Historisch Archief 1877-1940
De strijd voor vrede
De noodzaak van betere
propaganda voor den Vol
kenbond.
OVER het algemeen kan men zeggen, dat bij den
enkeling, bij de volgroeide persoonlijkheid,
de vredesmotieven sterker zijn dan de oorlogs
motieven. De enkeling weet, dat het doorbreken
van driften op den duur verlies en droefheid brengt.
Collectiviteiten zullen dan meer voor vrede gaan
voelen, als de mentaliteit van den enkeling meer in
de collectiviteit is doorgedrongen. De democratie
gaat juist uit van dit vrije doordringen van de per
soonlijkheid in de leiding. Al wat individualistisch
is ingesteld, bemint den vrede meer dan den oorlog.
De te intense propaganda appelleert meer op de
kudde-instincten der massa en daar liggen juist de
nauw bedwongen agressies tot reageeren bereid. De
vrede moet het tenslotte van de rede hebben en niet
van een massale hypnose.
Dat de vrede rust en zekerheid in het leven
brengt, is heusch niet altijd een overtuigend motief.
Spreken bepaalde filosofieën niet van het ideaal
van gevaarlijk leven? Zoekt de jeugd niet in de
eerste plaats de onrust en de beweeglijkheid? Oor
log heeft voor hen iets aanlökkends, hij heeft de
schoonheid van de expansie. De gruwelen worden
toch verdrongen. De rationeele argumenten worden
niet aanvaard, oorlog brengt de irrationeele affec
tieve elementen in den mensch in beroering. Daarom
moeten we tegenover de oorlogsmotieven, even
strijdbare en affectief aanspreekbare vredesmotieven
plaatsen.
De misdadiger zal zijn agressie staken, als de
angst voor de politiemacht, de sterke arm maar groot
genoeg is. Zoo zal ook het agressieve land doen, dat
een sterkere internationale vredesmacht tegenover
zich weet. Internationale sancties, mits ze sterk en
onverbiddelijk zijn, hebben een prophylactische wer
king. De massa der vredelievenden wacht echter
nog op n werkelijke toepassing dier sancties, om
zich die prophylactische werking indachtig te ma
ken. Zoolang niet n keer, om der gerechtigheid
wille, de heele wereld zich tegen een agressief land
gekeerd heeft, zoolang zullen sancties en inter
nationale organisaties nog niet hun prophylactische
werking kunnen uitoefenen. Omdat de vrede nog
geen sterke beschermer heeft, wordt de oorlog ge
duld. Vrede is oorlog tegen agressieve neigingen.
Laten we dit nimmer vergeten ! Vrede is geen
idealistische wensch naar een subjectief geluk, maar
een moeilijke oorlog tegen archaïsche nei
gingen ! Deze oorlog zal niet met wapengeweld
kunnen worden uitgevochten.
MEN moet niet denken, dat het lezen van ver
schrikkingen en gruwelen van den oorlog de
pubileke meening hevig schokt. Daar gaan zelfs
onbewuste stimulantia van uit. Er is een groote
honger naar sensatie en ontremming. De oorlogs
journaals en de oorlogsromans stichten geen vrede
en schrikken niet af. Het gemengde nieuws uit de
kranten heeft nog nimmer de misdaad bestreden.
Daarvoor is de sterke arm noodig en het groeiende
innerlijke geweten van de zedelijke persoonlijkheid.
Vergeet niet, dat het geweten gemakkelijk toegeeft,
als het geen beschermer heeft: het recht, de ge
codificeerde zedewet is een der beste beschermers
van ons geweten.
Ook in slapte kunnen vredesmotieven gelegen
zijn. In het masochistische verlangen, onderworpen
te zijn, om te rusten in de kracht van een buurman.
Kleinere staten zullen gauw de neiging hebben om
te marchandeeren met hun gemoedsleven. Ze
vluchten graag in een passieve en bibberende neu
traliteit. Maar ook kan echte geestelijke moed een
werkend vredesmotief zijn. Het kost moed, je niet
te laten meeslepen in de stroom der hartstochten. In
een menigte kost het meer moed, je te laten uit
lachen, dan je te laten sneuvelen. Het propageeren
van de vrede, is moeilijk werk, omdat in propaganda
altijd iets van een agressie steekt, beïnvloeden heeft
altijd iets van infecteeren en overrompelen.
De oorlog heeft bij de propaganda steeds een
streep voor, omdat de lagere instincten gemakkelijker
in bewegirg te brengen zijn. De strijd voor vrede en
recht zal dus weloverwogen moeten worden
ge?BRANDERIGE VOETEN»
ORTHOPEDARIUM
Speciale inrichting voor Voetbehandeling
ROKIBI 101 A'DAM TEJL. 42804
voerd. Het lijkt mij, dat voor den Volkenbond en
voor de Volkenbondsvereenigingen, nog een bij
zondere psychologische taak is weggelegd. Men
vergeve mij een niet deskundige fantasie op dit
gebied.
