Historisch Archief 1877-1940
HET onlangs afgebrande kasteel
van mijn neef Baron Goudknots
is herbouwd en enkele dagen geleden
gereed gekomen, als een getrouwe copie
van het zoo tragisch in vuur en vlam
vergane bouwwerk dat zijn grootste
trots was, hoewel dit op zijn beurt een
slechte copie was van mijn kasteel. De
herbouw van zijn kasteel heeft heel wat
voeten in de aarde gehad. De eerste
moeilijkheden kwamen toen de eerste
steen gelegd moest worden. Het sprak
vanzelf dat niemand minder dan mijn
neef dien steen zou leggen, die daarom
voorzien was van een fraaie inscriptie:
Eerste steen gelegd door Lodovicus
Louis Lodewijk Baron Goudknots, 5
Mei 1940. Op dien gedenkwaardigen
Zondag begaf ik mij met mijn neef naar
het bouwterrein, zonder eenig ander
gezelschap, om de plechtigheid te doen
plaats hebben. Mijn neef vertrouwde
mij toe, dat hij dien eersten steen liever
niet in het bijzijn van een toekijkend
publiek wilde leggen, omdat hij daar
niet zeer bedreven in was en bovendien
kortademig, wat hem met het oog op het
aanzienlijke gewicht van het
granietblok wel eens parten zou kunnen spelen.
Toen wij op het bouwterrein aan
kwamen, zagen wij dat de fundamen
ten al gereed waren. Ongeveer in het
midden van den ontworpen voorgevel
zweefde aan een takel de eerste steen.
Aan den takel was een zilveren lint
bevestigd. Naast dit lint hing, aan een
zilveren koord, een gouden schaar
waarmee mijn neef het lint slechts be
hoefde door te knippen teneinde den
steen op zijn plaats te doen geraken.
Kinderlijk verheugd keek mijn neef
naar de in den ochtendwind heen en
weer zwaaiende schaar, die evenals de
eerste steen van een inscriptie voorzien
was. In een oogopslag zag ik dat de
schaar hem uit dankbaarheid en veree
ring aangeboden was door de brand
verzekering Eigen Haard", waar mijn
neef directeur van is. Reeds had ik
eenige gelukwenschen en nog andere
plechtige woorden op mijn lippen, reeds
had mijn neef met moeite zijn duim en
wijsvinger in de oogen van de schaar
gewrongen, toen hij plotseling paars
van woede werd. Waarde neef," zoo
sprak hij, ziet gij dat? Dit is niet de
eerste steen; er liggen al reeds minstens
honderd !" Met de schaar wees hij nij
dig naar de fundamenten. Ik kon hem
geen ongelijk geven, en na even rond
gekeken te hebben, gaf ik hem te ken
nen dat er 9013 steenen lagen. Het is
een schande ! Waarom hebben ze me
niet eerder gewaarschuwd? Nu moet
alles weer afgebroken worden," her
nam mijn neef wanhopig. En hij lamen
teerde verder: Het is Zondag, de ar
beiders zijn er niet, en als ik morgen
den steen moet leggen, is de datum ver
keerd. Die kostbare onyx!" Op zijn
beide wangen biggelden tranen, en om
dat ik dat niet aan kon zien greep ik
een houweel en hakte de fundamenten
uit elkaar en slingerde de brokstukken
het bosch in. Jonge berkeboompjes en
eeuwenoude woudreuzen werden door
het vallend gesteente geveld; de fun
damenten waren op deze manier bin
nen weinige oogenblikken verdwenen.
Toen het zoo ver klaar was, keek
mijn neef mij verheugd en dankbaar
aan en knipte het lint door. Met een
plons viel de steen in de modder, die
hoog opspatte en mijn neef eenigszins
onherkenbaar maakte. Onthutst wreef
hij zijn oogen uit, staarde naar beneden
en zei: Nu kan niemand het meer
lezen."
Nadat de bouw een week voortgang
had gevonden, kwam de architect mijn
bij mij te gast zijnden neef opzoeken,
met de mededeeling dat het kasteel be
gon te verzakken. Het stond scheef,
hoewel het nog niet klaar was; blijk
baar hielden de fundamenten het niet.
