Historisch Archief 1877-1940
Mr. Capra ging naar Hollywood
Frank Capra,
de filmregisseur, die de zwak
ken beschermt en de massa
amuseert.
DE film Mr. Smith Goes to
Washington", die zoo juist te
Amsterdam vertoond is en die
nu verder ons land doorgaat, heeft vele
Nederlanders verbaasd, zooals zij ook
in Amerika opzien gebaard heeft. En
de regisseur Frank Capra heeft zijn
naam van den onfeilbaarsten regisseur
van Hollywood wederom verstevigd.
Zijn voortdurende successen hebben
de Columbia Pictures, die zijn films
produceerde, hun voornaamste baten
gebracht en hem een salaris gegeven,
dat tusschen de met zes cijfers ge
schreven jaarinkomens geen slecht
figuur slaat. En toch is Capra, althans
in zijn werk, een bestrijder van de
rijken en machtigen en een vast
houdende kampioen voor de menschen
in de lagere inkomensgroepen. In zijn
laatste vijf of zes films schilderde hij
de nederigen en armen bijna steeds af
als oprechte en beminnelijke karakters
en hun meesters als beginsellooze en
verrassend onbekwame menschen, die
in de laatste honderd meter van de
film of een nieuw leven beginnen of
hun verdiende loon krijgen.
In Lady for a Day", Capra's succes
film in 1933, waren het gangsters en
gokkers die Apple Annie, de appel
verkoopster, hielpen om haar dochter
uit te huwelijken; in It Happened One
Night" wint de werklooze journalist,
die door omstandigheden gedwongen
is, twee nachten in de zelfde kamer
door te brengen met een erfgename,
die 20 millioen dollar te wachten heeft,
haar weg van haar dommen aan
staanden echtgenoot, en dat door een
gedrag dat zoo hoogstaand is dat het
al bijna niet meer mooi is.
Capra's minachting voor 20 millioen
dollar werd ook duidelijk uitgedrukt
in Mr. Deeds Goes to Town" (O. K.
Mr. Deeds), welker huisbakken held
ontdekt, dat het erven van deze som
hem niets dan ellende brengt.
Een zelfde minachting voor
Amerikaansche dollars, blijkend uit veel te
hooge kosten en te langen draaitijd
van zijn films, bracht Capra in conflict
met Harry Cohn, directeur van de
Columbia Pictures, een man met
absoluut gén minachting voor geld.
Tijdens de conferenties tusschen
Cohn's en Capra's advocaten in 1937
hierover en over andere punten van
geschil, trok Capra naar Europa. In
Rusland werd hij, naar aanleiding van
zijn standpunt in Mr. Deeds", door de
Sowjet-autoriteiten zeer vriendelijk
ontvangen; een man, die het ongeluk
schilderde, verbonden aan het bezitten
van 20 millioen dollar, moest we leen
medestander zijn l
Twee films, sedert zijn conflict,met
de zakenwereld, toonen, dat zijn
idealen niet veranderd waren. In
Mr. Smith" maakt de onschuldige en
rustieke held de machinaties van een
slechtaard met een enorme rijkdom
moedig onschadelijk en overwint diens
politieke creaturen. En in You can't
Take It with You" dikte Capra, die
evenzeer invloed heeftop het scenario
als op de zuivere regie, de voornaamste
personen van het stuk van Kaufman
en Hart naar den socialen en ethischen
kant sterk aan.
Hoewel Capra's eerste doelstelling
PAG. 15 DE GROENE No. 280
is, te amuseeren, is hij oprecht be
kommerd om de moreele tendens van
zijn films.
Het klinkt een beetje zoetsappig",
zei hij eens, maar de grond-idee van
al mijn films is eigenlijk de Bergrede".
Toch begrijpt Capra heel goed, dat er
te veel van het Goede in een film kan
komen, en als het dan ergens van
edelheid en stralende goedheid
oververzadigd dreigt te raken, laat hij een
dikken man klem zitten in een telefoon
cel of den held over een rij vuilnis
emmers vallen, om het publiek een lach
te schenken om de pil weg te slikken.
Toch maakt dit alles hem niet
cynisch over den publieken smaak.
,,Ik heb het vaste gevoel, dat het
publiek gelijk heeft," zegt hij. Het
menschelijk instinct is goed, nooit
slecht. De menschen hebben gelijk,
gelijk als de grond, gelijk als de wolken,
gelijk als de regen."
Capra is zoo overtuigd van de juist
heid van de reacties van het publiek,
dat hij, als hij een film maakt, steeds
meer dan n slot maakt, dat hij in
proefvertooningen laat zien en hij
gebruikt steeds dat einde, dat het
meeste succes heeft. Zoo komt ook
Mr. Smith" aan het einde, waarin
eigenlijk onbeslist blijft, of Smith nu
werkelijk zijn tegenstanders volkomen
vernietigd heeft.
CAPRA's overtuiging, dat de zwak
ken de aarde zullen erven van de
rijken of haar misschien wel zullen
wegnemen, blijft niet slechts beperkt tot
zijn films en het komt vaak tot uiting
in zijn conversatie. Hij heeft dan ook
alle aanleiding gehad, er over na te
denken. Hij is van afkomst Italiaan,
geboren in Palermo, twee en veertig
jaar geleden. Zijn vader ging, toen
Frank drie jaar was, naar Californi
als fruitplukker. De familie, met zeven
kinderen, was heel arm en reeds op
zesjarigen leeftijd hielp Frank de ge
zinsinkomsten vergrooten met het
verkoopen van kranten. Tot verdriet
van zijn ouders ontwikkelde Frank een
heftigen zin voor ontwikkeling ook na
de lagere school. Hij wilde chemisch
technicus worden en financierde de
onkosten daarvoor door banjo te spelen
in cabarets toen hij nog op school was.
