Historisch Archief 1877-1940
Vrouwen en Vrouwenleven
Intelligentie als maatstaf
Examenproblemen
DE maanden, waarin de natuur hier
in Nederland op zijn mooist en
aantrekkelijkst is, zijn weer genaderd.
Die herleving van de natuur gaat
echter aan een groot deel van
Nederland's jeugd voorbij; zij zit gebogen
over leerboeken en dictaten, want de
tijd waarin de ene helft van Neder
land de andere examineert is er.
De slechte resultaten, waarvan de
verslagen der vele examens getuigen,
hebben geen merkbare invloed op de
animo voor deze specifiek Hollandse
bezigheid. Een commissie belast met
het onderzoek of en in hoeverre het
examineeren in Nederland zou kunnen
worden verminderd is nog niet be
noemd. Wel streeft men ernstig naar
een voortdurende verbetering der me
thoden van examineeren opdat de
selectie zo zuiver mogelijk geschiedt.
En in de allereerste plaats denk ik
hierbij aan de commissie ter formu
leering van een bevredigende regeling
der toelating tot de eerste klasse van
gymnasium, lyceum en hoogere bur
gerschool, gevormd door het
Nutsseminarium voor Paedagogiek en de
Haagsche Toelatingscommissie.
In het rapport dezer commissie
worden voorstellen gedaan het toe
latingsexamen zoo in te richten dat
naast de parate kennis ook de
algemeene intelligentie" wordt onderzocht
om uit te maken of de candidaat,
gesteld dat hij de noodige bekwaamheid
bezit, ook intellectueel geschikt is om
middelbaar onderwijs te volgen. Deze
aanvulling werd noodig geoordeeld,
omdat maar al te vaak gebleken was,
dat candidaten, die over de vereischte
examenkennis beschikten op de H.B.S.
of het gymnasium volkomen faalden.
Om aan deze toestand, die noch dezen
candidaten noch het onderwijs op de
middelbare school ten goede kwam,
een einde te maken, werd het
intelligentieonderzoek ingesteld.
Het nieuwe K.B. voor de toelating
toont in het stilleesstuk, dat min of
meer als intelligentietest is bedoeld,
den invloed van bovenvermeld rapport
ondergaan te hebben.
In het vervolg zullen dus niet alleen
de kennis, maar ook de verstandelijke
vermogens van den adspirant
H.B.S.er worden onderzocht.
WANNEER men bij het toela
tingsexamen een
intelligentietest toepast, gaat men uit van de twee
volgende zeer aanvechtbare onder
stellingen :
ie. dat kinderen van 12 jaar zich
op hun verstandelijke vermogens laten
examineeren, en
2e. dat de gemiddelde docent hiertoe
in staat is.
Een lange ervaring heeft mij tot
het inzicht gebracht dat beide onder
stellingen onjuist zijn. Kinderen van
12 jaar laten zich nu eenmaal niet op
hun intellect examineeren. Een kind
van dien leeftijd reageert op een
vraag van een examinator niet met
zijn verstand maar met zijn geheugen
en het laat zich daarbij uitsluitend
leiden door de vraag hoe moet ik
antwoorden om dien mijnheer tegen
over mij tevreden te stellen". De ge
laatsuitdrukking van den examinator,
waarop zijn aandacht voortdurend
is geconcentreerd, is voor hem de
maatstaf of hij goed heeft geantwoord
en niet het eigen oordeel, dat vol
komen uitgeschakeld is. Gaat de vraag
over een onderdeel, waarin de candi
daat zich thuis voelt, dan komen de
antwoorden zoo vlug, dat hij bijna
over zijn eigen woorden struikelt en
zij komen precies in de volgorde
waarin het hem geleerd is. Ziet hij
geen direct verband tussen de aan
hem gestelde vraag en hetgeen hij
geleerd heeft, dan zal hij niet trachten
om door combinaties of analogieën,
althans door eigen nadenken het
juiste antwoord te vinden, maar
hij denkt of zegt dat heb ik niet
gehad". En het moet wel een heel
bijzondere examinator zijn, die het
kind in zulke gevallen over zijn schrik,
niet op bekend terrein te zijn, weet
heen te helpen en van zijn bevangen
heid te bevrijden.
Het volgende geval, dat een exami
nator eens beleefde moge
demonstreeren hoe weinig er op een examen
van twaalfjarigen van zelfstandig na
denken sprake is. Bedoelde examinator
had 's morgens bij het mondeling
een vraagstuk opgegeven, 's Middags
gaf hij het in gewijzigden vorm aan
een anderen candidaat op, die het
antwoord gaf op het vraagstuk van
's morgens. Wat toch was het geval ?
De candidaat, die 's morgens aan
de beurt was geweest, was na afloop
van het examen naar de lagere school
gegaan en had het vraagstuk aan den
klasseonderwijzer opgegeven, die het
behandelde met de candidaten, die
's middags onder het mes zouden
komen. De candidaat aan wien het
gewijzigde vraagstuk 's middags werd
opgegeven, was zoo gelukkig op be
kend terrein te zijn en daardoor in
staat zijn examinator tevreden te
stellen, dat hij niet verder luisterde,
maar vlot afdraaide wat hij 's mor
gens van den onderwijzer had gehoord.
ER is werkelijk geen geestelijke func
tie, die op een examen bij candidaten
van 12 jaar zoo stroef werkt als het ver
stand; zij zijn veel te bevangen om
tot een zelfstandig oordeel te komen.
