Historisch Archief 1877-1940
UIT DE KEUKEN DER BEELDENDE KUNSTEN
n
PIET Wiegman woont aan een zij weggetje van den
hoofdweg, die door het dorpje Groet loopt. Het
dorpje Groet in het vlakke grasland gelegen vlak
achter de zee, ongeveer daar waar de duinenrij
overgaat in het Hondsbossche Zeewering, is het Laren
van dezen tijd; er wonen schilders, dichters, beeldhouwers.
De duinen, beplant met groen en bruinachtig helm,
krommen zich moeizaam, het landschap is haast stug en
openbaart zijn schoonheid met tegenzin. Hier, aan dit
zandweggetje, woont Wiegman, met opzet wat ver
scholen in zijn witte huis. Ik ben eigenlijk een werkman
van nature", zegt hij. Hij voelt zich buitenman, boer en
hij leeft het liefst temidden der boeren. En bovendien is
het noodig voor mijn werk, dat ik hier woon; als ik een
boer schilder, dan schilder ik hem het liefst in zijn eigen
omgeving, niet in het atelier. Dan ben je veel inniger
met je onderwerp verbonden, wat licht en omgeving
betreft".
En verder voelt Wiegman zich hier ver van het drukke
Rembrandtsplein, waar hij vroeger zijn atelier had, en
waar hij midden tusschen zijn collega's zat allemaal met
hun geweldigheidjes". Hier loopt hij niet het gevaar van
arrivéte worden". Hier kan hij werken,,zonder pretentie"
en hoeft hij geen gekke overdreven onzin over schil
deren" aan te hooren. Je mist wel even de stad", zegt
hij, maar je went wel. Je isoleert je voor je werk. Je
bent je ook niet meer bewust, dat ze aan je denken,
en als je dan iemand tegenkomt, die nog wel iets van
je weet, en je dat met waardeering zegt, dan doet je dat
toch wel weer goed".
Hoe ouder ik word, des te gemakkelijker ga ik aan
het werk. Ik neem nu genoegen met mezelf en ik weet,
dat ze toch niet boven jezelf uit kan stijgen".
En zoo woont hij met zijn vrouw en hun drie kinderen
buiten-kinderen ver van alles af. Als hij niet schil
dert, omdat er geen licht is, of omdat hij geen werk wil
of kan doen, gaat hij aan het knutselen. Het belang
rijkste van dat werk is zijn pottenbakkerij. In een apart
aanbouwt j e van zijn atelier staat een wiel en daar draait
hij borden of kommetjes; hij glazuurt en kleurt, of hij
werkt in verschillende kleuren klei en in zijn oventje
bakt hij de voorwerpen; het is eenvoudig, en van een
primitieve schoonheid wat hij maakt. Nu is hij bezig
met een nieuwe techniek, met het leggen van mozaiekjes
van eigen gebakken steentjes. Hij timmert meubelen,
zware stoelen, hij metselde zelf een kachel van oude
tegels met een vernuftig ventilatiesysteem, waarop hij
erg trotsch is. Hij teekende en bakte tegels, die den gevel
van zijn huis sieren en die hij in den schouw in de huis
kamer inmetselde.
In het wit-steenen atelier laat Wiegman mij later zijn
werk zien. Boerderijen, paarse donkere tulpen in een
vaas, zatte, gloeiende kleuren, ,,'k Zit in een periode dat
ik wil uit die zware kleuren", zegt Wiegman, en hij laat
mij een licht landschap zien, een schets" en zijn laatste
werk, landschappen in een kleur, die zich uit het zwarte
en volle naar het lichte en ijlere wil ontworstelen. Ik
ben blij", zegt hij, dat ik weer naar de koppen terug ga,
als in mijn Limburgschen tijd", en hij toont mij een
meisjesportret met een gedekt rood, met een heftiger
blauw en met een teer licht op de vingers van een ge
bogen hand.
En steeds weer halen zijn stevige handen uit de rijen
schilderijen er nieuwe te voorschijn.
H. B. F.
BIJ DE FOTOS
Boven : de schilder Piet Wiegman voor het groote
schilderij, waaraan hij reeds vijf jaar, bij
tusschenpoozen, werkt; een groot tafereel met typen uit
het dorp Groet waar hij woont.
Hiernaast: Behalve schilder, is Piet Wiegman
ook pottenbakker. Met het ceramiek uit eigen oven
staat hij hier voor een zelfgetimmerd kastje,
waarin de pronkstukken zijn opgesteld.
Onder: P/et Wiegman en Mevrouw Wiegman
met het jongste dochtertje in de huiskamer. Net
als in Zweedsche huisgezinnen" wordt er in lange
winteravonden huisvlijt beoefend. Mevrouw Wiegman
ontwerpt, weeft, spint haar eigen wol.
Foto's Eva Besny