Ik had juist met mijn neef een uitvoe
rig bezoek aan mijn wijnkelders ge
bracht ; dit verhinderde ons echter niet
om met den architect de quaestie in
oogenschouw te nemen. Toen wij bij
het kasteel aangeland waren, zei mijn
neef heel eenvoudig: Het staat recht."
De bouw werd voortgezet; en nu, een
paar dagen geleden, zou mijn neef zijn
intrek nemen in zijn splinternieuwe
burcht.
Omdat hij er prijs op stelde, de eerste
te zijn die den nieuwen drempel over
schreed, deed hij zulks. Aan weerszijden
van de oprijlaan vormde zijn personeel
een eerewacht met bloemenhulde. Het
uit zijn keukenpersoneel samengestelde
fanfare orkest speelde de Militarmarsch
van Schubert, een van mijn neef's lieve
lingscomposities. Statig schreed mijn
neef voorwaarts. Door de wijd geopende
vleugeldeuren trad hij naar binnen.
Reeds stond ik op het punt zijn voet
spoor te drukken, toen ik door schrik
overmand als aan den grond genageld
bleef staan, iets dat mij overigens zel
den overkomt. Voor mijn oogen zag ik
de toegangspoort langzaam naar bene
den zakken. En niet alleen de poort,
maar de heele voorgevel, het heele
kasteel zonk langzaam in den grond.
Kom binnen, wees welkom, waarde
neef," hoorde ik mijn neef nog zeggen,
waarop hij plotseling verschrikt uit
riep: Het wordt donker, wat heeft dat
te beteekenen?" Ik was niet in de gele
genheid hem antwoord te geven, want
de parterre was reeds souterrain ge
worden. Langzaam maar zeker ver
dween het kasteel als een zinkende
oceaanreus in de diepte. Weldra was
de dakgoot met den grond gelijk, en
nog voordat ik mijn neef kon waar
schuwen, was de hoogste schoorsteen
weggezonken.
Daar ik begreep dat de toestand van
mijn neef hachelijk werd, temeer om
dat hij bang is in het donker als hij
alleen is, zond ik een ijlbode naar zijn
landgoed die ik mijn varkensstapel liet
halen. Snuivend en knorrend kwamen
mijn tweeduizend varkens aangerend.
Op mijn bevel begonnen ze te wroeten.
De kluiten aarde en de modder spatten
kilometers in het rond. Als bij
tooverslag was het kasteel blootgelegd en kon
mijn neef met touwen naar boven wor
den getrokken. Toen mijn ijlbode het
zware voorwerp met den takel naar
boven had getrokken, bleek dit de
eerste steen te zijn. Bij een tweede
poging vermocht hij evenwel mijn neef
in eigen persoon op te halen, nog juist
op tijd, want toen verdween het kasteel
voor goed in den schoot der aarde.
Bommenwerpers in den goeden ouden tijd
(Beruststellenöe wootften uit 2>e Oroene" van 1010
TOEN Curtiss, de bekende vervaar
diger van vliegtoestellen, onlangs
met zijn vliegtoestel schijnbommen en
sinaasappelen op een slagschip had
laten vallen en eenige treffers verkre
gen had, gingen er dadelijk stemmen
op, die van een algemeen gebruik van
vliegtoestellen een algeheelen omme
keer in den zeeoorlog en zelfs in den
vestingbouw voorspelden. Toch zijn de
door Curtiss genomen proeven niet veel
meer dan een interessant bewijs hoever
men het in de besturing van een
aeroplaan kan brengen. De
demoraliseerende gedachte, dat men gevaar liep
door vanuit vliegtoestellen geworpen
bommen en dergelijke afgemaakt of
opgeblazen" te worden, heeft geleid
tot een overdreven vrees voor de
bommenwerpende vliegmachine. Kalm na
denken zal ook die vrees tot behoorlijke
afmetingen terugbrengen.
De moeilijkste manier van zich voort
bewegen voor den mensch is wel die
met een vliegmachine, maar het raken
van zelfs vrij groote lichamen door
voorwerpen, die men uit een groote
hoogte laat vallen, is nog veel moeilij
ker. Wie het ooit geprobeerd heeft uit
een vrijen ballon, b.v. een flesch in een
rivier te laten vallen, weet hoe zelden
dit gelukt,
Een in beweging zijnd slagschip te
treffen met een bom, is een bijzonder
moeilijke zaak, ook al tracht de meest
behendige vlieger dit gedaan te krijgen.
