Historisch Archief 1877-1940
Op weg naar
zelfbeschikking
Beschouwingen over de
Indische politiek der
Nederlandsche regeering.
DE vorig jaar opgerichte Indonesische Politieke
Federatie wordt in inheemsche kringen gaarne
genoemd de nationale concentratie", een min of meer
wonderlijke naam, die ook niet als vertaling van
Gaboengan Politik Indonesia" kan gelden. Men heeft
dezen naam ongetwijfeld gebruikt als herinnering aan
de in 1918 opgerichte Radicale Concentratie, later
Politieke Concentratie genoemd, een federatie van in
hoofdzaak zeer links georiënteerde groepen, die als
programma had: actie voor de vorming van een uit en
door het volk gekozen parlement met volledige wet
gevende bevoegdheid en de instelling van een aan dat
parlement verantwoordelijke regeering. Onder de aan
gesloten vereenigingen behoorde ook de gematigd
nationalistische vereeniging Boedi Oetomo. In 1922
kwam deze federatie opnieuw onder denzelfden naam
naar voren als een federatie van de geheele links ge
oriënteerde volks- en vakbeweging. Noch deze, noch
later ontstane federaties konden tot een aan haar doel
beantwoordende actie komen. Het verschil in de be
ginselen der aangesloten vereenigingen was daartoe
te groot. Botsingen en verschil van inzicht konden
daardoor niet uitblijven. Bij een later ontstane federatie
belette de bepaling, dat alleen bij algemeene stemmen
aanvaarde besluiten tot een gemeenschappelijke actie
zouden kunnen leiden, de mogelijkheid om tot eenig
noemenswaard resultaat te komen. Ten slotte werd
het bijeenkomen van een door deze federatie van
Indonesische nationalistische partijen uitgeschreven
congres door de overheid verboden, omdat een van de
aangesloten vereenigingen, de Partai Indonesia als
revolutionair nationalistische vereeniging onder het
vergaderverbod viel en deelname van hare afgevaardig
den aan het congres en de aanwezigheid van hare leden
aan de regeering ongewenscht voorkwamen.
In de laatstelijk opgerichte nationale concentratie"
waaraan een vijf- of zestal politieke vereenigingen
deelneemt, bestaat ook nog wel verschil in beginselen,
maar in veel mindere mate. De grondslagen zijn voor
alle deelnemende partijen aannemelijk, namelijk:
zelfbeschikkingsrecht, nationale eenheid, gegrondvest
op democratie in politiek, economisch en sociaal op
zicht, benevens eenheid van actie. Haar eerste besluiten
in November j.l. genomen, waren ie. een algemeene
actie te voeren voor Indonesia berparlement"
(Indonesiëmet een parlement) en 2e. een Indonesisch
volkscongres te organiseeren. Het een zoowel als het
ander is geschied. De actie sub i genoemd wordt
voortgezet, ondanks de afwijzende houding van de
Nederlandsche regeering ter zake. Blijkens een tijdens
de Paaschdagen gedane mededeeling van het hoofd
bestuur der Federatie zijn er thans 130
propagandacomité's over geheel Indiëverspreid opgericht en hoopt
men dit aantal over een half jaar tot een paar duizend
te hebben opgevoerd.
WANNEER men zich nu afvraagt wat wel de aan
leiding voor de vorming van deze federatie
geweest mag zijn, dan is het antwoord daarop dit, dat
men op weer andere wijze uiting wilde geven aan het
algemeen bestaande verlangen naar herziening der
staatkundige verhouding tusschen Nederland en Indië,
toen de in den loop van 1937 aan de Nederlandsche
Regeering aangeboden petitie Soetardjo" werd afge
wezen. Deze bevatte het verzoek om te willen bevorderen
dat een conferentie van vertegenwoordigers van
Nederland en Nederlandsch-Indiëbijeen zou worden
geroepen, om op voet van gelijkgerechtigdheid een
plan op te stellen om aan Nederlandsch-Indiëbinnen
een zoodanigen tijd als de conferentie mogelijk zou
achten, den staat van zelfstandigheid toe te kennen.
