Historisch Archief 1877-1940
De primitieve kunst
van onze kinderen
Kinderteekeningen in oorlogstijd
HET zal u opgevallen zijn, zooals
het mij opviel in den tijd van
spanning en angst, die achter
ons ligt, dat de kinderen vaak kalmweg
doorgingen met hun spelletjes, alsof
er geen oorlogsgevaar bestond. Vele
peuters heb ik in die dagen bestudeerd:
voor het intens spelend kind bestond
de wereld met al zijn oorlogsdreigingen
als het ware niet; zijn geheele aandacht,
zijn geheele wezen ging volledig op in
zijn spel. Menig kind zocht en vond
gelukkig op deze wijze in zijn spel
de veilige bescherming tegenover al
dat verbijsterende om hem heen.
Toch hebben onze kinderen nog heel
wat spanningen opgevangen en tevens
moeten verwerken. Belangwekkend
is het om nu te constateeren, hoe
vrijwel ieder kind zijn eigen oplossing
probeert te vinden om op natuurlijke
wijze de al te sterk doorgestane emoties
af te reageeren. Het was voor mij
dan ook geen wonder, toen in de les
een ware teekenwoede van
oorlogsonderwerpen ontstond.
Gelukkig het kind, dat de mogelijk
heid geboden wordt om in zelf schep
pend werk zijn geschokt psychisch
evenwicht te kunnen herstellen ;
maar nu bedreigt in vele gevallen onze
teekenende jeugd een ander gevaar,
namelijk van geen of weinig waardee
ring voor zijn teekenprestaties, en,
wat erger is, van scherp afbrekende
critiek of spotlust, ontstaan door een
tekort aan inzicht bij den volwassene
wat betreft de ontwikkeling van het
beeldend vermogen bij het teekenende
kind.
Alvorens wij tot de bespreking van
de hier bijgevoegde reproducties over
gaan, willen wij eerst even in het kort
weergeven hoe" ieder kind teekent,
dat wil zeggen de kenmerken der ver
schillende periodes schetsen, waarin
wij de ontwikkeling van het beeldend
vermogen kunnen indeelen, om zoo
doende aan ouders en opvoeders duide
lijk te maken, wat zij van hun pupillen
in deze verschillende stadia kunnen
en mogen verwachten.
TOT 3- a 4-jarige leeftijd onder
scheiden wij de krabbelperiode,
waarin het kind met potlood lijnen
op een stuk papier trekt. De kleine
heeft plezier in de beweging van het
potlood over het papier, maar tracht
nog niet bewust iets weer te geven.
Langzamerhand gaan de volwassenen
of het kind zelf in de krabbels vormen
herkennen en benoemen, dit zijn
meestal, papa of mama, of een huis,
die dan daarna steeds op overeen
komstige wijze, volgens eenzelfde sche
ma, door het kind bij herhaling wor
den weergegeven. Zoo ontwikkelt het
kind zich geleidelijk van het ^ 36
levensjaar gedurende de schemaperio
de, de periode van de begripsafbeel
ding, de ideoplastiek of beter gezegd
de ideografie, die eindigt met het
begin der puberteitsleeftijd op ^
njarigen leeftijd. In deze periode van de
begripsafbeelding teekent het kind
meestal niet naar de natuur, maar het
geeft slechts weer, wat het van de
dingen weet, of wat het daarvan
belangrijk vindt. In de puberteit wordt
het individu sterk ontwikkeld, dit
weerspiegelt zich in de teekeningen,
waarin het kind meer aandacht gaat
hechten aan entourage, kleur en locale
sfeer. Zijn voornaamste aandacht
richt zich echter op beweging en diepte.
Het kind in de puberteitsleeftijd
toetst zich in alles aan den volwassene
en is daardoor zeer gevoelig voor zijn
critiek. Vooral leken dienen dan voor
zichtig te zijn met hun critiek. Zij
moeten bedenken, dat het door een
kind gemaakte teekenwerk altijd be
oordeeld moet worden naar den leeftijd
en ontwikkeling van den maker, en
men dus nooit meer mag verwachten
dan wat binnen het bereik van het
kinderlijke kunnen ligt.
DE puberteit vangt bij meisjes aan
in het 136 of 146 jaar, bij jongens
i1/., jaar vroeger. Hieraan vooraf
gaat een periode van 9?12 maanden,
de zgn. praepuberteit, die sterk nega
tief geaard is. De puberteit is weer
geDe oorlog, ingeschakeld bij de strandgenoegens
heel positief en gaat op 16?i7-jarige
leeftijd over in de derde periode, de
adolescentie, die bij meisjes op
21jarige, bij jongens op 24-jarige leeftijd
afgesloten wordt.
