Historisch Archief 1877-1940
Een verhaal van De Groene
Abraham Schaap: in lederwaren
Namen noemen is hatelijk".
Naar Cicero.
IK heet Schaap, Abraham Schaap. Een naam, die
ik mij voor de eerste maal bewust werd, toen de
onderwijzer in de eerste klasse mij inkt zag morsen
en van z'n lessenaar af riep: Abraham, je bent toch
maar een schaap !" De klasse barstte los in een bul
derend gelach. De onderwijzer, blijkbaar verrast
door den bijval, stemde er vroolijk mee in. Uit vrees
een tweede maal te morsen nam ik te weinig inkt
aan m'n pen, kreeg het dictaat niet af en moest
school blijven. Thuis keken m'n ouders verstoord en
ging ik schuldbewust naar bed.
Sindsdien waren mijn vorderingen in het leven
afhankelijk van m'n naam. En niet alleen m'n vor
deringen, maar alles wat het leven van 'n mensch
aankleeft: zelfvertrouwen, dapperheid, onderne
mingsgeest.
Ik zie heel scherp de ontwikkeling voor me.
De schoolopziener, hoewel de onderwijzer het
hem niet aanraadde, wilde het wel eens met mij
probeeren. Voor het forum van dertig paar
jongensoogen begon hij vriendelijk: nu, vertel mij eens,
Schaap.. . ." Ik hoorde onderdrukt gegrinnik en
stotterde vuurrood. Tegenover mijn hardnekkig
zwijgen kwam hij onvermijdelijk tot de conclusie
dat ik 'n schaap zou blijven. Nadat de onderwijzer
hem buigend tot de deur had geleid gaf hij me straf
werk en een briefje voor m'n vader. Den volgenden
morgen ging ik aan vader's hand naar school en
werd door hem, het schoolhoofd en den onderwijzer
gekapitteld over m'n halsstarrigheid.
Ik scheen echter onverbeterlijk. Want op 'n dag
toen de onderwijzer riep: nu moet het schaap maar
eens voor 't bord komen", bleef ik verstijfd in m'n
bank zitten, ook al hielpen de jongens door mij in
zij en rug te stompen. De onderwijzer sprak er met
het schoolhoofd over en deze met mijn vader en er
werd besloten dat ik naar een andere school moest.
Nochtans was er in m'n houding een zekere be
deesdheid die gevoelige menschen niet onverschillig
liet. De onderwijzer in de nieuwe school kwam dik
wijls bij me staan als ik m'n achterstand probeerde
in te halen en streek dan zacht over m'n haren:
Schaap, het zal wel gaan." Als een jongen het dan
waagde te lachen vertoornde hij zich en zei scherp:
de jongen kan er ni=.ts aan doen dat hij zoo'n naam
draagt." Waarop ik dan in tranen uitbarstte en zoo
zenuwachtig bleef, dat ik dien dag verder niets meer
moest doen. Ook op die school bleef ik zitten en ten
einde raad werd ik naar 'n kostschool over
ge' plaatst.
De onderwijzer op de kostschool was streng, be
velend en onpartijdig. Hij had slechts n zwakke
zijde die eerst bij m'n komst aan het licht trad: hij
was niet opgewassen tegen mijn naam. Eens rolde
hij voor het bord een plaat uit waarop een weelderig
schaap stond afgebeeld en zei minzaam: Wie zou
ons beter over het schaap kunnen inlichten dan
Schaap zelf?" Toen het licht op de slaapzaal was
uitgedraaid begonnen twintig jongenskeien als op
'n afgesproken teeken onder hun dekens te blaten.
