Historisch Archief 1877-1940
Uit de natuur
De duinen bloeien
WIJ weten het allen: als een
wervelstorm raasde in het be
gin van Bloeimaand de oorlog
over ons kleine land. Maar we weten
ook, dat hij den hemel 'zij dank
veel te kort geduurd heeft om alles
wat we bezaten te kunnen vernielen.
Van ons natuurschoon bleef heel veel
gespaard, en dus zou het onjuist
zijn, nu alleen maar te treuren over
hetgeen we verloren met voorbijzien
van alles, wat we mochten behouden.
De natuur zelf heeft immers ook in de
zwaarste dagen den moed niet laten
zakken ! Was er niet de zanglijster,
die trouw onze hondenwacht kwam
opvroolijken door klokslag drie uur in
den morgen het hoogste lied uit te
zingen op een tak, twee meter voor
ons stukje loopgraaf? En waren daar
niet de witte kwikstaartjes, die een
nest gebouwd hadden in wat
takkenbossen, die voor onze maskeering
moesten dienen? Zij hielden lange
samenspraken van veel vroolijk
gekwetter, waarmee ze een kleine vreugde
brachten in het leven van de soldaat,
die daar eenzaam op wacht stond.
Zie, wanneer de natuur, die rustig
verder gaat met haar werken, ons
dergelijke voorbeelden geeft, is het
goed, dat wij daarvan ten volle gaan
genieten. Daar is bijvoorbeeld ons
kostelijke Nederlandsche duinland
schap; dat heeft gelukkig over het
algemeen maar heel weinig schade
opgeloopen. Alles is er gewoon zijn
gang gegaan, en nu, op dit oogenblik,
bloeien de duinen, van Cadzand tot
Rottummeroog met slechts een enkele
onderbreking. Want de Zomermaand
van den almanak is de Bloeimaand
van het duin ! En daarom: neem uw
fiets en rijdt er eens naar toe. Tien
tegen n, dat ge de eerste typische
bloemen reeds ontmoet voor ge nog
een stap in het eigenlijke duin gezet
hebt. Ge zult nog maar ter hoogte van
een statige buitenplaats of een zeer
oud kasteel zijn, wanneer ge reeds in
de schaduw van het zware bosch der
binnenduinen planten vindt met fijn
verdeelde, meer dan decoratieve bla
deren en daartusschen kleine, vriende
lijk rose bloemen. Robertskruid, het
kan niet missen. En nu hangt het er
verder maar van af of de kruidenhof
van het kasteel dat eertijds stond op de
plaats, waar we wandelen, naar de
eischen des tijds was ingericht. Zoo ja,
dan staan we binnen weinige
oogenblikken voor een zeer vreemdsoortig
gewas, dat maar niet zoo n, twee
drie thuis te brengen valt. Tot ongeveer
een meter hoog, met bladeren, die
zonder uitzondering sappig groene
harten gelijken, en daartusschen kleine
trosjes bloemen, welke misschien heel
even aan verkleinde aronskelken doen
denken. Dit is de zoogenaamde
pijpbloem, een nazaat van de wijd en zijd
vermaarde Aristolochia, die de burcht
vrouwen met zooveel zorg omringden.
Zij mag hier dan niet thuis hooren,
een feit is, dat ze zich puik heeft
ingeburgerd, deze Aristolochia, wier
naam afgeleid van het Grieksche
,,ariste tais lochios" reeds haar
deugden voor kraamvrouwen
openb~:.rt. Voorts moet deze plant voor zeer
iieilzaam tegen slangenbeten gegolden
hebben.
EN nu naar het bloeiende duin !
