Historisch Archief 1877-1940
KANTTEEKENINGEN
Reynaud volgt Daladier op
Sinds April 1938, bijna twee jaar dus, is Da'adier
minister-president van Frankrijk geweest: voor
Fransche parlementaire verhoudingen bïteekent dat
een lange tijd. In de afgeloopen maanden werd het
echter duidelijk dat Daladier niet meer op den steun
aanspraak kon maken dien hij noodig had: de be
indiging van den Finschen oorlog legde men in
Frankrijk als een nederlaag der Geallieerden uit;
bovendien ontstonden ook i'n het kabinet spanningen
over de juiste wijze om den oorlog in economsch
en militair opzicht voort te zetten. Dat alles leidde
er toe dat de linkerzijde Daladier in den steek liet.
In den nacht van Dinsdag op Woensdag vóór
Paschen onthielden 300 kamerleden zich vai stem
ming over een motie van vertrouwen. Daladier trok
de consequenties en bood zijn ontslag aan.
Paul Reynaud werd de nieuwe formateur. In een
dag had hij zijn kabinet gevormd, waarin hijzelf
de po-tefeuille van buitenlandsche zaken nam,
terwijl Da'adier die van oorlog hield. Zes socialisten
werden in het kabinet opgenomen, waarvan drie
als minister. Dit verdroot de reactionaire rechter
zijde. Bovendien was een deel der radicalen ver
ontwaardigd om het ter-zijde-stellen van Daladier,
en vreesde een ander deel de economische door
tastendheid van den nieuwen premier. Het gevolg
was, dat Reynaud slechts n stem meerderheid
kreeg. Maar hij trad niet af.
Objectief heeft Reynaud volkomen gelijk gehad
met aan te blijven. Inderdaad is hij op het oogenblik
de eenige politicus in Frankrijk die waarlijk begrip
heeft voor de eischen der oorlogseconomie. Ten
duidelijkste sprak dat uit de regeeringsverklaring
en uit de radioredevoering die hij Dinsdagavond j.l.
hield. De Geallieerden", aldus Reynaud, zullen
dezen oorlog winnen omdat zij over grootere hulp
bronnen beschikken, mits zij deze hulpbronnen tot
het uiterste gebruiken." Met andere woorden: ook
voor Frankrijk geldt de leus: minder boter, meer
kanonnen! Dat openlijk en klaar uit te spreken, is
een verdienste van Reynaud. Hij stelt zich daarmee
in scherpe tegenstelling tot het goedkoope optimisme
van hen die meenen dat Duitschland van zelf de
nederlaag zal lijden. Hij stelt zich daarmee ook in
tegenstelling tot de meerderheid van het Engelsche
kabinet dat nog altijd den zinspreuk huldigt:
zachtjes aan, dan breekt het lijntje niet.
Inderdaad bttiekent Reynauds premierschap een
overwinning voor de Engelsche oppositie. Hij be
lichaamt haar principes. En men kan er zeker van
zijn dat bij het voortduren van den oorlog Chamberlain
óf deze principes zal masten accepteeren óf het veld
zal moeten ruimen voor een kabinet dat bes^?t dat
men zonder consequente oorlogseconomie geen oorlog
wint. A la guerre comme la guerre !" Of zou een
Engekch oorlogskabinet als werkelijke knokploeg"
kunnen optreden? Men zie de voorplaat en
betwijfele het.
Maar waarom heeft Reynaud de portefeuille van
buitenlandsche zaken aanvaard?
Aandacht voor den Balkan
Zien wij het goed, dan heeft Reynaud om twee
redenen buitenlandsche zaken onder zijn hoede
genomen.
In de eerste plaats heeft hij groote belangstelling
voor den na-oorlogschen opbouw van Europa. Hij
ziet gelijk Emil Ludwig in het hiernaast opge
nomen artikel betoogt de samenwerkende
Geall:'ë3rden als een kern waaromheen zich na den
vrede andere naties zullen scharen. Dat hij dit
federatieve streven het best bevorderen kan wanneer
hij zelf Frankrijks buitenlandsche politiek leidt,
spreekt van zelf.
In de tweede plaats zal Reynaud naar den Quai
d'Orsay zijn verhuisd, omdat hij en met hem
velen in Frankrijk van meening is dat de buiten
landsche politiek der Geallieerden zwak is. Terwijl
zij het Duitsche offensief afwachten, wordt de rest
van Europa buiten hun medeweten om gereorgani
seerd. De Geallieerden staan op het oogenblik voor
de dreiging dat Duitschland, Italiëen de
SowjetUnie gezamenlijk de verhoudingen op den Balkan
reorganiseeren zonder dat zij er bij te pas komen.
Reynaud zal pogen, dit echec te voorkomen. Of
zulks mogelijk is, dient men af te wachten.