Men houde in het oog, dat een vlieg
toestel, dat met dergelijke plannen
wordt bestuurd, op zoodanige hoogte
zal moeten blijven, dat het onbereik
baar is voor het granaatkartetsvuur.
Sprak de wind niet een woordje mee,
dan zou, als de op groote hoogte vlie
gende aeroplaan op het oogenblik dat
het projectiel losgelaten wordt, recht
op het te treffen schip aanstuurde, de
bom op het juiste moment losgelaten,
het schip kunnen raken. In de werke
lijkheid wordt het een ware puzzle, een
bloot toeval, een artilleristisch kunst
stukje als men wil. Door dergelijke on
betrouwbare bestrijdingsmiddelen wordt
geen omwenteling in den zeeoorlog te
weeggebracht, om maar niet eens te
spreken van den vestingbouw.
Men kan tegenwerpen, dat het wel
eens zou kunnen blijken, dat de moreele
werking van dergelijke de schepen be
dreigende vliegtoestellen zeer groot is.
Een moreele werking kan dan alleen
op den duur verkregen worden als, zij
het ook slechts nu en dan, een groote
materieele uitwerking wordt verkregen
en dit laatste schijnt wel uitgesloten.
Dit eischt nadere verklaring, welke wij
putten uit een voorbeeld uit den
Russisch-Japanschen oorlog. De Japanners
hadden hun batterijen bij Port Arthur
op de omliggende hoogten opgesteld,
een tweehonderd meter boven den zee
spiegel, om de Russische
pantserschepen in de haven met mortier en
houwitser, dus met steil invallende projec
tielen te bestoken. De 250 K.G. zware
projectielen met springlading (een ge
wicht dat de zwaarste van een modernen
aeroplaan nabijkomt) sloegen met be
wonderenswaardige juistheid in: het
vuur uit de vijf K.M. van de stad gele
gen batterijen werd door de Japanners
schitterend geleid. De hoog uit de lucht
vallende projectielen stortten haast
loodrecht op de Russische schepen neer,
die het een na het ander in de diepte
verdwenen. Na den oorlog bleek dat de
Russische schepen het vuur met op
merkenswaardig weinige beschadigin
gen hadden doorstaan. Weliswaar wa
ren de schepen gezonken, maar de Rus
sen hadden zelf de buitenboordkranen
opengezet. In de meeste gevallen waar
in een treffer was verkregen, was het
projectiel op een houten dek, een ver
bindingsgang enz. gesprongen en had
aan de vitale deelen weinig schade kun
nen toebrengen.
Waar nu de met een vliegtoestel
mede te nemen bommen niet heel zwaar
zullen kunnen zijn en zij uit een hoogte
komen vallen die een tiende bedraagt
van de 3200 M. waaruit de zware
Japansche granaten zich op de schepen
stortten, kan men nagaan dat een
bommenwerpende aeroplaan geen ver
schrikking voor een modern slagschip
behoeft te zijn.
Op levende deelen zullen die kleine
aeroplaanbommen wel uitwerking kun
nen hebben. Hierbij vergete men echter
niet, dat, mocht in de toekomst een vlie
ger opdracht krijgen een hoofdkwartier,
een bivak, een dekking met bommen
te bestoken, hij om resultaten te ver
krijgen, zich vrij dicht boven het doel
zou moeten bewegen en wel
spiraalsgewijze. In negen van de tien gevallen
zou de bestuurder een verloren man
zijn. Dit is in zooverre geen bezwaar,
dat er altijd mannen te vinden zullen
zijn om ook de gevaarlijkste opdrachten
uit te voeren. Het is dan echter niet te
verwachten dat de bestuurder onder
zulke hachelijke omstandigheden over
zijn volle koelbloedigheid zal beschik
ken, en hij moet wel over al zijn ver
mogens de volle beschikking hebben
om dergelijke artilleristische kunst
stukjes uit te voeren.
PAG. 18 DE GROENE No. 3286