Historisch Archief 1877-1940
DB AM8TEBDAMMEB WEEKBLAD VOOB NEDERLAND.
No. 1399
EERSTE HYPOTHEEKBANK MET OF ZONDER LEVENSVERZEKERING,
gevestigd te 's-Graveahage, Korte Poten 7 b.
Maatschappelijk Kapitaal f 1.500.000--.
President van den Raad van Commissarissen:
Mr. H. GOEMAN BORGES1US, Oud-Minister van Binneulaudsche Zaken,
Lid v/d Tweede Kamer der Staten-Generaal, te 's-Gravenhage.
Leden van den Raad van Toezicht:
Mr. Dr. "W. P. J. BOK, Directeur van de Eerste Nederlandsehe
VerzekeringMaatschappij op het Leven en tegen Invaliditeit", te 's-Gravenhage.
E. J. VAN GORKOM, Oud-Notaris in de Z.-Afr. Republiek, te 's-Gravenhage.
J. F. E. VAN^DE WALL, Civiel-Ingenieur, te 's-Gravenbuge.
DIRECTEUREN:
Mr. C. W. TH. VAN DEN BRANDHOF en Mr. J. J. K. DE WIT.
De Bank geeft 4 pCt. Pandbrieven uit in stukken van ? 1000.?,
/ 500.-, ? 100.?en ? 50.-.
Om een hypothecaire leening, groot ? 1000.?geheel af
te lossen in O, 15, 20 of 25 jaren met hot boding, dat bij
overlijden van den debiteur binnen dien termijn het porceel
toch onbezwaard op zijne erfgenamen zal overgaan, zonder
dat zij verdere aflossingen betalen, moet jaarlijks, doch niet
langer dan gedurende het leven van den debiteur, worden
betaald :
bij een
leeftijd van
en een duur der leening van
10 jaar 15 jaar 20 jaar j 25 jaar
? 132.88 j ? 99.80
133.02
134.70
13(5.54
139.30
143.07
100.78
,; 102.21
104.44
107.91
113.3»
?84.23
85.3'J
8719
90.94.38
? 75.37
70.80
79.82.41
Spaar- en Voorschotbank der
Eerste sFederlandsche Verzekering Mij. op het Leven en tegen Invaliditeit.
gevestigd te 's-Graveahage, Korte Poten 7 b. Maatschappelijk Kapitaal f 1.000.000.?.
Directeuren: Mr. C. W. TH. VAN DEN BRANDHOF en Mr. J. J. K. DE WIT.
De bank verstrekt voorschotten vanaf ? 500.?onder persoonlijke of zakelijke zekerheid (h.v. onder borgstelling,
^verband op lijfrenten of effecten dan wel tweede hypotheek). In samenwerking niet de Eerste Hypotheekbank met of
xander Levensverzekering kan de Bank de volle waarde op onroerende goederen verstrekken onder 1ste en 2e hypotheek
en persoonlijke borgtocht of andere verdere zekerheid.
Be Bank g«eft 4 pCt. Schuldbrieven uit in stukken van ? 1000?, ? 500.?, ? 100.?en / 50.?.
Vennootschap de TwentscheBankvereeniging,
B. W. Blijdenstein & Co. te Amsterdam, geeft
aangename mededeelingen. Wel zijn hare
effectenzaken over't algemeen minder levendig
geweest. De clientèle is evenwel uitgebreid
en b$ deconfitures was deze bijzonder beleid
volle instelling weinig betrokken. In 't ver
slag van de commissarissen lees ik:
Toen bij de algemeene malaise in het
laatst van het jaar de mogelijkheid ontstond,
dat aan eene credietinstelliug als de onze
groote eischen zouden gesteld worden, maakte
het een punt van opzettelijk onderzoek bij
ons uit, hoe de beschikbare middelen zich
stelden in vergelijking met de opzegbare
Torderingeu. Het excedent liep in de
millioenen, en ons vertrouwen werd dus versterkt
niet alleen in het beleid van onze besturende
vennooten, maar ook in den breeden en soliden
grondslag onzer bankvereeniging.