Inmiddels groeide ik toch op en raakte er mee
vertrouwd dat men mij op het voetbalveld toe
schreeuwde: jongen, doe toch niet zoo schaap
achtig" als ik een bal miste. Ik spande echter al
m'n krachten in om het zoo goed mogelijk te doen,
een streven dat overigens m'n geheele houding in
die dagen kenmerkte. M'n bereidwilligheid om bood
schappen voor hen te doen en van m'n bezittingen
af te staan, deed mij de gratie van de oudste en
sterkste jongens verwerven. Soms was ik zelf zoo
kort bij kas, dat ik hen niet kon helpen: zij scholden
mij zoo lang en nadrukkelijk voor stom schaap !
vuil schaap !" dat ik mij de rust kocht met het
laatste weg te geven. Een beproefd middel waardoor
ik dikwijls verstoken bleef van de genoegens der
anderen.
D'
l E dag kwam waarop m'n ouders over m'n toe
komst moesten beslissen. Aangezien ik blijk had
gegeven over niet meer dan een doodgewoon ver
stand te beschikken werd een vak met universitaire
opleiding afgewezen. Voor handenarbeid ontbrak
mij de handigheid. M'n moeder stelde het beroep van
handelsreiziger voor. M'n vader lachte hoonend:
Handelsreiziger? Hij? Hij zit daar precies of hij
geen tien kan tellen !" Ik boog het hoofd en hoorde
dat ik bestemd werd voor het beroep van jongste
bediende. M'n vader keek de courant na en schreef
een lijstje vol met adressen, welke wij den volgenden
dag af gingen. Ik kreeg tenslotte een betrekking bij
een grossier in lood- en zinkwaren; een groot, gezet
man, die mij barsch aankeek en het bezwaar van
m'n vader tegen het geringe maandloon onderving
door naast de ? 7.50 mij ook nog middageten te ver
schaffen. Het middageten kreeg ik gewoonlijk om
twee uur als de tafel boven was afgeruimd en m'n
loon verdiende ik met het bijvegen van het magazijn,
het halen van zegels en hulp aan de inpakkers. De
eigenaar scheen mij geheel vergeten te zijn, doch toen
ik na zes maanden dienst op wensch van m'n ouders
deemoedig om loonsverhooging vroeg, herinnerde
hij zich mijn naam en barstte bulderend los: een
schaap als jij verdient nog niet de helft."
Nadien ben ik besteljongen bij een apotheker
geweest, assistent in een volksleesbibliotheek, loop
jongen in een kruidenierszaak en werd overal ge
prezen om m'n vlijt en goed gedrag. M'n ouders
schenen zich echter eerst opgelucht te voelen toen
het militaire oproepingsbevel werd thuis bezorgd.
Doe daar je best en wees gehoorzaam. Misschien
kan je er dan blijven. Je begrijpt wel dat wij van
drie rijksdaalders geen jongekerel meer de kost
kunnen blijven geven."
Ik deed mijn best en was gehoorzaam. Doch toen
de luitenant vernam dat Schaap mijn naam was,
Abraham Schaap, ik geen godsdienst beleed en het
niet verder dan tot bediende had gebracht, spelde
hij met lange uithalen m'n naam en genoot van het
vermaak dat de soldaten erin kregen. Daardoor werd
hij spoedig geliefd onder de soldaten als ,,'n luite
nant die van 'n gijntje hield". Er was echter 'n
jongen die daar geen deel aan nam en op 'n avond
toen ik alleen in de cantine zat, bij me kwam en
warm z'n hand uit stak. Ik keek hem verwonderd
aan. Hij gaf me een wijzen, vriendelijken blik terug.
Sindsdien had ik een makker, we Ike mij de stad leer
de kennen en mij op 'n avond voor het wonder van
de meisjes bracht, waarheen ik slechts steelsche
blikken had durven werpen. M'n onhandigheid be
koorde hen en toen een van hen, die mij bijzonder
graag mocht, m'n naam hoorde werd ze uitgelaten
en riep luid: wij zullen dat schaap eens scheren."
Ik voelde me plotseling heel bedroefd en trok mij los
uit de blanke armen. Dien nacht huilde ik zacht in
m'n kussen hetgeen mij niet meer gebeurd was
sinds m'n zevende jaar.