De Technische School betaalde hij
door aan tafel te bedienen,de wasscherij
te verzorgen en, van drie tot zeven
's morgens machines schoon te maken
in de gemeentelijke electriciteitswerken.
En bovendien kon hij zijn moeder van
dit verdiende geld nog iets afdragen.
Na zijn eindexamen gedaan te hebben
ging hij in 1918 onder dienst. Na den
oorlog hing hij rond, omdat hij geen
werk kon vinden, werd ziek, lag
maanden en ging toen van huis om
niemand tot last te zijn. Hij zwierf
rond, knapte allerlei rare baantjes op,
speelde poker met andere zwervers tot
hij in 1922 verkooper werd van een
veertiendeelige luxe-uitgave van een
populair-wetenschappelijk werk, dat
hij aan cultuurhongerige menschen in
het Westen trachtte te verkoopen voor
120 dollar. In 1924, in een pension in
San Francisco, zag hij een advertentie
van iemand die een filmstudio wilde
beginnen; hoewel hij zich er een beetje
te hoog voor vond, ging hij eens kijken;
hij vond een acteur, die een gedicht
wilde verfilmen, gaf zich uit voor een
Hollywood-man, werd aangenomen en
liet een bevrienden cameraman komen.
Hij zelf ging een paar films zien, om
er tenminste iets van te weten; hij
zocht als spelers amateurs uit, liftboys,
winkelmeisjes, om niet door den mand
te vallen bij zijn regie. Later zei Capra
van die film: Het was heel erg melo
dramatisch; heelemaal niet slecht l"
EEN]veelzijdige werkzaamheid volgde;
hij bedacht gags" voor Hal Roach's
kleine grappige Our Gang"-filmpjes,
deed het zelfde voor Mack Sennett
en anderen. Succes en wansucces volg
de op elkaar. En dat hij tenslotte bij
Columbia kwam, was omdat zijn naam
die met een C begint, zoo bovenaan
den lijst beschikbare regisseurs stond.
Toen hij bij Columbia kwam, zei een
der directeuren, die Capra een niet te
hoog salaris wilde geven: Wij zullen
r
De senootsz/tt/ng u/'t Mr. Smith Goes to Washington", Frank Capra's jongste film.
Mr. Smith (James Stewart) de staande figuur geheel links, wordt openlijk aangeklaagd
van de corruptie waarvan hij anderen verdenkt; in het midden, eveneens staand
zijn ,,medesenator" (Claude Rains) die hem, om zichzelf en zijn opdrachtgever
vrij te pleiten, beschuldigt. De geheele Senaatszaal werd te Hollywood natuur
getrouw nagebootst. Zóó werkt Capra!
je dan maar nemen, hoewel je laatste
film niet zoo best was". Capra is een
vriendelijke man met zachte manieren,
maar zulk een critiek neemt hij niet:
Wat was mijn laatste film?" vroeg
hij, en toen de ander hem het antwoord
schuldig bleef, liep hij de deur uit.
Dan komen films als Submarine",
een film, die opgezet was als een melo
drama. Capra krijgt de leiding en
maakt er een comedie van. Hier begon
hij zijn eigenaardigheden, den
Caprastijl", te ontplooien. Hij liet de keurig
geperste matrozenpakken slordig en
vuil maken, liet de acteurs hun
schmink van het gezicht vegen.
Capra werkte samen met de scenario
schrijvers Sperling, Riskin en later
Sidney Buchman. Nu heeft hij zich,
met Riskin, zelfstandig gemaakt;
Warner Brothers zullen hun eerste
productie distribueeren. De film heet
The life and death of John Doe", een
film over een kantoorbediende, die
bijna tot zelfmoord gedreven wordt
door den weerstand van 4e maatschap
pij. Capra vindt het veel prettiger thans
zijn eigen baas te zijn. Hij kan zijn
eigen thema's kiezen en net zoo lang
er over doen als hij zelf wil.
Capra wil in alles wat hij doet uit
blinken. Hij is een goede musicus, zingt
mooi Italiaansche liederen. Hij denkt
ook, dat hij componist is en tracteert
zijn gasten vaak op improvisaties op
de piano, die hen verdacht veel doen
denken aan Chopin.
Hij vischt, jaagt en houdt van
bergklimmen. En hoewel hij graag het
eerste op een berg is, heeft hij toch
gevoel voor verhoudingen en samen
werking. Hij geeft openlijk alle eer
aan regisseurs, die hij waardeert. Hij
verdedigt de film hartstochtelijk tegen
hen, die er niet den grootsten kunst
vorm die ooit ontdekt is" in zien.
Capra gelooft aan de massa en een
film, die slechts voor een bepaald
publiek goed is, vindt hij niet de moeite
waard. De opwindendste oogenblikken
heeft hij doorgebracht in filmtheaters
terwijl hij lette op de menschen die naar
zijn films kijken. Ik blijf altijd op
gewonden over een publiek dat een
film ziet", zei hij eens. Twee uur lang
heb je ze. Hitler kan ze niet eens zoo
lang houden. Je bereikt meer menschen
dan Roosevelt ooit kan over de radio.
Denk je eens in, wat Shakespeare
gegeven zou hebben voor zoo'n
pupliek l" GEOFFREY T. HELLMAN