De tijdelijke ongerustheid is spoedig ge
weken, maar al had zij veel langer geduurd
en al had zij grooter omvang genomen dan
«oude zonder eenige buitengewone maat
regelen de loop der zaken bij onze bank
ongestoord zijn gebleven".
Na belangrijke afschrijvingen kan een divi
dend uitgekeerd worden van 6% pCt. over
het in geld en van l % pCt. over het in effecten
gefourneerde kapitaal. Het vorige j aar was't
eerste cijfer 6% pCt. Over andere
bankjaarverslagen den volgenden keer.
Onder de fabrieken zie ik een vooruitgang
van 95 tot den parikoers van de Amsterdamsche
WtlllHIHIHMIUIlHIIlHHIIIIlMlIllllllllllMHliliimiiiiiiMniiiiMMiliMiiiiiiimlllliiiMiMliimilii
JOHANNIS HUDDE.
lettergieterij Tetterode", die ditmaal een
dividend van 6 pCt. uitkeert. Onder de
vereenigle krachten van jonge en oude direc
teuren zou de zaak niet onbelangrijk voor
uitgaan. Het jaarverslag heb ik nog niet
ontvangen.
In de petroleumpapieren gin? ditmaal
weinig om. De Koninklijke kon alleen den
koninklijken weg verder vervolgen en wel
tot den ko jrs van 535. Eene uitkeering van
60 of 70 pGt. wordt genoemd en 100 pCt. zou
zelfs over 't anndeelenkapitaal verdiend zijn.
Moeara Eniru moest wat van haar buitenge
woon verhoogden koers missen. De
petroleumprijzen en de productiecijfers blijven over 't
algemeen goed. Do borichten omtrent de
rumeensche petroleum-industrie, de vorige
week gegeven, vind ik bevestigd in een
schrijven uit Bucharest aan de Vossuche
Keihing. Daarin wordt als toekomstige pachter
van de aan den Staat behoorende
petroleumvelden, genoemd het machtige geldinstituut
het Disconto Gasellschaft te Berlijn. Deze zal
waarschijnlijk het centraal punt vormen van
de, de vorige week, bedoelde groep.
Ten slot te een blijde tijding voor de
houdere van obligaties van de Madoera stoomtram
die van 2-1 tot 37 konden stijgen De aan.leolen
verbeterden van o % tot 11. Do ontvangsten
over Maart 1P04 bedroegen ? 31,500 tegen
? 20,500 in dezelfde maand van 't vorige jaar.
Vmst., Marnixstr. 409.
Sussum, Borneo".
\ a
' STIGTEE'
De wijze Prediker, die koning was te
Jeruzalem, heeft het een groot kwaad
genoemd, dat de nagedachtenis van den
wijze' evenzeer vergaat als die vait den
zot. Inderdaad, dagelijks /ijn wij allen
van dit kwaad getuigen: vergeten te
worden is ieders lot. Hoóvolon hebben
er aan gedacht dat het Vrijdag 15 April
van dit jaar tweehonderd jaren geleden
is, dat de man wiens naam boven dit
opstel staat, overleed? En toch behoort
Johannes Kudde tot de uitstekend'ste
regenten, die onze stad immer heeft ge
had, en heeft hij zelfs zijn roem als groot
geleerde geofferd aan hare belangen.
Laat mij daarom de herinnering aan hem
een oogenblik mogen verlevendigen.
