Historisch Archief 1877-1940
Gemengd'"'Nieuws
UITHUIZIGHEDEN
Stadsinventaris
Parkeerwachters
IN oude tijden werden reizigers ge
woon uitgeschud. Dirk de Derde
stichtte een tol op de Merwede
en sedertdien waren tollen belemme
ringen voor het verkeer. Dat ging
eeuwen goed, todat Floris Vos den
strijd tegen de tollen begon. Tollen in
een tijd, waarin het snelverkeer tot
zulk een ontplooiing kwam, werden
ondingen geacht. En ze verdwenen, n
voor n. En in de dagbladen werd een
vast plaatje: De tol van Daarendaar,
den automobilisten welbekend, zal met
ingang van morgen verdwijnen. Een
der laatste geplaagde automobilisten
brengt zijn offer".
Maar de geest van Dirk de Derde
heeft wraak genomen en zoo zijn de
parkeerterreinen ontstaan. Als dan,
zoo redeneerde de geest, wij den auto
niet meer kunnen grijpen als hij rijdt,
zullen wij hem pakken als hij stilstaat.
En zoo worden blauwe, groene of witte
briefjes tusschen voorruit en
ruitenwisscher gestoken, de auto-eigenaar
krijgt net zoo'n briefje met nummer
in z'n zak, zijn auto staat zoet te
wachten bij een bordje met een P"
(van ,,-arkeeren") en over auto en
inhoud waakt de autowachter.
De autowachter is niet een koning
der samenleving. In het nog niet ge
moderniseerde tijdvak zou hij bewaker
van huizen in aanbouw geweest zijn
of pakjesdrager. Nu heeft hij om zijn
arm een leeren band met koperen
letters, die bewijzen, dat hij een bij de
verkeerspolitie geaccrediteerd auto
bewaker is. Zij, die voor dit baantje
uitgekozen worden zouden moeilijk
op ander gebied werk kunnen vinden.
Het is dus niet, denk ik, voor de
exorbitant hooge verdiensten.
Het regent hier veel in Amsterdam
en de parkeerterreinwachters krijgen
het hunne daarvan. Het regent meer
water dan dubbeltjes. Toch zijn vele
parkeerterreinwachters geen bittere
menschen. Zij zijn veel in de open
lucht, zij zien de sterren en de wolken,
zon en maan. Zij zijn eigenlijk platte
landsbewoners midden tusschen de
huizen, buitenmenschen op het asfalt.
Er zijn automobilisten, die
parkeergeld een ongerechtvaardigde belasting
op hun auto achten. Zij sluiten hun
wagen af en zien het belang van be
waking niet in, doch slechts de kosten
er van. Ik wil in dezen strijd geen partij
kiezen. Toch geloof ik niet, dat van de
twee de automobilist er het slechtste
aan toe is. Want het is beter een dub
beltje te moeten geven dan het te
moeten ontvangen.
Film
De nacht van den brand
(Cinema Royal)
HET begint met een onbeduidende
diefstal, die Kobling, een kapper
in Newcastle, begaat om uit de misère
en de sombere volksbuurt te geraken
en een nieuw leven te kunnen beginnen.
Maar Crime does not pay" hebben wij
uit de Amerikaansche film geleerd en
de misdaad van Kobling draagt de
vrucht van andere misdaden in zich.
Een overbuur komt achter het geheim
van de diefstal en begint chantage te
plegen en Kobling, reeds geschaduwd
door de achterdochtige politie, ver
moordt zijn tegenstander on the night
of the fire", als alle agenten opgeroepen
zijn naar een verwoestenden brand in
de havenwijk. Ook nu weer krijgt de
politie geen overtuigende bewijzen
tegen Kobling in handen, maar de
buurt is overtuigd van zijn schuld en
verklaart hem dood. Een aftakelings
proces van den misdadiger begint, erger
dan zich in een gevangeniscel kan vol
trekken. Vrouw en kind vluchten naar
kennissen, maar worden bij een auto
ongeluk gedood. Dan is bij Kobling
alle verzet gebroken en hij laat zich
door de politie neerschieten.