De Volkenbondsidee zal vroeg in het onderwijs
betrokken moeten worden. De beïnvloeding van
het internationale publiek zal vooral niet mogen
lijden aan verveling en leegheid van denkbeelden.
Zij zal moeten aangeven, wat er met de agressieve
driften in den mensch gebeuren moet. Zij moet
meer lust en bevrediging kunnen aanbieden, dan
de haat. Zij moet andere sublimeeringen verschaf
fen, meehelpen de aarde op andere wijze te ver
overen. Zij moet menschen voorrekenen hoeveel
millioenen de oorlog kost en hoeveel millioenen de
vrede oplevert, hoeveel geluk en gezondheid tevens.
Meer dan de oorlog zelf, zal zij de valsche ideologie
moeten bestrijden, de valsche propaganda en de
valsche reclame. Ze zal meer tegen de haat moeten
optreden, dan tegen de vijanden. De hygiëne van
de haat, zal op het vredesprogramma moeten staan.
De Volkenbond zal in alle landen officieel moeten
optreden met eigen Volkenbondsdagen. Het sym
bool van de sterke arm zal in jaarlijksche Volken
bondsmanoeuvres vastgelegd moeten worden. De
bond zou b.v. een eigen zender moeten hebben. Hij
zal ook eigen ongevraagde adviezen moeten geven,
over dringende vragen van recht en onrecht in de
wereld. Het psychologische brandmerk is een tot nu
toe ongebruikt vredeswapen. Het recht en de vrede
moeten begrijpelijk zijn, wil het tot de massa spre
ken. De waarde van het zedelijk protest is veel
grooter, dan men gewoonlijk denkt. De internatio
nale proclamatie moet een nieuw wapen worden.
Mijn fantasie zou zoo steeds verder kunnen gaan,
om U er op te wijzen, hoe het vredesmotief de
menigte bereiken moet. Binnen het bestek van dit
artikel, kan ik dit echter niet uitvoerig doen.
BIJ de arbeid op een polikliniek, onder een arbei
dersbevolking, viel mij steeds weer op, hoe
goed gefundeerd de persoonlijke meening der
menschen is. Er wordt in die kringen helder nage
dacht. Velen doorzien de toestand van Europa goed
en beseffen, hoe bepaalde leidende krachten, de
boel in catastrophale richting gedreven hebben.
De meening der menschen is unaniem tegen de
vrije politieke anarchie gericht, die tot nu toe de
leiding in Europa aangaf. Men voelt zeer goed aan,
dat de collectieve redelijkheid en de
weloverwogenheid het op den duur moeten doen. De con
ferentie wordt meer toegejuicht dan de veldslag.
Bij het pardoes spreken over oorlogs- en vredes
politiek tegen willekeurige menschen heeft men
steeds te kampen met groote achterdocht. Zelfs in
Holland zegt men niet gauw zijn meening, vooral
niet in arbeiderskringen. Men heeft achterdocht
jegens de krant, achterdocht jegens de leiders.
Latente angst en achterdocht hooren bij elkaar.
Er is een gevoel van verraad, Europa is verraden,
de leiders van nu hebben volkomen gefaald. Ge
lukkig is de vrede nog een publiek ideaal. Maar de
huidige leiders boezemen wantrouwen in. De vrede
moet een productief program hebben en leiders die
vertrouwen wekker. De oorlog heeft aanvankelijk
op de opinies verlammend gewerkt, de meeningen
werden gelijkgeschakeld. Langzaam komt pas de
eigen critiek en de eigen opinie terug. Deze oorlog
heeft velen doen twijfelen aan de werking van
recht en rechtsgevoel. De massa reageert emotio
neel; er vormt zich snel een gesuggereerde opinie.
Die publieke opinie vormt zich en verflauwt weer.
Daarachter steekt echter de ons onbekende reëele
opinie. Op den duur is de massa niet te verblinden.
De gruwelijke realiteit vooral van den oorlog die
zelf beleefd wordt, maakt tenslotte propaganda ge
noeg.
EEN positieve beïnvloeding der publieke opinie,
de propaganda, blijft voor de vrede een para
dox wapen. Stroovuur-enthousiasme is gauw op te
wekken. De vrede moet echter de individuen
mobiliseeren, de persoonlijkheid activeeren. De publieke
opinie is een wankelbaar bezit. De menschen moe
ten niet tot een publieke opinie worden opgevoed,
maar tot een eigen opinie. Dat immuniseert hen
tegen suggestieve en agressieve propaganda. De
opvoeding moet doordrenkt worden van de hu
mane opvatting van de persoonlijkheid.
Het democratisch verantwoordelijkheidsgevoel is
de grondpijler van de internationale vredesgeachte.
Het individu moet gemobiliseerd worden en
geimmuniseerd tegen zijn suggestieve labiliteit, tegen
de ontvankelijkheid voor de oorlogsgedachte. Deze
oproep tot langdurige heilpaedagogische arbeid lijkt
mij het beste advies van den psychisch-hygiënist.