Toen Johannes Gerritszoon Hudde in
1628 werd geboren, was zijne familie
bijna eene eeuw te Amsterdam gevestigd
geweest. Zijn overgrootvader, die er, op
n na, de hoogst aangeslagen burger
was, was in Alva's dagen om het geloof
uitgeweken en had zijne bezittingen ver
beurd verklaard gezien. Na de afwerping
van het Spaansche juk, was zijn groot
vader in de regeering gekomen, en ook
zijn ooin was in 1618 door Maurits tot
lid'der vroedschap benoemd. Van de zijde
zijner moeder, Maria "Witsen, was hij
evenzeer aan een machtig
regentengeslacht verwant. Toch schoen het aanvan
kelijk, dat voor hem niet do loopbaan
van den regent was weggelegd, maar
dat hij als geleerde zou schitteren. In
1654 als student in de medicijnen te
Xeiden ingeschreven, legde hij zich daar
voornamelijk toe op mathesis en
philosophie: tot een promotie in de genees
kunde is het niet gekomen. In 1659
publiceerde /ijn leermeester, de beroemde
hoogleeraar Frans van Schooien, achter
zijn commentaar op Cartesius, een paar
uitvoerige brieven van den jongen Hudde,
over wiskunstigo onderwerpen : verhan
delingen, dio volgens kenners thans nog
waarde bezitten. Sinds dat oogeublik was
Hudde's naam gevestigd; op het gebied
van kansrekening werd hij een man van
gezag; Cliristiaan Huygens stond met
hem in correspondentie ; Leibaiz bezocht
hem on roomde zijne geleerdheid; met
Spi.noza was hij hekend. Zijne ervaren
heid iu het slijpen van vergrootglazen
lokte vreemdelingen, als bijvoorbeeld de
Monconyes, naar zijn huis. Toch ging zijn
hart meer uit naar practische werkzaam
heid ; eenmaal in de stedelijke regeering
opgenomen, wijdde hij al zijne krachten
aan de bevordering der belangen van
land en stad. Echter ook hierbij niet
zonder verband mot zijn aanleg. Zoo
zien wij hem, in 1071, en ook later, in
vereoniging met Cliristiaan Huygens,
belast met een onderzoek naar de ver
betering van Rijn en IJsel. Verkoopt
Amsterdam lijfrenten, hij maakt er de
berekeningen voor.Behoeven,na den vrede
van .Nijmegen, de financiën der stad
dringend redres", Hudde is de ziel bij
de pogingen tot bezuiniging. Vooral
Amstels wateren wekken zijne belangstelling;
in 1G74 heeft hij dool in den aanleg der j
Amstelsluizou; in 1G75 tracht hij door i
het doea plaatsen van rosmolens, die het
water beneden een bepaald peil moesten
houden, den overlast van het onderloopen
van straten en kelders te bestrijden.
Doch vooral door den aanleg van de
groote waterkeeringen, welke voor een
aanzienlijk deel der stad aan dit euvel
een einde maakten, heeft hij den dank
van het nageslacht verdiend. Ook met
het vraagstuk der verbetering van de
circulatie van het water, ter wegneming
van den traditioneelen stank onzer grach
ten, hield hij zich herhaaldelijk bezig.
Niet enkel als technicus heeft Hudde
lauweren gewonnen; ook als politiek
man is hij niet zonder beteekenis. Enkele
jaren vóór de verheffing van "Willem III
in de regeering gekomen, werd hij bij de
luagistraatsverandering in 1672, door
dezen tot Burgemeester benoemd. Een
ent winti gmalen heeft hij den
burgemeesterlijken zetel ingenomen; na 1680 telkens
gedurende twee van de drie jaren,
Conciliant van aard, was hij het die in 1677
,de verzoening tusschen de leidende bur
gemeesters Hooft en Valckenier kon tot
stand brengen. E venzoo was in 1685 het
herstel der goede verstandhouding tusschen
den Prins en de stad voor een groot deel
zijn werk. Na den dood van Valckenier
in het bezit van het magnificat" het
premier"-schap was hij in 't algemeen
een bedachtzaam voorstander van de
politiek van Willem den Derde. Toch
kon hij iu 1683 en 84 en in 1690 en de
volgende jaren de harmonie tusschen den
stadhouder en de stad niet bewaren.
Zoowel in zijn steun van als in zijne
oppositie tegen 's Prinsen politiek be
toonde hij zich slap", en zoo kon
het langzamerhand zijn geslepen
confrater" Oorver gelukken hem cenigszins
uit do gunst van den machtigen
koningstadhouder te verdringen. Toch bleef
hij een persoon van gewicht: eerst na
Hudde's overlijden kon Corver diens
vriend Nicolaas Witsen ter zijde dringen.
