Historisch Archief 1877-1940
Letterkundig Leven
Historie: Heden en verleden
EEN der verschijnselen" van de laatste
jaren is de belangstelling, ook van het
publiek", voor historie en historische onder
werpen. Men heeft dit verschijnsel" reeds
op allerlei wijze trachten te verklaren, men heeft
het een uitvloeisel van sensatielust genoemd, de
nieuwsgierigheid van de menigte naar de groote
mannen en pantouffles", en ook een vlucht voor
het heden in het verleden. Reeds de wijze, waarop
het verschijnsel" zich in alle landen heeft verspreid
en de literaire kunstenaars tot het schrijven van
vies romancées" en historische romans heeft
geïnspireerd, weerlegt een dergelijke oppervlakkige
uitleg. Ongetwijfeld, het heeft hier en daar het
aspect van een mode" gekregen, zooals bij alle
vraag ook het aanbod toeneemt. Er is veel
minderwaardigs geproduceerd om aan den vraag te voldoen.
Poch daar hebben wij ons thans niet mee bezig te
houden, wat wij hier nader willen beschouwen is:
vanwaar komt deze belangstelling voor historie
en historische onderwerpen ook buiten de kringen
der vaklieden?
Historie is gedurende langen tijd uitsluitend een
wetenschap geweest. Een historicus was in de eerste
plaats een wetenschappelijk man, die tevens angst
vallig waakte tegen iedere inmenging van
nietvakmenschen in zijn gebied. Maar hij was geen
psycholoog, d.w.z. hij ontdekte slechts feiten en
kon deze feiten niet in verband zien of brengen met
de zielkundige geschiedenis van den mensch. Hij
was slechts een verzamelaar van materiaal, van
documenten. Maar ontdekte documenten werden
vaak door nieuwe ontdekte documenten achterhaald
en door deze omvergeworpen wat de daaruit ge
maakte conclusie betreft. Het gewicht van docu
menten" en feiten" was in de historie-beoefening
te overheerschend om deze wetenschap een ander
leven dan dat van een museum te kunnen geven.
De historicus, hoe nuttig zijn werk ook kon wezen
voor onze kennis van het verleden, zag het verleden
teveel als verleden en niet als heden.
DIT laatste nu is een factor van belang geworden
in de tegenwoordige belangstelling van het
publiek voor historie. Voor de psychologische ge
schiedenis van den mensch is verleden niet verleden,
maar ook heden: plus que ca change plus c'est
la même chose". De geschiedenis van landen,
staten en personen is evenzeer een deel van den
mensch als wat deze in kleinen kring beleeft. Hoe
kan het ook anders, waar de mensch zijn eigen
geschiedenis maakt, daarbij al of niet geleid door
omstandigheden, die hij toch eerst zelf heeft ge
schapen? De historicus redeneert: de historische
ontwikkeling heeft de eigenschappen van b.v. de
Nederlanders geschapen, doch het is veel juister
Abonneert U
NU op
geredeneerd te zeggen, dat de eigenschappen van de
Nederlanders hun historische ontwikkeling hebben
geschapen. De rassenpsychologie en in het bijzonder
de volkenkunde legt de eigenschappen bloot, waar
door bepaalde staten zijn ontstaan en ook vergaan
om vaak weer, in geheel andere vormen, op
te staan. Dat b.v. de Noordelijke en de Zuidelijke
Nederlanden van elkaar zijn gescheiden, hoewel
zij aanvankelijk in den vrijheidsstrijd van den
16e eeuw eenzelfden aandeel hadden, is niet uit
sluitend terug te voeren op een verschil in gods
dienst, protestantsche en katholieke, maar wel
degelijk in een verschil van menschen en hun
karaktereigenschappen. Niet het noodlot", de
geographische positie, enz., hebben van de Belgen
langen tijd een onmondig volk gemaakt, maar
hun veel minder krachtige karaktereigenschappen
in vergelijking met die van de bevolking der Noor
delijke Nederlanden. Ongetwijfeld kunnen de Vla
mingen meer als Noord- dan als Zuid-Nederlanders
gelden en hebben hun vrijheidlievende eigen
schappen sinds den Gulden Sporenslag nimmer
geheel aan kracht ingeboet, hoewel op een be
slissende moment, in 1830, een schijnvrijheid
(vereeniging in een nieuwe, Belgische staat) ver
kozen werd boven een aansluiting bij een
stamverwante natie, Noord-Nederland. Ongetwijfeld
speelde daarbij ook een zekere onmondigheid,
waardoor hun politiek de richtlijnen van den gods
dienst volgde, een rol. Doch het blijvende verzet
tegen een oplossing en verfransching, waarbij het
Waalsche element in de staat het Vlaamsche zocht
te overheerschen, stamt wel degelijk uit de
NoordNederlandsche volksaard, die ook in de Vlamingen
huist, althans hen stamverwant maakt met dat
Noord-Nederlandsche deel der bevolking bezuiden
den Moerdijk.
