Historisch Archief 1877-1940
Vrouwen en Vrouwenleven
Onderwijsproblemen in het Oosten
,1
K heb wel eens gehoord, dat men
onze beschaving benutte, teneinde
vreemde volken anders te maken,
maar ik heb nooit vernomen, dat wij
werden beïnvloed door een vreemde
beschaving." Aldus sprak een Chinees
en het zou tweeduizend jaar duren,
eer het ongehoorde werkelijkheid werd.
Heden gelden Mencius' woorden voor
de We'sterlingen. Europeanen en Ame
rikanen veranderen het Oosten met
een beschaving, waar de Avondlander
zelf soms aan twijfelt, maar die door
de Oosterse volken gretig opgenomen
wordt om hun oude krachten te ver
nieuwen.
De eersten, en lange tijd de enigen,
die iets anders brachten dan strijd en
voor iets anders belangstelling hadden
dan voor handelsproducten, waren de
zendelingen. De eerste Europese ver
taling van de klassieken b. v. is van de
hand van een zendeling. De moderne
wetenschap bereikte het Oosten het
eerst via de zendingsscholen. In de
laatste decennia is er de intensieve
arbeid van de nationale onderwijs
inrichtingen bij gekomen.
Een zendingsschool in een
cosmopolitisch land als Malakka biedt een bont
gezicht. Op de speelplaats rennen, de
tropische hitte ten spijt, Chineesjes,
kleine Indiërs, enkele Maleiers en
Europeaantjes, door elkaar. Boven
allen uit steken de lange Sikh-jongens,
die hun nooitgeknipte haren in een
fel groene of fel oranje tulband op het
hoofd geknoopt dragen. In de hoogste
klassen zitten wel Sikh jongens met
baarden.
En in de laagste klas leren de kin
deren spreken. Slechts enkelen zijn
gewend thuis Engels te praten. Gedu
rende de eerste jaren wordt de meeste
tijd aan het leren van Engels besteed
en nog lang daarna blijft het alle aan
dacht vragen . In deze onrustige dagen
halen vele Britse ouders in Malakka
hun kinderen van de z.g. hill-schools
in Brits-Indiëthuis en sturen ze hier
naar de Methodistenschool. Het is
voortreffelijk voor de Engelse kinder
tjes om te leren, dat een Chinees geen
rare Chinees is, maar alle vakken van
het L.O. zullen ze van een verrassend
nieuwe kant leren bekijken.
Er is geen Europees schoolboekje,
dat bij het onderwijs aan
Oosterlingetjes ongewijzigd is toe te passen. De
rekenboekjes niet, om het afwijkende
stelsel van maten en gewichten. Aard
rijkskunde- en geschiedenisboekjes niet
omdat de hele Westerse situatie voor
de kinderen hier volkomen exotisch is.
Toch gebruikte men deze boekjes tot
ongeveer tien jaar geleden nog; dat is
hetzelfde, alsof men onze tien-jarigen
Han- en T'ang-dynastieën of Indische
helden met hun lange namen voor zou
zetten, in plaats van Batavieren in
boomstammen- Men begint hier de
geschiedenis nu, door eerst van grote
figuren te vertellen, zooals van
Confucius, Asoka, en Alexander de Grote,
die waardevolle schakel. Bij de voort
zetting moet veel door de leerkrachten
zelf gedaan worden.
Met schoollectuur doet zich dezelfde
moeilijkheid voor. Men moet de kin
deren niet te veel verhaaltjes van
St. Bernardshonden, sneeuwjachten,
vreemde planten en dieren voorzetten,"
zegt het schoolprogramma. Maar hoe
veel in de hele Europeesche literatuur
is niet vreemd en wonderlijk van sfeer
voor den mens in h et Oosten. D ie
vreemdheid en afstand is misschien oorzaak van
de merkwaardige en unanieme smaak
van beschaafde, volwassen Oosterlin
gen in hun lectuur. Niet eens, maar
verscheidene malen, vertrouwden de
meest ontwikkelde lieden me toe:
Ik houd veel van lezen. Edgar Wallace
is prachtig, vindt u niet?"
Zelfs een abstract vak als wiskunde
is moeilijk. De Oosterse beschaving is
een typisch literaire. De Chinezen zijn
eeuwenlang op memoriseren ingesteld
geweest, en al is nu het duizend jaar
oude staatsexamen en het uit het hoofd
leren der klassieken afgeschaft, Chinese
leerlingen zijn nog altijd knap in ont
houden en navolgen. Ze kunnen een
meetkunde-opgave keurig maken, als
hij precies parallel aan de voorbeeld
som was. Maar krijgen ze de
modelopgave nog eens voor zich, echter met
de figuur omgekeerd, dan kunnen ze
zo'n moeilijk vraagstuk niet oplossen.
