Historisch Archief 1877-1940
U l T H U l Z l G H E D E H
Stadsinventaris
Fietsen
DE stad is bevolkt met zwermen
fietsers. Deze fietsers waren den
automobilisten een doorn in het oog,
want zij belemmerden het verkeer door
van links naar rechts en omgekeerd
te slingeren, liefst met z'n drieën naast
elkaar. Maar nu zijn de meeste auto
mobilisten wielrijders geworden, en
ze zetten er een gezicht bij alsof ze
nooit iets anders dan een fiets bestuurd
hebben.
Een velocipède is een ding op twee
wielen,
men stuurt met de handschoenen en duwt
met de hielen.
Zooiets zong De Schoolmeester.
Het moderne litteraire product over
het onderwerp Fiets dat men overal
leest, luidt: Verzoeke geen rijwielen
voor de ramen te plaatsen. Zalig zijn
de bovenhuisbewoners, die hebben daar
geen last van. De fiets heeft vele
voordeelen, en n nadeel: ze wordt ge
middeld eens in de vijf jaar gestolen.
Daar staat tegenover dat men door
gaans in de gelegenheid is zijn eigen
fiets weer terug te koopen, al is ze dan
meestal onherkenbaar opgelakt, of
afgetakeld. Maar die arbeid moet
tenslotte ook betaald worden.
De rasechte fietser heeft (in tegen
stelling tot de meer officieele
wielrijder waarbij alles glimt en die een
drieversnellingsnaaf heeft) geen bel,
geen rem en geen belastingplaatje.
In plaats van het onderhoud van zijn
fiets betaalt hij zijn bekeuringen, en
hij laat alles rammelen en roesten.
Door schade wordt men wijs, zegt men.
De wijsheid van den rasechten fietser is
hoogstens het gezegde: Wat heb ik
nou an m'n fiets hangen?" Maar mis
schien leert hij iets van de met luid
sprekers door de stad bulderende auto's
die verkeersaanwij,mingen geven.
Verder zijn er nog de race-fietsers die
op Zondagen zichtbaar zijn en meestal
zeer langzaam rijden. Het zijn de
menschen die hun illusie motor" niet
hebben kunnen verwezenlijken, waar
ze momenteel geen strop aan hebben.
Tooneel
Vader thuis
(Centraal Theater)
OF Cees Laseur zich in het
dagelijksch leven zoo als huisvader
gedraagt als hij het op het tooneel
doet, weet ik niet, maar zooals hij het
op het tooneel doet, is het voorbeeldig,
niet in dien zin dat het mannelijk
publiek een voorbeeld aan hem moet
nemen. Veel vaders zijn zoo, en veel
huismoeders moeten het stuk gaan
zien, om hun echtgenoot te leeren
waardeeren of te leeren kennen. En
de mannen die zichzelf niet (willen)
herkennen, zullen zich ook kostelijk
amuseeren.
Het stuk speelt in New York, om
streeks 1890, maar in het Amsterdam
van 1940 zijn precies dezelfde huis
vaders te vinden als deze. Hij is ti
ranniek, opvliegend, hij maakt van een
mug een olifant, hij is zoo egocentrisch
als het maar mogelijk is, iedere zin die
hij zegt begint met ik". En hij heeft
een heel goed hart, hij houdt veel van
zichzelf en nog eens van zichzelf; hij
houdt van zijn vrouw omdat die vrouw
de vrouw van den man is waar hij
zooveel van houdt. Zoo houdt hij ook
van zijn drie zoons, maar vóór alles is
hij de baas in huis wat hij merkbaar
maakt door ontzettend op te spelen en
te schelden tegen menschen die er zijn
en menschen die er niet zijn.
Niet alleen de rol van den vader is tot
in de kleinste finesses goed gekarakteri
seerd. Zijn vrouw (Rie Gilhuys) en de
zoon Clarence (Ko van Dijk) leven en
Laseur als Vader thuis op het tooneel
lijden levendig mee in het geterrori
seerde gezin, waar tot overmaat van
ramp een paar logee's komen (Sara
Heyblom en Elly Weller) om Vader
buiten zichzelf van razernij te brengen,
en het publiek tot onbedaarlijk lachen.