Hij is gericht tot ieder persoonlijk.
DR. A. M. MEERLOO
De kosten van de vlootuitbreiding
Van onzen militairen medewerker
DE kosten, welke eventueel verbonden zullen
zijn aan den bouw, de bemanning, de exploi
tatie, het onderhoud, de vernieuwing en de om
lijsting met klein materieel" van de veel besproken
slagkruisers voor de Nederlandsche Zeemacht,
zullen voor een deel moeten worden gebracht op
Hoofdstuk VIII van de Rijksbegrooting en ten deele
op de begrooting van Nederlandsch-Indië. Als
groote lijn, welke daarbij gevolgd moet worden,
neemt men aan, dat het moederland de kosten
van den aanbouw zal dragen en dat Indiëde exploi
tatiekosten voor zijn rekening neemt, indien de
schepen eenmaal daar zullen zijn.
Deze voorstelling van de kostenverdeeling geeft
echter een onzuiver beeld, want de slagkruiserf,
zullen niet alleen in Nederland en voor rekening
van het Moederland gebouwd moeten worden
maar ook het bemannend personeel zal voor het
overgroote deel in Nederland aangenomen en ge
oefend moeten worden. Eenmaal geoefend, zal het
personeel naar Indiëworden gezonden en te zijner
tijd worden afgelost door anderen, eveneens in
Nederland gevormde bemanningen. Men is niet ver
bezijden de waarheid, indien men zegt, dat voor
ieder man, van hoog tot laag, die in Indiëop de
schepen zal dienen, de aflossing in Nederland gereed
zal staan.
Indien men dus beweert, dat de aanbouw der
slagkruisers zal komen te staan" op 300 millioen
gulden en de exploitatie in Indiëop i6J millioen
gulden, dan geeft men een onvolledige voorstelling,
want de kosten voor opleiding en aflossing van het
Europeesch personeel worden daarbij niet in reke
ning gebracht, terwijl bij deze schatting al evenmin
aandacht wordt geschonken aan het benoodigde
voor pensioenen. Naast de i6J millioen voor
rekening van Indië, komen er voor het moederland
zeker nog wel een i6| millioen bij en dan is nog
niets uitgetrokken voor kosten aan materieel, dat,
voor de oefening en verdere vorming van het
personeel, in Holland moet worden onderhouden.
Om eenigszins nauwkeurig van de te verwachten
kosten op de hoogte te zijn, behoort men zich af te
vragen: Wat kost de aanbouw, de exploitatie in
Indië, de oefening en aflossing van het personeel
en welk bedrag zal er met de pensioenen gemoeid
zijn. Dit zijn zekere factoren, waarmede men al
dadelijk rekening kan houden, maar er zijn nog
onzekere invloeden, welke men echter niet mag
negeeren, zooals bijv. de quaestie van de vervanging
te zijner tijd van de te bouwen schepen, het
feit, dat men met dit soort bodems geenerlei
ervaring heeft en er zich dus in het begin allerlei
onverwachte stroppen" kunnen voordoen, terwijl
de taxatie van de kosten niet is gebaseerd op tegen
woordige prijzen, maar op die welke golden vóór den
huldigen oorlog. De slagkruisers zijn, bij de
opgeloopen grondstoffen-prijzen, reeds thans zér aan
zienlijk kostbaarder dan door de regeering begroot is!
Over de kosten aan de te maken basis verbonden,
loopt men meestal vluchtig heen, maar Soerabaja
is zoowel door de Vlootcommissie van 1920 als die
van 1912, zelfs voor schepen van 7500 ton, onge
schikt verklaard. Over de in te richten haven zal
men dus ook iets nauwkeuriger gegevens moeten
verstrekken. Over de kosten voor de omlijsting"
van de slagkruisers hoort men ook niet veel en
men kan in het algemeen zeggen, dat de kosten
berekening voor het vlootplan hoogst oppervlakkig
is geschied, terwijl men toch het recht heeft om te
eischen, dat men zoo nauwkeurig mogelijk zal
weten, waar men geldelijk aan toe zal zijn, indien
men tot invoering van de slagkruisers besluit.
Ten slotte rijst de vraag, wie bij het maken van
de noodige contracten, het geweldige risico zal
dragen. Toen de Java, Sumatra en Celebes werden
gebouwd, droeg de Staat alle risico voor den bouw
en het resultaat was, dat de kosten driemaal de
taxatie bedroegen. Indien zulks ditmaal ook het geval
zou zijn, dan komen de slagkruisers op 1,00 millioen
te staan ' Eene minutieuze berekening van de zeker
en mogelijk te verwachten kosten is een gebiedende
eisch, om te voorkomen, dat men later de dupe
wordt van geduchte tegenvallers.
PAG. 4 DE GROENE No.3i82