De Volksraad heeft zich met de petitie, in eenigszins
gewijzigden vorm, kunnen vereenigen. De nationale
politieke vereenigingen stonden er zeer verschillend
tegenover, maar gaven toch steun aan de propaganda
voor het tot stand komen van een conferentie. Evenwel
wees de Nederlandsche regeering enkele dagen voordat
tot een algemeene propaganda-actie werd besloten, de
petitie af, bij Koninklijk Besluit van den loden No
vember 1938. Verdere actie om steun te geven aan de
petitie had geen zin meer en zoo werd in Mei 1939
de voormelde Nationale Concentratie gevormd.
De petitie, gaf zonder in hare bewoordingen uiting
te geven aan concrete wenschen, toch op onmiskenbare
wijze aan, wat niet alleen
in inheemsche kringen als
een steeds duidelijker te
kort in beleid van de regee
ring gevoeld werd, name
lijk het ontbreken van een
uitgesproken gedachte
omtrent een in daden om
te zetten ontwikkeling van
de staatkundige verhou
ding van Indiëmet Neder
land. Zij is een van de
vele aan den dag tredende
bewijzen dat de regeering
zich niet langer kan beroe
pen op de sinds vele jaren
door haar naar voren ge
brachte zedelijke roeping,
die hare bestuursdaden
hier te lande richting geeft,
noch kan blijven volstaan
met de vergelijking van
haar bestuur over deze
landen met de leiding van
een voogd over zijn pupil,
wiens voorbestemming
niet anders kan zijn dan
deze, dat hij de leiding van
zijn voogd zal kunnen
ontberen. Niemand gelooft
meer in de mogelijkheid
dat deze woorden-alleen
tot eenige ontwikkeling
van de tegenwoordige ver
houding zouden kunnen
leiden. Zij zijn uitingen geworden van een welwillende
gezindheid die niet tot daden komt. En telkens wordt
het duidelijk dat men bij elk voorstel, bij elke poging
om die gezindheid in daden om te zetten, terugschrikt,
ingrijpende veranderingen of het duidelijk koers zetten
in een richting die moet leiden tot het losser worden
der koloniale verhouding, voorbarig vindt en de be
volking nog niet rijp acht voor meerdere zelfstandigheid.
Het is zoo ten volle waar wat Prof. Boeke kort
geleden in zijn Gtóx-artikel de ethische richting in
de Nederlandsen-Indische politiek" opmerkte ten
aanzien van de verindisching van den staatsdienst,
maar wat evenzeer voor de nationalistische beweging
geldt, namelijk: dat niet de richting die het
regeeringsbeleid heeft uit te gaan in vrijheid kan worden gekozen,
maar slechts het tempo, in dezen strijd, dien hij noemt
een strijd tusschen zekerheid door behoud en
ongewisheid door verandering. Juist die ongegronde vrees
voor verandering en de onjuiste gedachte dat behoud
op den duur zekerheid zou kunnen beteekenen, zijn
het, die de regeering tegenover elk verzoek, tegenover
elk streven dat tot verandering moet leiden, ten
eenenmale afwijzend doen staan. Zoo was het ten aanzien
van de petitie van het volksraadlid Soetardjo, zoo is
het thans weder ten aanzien van de actie voor een
volwaardig parlement.
BIJ het beantwoorden van de redevoeringen, in
den Volksraad gehouden bij de algemeene be
schouwingen over de begrooting 1940, wees de re
geering er in eerste instantie op, naar aanleiding van
het tot haar gerichte verwijt dat aan haren arbeid
perspectief en lijn ontbrak, dat er nog andere lijnen
zijn dan die van de drastische politieke hervorming en
dat de regeering een lijn voor zich ziet, die doelbewust
leidt naar zoo krachtig mogelijke bevordering van het
welvaren der bevolking in stoffelijken en geestelijken
zin, als grondslag voor verdere ontwikkeling op menig
vuldig uiteraard ook politiek gebied". In tweede
instantie voegde de regeeringsgemachtigde hieraan toe,
naar aanleiding van de gebleken onbevredigdheid over
de houding der regeering op politiek gebied, dat zij
welbewust niet had gegeven de door velen gevraagde
wei-omlijnde schets van den weg, waarlangs Indië's
politieke en economische ontwikkeling zich tot in
verder verwijderde toekomst zou bewegen, omdat zij
te zeer doordrongen is van de moeilijkheid, lang vooruit
de phasen van ontwikkeling op stoffelijk en geestelijk
gebied te onderkennen." Naar aanleiding van den
wensch naar een wezenlijk parlement met verantwoor
delijke ministers stelde de regeering de vraag,,of men
nu werkelijk meenen kan, dat de Indische maatschappij
voldoende gegroeid, gevormd, geleed is, om daarin een
zoodanig parlementair stelsel te doen wortelen."