Wie in deze film zoekt naar de sen
satie van misdaad en achtervolging,
komt bedrogen uit. De regisseur heeft
getracht een psychologische film te
maken en dit is hem grootendeels ge
lukt, mede door de hulp van den
voortreffelijken Engelschen acteur Ralph
Richardson. Wie eens een heel ander
filmthema behandeld wil zien op een
origineele wijze door en met vrijwel
onbekende menschen, die moet On
the Night of the Fire" zien. Hij ziet
dan eens ter afwisseling film".
Vermaak
Terras
EEN paar menschen, die 's avonds
het Leidscheplein opdwaalden om
er op een terrasje uithuizig te zijn, ble
ven aan het asfalt genageld staan. Zat
er een beignettenkraam tegen den gevel
van Americain geplakt, was er een
weldadigheidskermis gaande, werd de
koffie gratis uitgereikt? Niets van dit
alles ! De directie bleek haar geachte
terrasclientèle een gloednieuwe
feestverlichting aan te bieden, leuke, schat
tige lampjes op gebogen spanten,
zoodat men nu voortaan ook 's avonds
daar buiten alles kan zien: wat men
zegt, wat men draagt, wat men drinkt,
wie voorbij gaat en wie voorbij komt
gaan.
Het ging als een prettige mare door
de stad: er is iets veranderd in Ameri
cain en het is toch gelukkig hetzelfde
gebleven. Een paar burgers maar schud
den het hoofd en vroegen, waar het
met Americain heen moest.
.Hallo, hallo T' zei de papegaai
EEN gevaarlijk inbreker, die, naar
mijn dagblad vertelt, steeds een
geladen revolver bij zich droeg, heeft
na een langdurig verhoor vele inbra
ken bekend. En toen hij eenmaal los
kwam, bleek uit zijn verhalen in wat
voor enerveerende situaties zulk een
inbreker komen kan.
Stelt U zich voor, dat hij ergens in
het hartje van den nacht een woning
binnentrad. Het lichtplekje van zijn
met recht?dievenlantaarntje huppelde
in het rond over tal van verleidelijke
voorwerpen, totdat hij plotseling een
woedend gekrijsch hoorde en een
scherpe stem keihard riep: Hallo,
hallo !"
Het geschrokken lantaarntje richtte
zijn licht naar het geluid en het zag
een blinkende papegaaienkooi met een
boos wakker geworden papegaai.
Hallo, hallo !" krijschte hij nog eens
woedend. De inbreker vluchtte den
tuin weer in, maar plicht is plicht en
dus sloop hij weer naar binnen, waarbij
hij het Hallo, hallo"-geroep beant
woordde met kalmeerende woordjes.
Koppie krauw, koppie krauw", zei
de inbreker en zoo ontwikkelde zich
een, zij het elementair, gesprek. Daarbij
bleek den man, die ondertusschen aan
het werk ging, dat het dier zijn mond
hield, zoolang hij maar tegen hem
sprak.
Maar," moet hij tegen de recher
cheurs bekend hebben, ik kan niet
den heelen tijd onder mijn werk blijven
praten en zoo gauw als ik me weer stil
hield, begon dat beest weer te schreeu
wen en te schelden".