Intusschen zijn zijn tegenstanders het onderling zeker
niet eens. Duitschland wil den Balkan als econo
misch wingewest leeghalen (het heeft dezer dagen
nog Roemeniëeen nota gezonden teneinde te pro
testeeren tegen het feit dat de Roemeensche
buiten
OUDE KAARTEN EN PLATTEGRONDEN
ANTIQU»RIAAT BOEK EN KUNST
1 WETERINGSCHANS l, b/h Leidscheplein
landsche handel zoo ongeordend" was). Italiëziet
de Duitsche penetratie echter met leede oogen aan
en terwijl de Sowjet-Unie Bessarabiëvan Roemeni
heeft teruggeëischt, heeft Rome verklaard dat het
zich gewapenderhand tegen het voortdringen van
Moskou op den Balkan zal verzetten.
Er is dus nog veel te regelen tusschen de betrokken
staten, afgezien daarvan dat ook de
Balkan-statenzèlf een woordje meespreken. Voorloopig wordt er
dus geconfereerd, alvorens de (eventueele) actie
begint. Hitler en Mussolini hebben op den Brenner
stellig het Balkan-probleem besproken. Wellicht
zijn zij het eens geworden. Maandag en Dinsdag
heeft de Hongaarsche minister-president Teleki te
Rome geconfereerd met Ciano en Mussolini: wil
hij ook een deel in de buit behalen ? Het heette verder
dat Molotow zich naar Berlijn zou begeven om met
Von Ribbentrop het Balkan-probleem te bespreken.
Heeft men in Berlijn reeds op hem zitten wachten?
Hij zou met de Paaschdagen komen, maar hij bleef
te Moskou. Gaat hij tóch naar B;rlijn toe, of moet
Von Ribbentrop ten derden male naar Moskou
gaan? Afwachten. H^t locpt d:n Du'trchers echter
niet mee bij de samenwerking met Rusland.
Men ziet echter dat van invloed der Geallieerden
op den Balkan vrijwel geen sprake meer is. Mocht
Roemeniëaangevallen worden door de
SowjetUnie, eventueel tezamen met Hongarije, dan behoeft
Turkije volgens de gesloten overeenkomst geen
Geallieerde hulptroepen door te laten. Het lot van
Roemeniëzou bezegeld zijn: koning Carols
kaartenhuis zou in elkaar storten, en de Geall.ë;rden die
zoo onverstandig zijn geweest om dezen koppigen
autocraat (die zich pas met de fascistische Ijzeren
Garde heeft verzoend.. . ) een garantie te geven,
zouden wederom een moreele nederlaag lijden.
Van het oorlogsfront
Wederom valt van het oorlogsfront nauwelijks
eenig nieuws te melden. Van-spoedig te verwachten
groote offensieven blijkt niets; in Frankrijk rekent
men er reeds op dat ze gedurende dit geheele jaar
zullen uitblijven. Hier is wellicht de wensch vader
van de gedachte.
Engelsche bommenwerpers deden vorige week
een aanval op de Duitsche vliegtuigbasis Sylt, juist
op tijd om Chamberlain in de gelegenheid te stellen,
triomfantelijk den aanval aan te kondigen, terwijl
hij het beleid inzake Finland verdedigde; een moreel
succesje (wellicht van a tot z handig ge-enscèneerd)
waardoor hij de aandacht van de hoofdzaken wist
af te leiden. Of de aanval op Sylt succes heeft gehad,
is onbekend. De Engelsche en Duitsche verklaringen
staan lijnrecht tegenover elkaar.
De oorlog ter zee heeft deze week weer het norma
le aantal slachtoffers geëischt, met name onder de
neutralen (Denemarken werd zwaar getroffen).
Het Engelsche convoyeerings-systeem schijnt echter
bijzonder goed te werken. De admiraliteit heeft
voorts deze week tevreden medegedeeld dat reeds
bijna drie-vierde van de Duitsche koopvaardijvloot
tot zinken was gebracht of opgebracht naar een
Engelsche haven.
Nawerking in Noord-Europa
Toen Finland moest bukken voor de Russische
overmacht, heeft het gehoopt dat het zijn politieke
onafhankelijkheid zou kunnen handhaven mede
door de dekking van een Noorsch verbond, waarbij
zich in de eerste plaats Zweden en Noorwegen
zouden aansluiten. Zweden en Noorwegen waren
niet ongeneigd, het sluiten van een dergelijk verbond
te overwegen. Het zou tot taak hebben, Finland te
hulp te komen voordat de Russen zouden pogen met
het land te doen, wat de Duitschers met
Tsjechoslowakije gedaan hebben. Finland hoopte dat men te
Moskou geen bezwaren zou hebben tegen een
alliantie die zoo duidelijk defensief was.
Het is echter anders uitgekomen. Moskou heeft la
ten wsten dat het h°t sluiten van een derge lijk Noorsch
verbond niet wenschte, en er zal den Scandinavischen
staten weinig anders overblijven dan zich te schikken
naar de wenschen van Stalin en Molotow. Somber
zien zij de toekomst tegemoet. Zij vreezen dat hun
n van Duitsche n van Russische zijde weinig goeds
te wachten staat.... Met kracht moeten zij derhalve
werken aan de versterking van de defensie. Zweden
geeft daarbij den toon aan. Het land stelt zich in op
den oorlog; de oorlogs-economie waaraan wij in
Nederland ook niet zullen kunnen ontsnappen
wordt er geleidelijk ingevoerd; de import van een
reeks luxe-artikelen is reeds verboden.
