Historisch Archief 1877-1940
Bespiegelingen over het Tooneel
Vijf blijspelen
Jeanne van Scha ik-Wil/ing
Nederl. Tooneel: School voor Vrouwen"
Het Masker: Ja off Nee?"
Neder l. Tooneel: De kus op het perron"
Ensemble-Rnj-s: De minnaar van Mevr. Vldal"
Residentie-Tooneel: Toontje heeft een paard
geteekend"
IK weet niet, lezer, of gij wel eens de sensatie
hebt beleefd van door een drassig land te trekken,
springend en balanceerend van steen naar steen,
tot eindelijk met een zucht van verlichting opnieuw
vaste grond onder de voeten is bereikt en er over
gedacht kan worden, zonder equilibristische gym
nastiek en gemopper terug te zien op den weg die
werd afgelegd.
Iets dergelijks heb ik de laatste weken beleefd
bij mijn tocht langs comedies, gedurende welke
ik zweeg. Of er dan niets te genieten viel ? Ja zeker
wel, maar een genot naar den trant van den tourist
die met natte voeten en loodzware schoenen wel
de bloemen en plantjes en vlinders ziet, waar hij
langs komt, maar die toch de ware vreugde mist
omdat er geen kans is om vergezichten en perspec
tieven te bewonderen.
Doch laat ik met het goede beginnen, met de
aankomst op den betrouwbaren grond, in casu de
voorstelling van Molière's School voor Vrouwen
met de-Crïfie/c er na door het Nederlandsch Tooneel.
Een voorstelling menschelijk, bekoorlijk, gevoelig,
door Defresne met kennis van zaken geregisseerd,
sierlijk, met begrip gespeeld, een gaaf stuk
tooneelwerk, dat men na veel mistasten door dit gezelschap
in de afgeloopen maanden niet voor mogelijk had
gehouden, indien niet de herinnering onverbleekt
was gebleven aan dat fonkelende Vroolijke Vrouw
tjes", waarin Ank van der Moer en Roemer beiden
den goeden blijspeltoon hadden getroffen.
Het thans weer gangbare mopje: Een vrouw
hoeft niet schoon te zijn, als ze maar dom is",
schijnt reeds in Molière's tijd opgeld te hebben ge
daan, want in De School voor Vrouwen" rekent
de schrijver af met dit gezegde. Arnolphe, den aan
hanger van het principe, worden geducht de ooren
gewasschen en het domgehouden meisje put meer
verstand uit de liefdeservaring dan waarover de
pedante man beschikt. Naast veel waardeering
voor het geheele ensemble, waarbij vooral Piet
Rienks niet vergeten dient te worden, was het lof
waardige bij deze opvoering, dat Roemer Arnolphe
niet speelde als den caricaturalen gek, waartoe
de rol een oppervlakkiger, op effect spelend acteur
makkelijk verleid kon hebben, maar van hem
maakte een aanvaardbaar, soms zelfs ontroerend
mensch, verdwaasd omdat hij verstrikt was in
zijn waanwijze misvattingen, maar niet meer absurd
dan U en ik om beurten wel eens zullen zijn.
Wanneer men constateert, dat Ank van der
Moer haar rol beminlijk, gracielijk, luchtig en
gevoelig speelde, zegt men te weinig. In een serie
belangrijke rollen heeft deze actrice dit seizoen
bewezen meer te zijn dan de geroutineerde, slag
vaardige uitbuitster van haar natuurlijke charmes.
Wat bij haar verschillende creaties opvalt en in
deze rol op zeer gelukkige wijze tot zijn recht komt,
is haar vermogen de psychische sfeer, wat iets
anders is dan de psychische inhoud van haar fi
guren te peilen en speciaal door haar inzetten,
men zou mogen zeggen op muzikale wijze te tref
fen. Wanneer het mij veroorloofd is een ongewone
uitdrukking te bezigen, zou ik haar een timbre
speelster willen noemen en dan meen ik het niet
zoozeer in den zin, dat zij. extra gevoelig zou
wezen voor den toon van het stuk, als wel
dat zij op bijzondere wijze een vrouwefiguur
tje een poëtischen glans weet te verleenen.
Zij speelt niet slechts de onwetendheid,
kuischheid, onderworpenheid en hoe al die heden"
heeten mogen, waarin de rol van Agnes te ontleden
is, maar direct bij haar optreden heeft dit meisje
een eigen stilte om zich heen. Mogelijk zegt men:
Tant de bruit pour si peu de besogne! Een
charmant spelletje van Molière, hoeveel finesses
gezocht achter deze toch waarlijk niet gecompli
ceerde meisjesrol!" Ten onrechte.... Speel dezen
tekst vlot, con brio zoo ge wilt, maar verwaarloos
de menschelijkheid en den droom naar aanleiding
dier menschelijkheid, en het stuk wordt een
zoutelooze affaire terwijl men thans met een ver
teederden glimlach het geval bekijkt.
