Historisch Archief 1877-1940
MJ>* U*- L» U>J
MÜMCHtfAÜStNjs-,
MIJN neef Baron Goudknots vierde
dezer dagen een van zijn vele
herdenkingsfeesten. Wat hij herdacht
kan ik mij niet meer precies herinne
ren, het doet trouwens weinig ter zake.
Op dat feest heb ik aan mijn neef
een uitermate passend geschenk gege
ven. Hij had er over geklaagd dat hij
zoo slecht trappen kon loopen, en dat
zijn schuilkelder hem daarom niet
meer beviel. Wat was nu eenvoudiger
voor mij dan hem een bovengrondschen
schuilkelder te geven? Daarbij komt
dat hij een hartstochtelijk kaas-kenner
is; aan zijn ontbijt reeds moet hij de
keus uit twintig soorten hebben, wil
zijn verdere dag niet bedorven zijn.
Want zijn maag kan niet meer bedor
ven worden, dat heeft hij van mij ge
leerd. Het verband tusschen schuil
kelders en kaassoorten moge oogen
schijnlijk zeer fictief zijn, maar op den
feestdag bleek dit een aangename reali
teit.
Om te beginnen liet ik een van de
vijvers op het landgoed van mijn neef
leegpompen en vervolgens met melk
vullen die ik van mijn veestapel betrok
en met tankwagens had laten vervoe
ren. Ik had mijn personeel een dag vrij
gegeven opdat zij op den vijver konden
roeien, wat zij met veel ambitie deden.
Sommigen gingen zwemmen en speel
den melk-polo. Tegen het vallen van
den avond was de vijver gekarnd en
kon met het kaasmaken begonnen
worden, dat op een even snelle als
ongewone wijze geschiedde.
Op den feestdag was de kaas klaar,
zij besloeg het heele weiland naast den
vijver en had een hoogte van circa
twaalf meter. Mijn neef Baron Goud
knots was diep onder den indruk toen
ik hem mijn geschenk toonde. En zijn
verbazing steeg ten top toen ik hem
door een kleine opening de kaas
binnenvoerde. Want het was een
Zwitsersche kaas met zeer groote gaten die
stuk voor stuk uitmuntend als schuil
kelder dienst konden doen, vooral om
dat de kaas onmogelijk gebombardeerd
zou kunnen worden. Want als een
vliegenier de kaas in haar vollen om
vang zou ontwaren moest hij wel met
schrik veronderstellen dat hij slechts
op enkele meters hoogte vloog, om
dat hij haar zoo groot zag, en naar
hoogere luchtlagen de wijk nemen.
Terwijl ik dit alles aan mijn neef ver
telde, liet ik hem andere gaten zien,
die ik als weivoorziene wijnkelders had
laten inrichten. Want kaas en wijn
hooren bij elkaar. Mijn neef was het hier
omtrent met mij eens, en weldra zaten
wij samen genoegelijk te drinken en
kaas te eten. Op weg naar den uitgang
bleken wij hopeloos verdwaald te zijn.
Mijn neef was de wanhoop nabij; ik
echter niet. Hoewel het niet waar
schijnlijk was dat we van honger en
dorst zouden omkomen, was er iets
anders dat ons bedreigde. Dat was de
penetrante geur die ons de ademhaling
bemoeilijkte. Er bleef ons n
reddingsmogelijkheid over, en deze had ik voor
zien. Ik haalde uit mijn binnenzak een
fleschje Vieille Maison de Münich"
te voorschijn, mijn voortreffelijk priv
apéritif. Wij dronken samen het flesch
je leeg en bespeurden beiden een
ongewonen eetlust.
We begonnen verwoed te eten en
verloren elkaar zoodoende uit het oog.
Tegen middernacht kwam ik buiten.
Weldra kwam mijn neef uit de
kaasresten te voorschijn. Toen we elkaar
zagen, begonnen we hartelijk te lachen
omdat we zagen hoe dik we geworden
waren. Van de kaas was niets anders
dan een paar korsten over. Mijn neef
Baron Goudknots en ik waren zóó dik,
dat wij niet in eikaars buurt konden
komen met onze hoofden. We moesten
dan ook luid schreeuwend met elkaar
spreken, en gingen een weddenschap
aan wie het eerst thuis zou zijn. Ik
wist namelijk dat hij niet meer zou
kunnen loopen, wegens zijn dikte.
