Historisch Archief 1877-1940
KLEINE
PERIKELEN
HET was een zeer bewogen week,
die ons verliet. Het was de
Boekenweek in de eerste plaats en
ik zat onopgemerkt aan bij de
krentenbroodjes die aan den bloem der
Nederlandsche schrijverij werden
aangeboden. Ik zag in de krant al
leen een foto van mevrouw
Groskamp-ten Have en mr. Francois
Pauwels; de eerste schreef een boek
over etiquette en de tweede is een
bekend strafpleiter. Dat deze letter
kundige bijeenkomst dus alleen zou
opleveren de foto van iemand die
weet, hoe het hoort en iemand die
weet hoe het niét hoort, acht ik een
mager resultaat. De dichter
Boutens werd zeventig jaar en Cornelis
Veth zestig beiden werden ge
erd, doch een bescheiden ridder
kruis ontging aan Cornelis Veth,
den ridder zonder vrees of blaam,
die zijn leven lang de gezellige kwa
jongen was in ons deftige Neder
land. Welke boerenburgemeester
snoepte hem dit lint af? Hij zal er
vermoedelijk geen slapelooze nach
ten van hebben, doch het is een
weinig beschamend, want men ziet
geridderde journalisten die nog
nooit een volzin schreven zonder
Charivarius te noodzaken er een
vlooitje uit te pikken.
Verder werd deze week voor ons
van bijzondere beteekenis doordat
Gisse en ik schier betrokken werden
in een spionriage-affaire. Het is
nogal stil in ons straatje en Gisse
kijkt wel eens door het gordijn, zoo
dra wij gerommel vernemen in de
lucht. Sedert wij generaal Van Ermel
Scherer een millioen in de hand
drukten voor afweergeschut, rijst
de vraag wat wij moeten doen om
generaal Van Ermel Scherer af te
weren. Hetgeen wellicht met een
millioen niet te duur betaald is. Er
komen granaten neer in onze afge
weerde woningen, al of niet ont
ploft, en de generaal zegt terecht
dat je schieten moet, als je schieten
moet. Bon, maar op wie? Men mag
het den kloeken generaal niet euvel
duiden, dat zijn granaten vanwege
de vorst niet ontdooien, of heeft u
liever een granaat in uw huis die
ontploft? Bel de Hembrug op en
alles komt in orde. Het ergste is dat
er onverlaten zijn, die met berm
lampen en vuurpijlen vreemde
vlisgtuigen den weg wijzen over Neder
land. Zijn dit zulke onverlaten? In
intentie zeker, doch in de praktijk?
Persoonlijk heb ik liever dat die
vreemdelingen via een seintje ont
waren dat ze op neutraal gebied zijn
en hun vriendelijke last nog wat op
houden. Doch natuurlijk verzet zich
ten slotte hiertegen ons neutraal
gemoed. En daarom gaf Gisse een
gil, deze week, en ik meende dat ze
gestoken was en rende naar de ka
mer van de gil. Hij seint" zei
Gisse en ik zag inderdaad een auto
met een ten hemel gericht licht. Ik
belde de politie op en vloog vervol
gens naar beneden en omsingelde
de auto, waarin een onverlaat, na
onze neutraliteit te hebben geschon
den, een sigaret zat te rooken.
Als het een drievoudige moord
geweest was had de politie niet eer
der ter plaatse kunnen zijn en ook
de militaire autoriteiten moeten
door vele stoplichten gereden zijn.
De misdadiger was een chauffeur
van de Hembrug en zijn bermlamp
was defect geweest hij stond te
wachten op zijn patroon, een ma
joor. Toch kreeg Gisse een compli
mentje vanwege haar activiteit en
nu staat ze iederen avond door de
gordijnen te loeren. Ik gaf een mil
lioen als de heele zaak voorbij was.