Nu zit hier een leering in. Want
inbreken is op het oogenblik aan de
orde van den dag. De geschrokken
papegaai in zulk een binnengevallen
woon- en levensruimte wordt in den
vroegen morgen plotseling wakker
door wat gestommel, hij knippert in
een lichtstraal en... is meestal nog te
geschrokken om Hallo, hallo" te
roepen, laat staan te schreeuwen en te
schelden. Hij mompelt iets van aan
passing aan omstandigheden" en laat
zijn woning leeg stelen. Nu kan een
vogel in een kooi ook weinig uitrichten
tegen een inbreker en, hoewel déze
inbreker misschien een dierenvriend
was, zijn er andere inbrekers bekend,
die de papegaai, die hem met Hallo,
hallo"-geroep zou willen storen, in
een zak wegstopten of op andere wijze
hebben laten verdwijnen. Maar deze
papegaai begreep zijn plicht en hoewel
hij tegen den inval verder niets kon
doen, protesteerde hij duidelijk met
een krachtig Hallo, hallo !" en hij
slaagde er werkelijk in, het den in
dringer een paar minuten recht be
nauwd te maken. En hij hield vol. Hij
legde zich niet neer bij de aperte schen
ding van zijn nachtvrede en grond
gebied. Hij bleef schelden en Hallo,
hallo !" roepen en dwong den
slechtaard met zijn geladen revolver den
heelen tijd onzin tegen hem te praten.
Wat is-ie toch belachelijk," zal de
papegaai wel gedacht hebben.
Ik zou graag bij dien dialoog ge
weest zijn. Wat zegt een inbreker op
zulke oogenblikken ? Ik denk, dat hij
van bescherming gesproken heeft en
dat er andere inbrekers op de woning
loerden. In ieder geval leert de pape
gaai ons, dat men zijn mond niet moet
houden als er iets niet in orde schijnt,
maar dat je moet blijven protesteeren
en schelden, al zeg je maar Hallo,
hallo !"
En verblijdend is, dat de inbreker
met het scherp geladen revolver nu
toch gegrepen is en al zijn zonden heeft
moeten bekennen.
FORTUNATUS
Natuur
Boomen en zon
DE dagbladen hebben het al ver
teld, iedereen heeft het al ver
teld, maar wij willen het ook nog ver
tellen. Van de lente. Voor mijn huis
staat een boom. Een doode boom, zou
je gedacht hebben, een heelen winter
lang. De boom had nog blaren toen
de oorlog uitbrak. Hij raakte ze kwijt
en hij stond te bibberen in de ijzige
koude van dezen winter. De boom
net als ik geloofde nauwelijks nog
aan voorjaar, aan zon, aan warmte.
Ijs lag op zijn kruin, sneeuw op zijn
doode takken.
En toen de kalenderblaadjes van
1940 begonnen te dwarrelen als de
blaadjes van den boom na het uit
breken van den oorlog, toen de lucht
in eens geheimzinnig ging doen, ergens
een grasspriet wakker werd en mijn
vrouw op zoek ging naar een voor
jaarshoedje, toen begon ook de boom
weer eenige belangstelling te krijgen
voor zijn uiterlijk schoon.
En toen op een dag de lucht warm,
de zon stralend en ieders humeur goed
was, tooverde de boom een
groenachtig waasje heel voorzichtig over
zijn twijgjes. Was het al groen of hoop
ten wij dat maar? Nee, het was zoo.
Want den volgenden dag, toen het nóg
warm was, prijkte de boom trots
met een groenig tintje en toen was er
geen houden meer aan. Den dag daarop
was hij gedecideerd groenachtig en nu
groent hij maar door. Straks is het
weer een gewone boom met blaren en
is er geen aardigheid meer aan.
Er zijn aan dit alles vele moralen
en bespiegelingen te verbinden. Van
hoe vergankelijk alles is", het wordt
tóch weer voorjaar !", en ook de
menschenziel is zulk een boom, oogen
schijnlijk dor en kaal, totdat op een
dag er iets ontwaakt en door warmte
gaat ontkiemen" en desnoods: Zelfs
de boomen zeggen: 't Groene blad; Uw
blad !"
Wij zullen er echter geen moraal
achteraan maken. Die bewaren we
voor het volgende voorjaar. Immers,
vrienden, de boom leert ons, het wordt
tóch weer voorjaar !
Meneer Adelbert maakt van den nood een deugd
PAG. 14 DE GROENE No. 3282