Ik heb de weddenschap met glans
gewonnen, al heeft het me moeite ge
kost. Nu eens liep ik op mijn voeten,
dan weer op mijn handen; langs de
lanen wist ik mij al rollende voort te
bewegen door mij aan de boomen voort
te trekken. Dat ik de weddenschap won,
vond zijn oorzaak in het feit dat ik veel
meer gaten dan mijn neef opgegeten
had.
De aanwezige gasten die zich over
onze langdurige afwezigheid ernstig
ongerust hadden gemaakt, verwelkom
den mij van ganscher harte, zij het ook
met eenige verbazing. Toen zij hoorden
dat hun gastheer nog onderweg was,
kwamen zij allen naar buiten teneinde
hem tegenmoet te gaan. Zij vonden
hem spoedig en rolden hem onder luid
gejuich huiswaarts. Ondertusschen be
vond ik mij voor de ingangspoort van
zijn kasteel; wegens mijn dikte kon ik
niet naar binnen en dat bevond ik als
ietwat hinderlijk. Ik vroeg mijn neef's
ouden huisknecht mij wat levende
muizen te brengen. Dat kostte hem
weinig moeite, want de muizen kwa
men als vanzelf naar mij toe, aange
trokken door de magnetisch werkende
kaaslucht. Ik verorberde ze levend,
met het resultaat dat ik weer mijn nor
male proporties had toen mijn neef
Baron Goudknots rollende arriveerde.
Mijn neef was helaas niet te helpen,
hij moest dagen lang buiten blijven. Hij
is namelijk bang voor muizen.
KLEINE PERIKELEN
WIJ leden deze week aan een
kleine inzinking, vanwege de
krachtdadige hulp die wij aan Fin
land gebracht hadden. Wij hebben
gedanst en gedaan, concerten bij
gewoond en naar voordrachten ge
luisterd en geofferd aan jonge da
mes in Finsch costume, enfin, het
was met eenige ontmoediging dat
wij nu moesten vernemen hoe Fin
land in relaties getreden was met
Rusland en blijkbaar met onze hulp
niet tevreden was, of deze althans
niet had kunnen afwachten. Zoo
gaat het zoo dikwijls, men spant
zich in, men offert zich op, men
houdt zich gansche avonden onle
dig te luisteren naar lieden die men
anders op artistieke gronden ten
sterkste zou veroordeelen en het
slot is dat men eigenlijk op ondank
bare manier behandeld wordt....
Bovendien", zei Gisse, blijkt
nu wel uit de Fransche en Engelsche
persstemmen dat de Finnen slechts
om hulp aan de geallieerden behoe
ven te vragen en de zaak komt in
orde. Maar ja, als je niet vraagt,
dan let ook niemand op je.. .."
Wij verdiepten ons in dit raadsel
achtige geval. Moet men, zoo po
neerden wij de stelling, iemand ter
hulp snellen die er niet om vraagt?
Althans niet officieel.
En als je nu eens geen hulp
kunt roepen?" vroeg Gisse.
Finland was zeer goed in staat
te roepen", betoogde ik. Neen,
men mag geen blaam werpen op de
geallieerden. Toen
Tsjecho-Slowakije in de benauwdheid zat, hebben
de geallieerden wel degelijk met
goeden raad geholpen en de Tsje
chen bijgestaan, tot den laatsten
duim grondgebied, die zij adviseer
den prijs te geven, ten einde een
oorlog te vermijden. En was niet
het gevolg dat de oorlog vermeden
werd? De vrede bleef gehandhaafd.
De Tsjechische staat heeft slechts
kort onder de moeilijkheden geleden,
want hij bestaat niet meer. En wat
is er geschied met Polen? Polen
werd gegarandeerd en het hield zich
strikt aan de aanwijzingen welis
waar verloor het zijn gansche
grondgebied, doch de regeering is
intact en woont in Parijs, dat nog
altijd aangenamer is dan Warschau.