Ongetwijfeld moet de hier gestelde vraag ontkennend
It IS
Juiste moment
n MARTINI /
MARTINI
beantwoord worden, maar met dezelfde zekerheid kan
men zeggen dat de regeering in gebreke is gebleven
hetgeen er in het hart der politiek-bewuste groepen
leeft, te begrijpen en daaraan de zoo noodige
bevrediging te geven. Niet door den Volksraad
aanstonds tot een wezenlijk parlement of tot iets
dat daar meer op zou gelijken, te maken, maar door
vast te stellen waarom dat nu niet mogelijk zou
zijn en welke maatregelen in uitzicht zouden kunnen
worden gesteld om dit eens mogelijk te maken en, om
een voorbeeld te noemen, een begin te maken met een
principieele verindisching van den staatsdienst.
Op alleszins gematigde wijze werd bij de gehouden
beschouwingen aangegeven hoe aan de in dit opzicht
bestaande wenschen zou kunnen worden tegemoet
gekomen. In zijn bekend geschrift Colijn over Indië"
noemde Dr. Snouck Hurgronje als een der maatregelen
om aan wat Dr. Colijn noemde: de tragiek van geen
kans op een oplossing biedende koloniale verhouding"
te ontkomen, deze, dat men door daden aan de
Inlandsche wereld de vaste overtuiging zal moeten
schenken, dat ook in Indiëaan de landskinderen in de
eerste plaats het bekleeden van gewichtige staats
ambten toekomt, en bij de beoordeeling der geschikt
heid rekening houdt met psychologische en
ethnologische verschillen." Het spreekt vanzelf dat een
dergelijke indianisatie of verindisching van den staats
dienst zijn beslag niet krijgt door een enkele incidenteele
benoeming, maar dat dit moeilijke onderwerp zorg
vuldige overweging behoeft. Door een onderwerp als
dit aan te vatten zou de regeering blijk geven dat het
haar ernst is met de zoo tallooze malen met de mond
beleden voornemens tot verwezenlijking van de
nationale aspiraties.
In het bovengenoemde regeeringsantwoord, vermeed
de regeering hier diep op in te gaan, of eenig uitzicht
te openen. Zij schroomt blijkbaar een ingrijpende
maatregel als deze te nemen, wel wetende dat hierop
andere zullen moeten volgen en zij onherroepelijk
voort zal moeten gaan op den weg naar zelfbeschikking.
Overigens een weg die niet in enkele jaren zal kunnen
worden afgelegd, maar vele jaren zal vorderen. Hoe
meer verantwoordelijkheid de regeering te dragen
geeft, hoe meer men zich aan de andere zijde ook
bewust zal worden van de eischen die deze stelt. De
lichtvaardigheid waarmede men nu ted ikwijls meent
alles te kunnen, zal dan vanzelf verdwijnen.
Het voorafgaande rechtvaardigt, naar het mij
voorkomt, de gedachte, dat nuchtere en verstandige
politiek de regeering tot het inzicht moet brengen,
hier zoowel als in Indië, dat zij zich niet mag
bepalen tot afwijzing van wat zij nog niet aanvaardbaar
acht, maar dat zij daarnaast, ook op duidelijke wijze
den weg heeft aan te geven, waarlangs het verlangde
bereikbaar wordt. E. GOBÉE
PAG. 5 DE GROENE No. 3279