Hoera werk!"
(Leidscheplein Theater)
HOERA Werk !" is een blij
spel over een man die werk ge
zocht heeft zonder het te kunnen vin
den. Dank zij zijn ondernemingslust
ziet hij kans zélf werk te scheppen, en
dat niet voor zichzelf alleen, maar ook
voor een fabriek vol arbeiders. Voordat
het zoo ver is, heeft hij een Bank op
stelten gezet en er de wonderlijkste
Piet Rienks aan het werk
situaties geschapen die een gezonden
invloed op het publiek in de zaal heb
ben, want lachen is gezond. Aan het
einde van dit opgewekte en levendige
tooneelstuk krijgt hij de dochter van
den bankpresident, zoodat alles op zijn
pootjes terecht komt.
Piet Rienks speelt de hoofdrol. Hij
speelt expressief, vertrekt zijn ge
zicht en geeft veel knipoogjes. Zeker
niet minder komisch is Gerard Hart
kamp, die de rol speelt van een ietwat
sloomen sukkel die voortdurend
vergeefsche pogingen doet spinnijdig te
worden.
Met dit amusante stuk heeft het ge
zelschap geen slechte keus gedaan; het
is frisch en vlot.
Film
In Caliente (Tuschinski)
NU de rijtuigmaatschappijen hun
oude paardjes van stal halen,
blijven de filmmaatschappijen niet
achter en zooals wij op straat vertederd
kijken naar het klassieke aapje", zoo
zien we nu met lichte ontroering naar
een van die vroegere
amusementspaardjes, zooals Warner Bros ze des
tijds in bonte verscheidenheid los liet.
We zien Pat O'Brien terug en L'olores
del Rio en Edward Everett Horton en
wij begroeten hè*' ".Is oude vrienden,
Do/ores de/ R/o
die wij in langen tijd niet zagen. Zij
zien er vier jaar jonger uit en zoo een
verjongingskuur kunnen zelfs film
spelers soms nog wel gebruiken.
Misschien kent u de film en
misschi-n kent u haar niet, maar in beide
gevallen heeft het zin haar te gaan
zien, al was het alleen maar om er de
stand van de huidige film naar af te
meten.
Butterfly (City Theater)
DEZE film wil nog iets meer zijn
dan de reproductie van een be
kende opera; zij plaatst de realiteit
naast de tooneelfictie en toont aan dat
zelfs de romantische intrigue van
Puccini's meesterwerk zijn weerga in
de werkelijkheid vindt.
Zoo beleeft Maria Cebotari, de
operazangeres, in haar privé-leven
eenzelfde liefdesconflict als de kleine
geisha Cho-Cho San uit Madame
Butterfly" en dus kunnen, zoowel de
liefhebbers van het aangrijpend levens
drama eener verlaten vrouw, als de
stamgasten van de Italiaansche opera
deze week in het City-Theater terecht.
Professor Jazz (Alhambra)
|OE maken we van ean onbekend
danseresje een beroemde star",
dat is de vraag, die de filmindustrie
zichzelf stelt in deze film en die zijzelf
ook beantwoordt.
Of liever het antwoord geeft Joe
Drtws de publicity-manager van de
Monarch Film", <Ur een dans-con
cours uitschrijft voor alle Amerikaan
sche colleges" en de winnende stu
dente een hoofdrol belooft in de op
stapel staande film Dancing Co-Ed".
Het onbekende danseresje met groote
toekomst in haar beenen, dat nog
beroemd moet worden, wordt op een
der colleges" geplaatst, bij voorbaat
zeker van haar uitverkiezing. De me
thode lijkt ingewikkeld en omslachtig,
maar zij geeft in ieder geval aanleiding
tot een vroolijke film, die zich afspeelt
onder de Amerikaansche jeugd der
H
Middelbare scholen en waarin de band
van Artie Shaw een belangrijke en
welluidende rol speelt.