Wat deden echter de Finnen? Die
begonnen zich te verzetten, alleen,
en op hun eigen houtje, tegen agres
sie. Goed. Maar men kan niet zonder
meer ignoreeren dat er een wereld
oorlog aan den gang is. Zij hadden
zich aan de regels van het spel
moeten houden en om hulp moeten
vragen. Wij hebben het lijstje kun
nen lezen wat Frankrijk al reeds
zond zonder er om gevraagd te zijn
wat zou men niet gestuurd heb
ben indien Finland slechts over deze
kleine vormkwestie ware
heengestapt ! Genoeg om een half we
relddeel voor vijf jaar tot een hel te
maken. Nu willen beide partijen
zich het liefst uit het avontuur te
rug trekken en op dit oogenblik
zullen wij al weten hoe het
afgeloopen is. En of het muizengat in
het Noorden groot genoeg zal wor
den om de kat door te laten...."
Intusschen heb ik nog altijd een
blauwe plek op mijn scheen, van
een Finsche dame die later uit
Haarlem bleek te zijn en niet uit
Finland, wat je dan óók weer ver
drietig stemt, vooral omdat de
kwaadheid van Gisse, die vond dat
ik mij met de Finsche aanstelde,
geografisch dus ook alweer een ver
gissing is geweest.
J. VAN HOORN.
40 jaar in minuten en seconden9
EEUWEN geleden hadden de klokken
slechts n wijzer, en dat was ruim
schoots voldoende, het hinderde niet
of je een kwartiertje te vroeg of te laat
kwam. Toen kwam de groote wijzer er
bij, die onontbeerlijk bleek sinds het
in zwang komen van de spoortreinen.
En sinds het bestaan van de
radioomroep willen de menschen op de se
conde af kunnen weten hoe laat het is.
En dank zij de radio-tijdseinen zijn ze
hoogere eischen aan hun klokken en
horloges gaan stellen. Daarom is het
beroep van horlogemaker geenszins
aan het tanen, althans niet dat van
den goeden horlogemaker.
De zaak van August Uilkema be
staat 40 jaar. Hoeveel dagen, uren
of minuten is dat? Ik heb er geen
tijd voor om het uit te rekenen, het
minutentellen is trouwens mijn vak
niet. De heer Uilkema is zijn zaak be
gonnen in de Tweede Nassaustraat,
nadat hij drie jaar bij zijn oom was om
het vak te leeren. Hij heeft het geleerd
en het minutieus beoefend. De zaak
floreerde en werd verplaatst naar de
Haarlemmerstraat, en vervolgens (23
jaar geleden) naar de
Reguliersbreestraat. De zaak loopt goed omdat de
klokken goed loopen. En omdat de
tijd meer waard is geworden, sinds
iemand de spreuk Tijd is geld" heeft
uitgevonden.
Veertig jaar lang staat de heer Uil
kema als pater familias tusschen de
wanden vol levende individuutjes die
bedaard, zelfbewust of snibbig tikken,
slaan, galmen en koekoeken. En als
goed paedagoog behandelt hij de ordi
naire wekker met evenveel liefde als
de majestueuze gangklok met sonoren
gongslag. Veertig jaar heeft hij men
schen aan den juisten tijd geholpen,
vanaf den armen sukkel die alleen
maar kwam vragen hoe laat het was,
tot en met den millionair die niet wilde
weten hoe laat het was.
Zijn zaak ging goed, en hij heeft ook
om zich heen goed gedaan. Hij beweegt
zich in het vereenigingsleven, en heeft
indertijd het initiatief genomen tot het
maken van autotochten met ouden van
dagen. Waaruit blijkt dat de heer
Uilkema heel wat meer is dan een
man van de klok in den ruimsten zin
Het wekelij ksche
scfaaakminiatuur
Probleem van Albert Burmeister
abcdefgh
abcdefgh
Mat in drie zet*en
Stand :
Wit: Kc3, Tfó, Lcz
Zwart: Kei, 63.
ip?I
ip?I3JI
Z3 £3
j.£p?98"] ?£
41 J?9U '2
I
4i}?9J1 ^
II
J-i}?9J1 'f
Sq?z3-[ -z
93?ZD"i 'i
Koop eerst een andere tandpasta
en liefst de duurste die er is en probeer daarna Ivorol. Dan neemt U waar hoe Ivorol in
reinigend-, witmakend- en schuimend vermogen alle andere verre overtreft. Tube f>0, 40 en 25et.
PAG. 18 DE GROENE No. 3276