactie ,,De Groene"
Keizersgracht 355 te Amster
dam, vermelde men: Holland
op z'n malst."
De prijs voor de beste inzending
is deze week toegekend aan Dpi.
N. Hartsuiker, 3-II-5 It.I.
(Veldleger).
Staphorst, wees op Uw hoede! De ruil
verkaveling is niet naar Gods woord.
Dat zegt: Gij zult niet begeeren iets
van Uw naaste. Deze verkaveling is
de moderne wijze van Achab, om
Naboth's wijngaard te nemen. Daarom
bevat deze Verkaveling de kiem voor
burgertwist en doodslag.
(Ingezonden stuk in de ,,Meppel-'r
Courant" )
De drie schilderijen, die de
Nederlandsche regeering indertijd aan het ;
Yredespaleis in leen heeft afgestaan '
(?Het vinden van Mozes", De Valsche
Beschuldiging van Benjamin" en
Achilles en Thetis"), zijn eenige ;
maanden geleden uit de Ferdinand '
Bol-zaal naar elders overgebracht,
uit vrees voor een
luchtbombardement ....
Het kan wel haast niet ar Jers of de
afwezigheid van die schilderijen en de
oorzaak daarvan zullen, bewust of
onbewust, de deelnemers aan de Inter- '.
nationale Conferentie voor de be- '?
spreking van Economische en Sociale
Vraagstukken met zoo mogelijk nog i
meer ijver doen zoeken naar een op- \
lossing voor de vele problemen, welke
onze wereld benauwen.
(Algemeen Handelsblad) \
Waarom ga ik ook bij slecht weer !
naar de kerk ? Daarom : door de week i
gaat zelfs bij noodweer de handelaar
naar de beurs, en de koopman naar j
zijn kantoor, en voor zoover ik weet, i
laat men zich ook niet door den regen
tegenhouden van bioscoop of comedie.
(Maandbericht van de Doopsgezinde
Gemeente Iluizen-Hilrersum)
De Rotterdamsche motorrenner
Willy van Gent, kampioen van Neder
land, heeft in zijn vrijen tijd een minia
tuur motortje gebouwd voor zijn
drie-jarig zoontje. Het is tot in de
finesses uitgewerkt, (cylinderinhoud
78 kub. cm., snelheid 35 km. per uur). \
(Fntobijschrift in de ,, \ieuwe
mTtie Cot., ant" i
ALDUS SPRAK FIK CARELSE3ST
(Kop in de Haagsche Post'')
Luit. Gen. b.d. W. H. C. Boellaard
vertaalde ook dit nieuwe boek van
dr. Lin Yutang op zeer zorgvuldige
wijze. Anton Pieck verzorgde omslag
en bandontwerp, ontleend aan een
oud Chineesch beeldje van zeer hooge
waarde.
(Adv. in het ,, Nieuwsblad voor den
Boekhandel")
lu Scala" wordt door de
Yereenigde Schouw spelers" opgevoerd
het welbekende tooneelstuk Het
teeken des Kruises." in de hoofdrollen
zien we den heer Boezer, die eerst den
Nero speelt en daarna de .slavin. In
zijn eerste kwaliteit voldoet hij verre
weg het best. (De Tijd)
Gisteravond is de nieuwe dansvloer
in het Gebouw voor Kunsten en
Wetenschappen" in Den Haag met
een gecostumeerd vastenavondbal in
gebruik genomen. Er waren fraaie en
origineele costuums. Zoo had een
jongeman zich gehuld in een kunstige
nabootsing op ware grootte van een
projectiel voor een 40 cm. kanon, mei
een spleet als lucht- en kijkgal.
(\iewi'f Kotlci'dantscke Courant)
PAG. 18 DE GROENE No. 3272