Hudde schijnt een huiselijk man ge
weest te zijn, van niet al te sterke ge
zondheid. Eerst op 44-jarigon leeftijd in
het huwelijk getreden met Debora Blaeuw,
die reeds voor de tweede maal weduwe
was, vinden wij hem gewoonlijk te Am
sterdam. "Wel woont hij op zijne beurt
de dagvaart te 's-lluge bij, doch hij wordt
niet zooals Witsen met allerlei commis
sies en zendingen belast. Groote eerzucht
schijnt hij niet te hebben gokcnd: een
wiskunstigwerk, waarvoor hij aanLeibiiiz
talrijke aantoekeningen toonde, bleef on
voltooid; door de achteloosheid zijner
erfgenamen zijn ook deze aauteekeniugon
verloren geraakt.
Nadat zijne vrouw hem in Augustus
1702 was voorgegaan, sloeg ook voor hem
op 15 April 170-1 de stervcnsure. 't Was
een zachtmoedig, gemaatigd en oprecht
Regent, die zijne Religie en de Vrede
beminde; een groot Staatkundige on
wonderlijk ervaarcn in de Wiskoust";
met deze woorden wordt hij in den
Europischen Mercurius" van April 1704
gekarakteriseerd. /oor zeker was hij oen
der beste typen van den Regent uit liet
laatste tijdperk onzer goudon eeuw, niet
meer be/.ield met do energie en de
beginsolvüstlieid der Pauwen en I3ickors,
doch onbaatzuchtig en eerlijk, weten
schappelijk ontwikkeld en mot een open
oog voor het algemeen behing. J lij hoeft
Amsterdam aan zich verplicht.
Dr. Jou. C'. I>REEX.
1ste Jaargang. 17 April 1904.
lied.: C. H. BKOEKKAMP, Damrak 50, Amst.
Verzoeke alle medi'deelingen, deze rubriek
betreffende, te richten aan bovenstaand adres.
Probleem Xo. 4 is goed opgelost door: II.
A. J. de Grobber, M. F. Visser, Amster
dam; W. Viju Hoogwoud, K. Bouwes, F.'ll.
Kerukiiinp, D. Kikke, X. Bouwes, Kdam ; P.
Kalblleisch, \V". van Daalen, Haarlem; J b.
Meijer, L. Goudsmit, Amsterdam.
Dit probleem is door vele oplossers schoon
genoemd.
(De vraagstukken worden, wegens
i>l;\;Usgebrok, in do volgende rubriek behandeld).
Partij Xo. 5. Korte Centrum-opening 33?2S.
]>oz? partij is gespeeld in den ouderlingen
wedstrijd om het meesterschap, in de
ParnVeyec'.iiging Constant1' te liotteüiam. op 2
Februari 1904, tusschen do hoeren J. P. Huibers
met wit en Jb. de Bruijn met zwart, beiden
van Rotterdam.
Wit. " Zwart. Wit. Zwart.
1. 33 23 18 23 10. 30:27 25:34
2. 39 33 12 18 17. 3'.): 30 5 10
3. 44 39 1) 7 12 18. 42 37 7) 10 14
4. 31 27 2) 17 21 19. 47 42 14 2<) S)
5. 34 30 20 24 20. 50 44 7 11
6. 40 34 14 20 21. 41 30 11 17
7, 30 25 173) 22. 44 39 2 7
8. 25: U 9:20 2:5. 07 31 7 11
9. 34 30 4 9 4) 24. 46 41 ]7 21
10. 49 44 5) 20 25! 25. 41 37 9) 21 2G!
11. 37 31 25:34 20. 3!) 3410)20 25 11)
12. 39:30 10 14 27. 34 2912)25:34?
13. 44 39 14 20 28. 29:40 15 20 13)
14. 31 20 G) 20 25! 29. 43 39 20 25 14)
15. 20:17 11:31 30.4034 diagram.
Stand na de 30ste zet van wit.
Zwart.
19: 30
13:24
18 23
24: 13
Wit.
30.
