Historisch Archief 1877-1940
De BALKAN - volgend slagveld?
De Duitsche kolonisatie
methoden en de noodzaak
van intensieve tegenactie
Catch as catch can!"
Maandag j.l. deelde de Duitsche regeering mede
dat zij zich het antwoord op de Geallieerde actie in
de Noorsche wateren voorbehield. Dit antwoord
zou, aldus Berlijn, evengoed tegen het Noorden als
tegen het Westen en het Zuid-Oosten kunnen zijn
gericht. De ontstellende gebeurtenissen in Scandi
naviëhebben wel aangetoond waarheen in eerste
instantie het expansiestreven der Nazi's was ge
richt. Maar in Boedapest, Boekarest en Belgrado is
het reeds heerschende gevoel van onveiligheid nog
vergroot. Niemand weet waar in tweede instantie
Duitschlands wraak" op zal vallen. Ondanks den
toestand in het Noorden, blijft de aandacht dan ook
onverminderd gericht op den Balkan, waar met ande
re wapenen een ongekend felle oorlog wordt gevoerd.
Deze oorlog draagt een economisch karakter: de
recente oprichting van de English Commercial
Corporation Ltd. toont aan dat de Geallieerden zul
len pogen de Duitsche overmacht op den Balkan
te breken. Catch as catch can !" Deze oorlog draagt
ook een ideologisch karakter: vertegenwoordigers
en semi-vertegenwoordigers der strijdende partijen
reizen de hoofdsteden af om lezingen te houden.
Kort geleden verklaarde Duhamel te Zagreb dat
Kroaten en Franschen als twee druppels water op
elkaar leken. Een week later beweerde de
Italiaansche minister van onderwijs dat het Kroatische volk
in niets verschilde van het totalitaire Italiaansche....
Dit zijn slechts uiterlijke symptomen van een
strijd die onder de oppervlakte woedt, waarin om
kooperij en sabotage machtige wapenen zijn, en
waarvan de inzet is: de export van den Balkan. De
Balkan is voor Duitschland vrij toegankelijk, en
hoewel zijn mineralen zeker niet toereikend zijn
om het effect der blokkade geheel te niet te doen,
zij zijn wel zoo belangrijk dat er Londen en Parijs
veel aan gelegen is, de Duitsche handelsbeweging
met de Balkan-staten te verkleinen. Zulks is te meer
noodzakelijk, omdat de economische afhankelijk
heid dier staten van het Derde Rijk in den loop der
laatste jaren zoo groot was geworden dat hun poli
tieke onafhankelijkheid denkbeeldig dreigde t; wor
den. Griekenland was in 1939 voor n-derde,
Zuid-Slaviëvoor twee-vijfde, Roemeniëvoor de
helft, Hongarije voor ruim de helft, Boelgarije
zelfs voor twee-derde van zijn buitenlandsche
handelsbeweging op Duitschland aangewezen.
Maar", zal men zeggen, welk bezwaar kan
men als democraat koesteren tegen de vooraan
staande plaats die Duitschland in het
Zuid-OostEuropeesche economische leven inneemt ? Engeland
en Frankrijk hebben hun Lebensraum" overzee.
Is het zoo onredelijk dat Duitschland zijn Lebens
raum" zoekt in een onontwikkeld deel van Europa?"
Wie zoo redeneert helaas heeft men het in
Londen zes jaar lang gedaan miskent den waren
aard der Duitsche expansie. Ware deze expansie
uitsluitend economisch en gericht op het welzijn
der Balkanvolkeren, dan lag de zaak anders. Maar
deze expansie draagt in werkelijkheid ook een poli
tiek karakter. Zij is totaal. Zij belemmert de vrije
ontwikkeling der Balkanstaten. Zij wil hen tot
koloniën van Duitschland maken in overeen
stemming met de door den Führer in zijn Mein
Kamp} geuite wenschen.
Duitschland de groote stokebrand
Bij de politieke pressie die Berlijn op de staten
van Zuid-Oost-Europa uitoefent, zijn van bijzonder
belang de kleine Duitsche minderheden die in Hon
garije, Roemeniëen Zuid-Slaviëwonen. Alle
Duitschers, waar ter wereld ook, zijn thans met de Nazi
organisatie verbonden. Het vormen van dezen band
is moeilijk gegaan, daar in sommige van deze
minderheden sterk-democratische tradities leefden.
Ten slotte zijn zij echter bezweken voor de
verleiding die van Duitschlands buitenlandsche
successen uitging. Het Derde Rijk heeft trou
wens niet nagelaten, deze successen terdege te
exploiteeren. Toen de Saar weer Duitsch werd, zijn
?BRANDERIGE VOETEN«
ORTHOPEDARIUM
Speciale inrichting voor Voetbc handeling
KOKIN 101 A'DAM TEL.. 42802
Défilévan Duitsche boeren die in Roemeniëwonen.
Saar-Duitschers naar Roemeniëen Zuid-Slaviëge
zonden om propaganda te voeren onder de Duitsche
minderheden. Deze zijn tenslotte in sterke organisa
ties onder Berlijn's zeggingschap gebracht.
Terzelfder tijd werd een steeds groeiend aantal
Duitsche ambtenaren naar het Zuidoosten gezon
den. Speciaal in Slovenië, den Noordoosthoek van
Zuid-Slavië, heeft Duitschland hevig geïntrigeerd.
