Historisch Archief 1877-1940
De regeeringspersdienst meldt...
Taak en werkwijze van
een der belangrijkste
regee
ringsinstellingen.
E ENIGE weken geleden bracht een
Amerikaansch blad het bericht dat onderdeelen van
een Engelsch bezettingsleger op weg zouden zijn
naar Nederland. Groot-opgemaakt werd het door
een deel der Duitsche pers overgenomen. Een snelle
reflex op deze absurde mededeel ing was noodig.
Inderdaad prijkte binnen weinige uren in de
Nederlandsche dagbladen een kort-maar-krachtige reactie
beginnend met da woorden De
Regeeringsperrdienst meldt. ..."
De Regeeringspersdienst meldt". .. . Dat vlieg
tuigen van bekende en onbekende nationaliteit over
ons land zijn gevlogen. Dat H. M. gezant te Londen
een démarche heeft ondernomen bij Lord Halifax.
Dat de visumplichtigheid voor vreemdelingen is
uitgebreid. Dat de staat-van-beleg is afgekondigd
over enkele gemeenten in het Oosten des lands.
De Regeeringspersdienst. Hij is een van de
belangrijkste organen geworden waarover de
Nederlandsche regeering beschikt voor het contact
met de buitenwereld. Vóór den oorlog zal het be
staan van dezen dienst (die toen reeds het eerste
lustrum achter den rug had), menigeen onbekend
zijn geweest; thans kent iedereen hem. Zijn
mededeelingen staan dagelijks in alle bladen. Wil de
Regeering een bepaald bericht doen toekomen aan
het Nederlandsche volk, dan wordt met den Regee
ringspersdienst overleg gepleegd. Wilde Regeering
een dwaze melding in een buitenlandsch blad recht
zetten de Regeeringspersdienst wordt ingescha
keld. Wil een buitenlandsche journalist een onzer
ministers spreken hij wendt zich tot den Regee
ringspersdienst. Wil een autoriteit de journalisten
over een bepaald onderwerp inlichtingen verschaffen
de Regeeringspersdienst organiseert een confe
rentie. Omgekeerd wendt de pers zich met haar
journalistieke wenschen tot den Regeeringspers
dienst, terwijl uiteraard dit orgaan zelf zijn initiatief
in beide richtingen kan ontplooien.
Uit deze weinige gegevens zal reeds blijken hoe
veelomvattend en vooral hoe verantwoordelijk het
werk is dat de Regeeringspersdienst verricht. Minis
ters moeten op zijn adviezen kunnen afgaan. Hem
is wat de chef van den dienst, de heer A. J.
Lievegoed, de moreele defensie" van ons land noemde,
mede toevertrouwd. Hieruit volgt reeds dat propa
ganda en reclame den dienst vreemd moeten blijven.
Vandaar dan ook dat in tegenstelling met hetgeen
sommigen verwachten het apparaat waarover
deze belangrijke dienst beschikt, naar verhouding
beperkt kon blijven.
De Regeeringspersdienst bestaat hier uit zes
personen. Hij is niet gevestigd in een apart gebouw
maar hoewel hij sedert 1937 tot ,,Algemeene
Zaken" behoort in zijn oorspronkelijke loka
iteiten in het Departement van Buitenlandsche
Zaken op het Plein te Den Haag gebleven. Er klinkt
geen geratel van honderden schrijfmachines, het
is er geen druk gaan-en-komen van
nieuwshalendeen-brengende loopers, er zetelt geen minister, tot
wien men met moeite doordringt, achter een machtig
bureau, in een grootsche ontvangzaal. Niets van dat
alles. De chef van den Nederlandschen regeerings
persdienst verricht, zijn dagelijksch werk in een
vertrek, zooals er honderden zijn op de Haagsche
departementen.