31. 35: 24
32. 28: 19
33. 32 28
34. 28: 19
35. 45 40 10) 30 35
30. 38 32 35: 44
37. 39:50 32 17
38. 32 2817)13 19
39. 37 32! 20: 37
40. 42:31 9 13
41. 33 29 3 9
42. 27 22 gel\\,19 24
43. 29:20 25: 14
44. 48 42 17 21
Wit.
Kwart. Wit.
Zwart.
24 3015)45. 31 2718) 8 12
"" ------ 14 20
12 18 19)
11
40. 34 29
47. 29 25
48. 23: 12
49. 22: 1.1
50. 28 23
51. 27 22
52. 22:11
53. 30 31
54. 32 28
55. 42
50. 28 22
57. 22 18
58. 18 7
17
0: 8
S 12
12 17
10: 7
9 14
7 12?
720)21 20
13 19
19: 28
28 32
Remise.
1) Deze zet is foutief; hier moest gespeeld
zijn 31?27, want bij correcte voortzetting
van zwart, komt deze in veel betere positie;
bijv. w 44?39, z 7?12, w 31?27, z 20?24,
w 34?30, z 17?21, w 37?31 (de beste),
z 14?20, w 30?25, (in deze stelling de beste,
want 31?26 verliest een schijf door het vol
gende: z 24?29, w 20:17, z 11 : 31, w 30 :27,
z 29?34, w 40:29, z 23:25) z l?7, w2ö:145
z 9:20, w 31?20, z 10?14, w 20 :17, z 11:31,
w 30 : 27. Als rnen nu den stand aanschouwt,
dan /iet men duidelijk dat zwart gunstiger
staat dan wit.
2) Een aardig valletje werd hier verkregen,
wanneer na 31?20 van wit, zwart gelijk
matig zou volgen met 20?25. AVit zou dan
vervolgen met 28?22, z 17 : 28, w 33 : 22,
z 18:27, w 32:21, z 10 :27, w 34?30, z 25 : 34,
w 40:10!; maar voor de goede ontwikkeling
van de partij mag nimmer 31?20 gespeeld
WO'Jen, omdat deze zet zeer zwak is, wan
neer zwart den val doorziet en ontwijkt.
3) 2-1?29 verdient meer de voorkeur,
4) Waarom hier niet gespeeld 20?25? Deze
zet zou een betere voortzetting gebracht
hebben.
5) Zeer twijfelachtig. Hier moest gespeeld
worden 30?25.
Oj 30?25 moest hier gespeeld zijn, om een
betere positie te krijgen.
7) 41?37, om daarna de schijf 4C> in't spel
te brengen, verdient do voorkeur.
8) Beter wa?, om de schijf van O tot op
21 te brengen.
9) Deze zet is niet goed, 31?20 moest
hierop gevolgd zijn.
10) Hier had moeien volgen 30?25, om
bij den langen vleugel los te komen of anders
ook zwart op te sluiten.
11) Op 12?17??, zon volgen: w 27?25,
32:12, 12:25, 30:47, -12:31, waardoor de
partij voor zwart verloren was.
12) o l :!'.!, om los t.e komen; maar bij
goede voortzetting van zwart, bijv. 23:34,
l,s?23, kun wit onmogelijk 4">?4') spelen,
wilde hij niet in nog slechtere conditie komen.
13) Hier zon 12?17 nog steeds ecu schijf
verlies voortbrengen, door de operatie, zoo
als de;:e bij 11 is aangetoond.
14) Met -J 2?17 dreigt nog steeds het ge
vaar wat hierboven is omschreven.
15) 9?14 had beflist een gewonnen partij
of l schijf met winnende sielling voortge
bracht door het volgende: z 9?1-1, nu heeft
wit 2 'oede zetten, 4S?l:! en 27?22.
w 4<?):;, 7. 12?17, w 31 29, x 23:31,
w 39.-3'», z 25 : 34. w 27?21. z 10:27,
w 32:2.!. i'Kt-n schijf gewonnen maar helaas?)