Zelfstandig denken is iets nieuws, dat
de jonge geslachten moeten leren.
Doch juist die exacte vakken, die
Het zwarte jurkje
Parijs brengt altijd veel
zwart, maar daarnaast, en
vooral dit seizoen, ook veel
andere tinten.
Maar n zwart jurkje moet
er zijn. En wat meer zegt:
het moet zoo wezen, dat men
van dit jurkje gaat houden;
dat men ermeevertrouwdraakt,
er nieuwe garneeringen op
probeert, kortom, dat het een
dierbaar stuk wordt.
Men kan er b.v. wijnroode
schoenen bij dragen, mits het
wijnrood nog ergens anders te
vinden is: aan de hoed of de
tasch. Nooit téveel accessoires
in afstekende tint; twee is
meestal het maximum. Zwart
met wit vormt altijd een
veilige combinatie voor den
namiddag; zoo is de zwart
zijden crêpe japon van onze
foto, met haar gedrapeerde
zijstukken, versierd met
kleine ruches van wit linon,
en zwart met witte bloemen
aan de hals. De tasch is weer
zwart; de hoed ook, terwijl de
rand uit mousseline strooken
bestaat, en een wit fluweelen
lint om de bol het gekleede
effect komt voltooien.
hun het moeilijkste vallen, hebben hun
grootste belangstelling, Een jongen die
in een schoolopstel de ontwikkeling
van zijn school beschrijft, vraagt om
meer gelegenheid tot experimenteeren
met natuur- en scheikunde, want dat
zijn de dingen, die de wereld van heden
beheersen." De zoon van Michaelsami
Pathr, die met zijn dikke zwarte buik
puilend boven zijn sarong in zijn werk
plaats zit, en de zoon van een kalmen,
deftigen, ouderwetsen Chinese hande
laar dromen beiden van ingenieur
worden.
Eén vak biedt geen moeilijkheden,
n.l. sport en gymnastiek, waarvoor ze
het Engels enthousiasme hebben over
genomen. Op de jongensscholen is het
voorschrift om met bloot bovenlijf gym
nastiek te doen. Van de week stond er
een jochie met een heel stukgeslagen
rug in de rij. Zoiets krijgt men vaker
te zien. De Oosterse ouders, die hun
kinderen inderdaad zeer liefhebben
(althans grote prijs stellen op het bezit)
sparen de roede niet. Onlangs kwam
een kind afgeranseld op school, omdat
hij met de boodschap thuis was ge
komen, dat hij naar den tandarts moest.
De scholen hebben geregelde medische
inspectie, maar vele eenvoudige lieden
hebben een heilige angst voor den dok
ter, denken dat een kind dan ook met
een dood zal gaan, weigeren toestem
ming voor inenting, enz. (Tanden
poetsen is anders nogal populair. Tot
in de kampong toe. Daar stond een
klein meisje in de beek met een tame
lijk vuil borsteltje haar tanden te poet
sen; een eindje hogerop staat haar
vader in dezelfde beek zijn toilet te
maken en nog hoger zijn de vrouwen
de was aan 't slaan.)
OP school blijkt het handhaven van
de discipline onder Oosterse
kinAderen toch niet al te moeilijk te zijn.
Ze halen ook wel eens streken uit,
maar zij zijn toch een graadje gemak
kelijker te regeren dan een klas witte
bengels. Van elke leerling bestaat een
gedragboekje, waarin niet alleen zijn
prestaties in klas en op sportveld worden
vermeld, maar ook de belangstelling
van het kind, zijn bezoek aan cursussen
bibliotheken, Zondagsschool, e. d. Bo
vendien staat voorin het beroep en de
eventuele opleiding van de verzorgers.
Het blijkt dadelijk, dat het kind van
een leraar, een tolk, een dokter een
veel beter figuur slaat dan dat van een
armen kleermaker of een oppas, wier
kinderen soms zeer ondervoed op
school komen. De school is niet vrij,
maar vlugge kinderen kunnen een
beurs krijgen. Het familiegevoel zit
bij de Chinezen diep. Als Vader Wang
of Vader Woe zijn kleinen Wang
of kleinen Woe naar school wil sturen,
dan is er alle kans, dat een paar rijke
Wangs of rijke Woe's bereid zijn het
nodige geld bijeen te brengen. De eer
van een knap neefje te hebben komt
aan de hele familie ten goede.
In het algemeen doen de leerlingen
hun best. Ze willen graag
vooruitkomen. Twee drijfveren hebben ze om
het moeilijke vreemde onderwijs te
doorworstelen. De ene is: een betere
positie dan hun vader had te verwer
ven. Anderen, die verder zien dan zich
zelf, denken aan de toekomst van hun
land. Dit slag bewuste leerlingen vindt
men echter vaker op de scholen, die
in n van de nationale Oosterse talen
onderwijzen dan op zendingsscholen.