IK heb nadien 'n kapitaaltje kunnen leenen om in
'n onaanzienlijke buurt een zaakje in lederwaren
te beginnen. Het kapitaaltje heb ik afgelost door 'n
erfenis van 'n oom en ben op m'n twee-en-dertigste
in de echt getreden met de vrouw, welke drie maal
per week het huis kwam schoonmaken. Zij verze
kert mij herhaaldelijk, dat ik niet over geluk in m'n
leven te klagen heb gehad. De reizigers en belasting
ambtenaren doen eerbiedig het belletje over gaan
als ze bij mij binnen treden en vragen dan vormelijk
naar den heer Schaap.
Ik heb slechts n kwaal: ik kan niet meer buiten
boeken, waarin het heroïsche leven van prachtige,
zelfbewuste mannen verteld wordt. M'n vrouw zegt
wel eens: Schaap, waarom besteed je je geld niet
beter !" Ik zou het haar niet kunnen zeggen.
JAAK VELTMAN.
Merkwaardige berichten
Zij droeg een aria van Mendelssohn
voor, die met zulk een gevoel en ont
roering gezongen werd, dat zij een
ware ovatie ontving, alsook ccn aria
van Schönberg". (Haagschc C.)
Een arbeider werd door een
zandvcrschuiving onder het zand be
dolven, doch spoedig door zijn mede
arbeiders bevrijd. Dr. van Ewijk
constateerde lichte kneuzing van een
rib en deed den man verdacht van
diefstal voor onderzoek naar het
ziekenhuis overbrengen". (Vol/isbl.)
IV ARIA
die mede verbrand en tot asch wordt".
(De Xcd.-Vchw)
Dan wordt die asch koud en weg
geveegd.
Een zachte
e veiligheid
het water
basis
van het land is (
;ebaseerd". (Lib. \\'bl.)
En
Een
een harde straf
agent verleende geen
vooren werd gedood". (Vad.)
,,'lhere are tiiinu^ between heavcn
and earth, where is not dreamt of in
vour philosophy !" (Lc.'t'iidc ']'<ilcu)
This likes not much on the rules
of Shakespeare:
,,There are more things in henven
and earth, Horatio, tlian are dreamt
of in vuur philosophy".
But what should that? It is
Shakespeare but.
Dat lastige Hollandsch
Voor de geheime zitting hebben
de verschillende partijen beraad".
(R.)
Ze had een levendig temperament
en een nooit fijlenden blik op men
schen en dingen". (Holl. Wbl.)
Minister Gerbrandy heeft gezegd
dat dit gebeurd is, en de Tel. schrijft:
Minister Gerbrandy heeft mede
gedeeld dat dit gebeuren heeft
plaats gehad".
De N.R.C, schrijft over een
deftig uitziende bejaarde man."
Deze man ziet dus deftig uit.
En de H.P., die gewoonlijk meer
eerbied voor de taal toont dan
Levende Talen, schrijft: Er is
system in this madness." Verg.
Hamlet. II, 2:
Though this bc nuulnr-ss, vet therr
is method in il.
Studeert de Redactie misschien
teveel in Levende Talen?
Het iets
Dit is een overgeërfd iets".
(Syll.)
Dit zou een zeer ingrijpend iets
ajn volgens den Minister". (R.)
Middenin prijkte de groote pop,
Men zal trachten de exploitant
van dit restaurant in het fraaie
stadspark iu betere baneu te leiden.
Daarbij hoopt nieu op een ruime
medewerking van het
gemecntebestuur". (Lhub. Koeyitt')
Dit zal het werk vermoedelijk
afschuiven op het kerkbestuur.
De wonderen der natuur
Ie koop zeldzame sprekende
papeai, tevens Accordeon", (l'. \l,/.l
En der techniek
ken
PAG. 16 DE GROENE No.3280