Zooals reeds gezegd: de mensch is zijn eigen
geschiedenis, en vanuit de zielkunde van den
mensch beschouwd is deze geschiedenis vrij een
voudig te overzien. Neemt men den mensch als
uitgangspunt dan ligt het terrein van zijn geschie
denis voor onderzoekingen bloot, die heel wat minder
ingewikkelde verklaringen kunnen geven ook voor
de ontwikkeling van de staatkundige geschiedenis
van den mensch dan de geleerden-wijsheid der
documenten en hun waarheid". Doch de traditie
is een taai ding, ook in de opvattingen van weten
schap", en eenmaal aangenomen gezichtspunten
kunnen slechts langzaam gewijzigd worden. Hier
nader op in te gaan is binnen het bestek van een
artikel niet doenlijk.
Wanneer nu de mensch zijn eigen geschiedenis
is dan kunnen ook al zijn handelingen, ook staat
kundige en in volksverband verrichte, psychologisch
verklaard worden. Men dient dan ook den mensch,
die door de staatkundige handelingen, als hoofd of
voornaamste vertegenwoordiger van zijn volk,
op de geschiedenis van zijn volk een belangrijken
invloed had, als een component van zoowel eigen
als in zijn volk aanwezige eigenschappen te zien.
Men spreekt van omstandigheden", die voor groote
mannen gunstig waren om groot te worden, doch
deze omstandigheden waren niet de oorzaak, maar
het uitvloeisel van een groeiend zielsproces in een
volk, in welks middelpunt een bepaalde leidende
figuur staat en die daaruit naar voren treedt.
IN de historie interesseert ons tegenwoordig niet
meer de waarheid", die door een andere, nieuw
ontdekte waarheid kan worden aangevochten,
maar de werkelijkheid, de wezenlijkheid van het
gebeuren. En de wezenlijkheid van ieder gebeuren
is de menschelijk-verklaarbare, zielkundige kant
ervan, het middelpuntige, in verband waarmee
de feiten niet langer nader te groepeeren verschijn
selen, maar oorzakelijk gevolg zijn.
De ontwikkeling van de psychologie heeft dit
besef ook in breedere lagen van het publiek"
doen doordringen. De groote mannen uit de ge
schiedenis zijn niet langer wonderbaarlijke ver
schijningen, wier daden aan een uitzonderlijk en
boven alle wetten staand genie zijn te danken,
doch alleen grootere menschen, in goeden of slechten
zin. Op dit laatste n.l. dat zij menschen waren, valt
thans het accent. De sceptische neiging zal vooral
hun zwakheden willen aanwijzen, doch al is het
waar, dat ook groote menschen maar menschen
zijn, dat zij menschen zijn bewijst niettemin, dat
zij deel hebben aan een menschelijk gebeuren: het
ontwikkelingsproces van volk en staat. De fouten
van Napoleon b.v. waren niet slechts de fouten van
n man, maar van een heel volk tijdens een be
paald groeiproces, en de man zelf verdween met
het einde van dit proces, toen tegenkrachten op
kwamen, die wat tot overwoekering dreigde te
geraken, weer afsneden en terugdrongen, volgens een
wet van het evenwicht, die zich zoowel bij het
individu als bij de geschiedenis doet gelden.
Als spiegel van zijn tijdgeschiedenis interesseert,
in zijn doen en laten, een groot man ons ook als
individu. Het is niet zoozeer nieuwsgierigheid,
die ons benieuwd maakt naar den mensch in een
groot man, noch een sceptische neiging tot
entgötterung" van het groote, maar een zakelijk vast
stellen van de werkelijkheid,.
Niet een vlucht voor het heden in het verleden
is de reden van de tegenwoordige belangstelling
voor historie en historische verschijningen, noch
is het bij de tegenwoordige schrijvers een armoede
der fantasie, die uit het heden geen onderwerpen
meer kan putten, doch een behoefte den eigen tijd
te begrijpen door het leeren maken van verge
lijkingen.
Doet trouwens de dichter iets anders wanneer
hij zijn schoonste dichtregel juist door een treffende
vergelijking schept ? Evenzoo bezit de historie voor
den levenden mensch geen verleden, en is zij, door
de vergelijking met het heden, even tegenwoordig
als onze tijd, waarmee zij een parallel toelaat.
Wanneer het Nederlandsche volk zich uit zijn eigen
historie op zichzelf en zijn eigenschappen leert
bezinnen vervult de schrijver, die met zijn aan de
eischen aangepast werk daartoe medewerkt, een
belangrijke taak.
Ingekomen boeken
Matthys Maris, door Jan Poortenaar. Uitgeverij
In den Toren", Naarden.
Wilhelmus van Nassouwe, door Dr. P. Leenderts
Jr., Casper Höweler en Geertruida van Vladeracken.
Uitgeverij In den Toren", Naarden.
Bij het uitpakken van de boeken, door Arthur van
Schendel. Uitgeverij In den Toren", Naarden.
Het kunstig bloemenschikken door prof. A. M.
Sadler. Uitgeverij ,,In den Toren", Naarden.
Zwitserland, door A. L. C. A. van Nijnanten.
Uitgeverij Andries Blitz, Amsterdam.
Neen en ja, door Dr. N. Westendorp Boerma.
Uitgeverij H. J. Paris, Amsterdam.
De boodschap van het vrijzinnig christendom, door
prof. dr. L. J. van Holk. Uitgeverij J. H. Paris, Am
sterdam.
Daniel Marot, door dr. M. D. Ozinga. Uitgeverij
H. J. Paris, Amsterdam.
PAG. 10 DE GROENE N0.32B8