Door de lanen en laantjes naar de
steile binnenhelling; en dan ineens de
sensatie van hoegenaamd zonder over
gang in een totaal ander landschap te
staan. We komen vanuit de oase in
de barre woestijn. Maar leven is ook
hier genoeg, de planten hebben zich
ingesteld op de moeilijke omstandig
heden van groote temperatuurver
schillen tusschen dag en nacht, sterke
verdamping van hun sappen op de
zongeblakerde hellingen en snel in den
bodem wegzakkend regenwater. Ze
hebben kleine bladeren, vaak nog van
speciale inrichtingen voorzien om de
gevaarlijke verdamping tegen te gaan
en dikwijls onwaarschijnlijk diep in
den grond doordringende wortels. En
tenslotte hebben ze met de meesten
van haar zusteren gemeen, dat ze de
insecten behoeven voor haar bestuiving.
Doch wie zou vlinders, kevers of bijen
tot zich lokken met te kleine, weinig
opvallende bloemen ? Vandaar dat ze
bloemen voortbrengen, die ver boven
hun krachten schijnen te gaan. Er zijn
zonnige hellingen op het Zuiden en
het Oosten, die voor den tijd van enkele
weken een roomig witten sluier dragen
van niets dan rozen. Prachtige enkele"
bloemen met purperbruine helm
knoppen aan hun meeldraden, min
stens even schoon als de hoogst ver
edelde kweekproducten uit de
Aalsmeersche bloemenfabrieken. Wacht
niet te lang met uw bezoek aan het
BIJ DE FOTO'S
Boven links: Bloeiende orchis
Rechts: De duinroosjes
Onder: Zeewinde in bloei
feest der duinroosjes want twee weken
na zijn hoogtepunt is het afgeloopen.
Er zijn trouwens meer redenen om
juist nu het duin in te trekken; be
halve de lage struikjes der duinrozen
staan ook de machtige egelantieren,
de hondsrozen en de liguster aan de
randen der kleine berkenwouden in
vollen bloementooi. Ge zult hier
kleurvariaties zien van bijna zuiver wit tot
zeer diep rose; en steeds weer die
enkele bloemen met harten van louter
meeldraden en stampers. In het voor
bijgaan kunt ge dan nog weer genieten
van groote plekken klaterend geel
tusschen bruin verdroogd mos op de
heuvels. Daar bloeit de muurpeper
(een familielid van de Sedums uit uw
cactuskasje) met duizenden en nog
eens duizenden goudgele sterretjes,
die zich lijken te verdringen om een
plaatsje in de volle zon.
Lukt het u in den muur van liguster
en rozenstruiken een geschikten toe
gang tot een berkenbosch in een sappig
duindal te vinden, verzuim dan niet
er binnen te gaan. De vele vogel
geluiden, die uit zoo'n klein woud op
stijgen, verraden eigenlijk al, dat daar
binnen een paradijs ligt. Een paradijs,
niet zelden met een waterplas in het
midden; met riet en lischdodden,
manshooge valeriaan en sierlijke
stekelvarentjes. Hier groeien nietige,
bijna groene orchideeën, die zeer zeld
zaam zijn, maar gelukkig ook grootere
en veel mooiere soorten, welke we vrij
veel vinden: de handekenskruiden in
velerlei vorm en kleur. Men hoeft
waarlijk geen plantkundige te zijn om
aan deze schoone, teer lila bloemen te
zien, dat zij van een hoogen adel zijn.
Zoo zou er nog veel van het droge
duin en van de grazige valleien te
verhalen zijn, maar we zouden den
zeereep groot onrecht aandoen door
hem niet te noemen. Want het moge
dan schijnen, dat er op dien laatsten
richel voor de zee niet anders te vinden
is dan wat groengrijze helm, in werke
lijkheid groeien en bloeien er velerlei
planten. Het begint al bij het uitbundig
gele walstroo, dat temidden der nede
rige eikvarens staat. De rijke zee
distels en de lila-met-wit gestreepte
reuzenkelken van de zeewinde zorgen
voor de noodige afwisseling, en ten
slotte zijn er de roomkleurige
bloemschijven van de door den zeewind ge
schoren vlierstruiken. Ja, er zijn zelfs
plaatsen aan onze kust, waar ge kunt
uitzien over de zee van onder geurende
kamperfoelie en bloeienden egelantier.
KEES HANA
PAG. 15 DE GROENE No. 3286