J. VAN HOORN
GEEN sterveling op aarde ontkomt
aan den tand des tijds. Zoowel
mijn neef Baron Goudknots als ik
begonnen dit de laatste jaren te mer
ken. We werden onderhevig aan de
verschijnselen die lieden van middel
baren leeftijd niet vreemd zijn. Het
meest hinderlijke van deze verschijn
selen is wel het dun worden van het
hoofdhaar; en dus zette ik mij er toe
een effectief werkend haargroeimiddel
uit te vinden. Met mijn boschmeester,
die een lange scheikundige studie
achter den rug heeft, was ik weken
lang bezig de formule te vinden. Het
resultaat was een mengsel van radium
en groeihormonen, welke laatste we
destilleerden uit ranken van de
klimopplanten welke mijn kasteel sieren.
Het was nu echter zaak het
groeimiddel ergens op te beproeven, en er
was voor mij geen aanlokkelijker
proefterrein denkbaar dan de kale,
nochtans eerbiedwaardige, schedel van
mijn neef Baron Goudknots. Ik zond
hem dan ook een fraai ingepakt
fleschje met een zilveren capsule,
voorzien van zijn familiewapen. Onmid
dellijk belde hij me dankbaar op; ik
vertelde hem dat ik het middel sinds
eenige dagen gebruikt had, en dat ik
reeds resultaten bemerkt had. Zoo
doende moest hij er wel vertrouwen
in krijgen, en dat deed hij dan ook.
Met een vleugje humor zei hij nog
tegen me, dat hij hoopte, dat hij me
nog zou kunnen herkennen, en ik
sprak dezelfde hoop uit, en terecht.
Den volgenden dag belde ik hem
weer op. Het duurde zeer lang voordat
zijn huisknecht aan het toestel kwam.
Daarna moest ik bijna een uur
wachten om hemzelf aan de telefoon
te krijgen. Tenslotte kwam James me
melden dat Baron Goudknots per
soonlijk aan de telefoon was. Ik kon
hem niet goed verstaan. Hij zei, dat
alles in de war zat en dat hij het
vreeselijk benauwd had. Ondertusschen
hoorde ik geluiden die van een knip
pende schaar afkomstig moesten zijn.
Hij bleef steken in ieder woord dat
hij zei. Ik maakte me natuurlijk ietwat
ongerust, liet James de telefoon op de
haak leggen en spoedde mij per auto
naar zijn landgoed. Het was onher
kenbaar. Uit alle ramen hingen lange
slierten haar, tientallen meters lang.
Als uitgerafelde vlaggen wapperden
ze in den wind en strengelden zich om
schoorsteenen en boomstammen. De
voordeur werd niet voor me geopend,
zoodat ik genoodzaakt was door een
raam naar binnen te klimmen, mij
ophijschende aan een aan een bos haar.
Toen ik binnen was, kon ik geen stap
doen. Er was in de ontvangzaal een
onontwarbare kluwen van haar en
menschen die aan het vechten en
schreeuwen waren. Mijn neef Baron
Goudknots was nergens te ontwaren.
Ik liet mijn chauffeur onmiddellijk
naar mijn kasteel terugrijden om een
grasmaaimachine te halen. Hij was
spoedig terug, en mijn chauffeur ging
aan het werk. Hij reed met de machine
zig-zag door de kamers en gangen,
waarbij hij op mijn verzoek nauw
gezet op neuzen, vingers en ooren
lette. Na enkele uren was al het haar
geknipt en mijn neef Baron Goudknots
overgelukkig. Op hooiwagens werd al
het afgeknipte haar naar een uithoek
van zijn landgoed gereden. Maar
ondertusschen groeide mijn neef's
haar met zichtbare snelheid door.
