Historisch Archief 1877-1940
Verfraaiing
of
verminking?
Het coupeeren van
hondenooren en -staarten
WELHAAST geen enkel wreed
gebruik bestaat, of eens is het
ingesteld met een in dien tijd
redelijk doel. Zoo is het ook met het
afsnijden van stukken van de oor
schelpen en van den staart van honden.
Dat ooit het coupeeren van de staarten
van paarden op een redelijk doel zou
hebben berust en dan wel een van
zooveel belang, dat het zwaarder ge
wogen zou hebben dan het gemis van
hun beste wapen tegen de vliegen, is
mij niet bekend. Was er geen, dan moet
deze verminking allén uit vernielzucht
en wansmaak zijn ontstaan.
Maar als gezegd, het snijden,
waarmee thans nog de hond wordt
gepijnigd, heeft inderdaad goede reden
bestaan.
Bij de jacht op wild, dat terugbeet
en bij de gevechten in de dieren
arena's, hetzij tusschen honden onder
ling, hetzij met andere dieren, liep een
lang oor licht letsel op. Enkele eige
naars van jacht- en de meeste van
vechthonden sneden daarom de oor
schelpen tot zoo klein mogelijk. Op de
schilderijen van Snijders van beren en
wilde varkens, achterhaald en bestookt
door honden, treft men eenige met
verkleinde oorschelp aan. Daarentegen
bestaan oudere afbeeldingen van strijd
bare jachthonden in een beschermend,
opgevuld dek gestoken en met een
halsband met stekels naar buiten tegen
beet en greep, die nochtans ongeschon
den ooren hebben. Bij sommige driften
schijnt bij de snelle honden, wier taak
het inhalen en belemmeren was, het
oor gaaf gelaten en alleen bij de vech
ters, die zich door zwaarderen bouw
onderscheiden, verkleind te zijn.
Kennelijk was het dus toen geen
mode, men paste coupeeren allén toe,
wanneer men het noodig achtte in het
belang van den hond. Dat men er niet
toe overging honden met een kort,
staand oor te fokken, is begrijpelijk.
Men wenschte honden met goeden reuk
en achtte dit met hangend oor samen
te gaan. Bovendien had men minder
inzicht in de erfelijkheidsleer dan
thans.
Maar beer en wolf verdwenen en
daarmede de jacht op hen. De
bearpit" (arena voor gevechten van honden
met beren, leeuwen of wie er verder
waren) en dogpit" (honden-arena)
werden (in Groot Brittanniëruim tachtig
jaren geleden) verboden. Het afsnijden
der ooren verloor dus zijn doel.
Maar intusschen was het mode ge
worden, speculatie op den wansmaak
van het publiek. Om den enkelen hond,
die vroeger voor zijn vechtambacht
gekortoord was, moesten alle van dat ras
verminkt worden. Met de aardhonden
was het verschillend. Duitschland liet
zijn dashond het lange oor gaaf, omdat hij
ook op spoor werd gebruikt. De terrier
rassen van Schotland en de puike
werkers van de grensstreek tusschen
dit land en Engeland behielden staart
en ooren, maar bij bijna alle Engelsche
en lersche terrierrassen werd de staart
ingekort en bij menig ras ook het oor.
DE dierenbescherming was nog in
haar opkomst en het was destijds
twijfelachtig of een vervolging wegens
coupeeren kon worden ingesteld.
Mendel, wiens inzichten thans de genetica
leiden, was toen reeds overleden en
Voorbeeld van een
met geschonden hond:
Airedale terriër
vergeten. Het was dus moeilijk een
gaaf oor te fokken, dat kon bevredigen.
Maar de Engelsche Kennel Club gaf
reeds in 1895 net tot hun schande door
geen enkel leidend lichaam in andere
landen nagevolgd voorbeeld. Onder den
drang der dierenvrienden, daaronder
de toenmalige prins van Wales, de
latere koning Edward VII, sloot zij
honden met verminkte ooren van be
kroningen op tentoonstellingen uit.
Daarmee was in Groot Brittanniëde
wreedheid afgeloopen. Het gave oor
werd immers mode! Nog verbiedt,
voorzoover ik weet, geen artikel in de
strafwet er het coupeeren, doch vond
het thans plaats, er zou ongetwijfeld
op grond van dierenmishandeling pro
ces verbaal volgen, met groote kans,
dat de rechter hard zou toeslaan.
In de voornaamste staten van
NoordAmerika is sinds veertien jaar het
houden van aan de ooren verminkte
honden bij de wet strafbaar gesteld.