Geen onderwijzer in een opleidings
klasse laat het dan ook op de
intellectueele vermogens van zijn leerlingen
aankomen, hij stelt ze veilig door ze
zóó af te richten, dat ze op alle
mogeDE VROUW EN DE KRAAL
T N onze kinderboeken lazen wij
inder?*? tijd, hoe ontdekkingsreizigers zich
negerstammen tot vriend maakten door
ruime geschenken van spiegeltjes en
kralen. Wij vonden dat erg primitief
van die negers, aangezien we kin
deren als we waren nog niet wisten
hoe belangrijk ook voor de Westersche
vrouwen het spiegeltje en de kraal nog
altijd zijn. Het ware uilen naar Athene
dragen om hier te gaan betoogen, waar
om de spiegel zoo belangrijk is; een
vrouw, die dat niet ten volle inziet, is
geen vrouw ' Maar ook de kraal speelt
door alle eeuwen heen in de mode steeds
een rol, soms minder, soms meer op den
voorgrond tredend, dikwijls een kwestie
van persoonlijken smaak, nu eens hier,
dan weer daar de kleeding versierend,
maar altijd een gedistingeerde
garneering vormend. Er zijn bepaalde
modehuizen, die telkens opnieuw de
schoonste motieven in kralen op hun
creaties laten borduren; en de eenvou
dige vrouw, die zulke creaties hoogstens
bewonderen, maar nimmer bezitten kan,
zal toch, met wat zorg en tijd, zelf zeer
fraaie resultaten kunnen bereiken met
naald, draad en wat gekleurde kralen.
Het wollen bolero-tje van onze afbeelding
is met bloem- en bladmotieven van witte
kralen versierd; men garneert tegen
woordig ook het corsage van een effen
japon met heel kleine motiefjes, op vrij
groote afstanden aangebracht, van veel
kleurige kraaltjes, terwijl smoksters
eveneens vaak met kralen werken.
Probeert U het ook eens f
lijke vragen zijn voorbereid. Vele
onderwijzers komen hier ook rond
voor uit, omdat ze nu eenmaal weten,
dat de goed afgerichte candidaat met
beperkte vermogens op het toelatings
examen een heel wat betere kans
maakt, dan de niet afgerichte met
het goede intellect.
En wanneer wij nu eens aannemen,
dat de intellectueele vermogens wel
te peilen waren, dan zijn wij er nog
niet, omdat dit een zoo uiterst moeilijk
en subtiel geduldwerk is, dat de do
centen daarvoor in het algemeen noch
de gaven bezitten, noch den tijd be
schikbaar hebben. Om twaalfjarigen
intellectueel te kunnen testen, aan
genomen dat dit mogelijk is, moet
men ten eerste een zekeren aanleg
hebben, ten tweede goed voorbereid
zijn, vooral psychologisch, en ten
derde voor iederen candidaat ruim
schoots den tijd hebben. Aan deze
voorwaarden is bij het toelatings
examen niet voldaan, omdat het
massawerk is, dat in korten tijd moet
afloopen en verricht wordt door vol
komen ongeschoolde krachten. Het
feit, dat kinderen in deze jaren ook
nog zoo sterk veranderen kunnen,
zoodat om die reden de meest nauw
keurige beoordeeling voor de toekomst
nog een onzekeren kant heeft, willen
wij ook niet onvermeld laten.
NA het voorgaande moge het den
lezer duidelijk geworden zijn,
dat van een verfijning en verscherping
van het examenapparaat weinig goeds
te verwachten valt.
Er is maar n manier om uit de
misère van het toelatingsexamen te
geraken: men schaffe het af en verlate
zich op het oordeel van het schoolhoofd.
Het aantal vergissingen zal er heusch
niet grooter door worden, want ook
dit is weer een ervaring van lange
jaren, dat de correlatie tusschen de
cijfers van de lagere school en die op
de H.B.S. verkregen, grooter is dan
de correlatie tusschen de laatste cijfers
en die op het toelatingsexamen behaald.
Mijn conclusie is dus: zoek niet naar
betere selectiemiddelen in den vorm
van een toelatingsexamen, men slaagt
hier evenmin in, als in het oplossen
van de quadratuur van den cirkel.
Schaf het toelatingsexamen af, opdat
de onderwijzers bij hun leerlingen een
geestelijke houding tegenover het
schoolwerk kunnen bevorderen van
hoogere orde, dan die, welke door de
africhterij stelselmatig wordt gekweekt.
Hierdoor worden de natuurlijke be
langstelling en de daaruit geboren
liefde tot den arbeid gedood en ver
vangen door een zuiver opportunistisch
streven naar een voldoend rapport
cijfer, ter wille waarvan de leerling
bereid is om er alles in te pompen.
Aldus voorbereid gaat hij zijn
H.B.S.tijd door met voor de school te leren
en niet voor het leven.
Moge ik besluiten met de opmerking,
dat in een brugklasse, die de gelegen
heid biedt om de leerlingen al werkende
te leeren kennen een zeer waardevol
selectiemiddel gelegen zou zijn.
DR. F. GUIDE
Als U geregeld losse
nummers koopt . . . .
hebt U kans dat juist
het nummer dat U
speciaal interesseert U
door een ol andere
oorzaak ontgaat.
NEEM LIEVER
'N ABONNEMENT!
PA3. 12 DE GROENE No.ï2*8