De nevenstaande reproducties geven
een illustratie van
oorlogsteekeningen uit ds twee eerste periodes.
De voorbeelden zijn beide van jon
gens, daar slechts zeer weinig meis
jes met oorlogsteekeningen reagee
ren op de wereldschokkende tijds
omstandigheden. De meeste meisjes
gaan in hun vrije teekenuren door
met hun geliefkoosde onderwerpen
als spelende kinderfiguurtjes, sprook
jesvoorstellingen en modepoppen, al
waren er ook enkele onder de meisjes,
die met oorlogsgegevens reageerden
op de tijdsomstandigheden, waarin
zij leefden. In de vrije teekenles begon
een meisje bij voorbeeld allemaal
doodkisten te teekenen, waaronder zeer
lugubere voorstellingen waren. Zelfs
was er n, waarbij men door de kist
heenkeek en het lijk erin zag liggen
met krampachtig verwrongen armen
en beenen. Dit kind was te arm aan
taalvermogen om haar ontzetting te
kunnen uitspreken, maar ze teekende
het in de eene teekening na de andere,
totdat ze met dit onderwerp plotseling
ophield: ze had er alles van verteld.
Opvallend veel vroolijker, gewoon kin
derlijker en natuurlijker werd dit
meisje toen daarna. Gelukkig had dit
kind een onderwijzeres getroffen, die
haar verdriet begreep, maar tevens
De oorlog als parade van technische uitvindingen
de mogelijkheid voor troost erkende
en dus tot rust komen, die voor dit
niet spraakzame individu door middel
van het vrije scheppende teekenen
geboden werd.
WANNEER men nu de vraag stelt :
Wat" teekenen de kinderen
onder invloed van de huidige tijds
omstandigheden, dan moet het ant
woord luiden: vooral veel
vliegmachines. De twee hierbij afgebeelde teeke
ningen zijn dan ook een keuze, gemaakt
uit zeer vele van deze soort kinder
kunst. Direct valt op het groote ver
schil van instelling op het
oorlogsgebeuren.
Fig. i. Een kind Van de Lagere School,
teekent het zoo zeer geliefde
strandtafreel, waar de entourage niet vergeten
is: strandtenten zijn te zien, ook boot
jes, maar vooral veel spelende figuur
tjes. Deze spelende kinderen gaan
gewoon door met hun spel op het
strand en baden in zee, alsof er geen
oorlogsdreiging aanwezig is. In de
lucht zijn vliegmachines te zien, in de
zee drijven vele mijnen, en aan het
strand is een mijn aangespoeld, links
op de teekening weergegeven; een
kringetje kinderen staat nieuwsgierig
om de mijn heen. Vrijwel alle kinderen
uit de periode van ^- 3 tot i 11 jarige
leeftijd reageeren gelijksoortig, zij
teekenden zonder dralen hun gewone
geliefkoosde onderwerpen en zetten
daar middenin de vliegmachines en
ander oorlogstuig.
Heel anders was de reactie van de
leerlingen ouder dan 11 jaar, de
praepuber, puber en adolescentenleeftijd.
Deze jongens lieten hun gewone onder
werpen geheel rusten en wierpen zich
met meer of minder felheid op het
teekenen van oorlogsmachines, en
kenmerkend voor deze leeftijd was hun
zeer uitgesproken belangstelling voor
de oorlogstechniek, zie fig. 2.
Dit is een teekening van een
praepuber van n jaar, deze vertoont
alle typische eigenschappen van kunst
producten uit de praepuberteitsleeftijd.
De praepuber tracht een stemming,
hier oorlogsspanning te suggereeren,
maar is niet bij machte om dit te
bereiken. Hij overlaadt de teekening
met zeer vele, vaak veel te veel, figuren
en voorwerpen en verdeelt daardoor
de aandacht en versnippert de concen
tratie. Ook weet hij nog geen beweging
in zijn booten en vliegmachines uit te
beelden, wel boeit hem dit probleem
van het uitbeelden van beweging zeer
sterk (rook en golfbeweging achter
vliegmachines en booten).
De puber kan reeds veel beter per
spectief en atmospheer uitbeelden. Hij
wordt eenvoudiger in zijn uitdrukkings
middelen, en komt van het
maarvooral-veel-willen-vertellen" tot een
meer synthetische zeggingswijze.
Pas de adolescent verstaat het de
geheele spanning en verschrikking
van den oorlog te suggereeren volgens
de maatstaf der volwassenen.
CLASCA OZINGA