DE Nederlandsche Regeeringspersdienst is ruim
zes jaar geleden, op i Januari 1934, in werking
getreden. In het parlement was menigmaal ge
wezen op de wenschelijkheid, een lichaam te be
zitten, dat voor in- en voorlichting over
Regeeringsbeleid zou dienen, dat het contact met de binnen- en
buitenlandsche pers zou onderhouden, dat ver
zamelen en verwerken zou wat in vreemde landen
over Nederland en Ned.-Indiëgeschreven werd en
dat rechtstreeks of langs een omweg recht zou
kunnen zetten wat onjuist was voorgesteld. Ziedaar
een deel van het arbeidsveld van den
Regeerings? persdienst zooals dezen tenslotte het spreekt
vanzelf: na advies van een staatscommissie door
de Regeering werd opgericht.
Het werk van dezen dienst is, speciaal in dezen
oorlogstijd, veelomvattend. De dienst geeft
binnenen buitenlandsche journalisten alle inlichtingen die
zij omtrent Nederland, zijn overzeesche gewesten,
De leiders van den Regeeringspersdienst, de heeren Lievegoed en Lambooy, in de werkkamer van eerstgenoemde.
zijn internationaal beleid, zijn staatsinrichting, zijn
praktische politiek wenschen te bezitten. Daartoe
dienen gezwegen van persoonlijke, mondelinge
voorlichting, van inschakeling van telex, radio,
enz. mede persconferenties, alsook documentatie
die van den dienst uitgaat. Speciaal deze arbeid is
van niet te onderschatten beteekenis. Hoe beter de
geheele wereld van Nederlands standpunt op de
hoogte is, des te sterker is onze positie. Het kwade
gerucht moet snel achterhaald, de waarheid niet
minder snel verbreid worden. Journalisten en
officiele personen kunnen trouwens op elk gebied hun
licht bij den dienst opsteken. Deze beschikt, beha ve
over documentatie en officiële informatie, over
een uitgebreid knipselarchief, dat in den loop der
jaren tot zevenduizend dossiers is uitgedijd en waarin
men uit reeksen binnenlandsche- en buitenlandsche
bladen en periodieken gegevens aantreft omtrent alle
mogelijke gebeurtenissen. Het is naar de heer
A. J. Lievegoed mededeelde eens gebeurd, dat
dr. Ph. C. Visser, de bergbeklimmer en thans Hr. Ms.
gezant te Kopenhagen, bij den dienst aanliep en bij
wijze van steekproef vroeg naar materiaal over het
communisme in Turkestan. Het was aanwezig.
Het knipselmateriaal wordt voor een deel door
den dienst-zelf verzameld. Er worden dagelijks vele
binnen- en buitenlandsche couranten en tijdschriften
verwerkt. Ter completeering is de dienst geabon
neerd op de gegevens van enkele binnen- en bui
tenlandsche documentatiediensten Dergelijke ge
gevens ontvangt de dienst ook van particulieren in
den vreemde, en tenslotte zijn er dan natuurlijk d?
persrapporten van de Nederlandsche gezanten en
consuls. Onjuiste mededeelingen in een-of-ander
buitenlandsch orgaan kunnen aldus geneutraliseerd
worden. Een internationaal droit de réponse"
bestaat niet, maar de Regeeringspersdienst kan óf
via officiëile buitenlandsche relaties, óf door direct
of indirect contact met het blad dat de onjuistheid
publiceerde, pogen de zaak recht te zetten.
HET is in dat verband van groot belang dat
tusschen den Regeeringspersdienst en de
buitenlandsche pers in het algemeen, de in Neder
land gevestigde vreemde journalisten in het bijzon
der, een hartelijk contact bestaat. De
Knickerbockers, Ward Prices, Argussen" en Kriegks
kunnen ten allen tijde aanloopen bij den dienst.
De chef stelt op het contact met buitenlandsche
journalisten veel prijs. Het heeft bovendien een
bijzondere charme; de verschillen in volkskarakter
komen er zoo duidelijk bij naar voren.