Een jongen uit de hoogste klas van een
Chinese school in Malakka, (die, daar
het een school is in een Britse kolonie,
ook opleidt voor het Engelse universi
teitsexamen) schreef een opstel over
niets meer of minder dan de zin van
het leven". Een leven, waarin niets tot
stand wordt gebracht, mag volgens
dezen zeventienjarige geen leven heten.
In een pregnante volgorde noemt hij
enige levens, die hij de moeite waard
acht en als voorbeeld wil stellen. In de
eerste plaats komen de natuurweten
schappers en uitvinders weer te voor
schijn; hij noemt met name Newton en
Edison. Dan volgen de grote leiders,
die hun volk helpen, en zijn voorbeel
den zijn Soen Jat Sen en Gandhi. Ten
slotte komen Shakespeare en Milton
vrij slapjes met een ook erg goed"
achteraan.
ER is soms opgemerkt, dat Euro
pees onderwijs, aan Oosterlingen in
de kolonieën op den duur gevaarlijk zou
kunnen worden. Het gevaarlijkste"
land in dit opzicht is Brits-Indiëmet
zijn krachtige vrijheidsbeweging. Maar
juist dit vrijheidslievende land zoekt
zijn uiting en kracht in scholen en
universiteiten, die in de moedertaal
onderwijzen.
Onafhankelijk van enige Europese
invloed wordt er in de laatste tientallen
jaren in Indiëen China zelf hard ge
werkt om het analphabetisme te be
strijden. In sommige delen van Indi
worden bijv. de leraren opgewekt allen
in hun vrije tijd ieder een ander lezen
en schrijven te leren. In China heeft
men alleen al in het jaar 1935, buiten
de scholen, veertien millioen mensen
van analphabetisme genezen. In 20
jaar tijds (van 1912 tot 1933) heeft zich
in dat land het lager onderwijs vervier
voudigd, het middelbaar vertien- en
het hoger onderwijs
verhonderdvoudigd. Toen kwamen de Japanners en
schoten scholen en instellingen stuk.
Thans lopen er weer vele kinderen rond,
voor wie geen schoolruimte beschik
baar is, en die bovendien moeten hel
pen met het Eerste Hulp en
opruimingswerk na een luchtaanval. De universi
teiten zijn grotendeels naar het verre
binnenland verplaatst en zetten onder
vele moeiten hun werk voort. Maar het
land is wakker en streeft onder alle
moeilijkheden verder naar vooruitgang.
Ook in mijn Britse kolonie, in Ma
lakka, waar alle rassen zich dooreen be
wegen, hebben Indiërs en Chinezen
scholen in hun eigen taal (De Maleiers
gaan bijna uitsluitend naar Maleise
scholen, omdat ze bevreesd zijn voor
bekering, waartoe het bezoeken van
een zendingsschool natuurlijk aanlei
ding kan geven. Mohammedanen laten
zich niet bekeren-) Het leerprogram
van deze nationale scholen is modern,
en Engels is verplicht. De geest is uit
den aard van de zaak nationaal gezind.
Er bestaan ook avondscholen, waar de
mensen, die heel hun leven in deze
vreemde kolonie hebben doorgebracht,
hun eigen taal leren. Een Chinese
Christen, zelf lerares aan een
missieschool, laat haar kinderen eerst een
paar jaar door het Chinsee onderwijs
vormen, voordat ze hen naar haar eigen
missieschool zendt. Een van deze
Chinsese scholen heeft een zeer goede
naam en de jongens komen van overal,
ook uit Nederlands Indië, om hier hun
opleiding te ontvangen. Vele kleinere
Chinese scholen leiden aan een euvel,
dat bij alle moderniteit zo ouder
wets Chinees is als maar kan. Deze
scholen worden in stand gehouden door
particulieren, uit wier midden elk jaar
een nieuwe bestuurscommissie wordt
gekozen. Telkens als er zo'n nieuw
commissie optreedt, wordt een groot
aantal onderwijzers ontlagen en wor
den nieuwe benoemd, die uit hetzelfde
district (waarschijnlijk uit dezelfde clan)
stammen als de leden der nieuwe com
missie. Bijgevolg spannen de leerkrach
ten zich tegen het eind van het jaar
niet al te veel meer in.
Zo zijn de Oosterlingen bezig de
Westerse kennis te verwerven.
Dr. E. E. DE JONG-KEESING
LoMe nummers van Da G roen c: 20cent.
Ouder dan 3 maanden: 60 cent. Toezending
ult«lult«nd n a ontvangst van het bedrag.
PAG. 12 DE GROENE No. 3279