?i, 11 17, w 31?27 (gedw.), /. 3?9, w 27?22
(uedw.i, z S?il', w 22 : 11, z 0:17, w 37?32
(a) z 3-i?f;>, w 35 : 4 l-(45 : 34 geeft onmiddel
lijk dam door zwart 2-1?2;:, i'l) :4S), / 17?22.
w 2.s ; s, z 19:50, w 8 : 10 (de beste), z (i:5! !
w -ls?13 (a), z 2 L?27, w 32:21, z 23:32.
w 38:27. z 2(1:28, w 33:22, z 24?29,
w 34:23, z 19:17!.
(a) w 42?37, z 11?10, w 4S?43 of '!,
z 14?20, w ?.
Iu beide gevallen een schijf en winnende
positie verkregen!!
10) Ken zwakke voortzetting, 34?29 had
beter geweest.
17) Deze zet voorkomt de opsluiting van
den lansen vleugel.
IS) Op 31?20 volgt; z 21?27, 11:33,
waardoor een stevko stelling wordt verkregen.
19) Met 12?17 zon zwart zich zelf in plaats
van de witte krachteloos maken, omdat de
laatste een langer uithoudingsvermogen bezit.
20) Zwak gespeeld; 28?22 zou de kans
voor een gunstig slot bevorderd hebben, om
dat xwart hierdoor feu el ijk gedsvongon wordt
21?20 te spelen, wil hij zich verzekerd
honden van deremi-e. Bijv. z2!. -20,w31?27,
z 20?24, w 23 -Ifl, z 12:23. w 22?17,
?/. i:1, is, w l 7?'l 1. z 14--20, wil?7. z l S?22,
w 27:2.»,- z 24:33, w 7- l of 2. / 20-31
en maakt remise.
SNUIFJES.
Mot volkomen instemming las'ik 't vol
gende bericht in het Centnon:'' ?-«?'?^va
Greseling als strafmiddel van den rechter,.
is in Denemarken door de Kamer met
grootemeerderheid weer ingevoerd.
Uitnemend Er moet een middel zijn om>
de onverschilligen wakker te. schudden." j.d
Uitnemend! riep ook ik. Er moet een
middel voor den rechter zijn om de onver
schilligen wakker te schudden. En wat
schudt een onverschillige heter wakker dan
een geeselinq'?
Te pronk stellen helpt niet. Een onver
schillige zou, al ontwaakte hij even bij het
overbrengen dadelijk weer in slaap val
len ; alleen heb ik een oogenblik gedacht
of brandmerken niet nog een beter middel
kon zijn, om iemand wakker te schudden??
maar het indrukken van een brandmerk
heeft zoo lieelemaal niets van schudden,.
terwijl je bij geeselen een herhaling hebt
van een beweging, die zelfs den onver
schilligste belet daaronder in te dutten.
Intusschen, de beeldspraak zou minder
juist en waarschijnlijk door het Centrum
niet gebruikt ?ijn, stond het niet met mij
op het anthropologisch standpunt van de
eenheid van ziel en lichaam; een doctrine,
gelukkig nog zoo algemeen, dat, althans hij
ons te lande, iemand, die een ander op zijn
lichaam wil s_laan, zoo goed als zeker zal
zeggen, dat hij hem op zijn ziel wil geven".
Vox populi, vox Dei waar komt dit
treft'ender uit P En van welk een beteekenis
is dit, nietwaar, voor ons allen, die lijfstraf
felijke rechtspleging en doodstraf onont
beerlijk achten. Nu, dat de geeseling voor
de eiel oen stevige schudding is wie zal
't durven ontkennen ?
De Standaard, dio, ook nu zij Kuyper
niet meer heeft om de metaphoren te ver
vaardigen, zich plichtmatig toelegt op het
schrijven van kernachtig en beeldrijk proza,
heeft i aarin reeds een zekere hoogte be
reikt; toch bleef zij beneden het Centrum,
toen zij verleden week te lezen gaf:
Al is alzoo de Hooger-Onderwijs-leuze
volkomen geschikt, om alle groepen der ?
rechterzijde te bezielen voor de komende
verkiezingen, men stare zich op deze leuze
niet blind. Het is de linkerzijde niet
tedoen om het Hooger-Onderwijs in de eerste
plaats, roelstra zei het ronduit in Het
Volk deze week zelfs zóó kras, dat de
Keda'ctie meende er wat water bij te moe
ten doen, dat het gaat tegen het ministerie
<!cr Kechterzijde."