Ter voorkoming van eenig misver
stand ten opzichte van de reclame
methodes der filmmaatschappijen, zij
uitdrukkelijk vermeld, dat het danse
resje met de vooropgezette kansen niet
als winnares uit het dansarena treedt
daar een onpartijdige Directeur uit
eindelijk andere opvattingen over dans
kunst heeft dan de ijverige
publicitymanager.
Vermaak
Variétéin Carr
ER zijn wellicht menschen, die er
nu een tientje voor over hebben
om in een theaterstoel te zitten, zich
zelf en alles te vergeten en de artiesten
aan het woord te laten. In Carrékost
het geen tientje en bovendien zijn de
artiesten er niet alleen aan het woord,
zij zijn er ook aan den zang, den dans,
de buiteling, en aan alles, wat ge ge
woonlijk in uw huiskamer niet bedrijft.
Het Ludowsky-ballet, Henriëtte
Davids, Guus Brox, dat zijn nog maar
enkele namen en variëteiten van den
uitgebreiden ontspanningsavond in het
theater aan den Amstel, waar het na
tuurlijk evenmin aan excentriciteiten,
wondertoeren en magische verrichtin
gen ontbreekt. Ge kunt er verbaasd,
bekoord soms, en geamuseerd zitten
toekijken en ge kunt er lachen ! Dat
alleen reeds doet Carrénu hoog geno
teerd staan.
Oude Wijnhuysjes
IN Amsterdam is het een rage
geworden oud-hollandsche
wijnhuisjes te exploiteeren en te
frequenteeren. Zulk een wijnhuisje is 't Swarte
Schaep, aan het Leidscheplein, boven
het voormalige vrachtkantoor van de
K.L.M. Als ge het Wijnhuysje binnen
komt, betreedt ge een trap met
touwleuning alsof ge in een ouden toren
klimt. Er staat een wonderlijk carillon
dat door een zware hefboom in werking
gebracht kan worden en dat een even
kort als ondefinieerbaar muziekstukje
laathooren.
Boven in de gelagkamer kunt ge
gaan zitten op een ruw eikenhouten
krukje, aan een dito tafel waaraan
een aschbakje met een smeedijzeren
kettinkje bevestigd is (met het oog op
liefhebbers van souvenirs). Aan de
muren en aan de zoldering hangt het
vol met oud koperwerk:
puddingvormen, ketels, scheepslampen en
blankgepoetste glazenspuiten van onze
voorouders. Mooie gekleurde glazen
apothekersflesschen, haardplaten en
testen, kandelaars en tegeltjes
completeeren het geheel.
Neen, ge zijt hier niet bij een anti
quair; het is hier een wijnhuis. Een
Rembrandtieke kastelein brengt u de
waschlijst", een strook papier van
een meter lang waarop niet minder
dan honderdveertig verschillende dran
ken vermeld staan. Zoete wijnen,
pittige likeuren en schuimende bieren
uit alle mogelijke landen der wereld.
Als ge de lijst hebt afgewerkt zult ge
waarschijnlijk niet meer nuchter zijn,
dit is dan ook niet aan te raden. Het
is ook niet noodig om veel te drinken,
want de sfeer is er al, het oud-holland
sche milieu waar de grootvaders van
onze grootvaders zich thuis voelden.
Of die sfeer authentiek is, dat is nog
de vraag. Ik weet niet of het usance
was om tusschen twee koperen
glazenspuiten kandeel te drinken.
Hoe zullen de oude wijnhuysjes er
over een paar eeuwen uitzien ? Ik zie
het oud-hollandsche cafévan het jaar
2200 al voor me. In een bakelieten
huis dat met beton en staal-motieven
beschilderd is, zitten de menschen aan
lange tafels van kunstglas. Aan de
wanden hangen fietslantaarns, foto
toestellen en schrijfmachines, en de
menschen drinken de door Columbus
ontdekte oude Amerikaensche Choca
Chola" uit wit geëmailleerde liter
maatjes. En de menschen zullen
daarbij ontroerd terugdenken aan
het oude Holland van de twintigste
eeuw.
PAG. 16 DE GROENE N o. 3285