Eén voorbeeld. Toen Prinses Juliana en Prins
Bernhard in het huwelijk traden, waren er in de
kerk te Den Haag tweehonderd plaatsen voor
journalisten beschikbaar. Maanden van te voren
werd de dienst reeds overstroomd met aanvragen
van degelijke Duitsche journalisten. De Engelsche
bladen openden het aanvraag-offensief precies op
het juiste moment. Uit Frankrijk werd niets ver
nomen; den avond vóór het huwelijk arriveerde
echter een trein met Fransche journalisten, die
niet begrepen waarom de dienst zich over hun late
aanmelding verbaasde, en nog minder waarom er
geen hotelkamers te verkrijgen waren. Den volgen
den morgen arriveerden zij op het nippertje in de
kerk. Een Duitsch journalist had toen reeds naam,
toenaam en functie van de honderdvijftig aanwezige
hoogwaardigheidsbekleeders ijverig opgenomen en
naar Berlijn getelegrafeerd. De Engelschen maakten
onverstoord hun aanteekeningen. De Franschen
schreven nu en dan een woord op hun manchet.
En hun verslagen waren, hoewel geen naam goed
was gespeld, verreweg de meest leesbare", zei de
heer Lievegoed.
Ook het contact met de binnenlandsche pers is
van groot belang. Er bestanden reeds lang verbin
dingen tusschen pers en Regeering. Na het uit
breken van den oorlog zijn deze zelfs nog toege
nomen. Er is een speciale contact-commissie inge
steld, die uit de presidenten van de twee
journalistenvereenigingen en van de twee vereenigingen van
directeuren van de dagbladpers bestaat. Regelmatig
komt deze commissie bijeen met de leiding van den
Regeeringspersdienst. De dagbladen kunnen langs
dezen weg aan de Regeering laten weten wat er leeft
in ons volk, op welke punten men gaarne eenige
opheldering zou krijgen. De Regeering op haar beurt
kan via den Regeeringspersdienst de dagbladpers
vriendschappelijke raadgevingen doen toekomen.
Naast dit geregelde contact is er het contact
op de vele, soms groote conferenties en excursies
die de Regeeringspersdienst organiseert.
Men ziet: werk genoeg, al in vredestijd.
NU is het oorlog.
In dezen oorlog heeft de Regeeringspers
dienst het extra-druk. Van den vroegen morgen tot
den laten avond ratelt de telefoon. Chef en
adjunctchef van den dienst zijn zelf s 's nachts niet veilig voor
de journalisten. Uit dat simpele feit moge blijken,
dat de persdienst begrip moet hebben voor de eischen
der moderne journalistiek. Men zal dat ook wel ver
wachten van den heer Lievegoed, die op
zeventienjarigen leeftijd zijn journalistieken loopbaan begon
aan het oude Amsterdamsche Geeltje, vervolgens
via de Sumatra-Post en de Nieuwe Rotterdamsche
Courant, bij de Semarangsche Locomotief belandde,
weer naar de N. R. C. terugkeerde en sinds 1931
academische voordrachten hield over het pers
wezen.
Naast den heer Lievegoed werkt, als
adjunctchef, een tweede journalist, de heer D. J. Lambooy,
die jarenlang parlementair-redacteur was van den
chr.-hist. Nederlander. Eenige andere, aan den
dienst verbonden personen, zijn academici. En
schrijft u vooral in uw artikel," waarschuwt de
heer Lievegoed, vriendelijk en bescheiden als hij
is, dat het beeld van den dienst niet is: n man
en verder aanhang-zonder-meer. De samenwerking
is hier voortreffelijk. Er heerscht hier een eens
gezinde geest".
De geest van Nederlands onafhankelijkheid,
dat is de geest die aanwezig is in deze simpele,
onopgesmukte departementale werkkamers: de
Nederlandsche Regeeringspersdienst. Er hangt aan
het departement niet eens een bordje waarop de
dienst vermeld is....
IVOROL geeft een zeer actief zacht en geurig schuim
waardoor elke poetsing met Ivorol een ware mondwassching wordt. Heerlijker tandpasta is er niet. Tube 60 - 40 - 25 cent.
PAG. 5 DE GROENE No. 3282