Japan moddert verder
Uit het Verre Oosten komt weinig belangrijk
nieuws den laatsten tijd. Japan doet reeds anderhalf
jaar lang vertwijfelde pogingen om een nieuw
bestuursstelsel in het bezette China op te bouwen.
Wang-Tsjing-Wei die in December 1938 naar de
Japanners overliep, zou het nieuwe staatshoofd
worden. Ettelijke keeren is zijn installatie reeds
aangekondigd. Nu Zaterdag zou het dan zoo ver
zijn: door vijf raden bijgestaan zou hij het beheer
(onder Japansch toezicht!) van de Noord- en
MiddenChineesche laagvlakte aanvaarden. Maar weer is
zijn troonsverheffing" uitgesteld....
Japan zit vast, aan alle kanten. De Sowjet-Unie
kan het niet vertrouwen. De Vereenigde Staten
kunmn elk oogenblik een embargo afkondigen.
Maar dat alles wil niet zeggen dat Japan er hopeloos
voor staat. Tsjang-kai-Tsjek is niet bij machte de
Japansche legers uit China te verjagen, en wanneer
deze toestand eenige jaren duurt, zal de geleidelijke
inlijving van China bij Japan zooveel voortgang
hebben gemaakt dat het onmogelijk is, aan het
Japansche gezag een einde te maken. Men zie naar
Mandsjoekwo, waar zich hetzelfde proces heeft
voorgedaan.
JIIIIIIH
I
UIT DE GROENE GRABBELTON
Terecht is in vele bladen dezer dagen gewezen
op de alom groeiende belangstelling voor de
Matthaus-Passion. Men beschouwt dit veelal als
een herleving van het Christelijk bewustzijn.
Het is mogelijk: het zou dan in elk geval een tot
zijn simpelsten ethischen vorm gereduceerd
Christendom zijn dat hier tot herleving kwam.
Maar het dunkt mij ook mogelijk dat hier in het
geheel niet van herleving van een Christelijke
levensleer sprake is, maar eerder van een groei
ende behoefte om in de zuivere sfeer der kunst
te ontsnappen aan de dagelijksche realiteit die
weinig verheffends biedt op het oogenblik. Zoekt
men in de uitvoering van de Matthaus-Passion
het beleven van religieus schuldbesef, of
van aesthetische aandoeningen (die op hun
beurt weer geheel andere snaren in ons doen
trillen) ? Ik weet het niet, maar om op grond
van de vele passie-muziek van een herleving
van Christelijk bewustzijn te spreken, lijkt toch
wel ietwat voorbarig. Men vergete ook niet dat
deze tijd, hij moge tot verdieping bij sommigen
leiden, bij vele anderen juist de behoefte aan de
platste sensatie opwekt. Het algemeene
cultureele peil in de oorlogvoerende landen is stellig
niet aan het stijgen.
Merkwaardig was (om nog even op Bachs
Matthaus-Passion terug te komen) een bespre
king die van de uitvoering in den Keulschen Dom
stond in het jongste Zondagsblad van de K
lnische Zeitung. Daar werd de Matthïus-Passion
genoemd ein Kreuzweg, in derrTdie Compassio
des deutschen Menschen ihren tiefsten, g
ltigsten Ausdruck gefunden hat." De muziek was
höchste Künderin deutschen Musikgeistes im
Kölner Dom."
O kanker van kleingeestig, enghartig cultureel
chauvinisme !
Een boek van dr. Banning is zelden brilliant,
maar altijd van een prettig-aandoende leesbaar
heid. Waardevol" is er het juiste woord voor.
Dat ge'dt ook van zijn jongste pennevrucht:
De nieuwe Oorlog, de nieuwe Vrede Een weg
opwaarts", door Van Loghum Slaterus uitgege
ven. Dr. Banning is idealist, maar hij blijft met
zijn beenen op de grond staan. Hij kent zijn
Spann, Brailsford, Plessner, Siegfried en
Berdjajew. Wat hij schrijft over, ,het gericht
over Versailles en den Volkenbond", over
het falen van het socialisme (waarom vermeldt
dr. Banning die toch anders zijn auteurs voluit
noemt, niet dat zijn theorie van de
arbeidersaristocratie-dank-zij-de-koloniale-winsten aan
Lenin is ontleend?), over de cultuurcrisis in
Europa, over de vraag of de oorlog door het
geloof gerechtvaardigd is, over de nieuwe vrede"
tenslotte?dat alles is niet nieuw en glanzend",
maar in elk geval doordacht en lezenswaardig.
Lezenswaardig omdat het in zijn realistisch idea
lisme de geesten rijp maakt voor den weg op
waarts", die pas vrij komt", wanneer sociale
en politieke hervormingswil gedragen wordt door
de evangelische gezindheid die in den mens den
naaste, in God den Heer van alle leven, in
Christus' liefde de weg, de waarheid en het leven
PAG. 6 DE GROENE No. 3278