En zoo heeft Molière het, gelijk hij het in de
Critiek" laat zeggen, bedoeld. Nog steeds is niets
toegevoegd aan hetgeen hij in dit nastukje laat
zeggen, dat een tooneelfiguur, beroofd van de
heroiek van het drama, wel zeer levenswaar en
voor den tijdgenoot herkenbaar
moet zijn, wil zij ons boeien.
Direct hierbij aansluitend mag
hier nog wel aan toegevoegd wor
den, hoezeer de intrige van een
comedie, wat belangrijkheid betreft,
bij de karakters ten achter staat.
DAAR ben ik dan op den vasten
grond na een tocht door het
drassig land van niet geheel ge
slaagde grappigheid en wat traag
vermaak beland en ik zie de rij
steenen uitgestippeld, die mijnen
voet steun hebben verleend. Zij
vertegenwoordigen niet de malle
situaties, de kwinkslagen en ver
makelijke gebeurtenissen.
Neem een stuk als Ja of Neet"
van Kenneth Horne, aardig door
, ,Het Masker'' gespeeld. Drie
tooneelbeelden als variaties op eenzelfde
thema: Wat gebeurt er als J o
het huwelijksaanbod had aange
nomen? Wat gebeurt er als zij
het aanbod had afgewezen? Wat
gebeurt er als zij niet werd ge
vraagd? Ge ziet, een grappig
gegeven, een gril van het verstand.
Een vondst, waarmee een blijspel
dichter geluk te wenschen zou zij ?
Geenszins. Want, hoewel deze
Spielerei wel in staat is om een
publiek eenige uren aangenaam
bezig te houden, deze veronder
stellingen in dialoogvorm vervliegen,
verdampen, zoodra het werkelijke
leven opnieuw zijn rechten hervat.
Waarom ? Omdat, Molière zou het
beamen, het blijspel een ernstige
aangelegenheid is voor den schrijver.
Gefladder boven een onderwerp is
slechts toegestaan wanneer de adem
der dichterlijke bezieling den schrij
ver verheft, wat bij dezen auteur
zeker niet het geval is geweest, an
ders had hij wel menschen, inplaats
van kluchtspel-clichés geschapen. Want het gaat
in de comedie in de eerste plaats om menschen.
Het loont de moeite niet om den inhoud van
De kus op het Perron", (Ned. Tooneel) van
De minnaar van Mevrouw Vidal" (Ruys-Ensemble)
te vermelden, wat echter houvast gegeven heeft,
zijn de figuren. De Kus op het Perron, geschonken
als gevolg van een weddenschap met het resultaat
dat een verloving wordt verbroken en een lief desband
geknoopt, moge nog zoo flauw van inhoud zijn,
Mien Duymaer als zangeres-in-ruste zult ge niet
licht vergeten, zooals ze zat te wippen met haar voet,
nauwelijks de lust bedwingend om zoo dadelijk eens
lekker aan het koppelen te slaan en ook De Bree,
als de aan haar schorteband loopende advocaat.
blijft als prentje in het geheugen hangen.
Niemand zal beweren dat L' Amant de madame
Vidal", qua geest ver boven het handelsreizigers
gesprek in de derdeklas-coupéuitsteekt, niettemin
was het een verfijnd genot om Cor Ruys gade te
slaan als Philippe Marcelin, dezen verlegen en
benepen, dezen verbijsterden en van de kook ra
kenden lakei in minnaar-situatie, waarmee hij
bewees dat de ware humor niet ligt in een for
ceering van eigenschappen, maar daarentegen in
een minutieus juiste doseering bij een scherp waar
genomen en innerlijk begrepen figuur, geplaatst
tegen een achtergrond en in een licht, waardoor
de ontoereikendheid dier eigenschappen duidelijk
uitkomt. Een effect dat bij ieder mensch verkregen
kan worden.
VAN deze waarheid heeft Lesly Storm volledig
partij getrokken, toen hij het geestige Toontje
heeft een paard geteekend" schreef, dat onder me
vrouw Ranucci's regie tot voor onze theaterver
houdingen ongekende triomfen heeft geleid en
terecht. Want als er figuren dienen gememoreerd
te worden, dan toch in de eerste plaats die van mrs.
Pansons van Fie Carelsen, een moderne femme
savante in grooten stijl!
Maar nu zijn we allang weer beland aan gene
zijde van het moeras op den vasten bodem van goede,
degelijke theaterkunst.
Abonneert U op DE GROENE
Zie den bon op pag. 8
BIJ DE FOTO'S
Boven: Anton Roemer In School voor Vrouwen" van
Molière (Neder/. Tooneel)
Onder: Ank van der Moer in hetzelfde stuk
PAG. II DE GROENE N». 3281