Opdat hij minder last zou onder
vinden, nam ik hem mee naar buiten,
voor een wandeling. En zooals een
spin zijn web spint, zoo liet mijn neef
zijn haar achter zich. Door de buiten
lucht ging het zelfs nóg harder
groeien, hij moest hard gaan loopen
om te vermijden dat hij niet over zijn
haar struikelde. Ik kon hem niet meer
bijhouden, want er kwam een storm
opzetten. De wind had vat op zijn
BEGRIJPT UW TIJD
BEZOEKT DE JAARBEURS
TE UTRECHT
GEOPEND t/m 14 MAART
ZONDAG 10 MAART IS DE BEURS GESLOTEN
IEDERE ZAKENMAN VINDT OP DE JAARBEURS IETS VAN Z'N GADING
* * *
AUG. UILKEMA
1900 17 Maart 1940
40 JARIG JUBILEUM DER ZAAK
THUIS: ZONDAG 17-3, MAANDAS 18-3. 3 TOT S UUR
R EG UL I ER S B R E E S TRA A T 39
:*«¥»«««'*»«**«««******
haren, deze woeien op en mijn neef
Baron Goudknots koos het luchtruim.
Ik wilde hem, toen hij reeds op een
aanzienlijke hoogte was, bij zijn haren
vasthouden, maar ik voelde reeds de
grond onder mijn voeten wijken. Als
een staartster zag ik mijn neef Baron
Goudknots verdwijnen aan den
Oostelijken hemel waar hij met de schaapjes
wolken een mooi geheel vormde.
Den dag daarop bleek mijn neef al
weer behouden thuis te zijn, kaler dan
ooit. Bij het dalen waren zijn haren
verbrand op een hoogspanningsleiding,
en het haargroeimiddel was uitge
werkt.
Zoo heb ik al weer ingezien, dat
men nooit voorzichtig genoeg kan
zijn, en ik ben blij dat ik mijn neef
het haargroeimiddel heb laten
probeeren.
Holland
op z'n malst
Voor de publicatie van zienswijzen
die overeenkomen met het .standpunt
van de Britse en Franse imperialisten,
staan de kolommen van ,,De Groene
Amsterdammer" altijd open.
(Maandblad ,,l)c Sowjfl-l'ni,:")
Als hier gebeurt wat vorige week
werd voorgesteld, zullen we een
geleerd en deftig soort omroeper
krijgen. Ik zeg echter maar: Arres
dee het altijd heel best en als u hem
niet verstaat, dan vraagt u maar wat
ie gezegd heeft.
(hii>f.:t»uit'H S(H/>' 111 de
,,Dm>r>iaclic Coitrtuil" )
Kr zijn van oudsher legers geweest,
en als je mij vraagt: de man heeft
altijd graag soldaatje gespeeld. AYe
kunnen de ernst terzijde laten en de
instincten of andere drijfveren ver
geten: liet is ook een genoeglijk spel,
misschien zelfs nog wel als er ge
vochten wordt.
{..<:,!// tidii!"
iir^iitin ,'tin <>. ,'ii O. !,' lli'i'gt'11.1
Wanneer men op Java en Sumalra
om zich heen ziet, ontmoet men een
volk, waarvan men zou kunnen
zeggen: ,,hoo gelukkig en tevreën
vliedt het leven van den landman
heen". (De ? i'///,-.-r < n !h itl /
Wegens verandering ligimr ?; |
zwarte bontjas aangeboden. Kleine
maat. v. Houtenstr. _'<> c.
(.-Idi'crtfiitii' i il- lii't
,, HoHt'i'dfini^cli \ ieu','''ïli[a<!" i
Voor de beste inzending; voor
deze rubriek etelt ,,I>e Groene"
elke weck een bedrag van i'2.50
beschikbaar. Ook n i e t-a b o
11n e's mogen mededingen. l>e
knipsels moeten afkomstig zijn
uit een In Kederland verschij
nend dag-, week-, maandblad
of ander periodiek. Men gelieve
ze toe te zenden in het verband
waarin ze staan.
Op de enveloppe, te sturen
aan de redactie ,,De Groene"
Keizersgracht 355 te Amster
dam, vermelde men: ,,Ilolland
op z'n malst."
De prijs voor de beste inzending
is deze week toegekend aan
A. de Goede, te Ilpriidtim.
Als U geregeld losse
nummers koopt....
hebt U kans dat juist het nummer dat U speciaal
interesseert U door een of andere oorzaak ontgaat.
Neem liever 'n abonnement!
PAG. 18 DE GROENE No. 3275