Een zekere Branimir Altgayer had hier de leiding,
die zoo tactisch was zijn Kroatischen voornaam tot
Siegfried" te veranderen. In de hoofdstad van Slo
venië, Ljoebljana, was een complete Duitsche staf
gevestigd met economische, politieke en militaire
waarnemers", terwijl elders in Sloveniëeen bureau is
opgericht waar een deel van de naaste medewerk?! s
van Konrad Henlein naar werd overgebracht toen
hun diensten in Tsjechoslowakije niet meer noodig
waren. In geheel Zuid-Slaviëtrouwens schoten de
Duitsche reisbureaux als paddestoelen uit den grond.
Een belangrijk onderdeel van de tactiek die verte
genwoordigers van deze reisbureaux" toepassen,
is het opkoopen van grond op stategisch belangrijke
punten. De Duitschers hebben in Zuid-Slaviëvooral
langs Donau, Sau en Drau, groote strooken gebied
verworven het is geen toeval dat door de valleien
van deze rivieren de groote spoorverbindingen des
lands loopen.
Daarnaast heeft Duitschland, niet alleen in
ZuidSlavië, maar ook in Hongarije en Roemeni
rechtstreekschen politieken druk uitgeoefend. In het eerste
van daze landen hebben Duitsche vertegenwoor
digers met kracht geageerd om de verzoening
tusschen Kroaten en Serven te doen mislukken. De
verzoening is tenslotte toch een feit geworden on
danks den tegenstand van den vroegeren minister
president dr. Stojadinowitsj, wiens commercieele
belangen naar insiders beweren met die van
de As-mogendheden parallel liepen.
De Duitsche politieke actie heeft in Roemeni
eenigen tijd lang er zeer dreigend uitgezien. Men
weet dat de Ijzeren Garde van den oer-Roemeen
Zelea Codreanoe die in werkelijkheid Zilinski
heette en van Oekraïnsche, volgens sommigen zelfs
van Duitsche afkomst was rechtstreeks met
Berlijn verbonden was. De regeering heeft de
actie van de Garde in bloed gesmoord; als
berouwvol zondaar is zij onlangs in het Front
der Nationale Wedergeboorte" opgenomen, maar
het is niet onmogelijk dat daarmee het Paard van
Troje is binnengehaald zeer tot genoegen van
Berlijn.
Op weg naar de exploitatie van den Balkan.
De handelsmethoden waarmee Duitschland de
Balkanstaten heeft ingepalmd, zijn in dit blad bij
een vorige gelegenheid reeds uitvoerig geschetst.
Genoeg dus, er aan te herinneren dat de Duitsche
regeering zich gespecialiseerd heeft op directen ruil.
Zij kocht landbouwproducten en betaalde prijzen
die soms ver boven het wereldniveau lagen. De
Balkanboeren juichten, maar zij hadden het spel
niet door: want hoe meer de Balkanstaten te vorde
ren kregen van Duitschland, des te meer moesten
zij in Duitschland koopen om de vorderingen vol
daan te krijgen. Het voordeel van deze handelstac
tiek was, dat Duitschland aldus de eene economi
sche groep (de boeren b.v.) kon uitspelen tegen de
andere (de industrieelen, die Duitsche machines
moesten accepteeren). Maar tenslotte dragen deze
en dergelijke verbindingen toch een naar verhouding
los karakter. Belangrijker dan de ruilverdragen zijn
de rechtstreeksche Duitsche pogingen om de rijk
dommen van den Balkan te exploiteeren. Door
deze pogingen immers worden geheele gedeelten
van het economische leven der desbetreffende staten
geabsorbeerd. Men dient daarbij te bedenken dat
het nooit alleen-maar een Duitsche firma is die een
bepaalde concessie verwerft, maar dat zich steeds
achter deze firma de Duitsche staat bevindt; dat
eerst maakt deze absorptie waarlijk gevaarlijk: de
Duitsche expansie draagt geen geïsoleerd, particu
lier karakter: zij is altijd tevens staatsexpansie. Zij
is totaal.
Bezien wij de ontwikkeling land voor land in de
voornaamste staten die hier van belang zijn.
In Zuid-Slaviëis Duitschland reeds sinds '37 be
langrijke mijnen aan het koopen. Het heeft er
antimoon-, chromiet-, lood-, zilver- en goud-con
cessies verworven. In Noord-Kroatiëwordt door
Duitsche maatschappijen naar petroleum geboord.
Krupp heeft er nog onlangs drie maatschappijen op
gericht, waarvan n voor katoenproductie, n
voor mijnbouw en n voor staalproductie. Ook de
I. G. Farben is in Zuid-Slaviëzeer actief.
In Bulgarije zijn Duitsche maatschappijen bezig
met de exploitatie van de lood- en chromium-ertsen.
De reeds genoemde I. G. Farben is hier al sinds 1934
intensief bezig met den verbouw van den uit
Mandsjoekwo geïmporteerden sojaboon.
In Roemeniëheeft Duitschland groote belangen
verworven in de ijzer- en staalindustrie. Kortgeleden
zijn er twee groote firma's opgericht (waarvan een
een onderafdeeling van Skoda) en is een firma van
den Roemeenschen staat overgenomen. De Duitsche
belangstelling heeft zich in Roemeniëechter gecon
centreerd op de petroleum. Duitschland heeft het
daar niet getroffen: de Roemeensche petroleum is
volgens Duitsche bronnen voor twee-derde in
Engelsch-Hollandsche handen, voor een kwart in
handen van den Roemeenschen staat. Desondanks
is het Duitschland gelukt, eenige posities te verove
ren. Vorig jaar heeft het een deel van het Creditul
Minier" verworven en bijna de helft van het
PetrolBURNETT'S
? LONDON DRY GIN ?
PAG. 4 DE GROENE No. 3180