Dat men zich op een door de tegenpartij
zoo algemeen aangenomen lenze niet moet
,,bliiul staren", het is te begrijpen; maar
dat de redactie van JLd Volk wat water
heeft goJnan" bij hetgeen Troclstra ronduit
en zoo kras gezegd had" zie daar mis ik
in den keten der redeneering toch een
klein schakeltje, dunkt mo. Ik begrijp dat
de redactie van '£ l'o.'/i1, als geheel
onthondster, o r niet wat wijn, jenever of bier
hij heeft gedaan maar ik, en waarschijn
lijk anderen ook, zouden wel eens willen
weten, u|> welke wijs, naar hot oordeel van
De Standaard, op dit al te krasse
rond-uitzeggeu van Troclstra een waterkuur is
toegepast.
/oo kan er soms nog een kleinigheid
te wenseheu overblijven, ofschoon de harte
lijkste dankbaarheid je deel is. Ik ervoer
het dexer dutten niet alleen bij het lezen
van I>e Xh/iidfit/rtJ, maar ook, toon ik mij
verkwikte aan liet rapport aangaande de
2e Piiaschdagoefening" van
Volk$iceerb<t<irli.eif/. Daar las ik :
Aan het einde van zijn (/ola's) aanklacht
sprak hij : La véritéest en marcho, rien ne
l'arvêtera plus". De waarheid rukt aan, niets
zal haar opmarsch kunnen tegenhouden.
..Mannen van Yolkswcerbaarheid, als wij
allen trouw op onze post pal staan, kunnen
wij met een klcino wijziging dio woorden
tot du onzen maken: Hot boginscl- van
algoineene weerbaarheid van ons volk rukt
aan, en niets, niets zal zijn opinnrsch kun
nen stuiten.1' Dat ook daartoe do dag van
lieden zijn steentje bijdra»c."
.Nietwaar, dit alles is verrukkelijk mooi
'os|>roken -?en toch zal de/e on ireno mot
mij, nog niet gr-heel voldaan, /ca'gcHi : Dat
stecnt.jo voordien opmarsclt hij te (i ra ge n
uitstekend'. maar waai' moet hot worden
geleed ?
ivio 'h het volmaakte is niet te vorderen
omlev ons menscheii. Vergun uuj alvast tevre
den te zijn mot wat wij bereikt hebben. Juist
in onzen tijd mag men met blijdschap ge
wagen van een bijzonder ijverige beoefening
der Ixiclilspniakknnst. We irattii op dat
gebied vooruit. Heeft Troelstrn, niet nog
in de jongste paasulidagen ons zijn zwaard
van Damocles aan oen kabeltouw1'cetreven:
en las ik niet hoe l'ykinan schreef over de
draagkracht" van onderzoekingen? l k zou
zoo zeggen al het ban al n is ten iloode op
geschreven, nu je hoe langer hoe meer
begeert te zir.it. Je voorstellingen worden
mot den dag helderder, omdat je voorstel
lingsvermogen door al wat je leest zoo
duchtig a'otraind wordt. Daar las ik weer in
de !>t(ind(ii(rd, dat de wet-Fallonx, na een
levensduur van vijftig jaren, haar wortelen
diep in het leven der natie heeft gespreid".
Kijk eens, zeg ik bij mezelf wat zie
je nu die wet, dio wortelen on dat leven!
l']n die wortelen gespreid" die knoestige
bruine en witte stronken en vezelen... enden
ver....
Och Hcerc, zoo wordt alles voor je een
tafereel, een schilderij. Dien kant moet het
uit! Als de por s maar blijft helpen l
(iaf zo je nu niet al de uit den duim
gezogen" berichten, afgewisseld met nieuws
tijdingen, uit de lucht gegrepen"? Haar
fantasie en plastiesch vermogen zal nog wel
iets wonderbaarlijker» brengen; te sterk of
ie hoog is haar niets.