Onder min of meer beperkende voor
waarden mag men er voorloopig wel
invoeren, die elders zijn gemutileerd.
Rijkskanselier Hitler heeft, toen hij in
Duitschland aan het bewind kwam,
terstond alle gesnij verboden. Onder
den druk van hen, die anders tegenover
het dier staan dan hij, is hiervan over
gebleven, dat het alleen door of onder
toezicht van een dierenarts, onder
verdooving en vóór den vijftienden
levensdag moet geschieden. Het laatste
treft vooral het coupeeren der ooren,
hetwelk men liefst zoo oud mogelijk
doet en zelden onder zeven weken.
IN ons land schrijft de Raad van
Beheer voor, dat in rassen, waarin
de ooren verminkt plegen te worden,
gave honden bij het keuren gelijke
rechten hebben.
Wat de wettelijke zijde betreft, art.c
254 Wetboek van Strafrecht, dat dieren
mishandeling strafbaar stelt, spreekt
van redelijk doel". Hierop beroept
zich de snijder" en na mislukte proef
processen over het inkorten van den
staart bij paarden, wachtte de dieren
bescherming op een nieuwe wet, waar
voor nooit tijd was. Tot in 1935 de
Arrondissements Rechtbank te Amsterdam
iemand veroordeelde wegens het snoei
en der ooren van een koehond. Tal
van veroordeelingen volgden. Niemand
echter ging in hooger beroep en men
bleef rustig doorsnijden. Enkele jaren
later veroordeelde de politierechter te
Utrecht den secretaris der Nederlandsche
Duitsche Doggen Club. Hij ging wél in
hooger beroep en het Amsterdamsche
Hof heeft, na tal van getuigen te hebben
gehoord, hem veroordeeld tot n
gulden. Dit overeenkomstig den eisch
van den advocaat generaal, die daar
verdachte door bespuiting met
chlooraethyl de gevoeligheid verminderd had
en geen over"-knippen was geschied,
zoodat alle extra-wreedheid ontbrak,
een principieele uitspraak omtrent het
coupeeren wenschte.
Het Hof verwierp de verdedigingen,
dat het gave oor zich zou stuk slaan
en in de oogen hangen en overwoog,
dat het aesthetisch inzicht en het
economisch voordeel der eigenaars
voormelde verminking niet tot een
redelijk doel kunnen stempelen, te
minder nu niet gebleken is, dat de
nuttigheid of bruikbaarheid der honden
daardoor zou worden verhoogd."
Na dit arrest kan men aannemen, dat
het coupeeren der ooren hier uit is. De
dierenartsen weigeren reeds sinds jaren
het te doen. Wel zal voorloopig in het
geheim worden gesneden, doch er
wordt op gelet en volgende overtreders
zullen thans zwaar worden gestraft.
Wat de staarten betreft, dit mag no.;
in Engeland, al neemt daar het aantal
gave staarten nog sneller toe dan hier.
Om twee redenen staan de overtre
ders in dit geval sterker. Jachthonden
toch kunnen in dicht hout den staart
stuk slaan, en de mogelijkheid van
het fokken van een korten staart is
nog onzeker. Een staand oor daaren
tegen is in ettelijke jaren fokzuiver.
Echter geldt bij den staart, zóó het
redelijk doel al wordt aangenomen,
dit allén voor werkelijk jagende
honden, dus niet voor: ie. terriërs,
2e. schootrassen en 36. honden, welke
niet jagen, zelfs niet daarvoor zijn ge
fokt, ook al behooren zij tot een ras,
waarvan andere exemplaren wél voor
de jacht worden gebruikt.
P. M. C. TOEPOEL
ADRESWIJZIGINGEN
Aan onze abonné's wordt beleefd verzocht
adresveranderingen duidelijk op te geven, met vermelding of deze
blijvend of tijdelijk zijn. Na des Woensdags 12 uur v.m.
kunnen geen veranderingen meer worden aangenomen.
DE ADMINISTRATIE.
en i
Edelmetaalbewerking
J. C. W^ienecke VermeerLaan 35 Bilthoven
Ontwerpt gedenkplaten, medailles en Jtempeb
Ceramiek
LUIGI EN SOFIA DE LERMA-VAN DER DOES DE WILLEBOIS
KASTANJELAAN 4, GROENEKAN BIJ UTRECHT
ITALIAANSCH-HOLLANDSCHE CERAMIEK. PERMANENTE EXPOSITIE
PAG. 14 DE GROENE No. 328';