Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
OPGERICHT
1877
Redactie en Administratie: Keizersgracht 355, Amsterdam-C. Tel. 37964. Abonnement f. 10.?per jaar. Postrekening: 72880. Gem. Giro G 1000.
Abonnementen kunnen met elk nummer ingaan, doch alleen tegen het einde van een jaargang, na opzegging vóór l December, worden beëindigd.
8 JUNI
1940
REKENSCHAP
Zoo verschijnt dan, na een onderbreking van een drietal weken,
ook weer de oude Groene".
De oude Groene, inderdaad?
Wie en wat wij voor en na waren en zijn, wezenlijk en in de kern,
in hoeverre wij verder kunnen en willen onszelve blijven en dezelfden,
die wij waren, dat zijn vragen waarom een ieder zich, individueel
en in de verbondenheden waarin hij leeft, onontkoombaar gesteld
ziet in deze dagen, al naar gelang hij de meest elementaire reacties
op de heftigheid der gebeurtenissen te boven komt. De beantwoording
dezer vragen is noodzakelijk voor een eerlijke en ernstige bepaling
van mogelijkheden en verplichtingen voor de naaste toekomst. Wie
haar tracht te ontloopen is een lafaard. Wie meent of voorgeeft haar
reeds gevonden te hebben, moge zich gelukkig prijzen, maar dient
zich af te vragen of hij geen domoor is, of een misleider voor zichzelf
en anderen. Hier worde eerlijk rekenschap gegeven over de
voorloopige uitkomsten van een tastend onderzoek. Wat was de Groene
in de meer dan zestig jaren, waarin hij een rol heeft gespeeld van
wisselende importantie in het openbare leven hier te lande ? Hij was
zeker niet, althans niet dan voorbijgaand, een meneer", in den zin
van de ietwat smalende maar dikwijls niet onjuiste definitie die
weleer van een krant werd gegeven. Vooral in de latere jaren was
er een voortdurende en vrij sterke wisseling in staf en medewerkers,
en waren het niet n of enkelen die het stempel hunner persoonlijk
heid op dit orgaan drukten, dat desondanks en misschien juist daar
door steeds en onverminderd het zeer eigen en voor een ieder dadelijk
herkenbaar, zij het moeilijk te omschrijven, geestesmerk be
waarde.
Dit blad was, en zulks bij uitstek, er n waarin zeer veel van wat
opvelk oogenblik het denkend deel der natie bezig hield min of meer
spontaan tot uiting werd gebracht door menschcn van allerhande
professie en gezindheid, die veelal slechts gemeen hadden, dat hun
stem het timbre der onvoorwaardelijke eerlijkheid had.
Daardoor verplaatste zich ook regelmatig het accent op de
bestanddeelen van de behandelde materie, met de wisseling in de belang
stelling die daarvoor in elk korter of langer tijdsbestek groeide of
afnam. In het jongste verleden viel dit accent vanzelf op de politieke
ontwikkeling, die culmineerde in het gigantische conflict dat thans
over de wereld woedt. Maar het was ook veelal anders en het zal
onder de gegeven omstandigheden in de naaste toekomst ook weer
anders moeten zijn.
De uiterste consequentie van wat bij talloos velen in den lande
leefde", zoo werd het dezer plaatse in de mededeeling aan de
abonné's, die een der uitgevallen nummers verving, geformuleerd, is
getrokken en manmoedig aanvaard in een strijd met de wapenen.
Nu deze eervol en terecht is gestaakt, past het ons geheele volk
slechts het voorbeeld, dat ons is gegeven door hen, die hun leven
veil hadden, te volgen in een volmaakt loyale aanvaarding van de
thans geschapen nieuwe verhoudingen. Met den realiteitszin, die
door de eeuwen heen een van de grootste Nederlandsche krachten
was, zullen wij in moeten zien, dat iedere voortzetting, direct of
indirect, van politieken strijd onder de gegeven omstandigheden
slechts redeloos en voor ons volk schadelijk kan zijn. Ook deze strijd
dient loyaal te worden opgegeven, zooals de militaire strijd is op
gegeven".
Voorshands is onze instelling op de dingen om ons heen een andere
dan zij was. Oude denkschemata en zekerheden hebben hun
beteekenis voor ons verloren, en wie eerlijk wil blijven zal ze niet over
haast door nieuwe trachten te vervangen.
Met de wetenschap, dat wij getuigen zijn van een versnelde histo
rische ontwikkeling van onoverzienbare draagwijdte', groeit het
besef van de beperktheid van het menschelijk bevattingsvermogen
voor ervaringen en indrukken. Eenerzijds dringt een elementaire
drift tot zelfbehoud ons tot een zekere afsluiting voor bepaalde
aspecten der realiteit, waarvan de beleving in het gemoed zou
dreigen ons psychisch te vernietigen. Anderzijds winnen in het aldus
beperkt bestek andere, eenvoudige en veelal veronachtzaamde
realiteiten, plotseling aan directe beteekenis voor onzen geestelijken
weerstand. Huivering en aandacht zijn wellicht de woorden, die deze
nieuwe instelling het beste karakteriseeren en tot bescheidenheid
nopen. Daarnevens blijft het besef levendig, dat overal en altijd weer
iedere nieuwe periode in de ontwikkelingsgeschiedenis der
mcnschheid vroeger of later haar houvast gevonden heeft in het beste wat
in voorafgaande tijdperken was tot stand gebracht of nagestreefd,
en dat voor de keur en instandhouding daarvan, al ware het slechts
ter overlevering, stuggen arbeid van den geest vereischt is,
In de hoop overal waar zulks nooclig is begrip en medewerking
voor zijn streven te zullen vinden, herneemt de Groene zijn weke
lij kschcn arbeid en wordt hiermede het eerste product aangeboden
aan den lezer ter demonstratie van hetgeen uit de voorafgaande
overwegingen praktisch resulteert.
PAG. 3 DE GROENE No. 3285