Historisch Archief 1877-1940
UITHUIZIGHEDEN
Stadsinventaris
Het Centraal Station
HET Centraal Station is de Centrale
Vergissing van deze stad. Toen
het toenmalige gemeentebestuur in het
vroede onzekere verkeerde, waar dit
station te bouwen en er stemmen vóór en
tegen een te scheppen stationseiland"
waren, heeft minister Thorbecke
den hoofdstedebouwkundigen knoop
verkeerd doorgehakt en als een
immense kurk op den hals der schoone
grachten het stationseiland en het
station plompverloren in den bocht van
het IJ gelegd, waar het nu helaas
nog ligt. Denk u in, hoe Damrak,
grachten en burgwallen open zouden
liggen op het stralende IJ. Hoe wij,
inplaats van een
tunnelbestudeeringscommissie, een breede brug zouden
hebben die zich langzaam zou verhef
fen van het Victoriahotel breed wel
vend met zware bogen over het IJ,
dat niet beleedigd werd door puffende
ponten. Hoe men, op den Dam staand,
ver in Amsterdam-Noord zou zien,
over de golven van IJ en hoe men bij
de Schreierstoren de zeewind door de
haren zou voelen strijken en het groene
Durgerdam en Pampus zou zien lig
gen. Hoe de kring der grachten direct
op het IJ zou monden en hoe Amster
dam zich heerlijk open zou doen aan
Amstel en aan IJ.
Nu is het de ringlijn, no. 22, die
voor i cent u voert rondom het
foeileelijke stationseiland, daar waar vroe
ger de Oost-Indië-vaarders zachtkens
lagen te dobberen en waar men nu
heerlijk zou hebben kunnen zeilen.
Amsterdam heeft veel verloren toen
het zijn Centraal Station kreeg.
Film
Ergens in Nederland (City)
TOEN ik mij opmaakte de nieuwste
oorspronkelijke Hollandsche film
Ergens in Nederland" te gaan zien,
vreesde ik al hoe het zou worden;
jan de Hartog in dessous /y Bouwmeester
proeve van dialoog: Pa, komt Jan
niet thuis met verlof?" Nee Marie,
Jan komt niet thuis met verlof".
Komt Jan heusch niet thuis met
verlof?" Nee Marie, al ben ik een
aap, Jan komt niet thuis met verlof".
Zoo had ik het me voorgesteld.
Een militaire klucht in den trant van
Ki-, ka-, komiekerigheid en li-, la-,
laffen humor.
Maar U hebt kunnen lezen dat het
heel anders is uitgekomen. Het is
een film van vleesch en bloed, met
echte menschen met echte zorgen en
echt verdriet. En ook met echten
humor.
Er zijn grappen die je een dag daarna
nog kunt savoureeren; niet van het
hoera-type maar van spiritueele allure.,
De schrijver-mannelijke-hoofdrolspeler
Jan de Hartog schreef en is zichzelf
en hij deelde Lily Bouwmeester een
rol toe, waarin ze als vrouw op de
tweede, als actrice op een eerste plaats
staat.
Het is krachtig, persoonlijk en oor
spronkelijk. Ergens" hoort overal in
Nederland.
Het privé-leven van
Elisabeth en Essex(Tuschinski)
MET is een groote, romantische
gekleurde film en ik zou er niet
eens zoo heel erg veel bezwaar tegen
gehad hebben, als Elisabeth en Essex
hun leven ook maar werkelijk priv
gehouden hadden. Bette Davis is een
getourmenteerde en tourmenteerende
vorstin-en-vrouw en Errol Flynn over
wint haar en alle bioscoopbezoeksters
met zijn onweerstaanbaar Essex-appeal.
Mij kon al het hoofsche leven en de
grootsche militaire en andere ge
beurtenissen niet zoo imponeeren als
enkele oogenblikken uit het priv
leven, eenige minuten van een lief
desduel tusschen twee menschen, die
op zeldzame en onontkoombare manier
aan elkaar gebonden zijn. Daar waren
snelle wisselingen van stemming, tus
schen teerderheid en haat in, die
vooral van Bette Davis bewonderens
waardig waren.
Tentoonstellingen
Kunstcentrum
ONLANGS is op den hoek van de
Weteringstraat en de Lijnbaans
gracht een Kunstcentrum opgericht.
De twee lichte vertrekken met
witgekalkte muren verschaffen
expositiegelegenheid aan jonge kunstenaars
die nog niet beroemd genoeg zijn om
grootsch opgezette tentoonstellingen
te houden. Zoo is er momenteel een
tentoonstelling van schilderijen en
teekeningen van den jongen schilder Han
Bolte, die de moeite van het bekijken
waard is. Weliswaar grijpt de schilder
in enkele schilderstukken boven zijn
macht, maar over 't algemeen is zijn
werk frisch en met pit. Enkele schilde
rijen uit Cagnes en Parijs zijn van
Fransche allure. Er is ook een schilderij
van het Waterlooplein, dat op het
eerste gezicht uit Parijs schijnt te ko
men. Er zijn vele manieren om Am
sterdam te zien, maar Han Bolte héft
het gezien, zooals hij Frankrijk zag.
Het Volk" 40 jaar
Aan drie eischen dient o.i. een ten
toonstelling als deze te voldoen: zij
moet interessant zijn, overzichtelijk
en men moet er in een half uur uit
gekeken zijn. Aan deze eischen voldoet
de tentoonstelling ten volle die naast
het gebouw van den Arbeiderspers
op het Hekelveld, is ingericht ter
herdenking van het veertigjarig be
staan van Het Volk". Er is heel
veel interessant-historisch materiaal
(voor een deel afgestaan door het
Internationaal Instituut voor Sociale
Geschiedenis"), het geheel is prettig
geordend, met leuke vondsten (b.v.
de ontwikkelingsgang van een
buitenlandsch overzicht" van
schier-onleesbare copy tot volle kolom) en
men staat inderdaad na een half
uur weer op straat met eenige goede
herinneringen.
De tentoonstelling bevindt zich vrij
hoog. Zij is te bereiken per lift of
langs een smalle houten trap. De
laatste weg geeft U gelegenheid, de
groote papier-reserves van den heer
Van der Veen te bewonderen.
Braakensiek's werk
De platen en illustraties door Johan
Braakensiek blijven nog tot l Mei te
bezichtigen in het oude gebouwtje
van het Nederlandsch Persmuseum,
aan de Nieuwe Zijds Kolk, gelegen
halverwege tusschen Centraal Station
en Hoofdpostkantoor. Zij, die 's avonds
van het werk willen genieten vinden
het oude Korenmetershuisje Vrijdag
avond geopend.
Publicaties
Amsterdam
DE Gemeente Amsterdam zorgt
voor haar eigen publiciteit. Ze
laat het niet over aan officieuze of
semi-officieele bewonderaars maar
zingt haar eigen lof, overigens met
veel goeden smaak en met een over
tuigend typografisch en publicistisch
inzicht. Mr. Mijksenaar, de stads
vreemdelingen-producent, heeft de
leiding van deze propaganda onder
touristen, industriëelen en toekomstige
inwoners. Allerlei gemeente- en andere
bedrijven bevelen er, typografisch ge
lijkgeschakeld, hunne diensten aan.
De teekenaars Sascha en Ruscha
Wijdeveld illustreerden en de vele foto's zijn
kundig in den tekst ingelascht.
WOENSDAGMIDDAG in den Raad
Door een gepensionneerd e
IK weet nog goed dat ik in '14, toen
ik met vacantie was, naar Artis
ging om daar de verschillende species
der fauna te bezien. Het heeft mij immer
verheugd, dat ik nimmer in het huwe
lijk ben getreden met de dame, die ik
in die jaren en in die vacantie
uitnoodigde om naar Artis mij te vergezellen.
De hoed, die zij op het zwaar gelokte
hoofd een harer voornaamste attrac
ties voor mijn toen nog middelbaar
gemoed droeg, was weelderiger dan
de toenmalige plantengroei in den tuin.
In de Serre van de toen zoo geliefde
Concertzaal bood ik haar een kopje
cacao aan waarvoor zij mij geenszins
met woorden noch ook met eenen blik
bedankte om mij vervolgens te ver
gelijken met den Kraanvogel, met
wien ik, volgens haar, eene sprekende
gelijkenis vertoonde. Behoeft het be
toog dat ik den volgenden dag maar
weer geheel alleen met het bootje naar
het Kalfje voer, wat mij aan consump
tie alleen reeds ? 0.45 scheelde ?
En in die Serre komt dan nu, gelijk
ik van mijn tribuneplaats in den Raad
meende te verstaan, het Bevolkings
register en de Burgerlijke Stand dezer
stad en waar ik eens met deze dame
zat, komen straks de kaartenkasten
te staan, waarin ons beider namen,
den Hemel zij gedankt echter niet op
ne kaart, hoewel zij laatst in de
Cinéma voor mij zat en tot mijn ver
bazing nog even jong als voor zes
entwintig jaar en met net zulk een
hoed en even schoon haar, hoewel in
andere kleur, gelijk ik duidelijk zag
toen het licht weer op ging, waarbij
zij mij vriendelijk toelachte hoewel
ik niet zeker ben dat zij mij herkende
zoodat ik dubbel blij ben dat indertijd
die opmerking over den Kraanvogel
mij de oogen geopend heeft.
Het is anders verbazend hoe vast
houdend de Heeren en ook Dames
Raadsleden zijn als zij spreken en
zich niet laten ontmoedigen door ver
laten stoelen en het avondblad lezende
collega's, zoodat de Raadszaal na
half vier uur, als de kranten hunne
vroege edities binnen brengen, meer
heeft van een leeszaal, wat ik den Bode
zeide, die mij verbood een sigaartje
op te steken om de slaperigheid te ver
drijven. Het is zoo moeilijk na te gaan
of deze geeuwerigheid nu komt door
mijnen leeftijd, door het winderige
voorjaar of door de Raadszitting,
waarin de heer communist Seegers met
zijn boos brommende basstem alles van
den heer Wethouder Franke af meende
te moeten keuren, en waarin Mr.
Roosjen zijn lieve stem verhief om de hulp
secretarie van Watergraafsmeer voor
de Meer-bewoners te redden. Maar
ook Watergraafsmeerders zullen hun
kinderen moeten aangeven naast de
olifanten. En naast de Kraanvogels,
want dat vergeef ik haar nooit, al
lacht ze ook zoo nog lief tegen me in
de Cinéma zonder mij te herkennen.
Meneer Adelbert appelleert aan edele gevoelens
PAG. 14 DE GROENE No. 3281